31

––––––––

Leia

Onvermijdelijk schieten de woorden van mijn grootmoeder me weer te binnen op weg naar het huis.

Moederliefde sterft nooit.

Ouders en kinderen scheiden niet.

Zo had mijn grootmoeder Toja de situatie aan de andere kant van de Muur beschreven.

En Walt had gezegd dat kinderen daar na hun tiende wél bij hun ouders blijven wonen.

Maar hij had ook opschepperig gelachen. Gesnoefd over hun boeken vol met kennis van de Overkant. Ook al waren de Dwazen en de Ongelovigen ooit wel samen, wij zijn blijkbaar de primitieve, onderontwikkelde tak geworden. Hij bood mij, domme Ongelovige, ook zó vriendelijk aan om te helpen – ik moet gewoon naar Walt vragen in zijn stad, want íedereen kent hem. Een beroemde Dwaas als redder in nood: dat heb ik weer. Ik weet dat ik bits en onredelijk tegen hem was, maar ik had steeds het gevoel dat hij op ons neerkeek, en dat kon ik niet hebben.

‘Wat kijk je boos,’ merkt Mara naast me op. ‘Maak je je zorgen?’

‘Nee. Ik moest gewoon aan Walt denken,’ flap ik eruit zonder erbij na te denken.

Mijn vriendin grijnst. ‘Ja, ik kan me nu levendig voorstellen waarom je hem voor jezelf wilde houden. Mooie jongen.’

‘Irritante jongen,’ voeg ik er snel aan toe. ‘Hij weet het allemaal zo goed.’

‘Ja, maar hij weet ook echt dingen beter. Zo vervelend vond ik hem niet. En hij vindt jou zeker niet vervelend, dat kan ik je wel zeggen.’

‘Oh?’ Ik voel dat ik weer zo rood als een biet word, net als na dat stomme grapje van Walt. Ik kijk snel weg.

‘Ja, hallo! Hij kroop bijna bij je op schoot toen we in Het Boek zaten te lezen. En hij kijkt je aan met zo’n ‘je bent mijn zon en maan’-blik.’

Ik werp een blik opzij en blaas spottend uit. ‘Oh, schei toch uit. Laten we nou maar snel naar Andy en Colin gaan, oké?’

Mara glimlacht engelachtig terug. ‘Ja, Leia,’ murmelt ze zoetsappig en ondanks mezelf en de situatie schiet ik toch even in de lach. Als we het veld vol tenten en hutjes eenmaal zijn overgestoken, blijkt er echter weinig te lachen te zijn. Andy staat bij de oude eik naast het huis. Hij wenkt ons en legt een vinger tegen zijn gehavende lippen als hij ons een van de hutjes binnentrekt. Het onderkomen van Pete en Tim, maar die zijn op het noorderstrand om vis te vangen.

‘Wat hebben jullie vanochtend tegen Ben gezegd?’ vraagt hij gespannen.

‘Niets,’ antwoordt Mara met een grijns. ‘We hebben hem vriendelijk gedag gezegd voor we hand in hand het bos inliepen.’

‘We hebben hem een beetje uitgedaagd,’ geef ik eerlijk toe.

Andy’s blik glijdt naar Mara. ‘Nou, Ben heeft het eindelijk voor elkaar. Hij is bij Sol gaan janken. Die heeft jullie bruiloftsfeest geregeld. Voor vanavond.’

De wereld stopt met draaien. Mara’s mond valt open. We hebben er ooit nog over gespeculeerd, maar ik had niet gedacht dat Sol dit écht zou doen.

‘Ja, je hebt het goed gehoord. Sol wil dat jij met Ben trouwt.’ Andy kijkt Mara grimmig aan.

‘Maar ... dat kan hij niet doen!’ roept ze angstig. ‘Zo zijn de regels niet.’

Andy’s blik wordt donker. ‘Sol trekt zich al heel lang niets meer van de regels aan. En nu is het echt overduidelijk.’

Mara wordt lijkbleek en zakt langzaam neer op het gammele bed dat in de hoek staat. ‘Wat moeten we doen, Andy?’ jammert ze. ‘Ik kan niet met Ben trouwen. Zodra hij vanavond officieel mijn man wordt ...’ Ze maakt haar zin niet af, maar het is duidelijk wat ze denkt. Een klap op zijn neus gaat hem echt niet meer tegenhouden. Hij zal zijn recht laten gelden.

Andy pakt haar hand. ‘Vlucht naar Newexter,’ zegt hij dringend. ‘Verstop je daar totdat de situatie hier anders is. Als we Sol hebben geconfronteerd met de dingen die we hebben gehoord ...’

‘Waar dan?’ vraagt Mara met bibberende stem. ‘Op de ouders kan ik niet rekenen. De bewoners van Newexter gaan me meteen terugsturen als ze merken dat ik niet getrouwd ben, want dan hoor ik nog hier.’

Een idee komt plots bij me op. ‘Ga naar mijn moeder,’ stel ik voor. ‘Die stuurt je niet terug. Dat weet ik zeker. Zij is het ook niet eens met de dingen die hier gebeuren.’

‘Maar ...’ begint Mara onzeker.

