16
––––––––
Walt
Ik wacht in de haven op de boot die mijn vader in allerijl heeft klaargemaakt om Yorricks lichaam te bergen. Hij en mijn oom zijn net weggevaren. Ze hebben wel gevraagd of ik mee wilde, maar ik kon het niet. Misselijk van de spanning zit ik op de kade en tuur ik naar de horizon. Het is gelukkig eb. Als de Boekhouder en papa straks bij de rotsen aankomen, kunnen ze er via het strand naartoe lopen om Yorrick weg te halen en naar de boot te dragen.
Toen ik buiten adem bij oom Nathan binnenviel, kon ik eerst niets uitbrengen, alleen maar dat Yorrick dood was. Nadat mijn vader eenmaal was verschenen, heb ik met horten en stoten verteld dat het op de Samsonklippen was gebeurd, op de plek waar Yorrick altijd trainde. Verder heb ik nog niemand iets verteld over de Ongelovige die ik heb gezien. Eigenlijk ben ik bang dat ik een oorlog begin als ik dat zeg. Mijn oom is kapot van verdriet. Ik zie hem ervoor aan om een heel leger op de been te brengen en de Muur te bestormen, om vervolgens het hele gebied dat erachter ligt in vlammen te laten opgaan. Maar daar hebben we niets aan. Yorrick komt er niet door terug.
‘Gegroet, mijn jongen,’ hoor ik een zalvende stem achter me zeggen.
Ik draai me om en zie de drie priesters met ernstige gezichten naar me toekomen. De oudste van de broers die de tempel besturen, Praed, legt zijn hand op mijn schouder en geeft er een bemoedigend kneepje in.
‘Gecondoleerd met je verlies,’ zegt Finn naast hem.
Ik sta op en schud elk van hen de hand. ‘Dank u wel,’ mompel ik met gebroken stem.
‘Wat een tragisch ongeval,’ zegt Praed zacht. ‘Ik wou dat we de kans hadden gehad hem te zegenen. Yorrick is al een hele tijd niet meer in de tempel geweest.’
Ik knik afwezig. Wat zou het voor zin hebben gehad? Zegening of niet, hij is dood.
‘Mag ik je nog iets vragen?’ wil Praed weten.
Ik knik woordeloos.
‘Hoe heb je hem eigenlijk gevonden?’
Ik doe mijn mond open om hem te vertellen over de Ongelovige die ik heb gezien. De moordenaar die mijn neef van me heeft afgenomen. Kan Praed een geheim bewaren? Of hoort oom Nathan dan direct dat onze vijanden dit op hun geweten hebben?
Een geheim. Ik doe mijn mond weer dicht en frons. Waarom zei Praed net dat Yorrick al een tijd niet meer bij hen is langs geweest? Hij was er vanochtend nog. De priesters hadden hem moeten zegenen zodra hij de tempel binnenkwam. Is het soms een geheim dat hij met hen ging praten?
‘Ik had met Yorrick afgesproken bij de klippen,’ zeg ik schor. ‘Maar toen ik hem nergens op het pad zag, werd ik ongerust. En toen ... Toen zag ik afgebrokkelde aarde bij de rand. Ik ...’
Praed legt een hand op mijn schouder. ‘Het spijt me voor je, Walt. Ik weet dat jullie goede vrienden waren.’
‘De laatste tijd was hij zo anders. Hij was zichzelf niet meer. Vanochtend was hij ook niet op school. Ik weet echt niet waar hij allemaal mee bezig was.’ Een traan rolt over mijn wang.
Praed knikt ernstig. ‘Jongens op die leeftijd ... Dan praten ze met niemand. Trek het je niet aan.’
Ik knik stom.
‘We zien je bij de uitvaart,’ zegt Bram, de middelste van de broers. ‘Heel veel sterkte.’
Nog een keer schudt iedereen me de hand, dan lopen ze de kade af. Ik kijk ze met toegeknepen ogen na en mijn hart slaat wild in mijn borst. Het zaad van wantrouwen is gezaaid en ontkiemt in de grond van mijn hart.
De Ongelovige moordenaar zag er precies zo uit als de boeman die in alle kinderverhalen over de andere kant van de Muur opduikt. De boeman die door de priesters wordt beschreven, maar tijdens mijn hele leven nog nooit in het echt is opgedoken of door iemand is gezien. Is het toeval dat Yorrick na zijn gesprek met de priesters van de klippen wordt gegooid? Wilde iemand hem het zwijgen opleggen?
Ik mag onder geen beding laten merken dat ik weet wat Yorrick van plan was, want ik ben zijn opvolger en men houdt mij in de gaten.
***
Die avond is de hele bevolking van Hoophaven uitgelopen om de uitvaart bij te wonen. Mijn oom en tante staan met rood behuilde ogen naast de boot waar Yorrick in ligt opgebaard. Gele bloemen sieren het witte laken dat over de hele lengte van zijn lichaam is gelegd. Zijn lichaam is zo gehavend dat mijn oom de Hoophavenaars dat aanzicht wilde besparen.
‘Vaar nu weg, mijn jongen,’ spreekt oom Nathan met bevende stem. ‘Zoek de golfstroom van de eeuwigheid en vind je weg naar Het Eiland der Zielen, en naar Annabel, die je met liefdevolle armen zal ontvangen.’
Mijn tante Agetha snikt zachtjes en drukt een verfrommelde zakdoek tegen haar mond aan. Ze is ontroostbaar.
Praed stapt naar voren en duwt de boot af. Woede en machteloosheid stromen door mijn lichaam en blijven steken in de vuisten die ik heb gebald.
Yorricks laatste rustplaats wordt meegenomen door de sterke stroming die in de baai achter Bryher loopt. Al snel is de sloep met het dode lichaam van mijn neef verdwenen in de verte. Over een week zal het kleinere bootje met giften van onze familie volgen, zodat hij ook in het hiernamaals goed gekleed zal zijn.
Tranen vullen mijn ogen als ik me omdraai. Yorrick is op weg naar het Eiland der Zielen. Of misschien is hij wel op weg naar het mysterieuze land Cornwall, dat hij zo graag had willen zien. De wereld achter het water wacht op hem. Ik begin hardop te huilen als opa Thomas een hand op mijn arm legt en fluistert: ‘Geloof, hoop en liefde aan Yorrick.’
Als ik mijn ogen sluit, kan ik zijn brede glimlach nog zien. Zijn verhalen over de boeken van zijn vader staan me nog helder bij. Het enthousiasme waarmee hij me zijn plannen vertelde, galmt nog na in mijn oren. En op dat moment in Bryhers Baai neem ik me voor dat ik die herinneringen zal eren op de beste manier die ik kan bedenken.
Ik zal Yorricks plan zelf ten uitvoer brengen. Ik zal naar de geheime scheepswerf gaan en de leiding overnemen. Morgen zal ik mijn vader uit de doeken doen wat er speelde, en hij zal me helpen met het afbouwen van die driemaster zonder dat we ook maar iemand erover inlichten. Misschien kan ik er oom Nathan ook wel bij betrekken als ik zeker weet dat ik hem kan vertrouwen. Maar daarnaast zal ik me op de gebruikelijke manier moeten voorbereiden op een toekomstige taak als opvolger van de Boekhouder ... voordat er iemand argwaan krijgt en ik ook met een gebroken lichaam op de rotsen eindig.