Links- of rechtsdragend

In Amerika is een nieuw fenomeen opgestaan: Danica Patrick, een vrouwelijke autocoureur. Autoracen is een machosport bij uitstek; het verenigt tenslotte alles waar mannen van houden: auto’s, snelheid, gevaar en pitspoezen. Maar wat als de pitspoezen zélf achter het stuur gaan zitten? Hoewel de eerste deelname van Danica aan de Indianapolis 500 (het Wimbledon van de Amerikaanse racewereld) aanvankelijk vooral als een curiositeit werd gezien, eindigde zij op een ongelooflijke vierde plaats. Bij haar tweede deelname vorige week finishte Danica als achtste; niet slecht voor een meisje dat zich staande moet houden tussen 32 mannelijke coureurs. Maar de meeste reuring ontstond over het feit dat Danica het uiterlijk heeft van een supermodel: met haar lange haren en knappe gezicht heeft ze al menig reclamecontract in de wacht gesleept. Danica wordt door haar criticasters dan ook “de Anna Kournikova van het racen” genoemd, en dat is bepaald géén compliment. De wulpse Anna won immers nooit een tennistoernooi, maar vergaarde wel een fortuin dankzij lucratieve reclamedeals, zoals die voor sportbeha’s met de historische tekst: “Alleen de bal moet stuiteren”.

Sommige mannen zijn niet gecharmeerd van het feit dat zij worden ingehaald door een vrouw

Maar de vergelijking met het hoogblonde Russische mediafenomeen is niet helemaal juist, want Danica Patrick heeft al veel overwinningen behaald in de kartwereld voordat zij overstapte naar de ‘echte’ raceauto’s. De vraag dringt zich echter wél op of andere getalenteerde vrouwelijke coureurs net zo mooi moeten zijn om überhaupt nog een kans te maken in het door mannen gedomineerde circuit. Het is al moeilijk genoeg om aan de sportieve top te komen; moet daar nu ook nog een soort missverkiezing bij? Sommige mannen zijn sowieso niet gecharmeerd van het feit dat zij letterlijk en figuurlijk worden ingehaald door een vrouw – mooi of niet mooi. Robby Gordon, een Amerikaanse coureur met een flinke staat van dienst, sputterde dat het allemaal niet eerlijk was omdat Danica slechts 45 kilo woog en hij 90. “Geen wonder dat zij sneller gaat”, klaagde hij. Kom op, Robby. Natuurlijk heeft zij er voordeel van dat ze lichter is, maar jij zou weer voordeel kunnen hebben van het feit dat je veel gespierder bent. Tenminste, dat hoop ik dan maar.

Maar misschien voelt Robby Gordon de hete adem van de commercie in zijn nek, want met de komst van modepoppen als David Beckham en Freddie Ljunberg (die in een loeistrakke Calvin Klein-slip over ’s werelds billboards ligt gedrapeerd), is de lat óók voor mannelijke atleten hoger komen te liggen. Dolce & Gabbana adverteert in hun nieuwe campagne bijvoorbeeld met vijf razend knappe Italiaanse voetballers die ongegeneerd in natte slips onder de douche van de kleedkamer staan. Blijkbaar is linkspoot of rechtspoot tegenwoordig minder van belang dan linksdragend of rechtsdragend. Maar gelukkig kan het ook nog anders. Toen Ronaldinho jaren geleden bij Barcelona ging voetballen, vreesde de marketingman van deze club dat ze “met die lelijke kop van hem” weinig merchandising zouden kunnen slijten. Maar wat denk je? Ondanks zijn paardengebit groeide de fenomenale Ronaldinho uit tot dé topverkoper van Barca, met een merchandisingomzet van enige tientallen miljoenen euro’s per jaar. Eindelijk gerechtigheid. Want wat willen wij als toeschouwers nu liever: dat sporters een outfit dragen die in is, of dat ze een bal slaan die in is?