Waterlanders

Ik ben iemand die vrij snel huilt. Er zijn nu eenmaal een heleboel dingen waarvan ik geëmotioneerd raak. Zo had Alec laatst een briefje op mijn bureau gelegd: “Mama je bent lief van de heele weerolt.” Van zoiets gaan mijn ogen meteen prikken. Maar ik huil ook bij de emoporno van Spoorloos, bij de liedjes van John Mayer en natuurlijk bij de mierzoete eindes van Disneyfilms. Laatst nog bij Ratatouille, toen de knorrige vader en zijn opstandige zoon elkaar toch weer in de armen sloten. Dat raakte bij mij zo’n gevoelige snaar, dat ik zat te snotteren in de bioscoop. “O jee”, fluisterde Richard lachend, “moet je weer ongesteld worden?” Mannen begrijpen niks van vrouwentranen. Tot het twaalfde levensjaar huilen jongens en meisjes echter evenveel. Daarna komt bij meisjes de productie van prolactine op gang; een hormoon dat niet alleen de melkklieren stimuleert, maar ook de traanklieren. Uiteindelijk hebben vrouwen zestig procent méér prolactine in hun lichaam dan mannen en blijken daardoor gemiddeld zo’n vier keer vaker te huilen.

Mannen huilen ook, alleen over heel andere dingen

De heren hoeven zich hier dus niet emotioneel superieur over te voelen – het is gewoon een kwestie van lichamelijke aanleg. En daarbij: mannen huilen ook, alleen over heel andere dingen. Bij programma’s als Spoorloos moet ik huilen als ik zie hoe moeders hun kinderen missen. Dat vinden mannen vaak overdreven, terwijl zíj moeten huilen als ze zien hoe voetballers hun penalty’s missen. Lekker belangrijk! Maar er is nog een verschil. Vrouwelijke traanklieren zijn dusdanig gevormd dat tranen bij een huilbui over de wangen biggelen. Bij mannen is dat anders; bij hen lopen de ogen wel vol, maar in 75 procent van de gevallen rollen de waterlanders niet naar beneden. Daardoor lijkt het alsof mannen zich beter kunnen beheersen. Een huilende vrouw is in de publieke opinie al snel hysterisch, terwijl er bij een man eerder gedacht wordt: “Tjonge, hij zal wel echt verdrietig zijn.” Zo heeft Bill Clinton een aantal malen in het openbaar gehuild, wat hem tot een ‘warme’ president maakte. Maar als Hillary het in haar hoofd had gehaald om een potje te gaan janken, had zij het presidentschap alleen daarom wel kunnen vergeten.

Ook Kate McCann, de moeder van de vermiste Madeleine, zit gevangen in de stereotypering van het vrouwelijke huilen. Omdat zij publiekelijk niet veel huilde, werd ze door heel wat mensen weggezet als koud en niet-moederlijk. Maar toen zij onlangs in een tv-interview een enorme huilbui kreeg, was het wéér niet goed: veel kijkers vonden haar hysterisch en theatraal. Toch is het goed dat Kate zich even helemaal liet gaan, want huilen lucht enorm op. Het verwijdert niet alleen stress en gifstoffen uit het lichaam, maar geeft naderhand ook een hernieuwd perspectief. Ik kan echter ook huilen van geluk, omdat ik op dat moment overweldigd ben door mooie indrukken. Lachen en huilen liggen wat mij betreft heel dicht bij elkaar, want wat is er lekkerder dan huilen van het lachen? Het is allebei een ontlading van ontroering en ergernis, van stress en schoonheid, van afscheid en weerzien. Misschien zegt de kinderboekenheld Dr. Seuss het nog het beste: “Huil niet omdat het voorbij is, maar lach omdat je het hebt mogen meemaken.”