Jongens plagen

“Mama”, zei Emma laatst, “ik heb van de andere kinderen op school iets gehoord maar ik weet niet precies wat ze ermee bedoelen.” Wat dan? “Nou, ze zeiden: jongens plagen is kusjes vragen.” Lieve help, bestaat die antieke kreet nog steeds? Ik dacht trouwens dat het andersom was (méísjes plagen is kusjes vragen) maar het komt op hetzelfde neer: de seksualiteit doet haar intrede. Niet dat zesjarige kinderen al weten wat seks is. Toen ik vorig jaar op de cover van het AD-Magazine stond, trok ik mijn spijkerbroek iets omlaag, waardoor er een stukje blote buik te zien was. Het was een beetje sexy bedoeld, want ik ben dan wel moeder geworden maar ook vrouw gebleven. (Niet dat het geholpen heeft. Als moeder Deckers wordt mij nog steeds de sensualiteit van een pannenlap toegedicht.) Maar goed, toen die uitdagend bedoelde cover bij mij thuis op de keukentafel lag, tuurde Emma een tijdje naar de foto en vroeg toen: “Mama, moest jij soms plassen?” Ondanks hun onwetendheid voelen kinderen wel vanalles; ze kunnen het alleen nog niet thuisbrengen.

Voor mij hoeft het nog niet zo medisch; ik ben tenslotte moeder en geen uroloog

Emma en haar vriendinnetjes spelen bijvoorbeeld graag ‘pakkertje’ met de jongens op het schoolplein, waarbij ze druk giechelend en met rode blosjes in de rondte rennen. Voor hen is het gewoon tikkertje, maar eigenlijk is het flirten voor beginners. Emma is ook al ‘verliefd’ op een jongetje bij haar in de klas. Ze is er stellig van overtuigd dat ze later met hem gaat trouwen, want dat hoort zo. Het blijft me verbazen hoe traditioneel kinderen denken. Ik probeer Emma en Alec zo neutraal mogelijk op te voeden, maar het is toch altijd weer Barbie die in handen valt van de slechterik en Action Man die haar moet komen redden. Toen ik laatst eens voorzichtig opperde dat Barbie misschien ook eens Action Man te hulp kon komen, keken de kinderen mij verbijsterd aan. “Mamaaaa”, rolde Emma met haar ogen, “Barbie heeft toch hakken aan!” Ah, natuurlijk. Discussie gesloten. Vorige week vroeg Emma aan mij hoe grote mensen nu eigenlijk een baby maken. Omdat we afgelopen zomer pitjes hadden geplant waar prachtige zonnebloemen waren uitgekomen, begon ik iets te hakkelen over “papa die een zaadje in mama’s buik doet”.

Blijkbaar was ik niet erg duidelijk, want Emma vroeg met grote ogen of je dan een tuin in je buik kreeg. Om dit soort van-de-regen-in-de-drup-conversaties te vermijden, adviseren de opvoedboeken om concreet te zijn en de dingen vanaf dag één bij hun naam te noemen. Dus niet piemel en plassertje maar penis en vagina. Voor mij hoeft het echter nog niet zo medisch; ik ben tenslotte een moeder en geen uroloog. Het Surinaamse woord ‘roosje’ vind ik voor kleine meisjes wel weer schattig. Alles is in ieder geval beter dan spleet, doos, voorbillen, plasbips, muts, fluts of muisje. Er gaan overigens steeds meer stemmen op om de vagina yoni te noemen; een zachte benaming die in boeddhistische culturen in gebruik is. Op de site www.yoni.org kun je zelfs kunstig genaaide (ja, sorry) satijnen vagina’s bestellen die als een knuffelkussen met potpourri zijn gevuld. Dus voortaan seksuele voorlichting in geuren én kleuren? Mwah. Ik houd het nog even bij de zonnebloemen en de bijtjes.