Ik haal de ketting uit de zak van mijn broek. Het briefje van grootmoeder heb ik er omheen gewikkeld. ‘Geef haar dit en laat haar dat briefje lezen. Er staat in hoeveel haar moeder van háár hield. Dat moederliefde normaal is en nooit helemaal over gaat. Als ze dat leest, dan zal ze echt niet meer aarzelen. Je mag zelfs zeggen dat...’ Ik aarzel even. ‘Dat we de hulp van de ouders hier hard nodig hebben.’

‘Waar is Het Boek?’ vraagt Andy.

Ik haal het uit de band van mijn broek en geef het aan hem.

‘Jij moet nu meteen gaan,’ zeg ik tegen Mara. ‘Als je bij het hek bent, ren je dat uit naar de Weg van Vaarwel en dan blijf je rennen tot je in het dorp bent. Als niemand je ziet gaan, heeft Ben misschien vanavond pas door dat je er helemaal niet bent.’

‘Oké.’ Ze knikt en staat op. Haar blik zwerft naar Andy, en die trekt haar in zijn armen en geeft haar een kus waar ik zelf van moet blozen.

Dan sluipt Mara de deur uit en sta ik alleen met Andy in de hut.

‘Vanavond gaan we het doen,’ zegt Andy ernstig. ‘Dan ga ik de aandacht van het publiek trekken en iedereen vertellen wat Sol heeft gedaan.’

‘Wat ga je dan doen?’ vraag ik nieuwsgierig.

‘Colin heeft de taak om Sols vriendjes af te leiden. Die staan altijd bij de hoofdingang van het landhuis als Sol zijn toespraken houdt. Ik wil Sol van die plek weghebben en zelf in dat portiek gaan staan. De jongeren Het Boek laten zien. Voorlezen wat erin staat.’

Ik ril even. ‘Dat je dat durft. Hij maakt je af.’

Andy’s ogen schitteren. ‘Als ik het goed aanpak, maken ze hém na afloop af vanwege alle leugens die hij heeft verteld.’

‘Dat hoop ik dan maar.’

Andy knikt en legt een hand op mijn schouder. ‘Leia, je bent geweldig. Ik heb je nog helemaal niet bedankt, maar wat jij gedaan hebt is nog veel moediger dan wat ik ga doen. Jij hebt Het Boek gestolen. Door jou kunnen we Sol van zijn troon stoten.’

Een gevoel van trots gaat door me heen.

‘Graag gedaan,’ mompel ik.

‘Tot straks, bij de bijeenkomst,’ zegt hij. Dan loopt hij de hut weer uit en haast hij zich naar zijn eigen onderkomen.

Met bonkend hart stap ik ook de hut van Pete en Tim uit. Snel loop ik verder naar de keuken, de twee manden met wortels en planten op elkaar gestapeld in mijn armen. Ik ben nu al zenuwachtig voor vanavond, en het is nog niet eens donker. Mijn maag rammelt, maar toch ben ik te nerveus om iets door mijn keel te krijgen. Zo nu en dan kijk ik om me heen of ik Colin soms zie, maar er is niemand op het veld. Waarschijnlijk is iedereen bezig met jagen, vissen of oogsten. Het graan op de akker was gisteren al voor een deel rijp.

Als ik het landhuis binnenga, hoor ik verderop in de gang stemmen. Sol en Ben komen een deur uit die leidt naar de oude eetkamer van het huis. Aan de lange tafel die binnen staat, kunnen wel twintig mensen eten. Vroeger, toen we nog in alle kamers van het huis mochten komen, fantaseerden Colin en ik altijd dat onze voorouders daar moeten hebben gezeten met hun neven en nichten, kinderen en kleinkinderen – iedereen die het eiland levend heeft gemaakt. Boven de open haard hangen zwaarden, al zijn het geen lichtzwaarden zoals op de voorkant van Het Boek. Die wapens moeten van Luke en Leia zijn geweest.

Ik vraag me af wat Ben en Sol daar hebben uitgespookt. Tegenwoordig komt er niemand meer.

‘Hé, manwijf,’ schreeuwt Ben naar me als hij me in het oog krijgt. ‘Waar is je lieve vriendinnetje?’

Ik klem mijn kaken op elkaar. Het liefste zou ik dat stuk stront een trap tegen zijn enkels geven en alle wortels in mijn mand naar zijn hoofd gooien, maar dat kan ik nu beter niet doen. Vanavond krijgt hij zijn verdiende loon.

‘Ze is met Andy gaan vissen,’ zeg ik zacht, zijn blik ontwijkend.

‘Hmm,’ bromt Sol. ‘Nou, als ze terug is, zeg dan maar dat ze naar mijn broer toe moet komen. Die heeft een verrassing voor haar.’

Ben grinnikt. Zijn glimlach druipt van leedvermaak.

O, wat zal hij lelijk op zijn haakneus kijken. Nogmaals bedwing ik de neiging hem op zijn gemene tronie te timmeren en geef Sol een lief glimlachje terug. ‘Natuurlijk, Sol. Zal ik doen.’

Ik duik langs hem heen en duw de keukendeur open. Met trillende handen zet ik de manden met eten neer en pak wat potten om de wilde groente alvast in te maken. Ik moet kalm blijven. Nog even ... en dan is deze nachtmerrie voorbij.