The great blackout

Juichende koppen in de krant: wetenschappers hebben nu definitief bevestigd dat de mannelijke en vrouwelijke hersenen van elkaar verschillen! Wat blijkt? Vrouwen krijgen meer informatie binnen: ze horen, zien, voelen en ruiken beter. Mannen echter lossen sneller iets op omdat ze zich bij het denken niet laten storen. Mannen gebruiken namelijk vooral de ‘mechanische’ kant van hun brein en kunnen zich daardoor beter op één ding concentreren. Bij vrouwen is er meer communicatie tussen beide hersenhelften, waarbij het gros van de hersenactiviteit zich concentreert in het verbale en emotionele centrum. “Geef maar eens een pop aan een tweejarig kind”, zei de Amerikaanse psycholoog en onderzoeker Michael Gurian. “Voor een meisje komt de pop meteen tot leven, maar de meeste jongetjes zullen vooral proberen om het hoofdje eraf te trekken.” Tja. Als moeder van een zoon en een dochter ben ik niet erg verrast door de resultaten van dit ‘baanbrekende’ onderzoek. Natúúrlijk werkt het mannelijke brein anders dan vrouwelijke hersenen.

Je gaat immers niet in bed liggen klooien terwijl de koelkast staat te ontdooien

Probeer maar eens aan je man te ontfutselen waar hij het met z’n beste vriend onder een potje biljarten over heeft gehad. “Hoe bevalt zijn nieuwe baan?” “Eh… niet over gehad.” “En hoe voelt hij zich nu zijn vriendin is weggelopen?” “Eh… vergeten te vragen.” “Was dat moedervlekje van hem nu kwaadaardig?” “Eh… weet ik niet meer.” Onder vriendinnen is dit ondénkbaar. Laatst zat ik in de auto te luisteren naar het belspelletje ‘feit of fabel’ van radio Veronica, waarbij je dit keer moest raden of er negen maanden na de massale elektriciteitsstoring van 1965 sprake was van een geboortegolf in New York. Tijdens deze Great Blackout hadden namelijk miljoenen mensen 25 uur zonder stroom gezeten. Licht uit, seks aan? Ik geloofde er niks van – en het bleek ook een fabel te zijn. Hoewel ik meteen aanneem dat de New Yorkse mánnen graag tussen de lakens waren gedoken, zijn vrouwen daar veel te praktisch voor. Je gaat immers niet in bed liggen klooien terwijl de koelkast staat te ontdooien. Daar staat tegenover dat mannen het op hun beurt totaal ónpraktisch vinden wat wij allemaal in onze vakantiekoffer proppen.

Volgens een recent krantenbericht neemt een man alleen teenslippers, een bermuda en een T-shirt mee, terwijl moeder-de-vrouw tot zijn grote ergernis hele regenjassen meezeult naar Curaçao – want stel dat het slecht weer wordt. En stel dat we chic uit eten gaan, dan moet dát jurkje mee, met díé hakjes. En de fietshelmen, want stel dat ze die niet verhuren. En Norit natuurlijk, want die olijfolie wil d’r nog wel eens uitspuiten bij onze Jan. En de föhn. Een extra kussen. Lekker warm ondergoed. Hollandse koffie. Boterhammetjes. Met onze twee hersenhelften denken wij vrouwen altijd vooruit – want je weet maar nooit. Toen de Amerikaanse Karrie Jeremiah vorige week in de prullenbak van een cafeetje een kraslot zag liggen, dacht ze: “Stel dat iemand de nummers niet goed heeft gecontroleerd…” Een man zou waarschijnlijk (terecht) redeneren: “Wat is dáár nou de kans op?” Maar ja, je weet maar nooit. En inderdaad: het weggegooide papiertje bleek maar liefst 100.000 dollar waard te zijn. Toen de vorige eigenaar van het winnende kraslot dit in de krant las, heeft hij ongetwijfeld een pop gepakt en héél hard het hoofdje eraf getrokken.