27
Het was één ding om gezamenlijk in het openbaar te verschijnen, maar daarmee hadden Charles en Camilla de onderdanen van de toekomstige koning nog niet voor zich gewonnen. Camilla putte al moed uit een bescheiden vooruitgang in de peilingen. Toen in mei 2000 uit een peiling van Ipsos MORI bleek dat 44 procent van de respondenten vond dat het koppel maar moest trouwen, tegenover 40 procent in november 1998, verzuchtte ze tegen Bolland: ‘Nou kan eindelijk die zak van mijn hoofd.’
De adjunct-privésecretaris van de prins voerde ten behoeve van zijn campagne voor Camilla een reeks zorgvuldig georkestreerde manoeuvres uit. De eerste ervan, in mei 2000, betekende haar debuut aan Charles’ zijde bij een opvallende officiële en zelfs religieuze aangelegenheid, de Algemene Vergadering van de Church of Scotland in Holyroodhouse. Zo’n jaarvergadering duurde een week en diende om wetten en regels aangaande het functioneren van de Kerk te maken. Charles woonde haar bij in zijn hoedanigheid van Lord High Commissioner, dat wil zeggen als vertegenwoordiger van de koningin. Nadat hij in zijn ogen betrouwbare Schotten gepolst had, was hij ervan overtuigd geraakt dat men in het algemeen vond dat Camilla welkom was.
Er moest nog een andere delicate horde genomen worden: Camilla’s eerste rechtstreekse ontmoeting met de koningin sinds de jaren tachtig. Die moest in juni gaan plaatsvinden op Highgrove, bij een barbecue ter viering van de zestigste verjaardag van Charles’ neef Constantijn, de gewezen koning van Griekenland. De gedachte was, zei een hoveling van Buckingham Palace, dat Camilla ‘in haar bestaan erkend maar niet geaccepteerd’ werd. Het met zorg gelekte verslag gewaagde van de glimlach van de koningin en de nette reverence van Camilla. De korte ontmoeting betekende in de woorden van een van de vooraanstaande adviseurs van de prins ‘wel een scheurtje in het ijs, maar echt gebroken is het niet’.
Een paar weken laten traden Charles en Camilla op als gastheer en gastvrouw van een galadiner voor de Prince’s Foundation for the Built Environment in haar juist voor 6 miljoen pond gerenoveerde hoofdkwartier in Shoreditch. Toen ze daar voor het eerst samen aankwamen, werden ze onmiddellijk belaagd door een groep antimonarchistische demonstranten. Meer dan honderd fotografen zetten het paar op de gevoelige plaat in een situatie die deed denken aan ‘Operatie Ritz’ van achttien maanden ervoor. Camilla, in een bleekroze enkellange chiffonnen robe van Versace, wierp hun braaf een glimlach toe voordat ze naar binnen dook. Charles hield in het schelle lamplicht zijn gezicht strak.
Fotografen, een camera van de BBC en een journalist namens de samenwerkende bladen mochten binnen getuige zijn van hoe Charles en Camilla de ronde deden langs de ongeveer driehonderd aanwezigen. De bizarre aankleding van de zaal die Michael Fawcett bedacht had, was bedoeld om zijn baas ‘modern’ te laten overkomen en met de industriële ambiance van de burelen van de stichting te geuren. Tafels van verzinkt staal had hij laten bedekken met zwartrubberen tafellakens. In plaats van uit bloemen bestond de tafeldecoratie uit met prikkeldraad omwonden cactussen, terwijl het geheel verlicht werd door vlammende branders die waren bevestigd aan de stalen balken van de zoldering. ‘Het was een wel heel vreemdsoortig diner,’ herinnerde Joan Rivers zich.
De ‘metgezellin’ van de prins, zoals de BBC Camilla betitelde, werd nu door de pers geaccepteerd. Maar ze bleef nog altijd uitgesloten van festiviteiten als de optocht op Horse Guards Parade ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de koningin-moeder in juli. Charles, haar dierbaarste kleinkind, reed naast haar in een met bloemslingers versierd, door vier grijze paarden getrokken rijtuig. De opmerkelijk fitte koningin-moeder knikte, straalde en wuifde naar meer dan veertigduizend bewonderaars.
Simon Lewis, die nadat hij drie jaar de communicatie-afdeling van de koningin op Buckingham Palace had geleid terugkeerde naar het bedrijfsleven, haalde nog eens het ‘gevoel van vreugde’ in herinnering, maar ook ‘hoever de monarchie was gekomen’ in de drie jaren sinds Diana’s overlijden. ‘Het liet zien dat het instituut in geweldige vorm uit een moeilijke periode was gekomen.’
