De tv-dominee

Ik ben niet bijzonder gelovig, maar de laatste maanden kijk ik steeds vaker naar de preek van de Amerikaanse tv-dominee Joel Osteen. Op een zondagochtend zat ik eens te zappen toen ik per ongeluk in zijn verhaal viel. Daar ben ik toen gefascineerd in blijven hangen, want deze man heeft de gave om zó mooi en beeldend te vertellen dat je wilt blijven luisteren. Over het algemeen zijn tv-dominees geen feest om naar te kijken. De Amerikanen zijn veelal schreeuwlelijken van het kaliber “Halleluja!” en hun Nederlandse collega’s zijn niet zelden slaaptabletten. Maar deze Joel Osteen heeft met zijn 43 jaar een jeugdige en sympathieke uitstraling. Hij lacht altijd, draagt een gewoon pak en preekt voor de verandering eens niet over hel en verdoemenis, maar juist over de positieve dingen van het leven. Osteen zwaait ook maar heel beperkt met Bijbelteksten. Hij verpakt zijn boodschap liever in alledaagse anekdotes of grappige verhalen uit zijn eigen gezinsleven. Hij vertelt zelfs moppen; waar maak je het al mee op de kansel.

In interviews zegt Joel Osteen dat hij “een hoopvol zaadje” wil planten in de harten van mensen, en dat hij daarom geen donderpreken houdt over zonde en lijden, maar over optimisme en geluk. Dit heeft hem razend populair gemaakt, maar volgens veel strengreligieuze christenen is hij juist een handlanger van Satan. Want hoezo geluk? Wij zijn allen zondaars! Wat ook niet helpt, is dat Joel Osteen inmiddels de grootste kerk van Amerika runt. Hij verbouwde het voormalige stadion van de Houston Rockets tot kerkruimte, en preekt daar nu iedere zondag zijn blijde boodschap voor 40.000 toeschouwers. Tel daar 7 miljoen tv-kijkers bij op, plus de 150 landen waar Joel Osteen wordt uitgezonden, plus zijn miljoenen verkochte boeken, en ik begrijp dat ze hem een reli-rockster noemen. “Hij zit niet in de ziel-business, maar in de zelfbusiness”, schamperde een van zijn criticasters. Maar in hoeverre is het slecht dat Joel Osteen multimiljonair is geworden? Hij is gewoon goed in wat hij doet, hij raakt mensen in hun hart.

Hoezo geluk? Wij zijn allen zondaars!

Ik geloof bijvoorbeeld niet in de starre dogma’s van georganiseerde religies, maar als ik naar Osteen luister, dan betrap ik mezelf erop dat ik denk: bij zo’n liefdevolle en vergevende God zou ik me ook wel thuis voelen. In zijn megakerk heeft Osteen geen altaar en geen opzichtig kruis, maar wel een levensgrote wereldbol. Ook dit is tegen het zere been van vele strenggelovigen, die toch al niet te spreken zijn over zijn “simplificatie” van Gods woord. Gelukkig voor hen zijn er nog talloze plekken waar religie als vanouds hardcore wordt onderwezen. Maar voor iedereen die iets inspirerends wil horen zonder om de oren geslagen te worden met schuld en boete, zijn de zachtmoedige preken van Joel Osteen prima te doen op de zondagochtend. En er valt nog wat te lachen. Zo vertelde hij laatst over een blanke man en een zwarte man die hun leven lang hadden gediscussieerd over de vraag of Jezus nu blank of zwart was geweest. Toen ze tegelijkertijd stierven aan een hartaanval, kwamen ze samen in de hemel. Nu konden ze eindelijk zien wie er gelijk had gehad. Op dat moment stapte Jezus op hen af en zei: buenos dias!