Les in sms

Eén van de stellingen uit mijn tv-programma 101 Vrouwen is: “De happy single bestaat niet”. Daar ben ik nu dus reacties op aan het verzamelen, en gisteren heb ik een alleenstaande vrouw geïnterviewd die een interessante kwestie aanzwengelde. Zij had namelijk twee leuke afspraakjes met een blind date gehad en vond de man bijzonder leuk. Na het tweede afspraakje sms’te zij hem dat ze het jammer vond dat ze niet gezoend hadden. Toen was het wat hem betreft meteen over. Zoiets persoonlijks zette je volgens hem niet op de ‘kille’ sms. En dus bleef zij in verwarring achter met de vraag: zijn daar regels voor dan? Is er al ‘dating-etiquette’ omtrent sms-verkeer? Wanneer mag je sms’en? En welke tekst mag je dan versturen? En hoe zit het met e-mail? Stel, er wordt niet gereageerd op je mailtje. Mag je er dan nóg een mailtje aan wagen of ben je dan meteen een cyberstalker? Vroeger (let op, oma vertelt) had iedereen gewoon één vaste telefoon. De man van je dromen was dus thuis of niet thuis. Wanneer hij niet opnam, kon je het zonder gezichtsverlies nog een keer proberen.

Mannen hebben ook iets met knopjes. Lekker drukken op je telefoon, alle functies uitproberen

Maar met de komst van het antwoordapparaat deed ook de onduidelijkheid omtrent de elektronische omgangsvormen haar intrede. Wanneer ik bij iemand had ingesproken die mij vervolgens niet terugbelde, zat ik met de gebakken peren. Dan ging ik eindeloos het hoe en waarom van de radiostilte met mijn vriendinnen analyseren. Belde hij me niet terug omdat hij me niet leuk vond, of lag hij wellicht met een gecompliceerde beenbreuk onder aan de trap? Uiteraard besloten mijn vriendinnen unaniem dat de gecompliceerde beenbreuk het meest waarschijnlijke scenario was en dat ik maar snel bij de arme kerel moest aanbellen om hem weer overeind te helpen. (Het zal niemand verbazen dat deze aanpak niet veel goeds heeft opgeleverd.) Met de komst van sms en e-mail is de aloude paringsdans alleen maar ingewikkelder geworden. Toch heb ik het gevoel dat dit vooral voor de ‘oudere jongere’ geldt, die niet is opgegroeid met sms. De jeugd sms’t zich namelijk een versuffing, waarbij ongegeneerd de meest vunzige teksten over en weer gaan.

In Duitsland geven de jongeren meer dan 72 miljoen euro per maand (!) uit aan mobiel telefoonverkeer en sms’en. Dat zal bij ons wel niet veel minder zijn. Overal waar veel geld in omgaat, zien mensen hun kans schoon. Zo kregen een tijdje geleden heel veel mannen sms’jes in de trant van: “Hoi, met Chantal. Bel je me even terug?” Wanneer die sukkel dan dat nummer draaide, zat-ie op een peperdure sekslijn. Vrouwen doen zoiets niet. Als ík een sms’je krijg met: “Hoi, met Piet. Bel je me even terug?”, dan denk ik: ken ik niet – delete Piet. Een man daarentegen vermoedt al snel een buitenkansje. Mannen hebben ook iets met knopjes. Lekker drukken op je telefoon, alle functies uitproberen. Dat met die knopjes begint overigens al heel vroeg. Zo zat ik laatst met Alec langs de zwembadrand naar Emma’s zwemles te kijken, toen hij opeens het hoekje om liep, om drijfnat terug te komen. “Alec zag een knopje en Alec wist niet wat dat knopje was”, zei hij verbouwereerd. “En, weet je het nu wel?” “Isse douche, mama.”