Die zomer verloor Charles met de drieëntachtigjarige Derek Hill opnieuw een van zijn mentors. Tijdens Hills laatste ziekbed, schreef Bruce Arnold, de biograaf van de kunstenaar, had Charles zijn ‘diepste gedachten’ met de oude man gedeeld. ‘De opmerkelijkste daarvan was dat hij aan Derek toevertrouwde: “Ik wou dat ik met je meekon over de Grote Kloof.”’ Het deed denken aan hoe de prins er lang geleden naar verlangd had om in ‘een onbekende dimensie’ weer bij Charles Douglas-Home te zijn. Bij de herdenkingsdienst voor Hill in september zat Charles op de ereplaats vooraan in het verzamelde gezelschap dat St. James’s Church in Piccadilly vulde; Camilla zat vijf rijen verderop.
Tegen die tijd was ze geheel met de hofhouding van de prins verweven geraakt. Bij de halfjaarlijkse planningsvergaderingen bracht ze flink wat gezond verstand in. Maar er waren er ook die moesten kennismaken met de minder aangename kanten van Camilla, die geducht kon uithalen zodra iemand haar in het vaarwater zat.
In oktober waren na een rampzalig verlopen etentje met Charles de Van Cutsems aan de beurt. Hoewel Emilie en Camilla elkaar al jaren kenden en de Van Cutsems in de dagen dat de prinselijke romance nog clandestien was het stel veilige ontmoetingsplaatsen geboden hadden, was de stemming tussen de dames na de dood van Diana verzuurd. Emilie deed nogal eens bezitterig ten aanzien van Charles en zijn zoons. Camilla ergerde zich aan die bazigheid. Hun oudste zoon Edward was tien jaar ouder dan William en gold inmiddels als ‘ere-oudere broer’, een rol vergelijkbaar met die welke Hugh van Cutsem tegenover Charles gespeeld had tijdens diens late tienertijd. De vier gebroeders golden als ‘enorm conventioneel, nogal burgerlijk’.
Tijdens dat etentje sprak Emilie er haar zorg over uit dat Tom Parker Bowles nog altijd cocaïne gebruikte. Ze zei te vrezen dat Tom een slechte invloed had op William en Harry. Toen Charles aan Camilla vertelde wat hij van de Van Cutsems gehoord had, ontplofte ze. Ze sloeg terug door uit de lucht gegrepen verhalen rond te strooien dat de jongens van Van Cutsem aan de drugs waren en een bedreiging vormden voor de jonge prinsen. Toen Bolland ook nog eens mee ging doen en de Van Cutsems hoorden dat hij onverkwikkelijke verhalen over hun zoons liet uitlekken, stapten ze naar een advocaat. Uiteindelijk werd de zaak niet doorgezet, maar de jarenlange vriendschap van Charles met Hugh van Cutsem liep wel een flinke kras op, wat maar bewijst hoezeer de prins toegaf aan Camilla’s wensen en hoe gemakkelijk kleingeestigheid als die van Bolland mensen tegen elkaar kon opzetten.
Op 26 juni 2001 was het tijd voor een volgende, voor Camilla wel heel zwaar beladen stap: de ‘eerste kus’. Als beschermvrouwe van de National Osteoporosis Society presideerde ze over een benefietgala ter gelegenheid van het vijftienjarig bestaan van de vereniging. In gezelschap van Jacob Rothschild wachtte ze op het met tentdoek overdekte voorplein van Somerset House op de aankomst van de prins met koningin Rania van Jordanië, de voorzitster van de International Osteoporosis Foundation.
Toen ze uit zijn limousine stapten liep Charles twintig passen, vormde duidelijk zichtbaar met zijn lippen de woorden ‘Hello, you’ en kuste zijn geliefde op beide wangen. Daarna onderhielden ze zich anderhalf uur lang met de gasten of er niets aan de hand was. Hoewel ze ieder in een eigen auto vertrokken, gaven ze samen een privédiner voor de Jordaanse koningin en haar echtgenoot, koning Abdullah.
Niet lang daarna zat Bolland met Camilla in haar tuin op Raymill. Toen hij haar vroeg hoe zij haar toekomst met Charles zag, zei ze dat ze ‘geen idee’ had. Maar hij drong aan en ze begon te vertellen over vrienden die ongelukkig getrouwd waren, of vrijgezel en eenzaam. ‘En dan heb je mij,’ zei ze. ‘Ik mag niet echt klagen en dat doe ik ook niet. Ik ben denk ik gelukkiger dan zij allemaal, hoe ingewikkeld het soms ook is.’
Ook Charles was in bevredigender vaarwater terechtgekomen, niet alleen met Camilla, maar ook waar het zijn zoons aanging. Hoe volwassen de achttienjarige William kon zijn, werd duidelijk toen hij op 29 september 2000 zijn eerste persconferentie gaf. Het doel van deze ontmoeting met verslaggevers en fotografen van over de hele wereld was om de media ervoor te bedanken dat ze hem zolang hij op Eton zat met rust gelaten hadden. In juni had hij bij zijn eindexamen resultaten vergelijkbaar met die van zijn vader behaald: een fraaie A voor aardrijkskunde, een B voor kunstgeschiedenis en een wat magere C voor biologie. Hij begon nu aan het tweede deel van zijn omzwervingen in het kader van zijn tussenjaar alvorens in september 2001 te gaan studeren aan de University of St. Andrews.
William had zich met zijn 1,88 meter ontwikkeld van een onhandige en bij wijlen humeurige tiener die zich uren achtereen met keiharde rockmuziek in zijn kamer kon opsluiten tot een knappe en zelfbewuste hartendief. In jeans, sweater en sneakers stond hij samen met zijn in het gebruikelijke dichtgeknoopte double-breasted colbert geklede vader in de tuinen van Highgrove beleefd de pers te woord.
Dat tussenjaar was Williams eigen idee geweest en zijn vader was akkoord gegaan met zijn plan om avontuurlijk plezier te koppelen aan serieus werk. William vertelde de pers over zijn ervaringen in de wildernis van Belize en Mauritius, waar hij was gaan diepzeeduiken in het kader van een koraalrifproject van de Royal Geographical Society. Daarna ontvouwde hij zijn plan om elf weken lang in Chileens Patagonië de wilde fauna te gaan verkennen en in afgelegen dorpen te werken.
De expeditie was georganiseerd door Raleigh International, de charitatieve instelling die zijn vader vijftien jaar eerder met Walter Annenberg had opgezet. Toen Charles voorstelde dat William mee zou doen, zei die meteen ja. De fysieke uitdagingen van Chili leken wel wat op die waarmee Charles geconfronteerd was geweest tijdens zijn verblijf op Timbertop: het was buiten in weer en wind en op moeilijke plekken opboksen tegen extreme omstandigheden.
Het sterkst voelden de prins van Wales en zijn zoons zich onderling verbonden wanneer ze samen genoten van sportieve bezigheden, en dan vooral polo en de vossenjacht. Maar die laatste tijdpassering was in zwaar weer terechtgekomen. De Labourregering voerde gericht campagne voor een verbod, op grond van de wreedheid ervan jegens vossen en het aura van aristocratische bevoorrechting dat eromheen hing. Aan het eind van 1999 had de premier de prins bestraffend toegesproken omdat hij William op de jacht had meegenomen. Charles had gereageerd met een uitgebreid memo waarin hij verdedigde dat de jacht ‘goed voor het milieu’ was. In de ogen van de prins hielpen de met heggen en hekken afgeperkte jachtgronden het natuurlijke landschap intact houden.
De adviseurs van de prins hadden het allang opgegeven om te proberen hun baas ertoe over te halen om te stoppen met polo. Dat was domweg te belangrijk voor zijn lichamelijk en geestelijk welzijn, ook al had hij heel wat botbreuken opgelopen, was hij door een pony in zijn hals getrapt en had hij nu een vijf centimeter lang litteken op zijn linkerwang. Na de dood van Diana begon Charles serieus met zijn zoons te spelen, al was William noch Harry zo gegrepen door het spel als hun vader. In 2001 speelden de drie prinsen in de gebruikelijke benefietcompetitie. Charles, nog altijd in het bezit van een handicap van 2, haalde per seizoen zo’n driekwart tot anderhalf miljoen pond op. Op de kerstkaartfoto die ze die zomer maakten staan William, Charles en Harry in het zadel afgebeeld, met hun hamers over de schouder. Het was de eerste officiële afbeelding van het ‘Highgroveteam’.
Op vrijdag 3 augustus stonden ze samen op het veld in Cirencester toen Charles bij een uithaal met zijn hamer achterover van zijn pony viel. Hij raakte even buiten westen en kwam alweer bij toen Harry en William van hun paarden sprongen en naar hem toe kwamen rennen. Uit voorzorg werd hij ter observatie voor de nacht overgebracht naar het ziekenhuis van Cheltenham.
De beide jonge prinsen hervatten de wedstrijd met een vervanger. Het goede nieuws was dat Charles niets mankeerde, maar er was ook slecht nieuws. Hij was niet in staat om die avond de honneurs waar te nemen bij een galadiner op Highgrove voor tweehonderd genodigden ter ere van een van zijn belangrijkste weldoeners, de Spaanse tegelfabrikant Porcelanosa. Camilla zou er weliswaar zijn, maar zij was niet in de positie om Charles te vervangen. Die last viel op de schouders van de inmiddels negentienjarige William, die meteen per fax de toespraak die zijn vader zou houden kreeg toegezonden.
Het was voor William de eerste keer dat hij bij zo’n gelegenheid moest spreken. Vanwege de duistere betrekkingen tussen Charles en Porcelanosa waren de omstandigheden niet ideaal. Met hulp van Michael Fawcett was het bedrijf, dat naar de Britse markt wilde uitbreiden, dankzij donaties van honderdduizenden ponden bij de prins in de gunst gekomen. Om zijn dankbaarheid te tonen zette Charles er diners op Highgrove en St. James’s Palace tegenover, waarmee de firma goede sier kon maken. Het bedrijf leverde tegels voor huizen in Poundbury en voor de renovatie van Williams badkamer op Highgrove.
Alles bij elkaar droegen ze meer dan honderdduizend pond bij, bedoeld om met tegels van Porcelanosa eerst op de bloemententoonstelling van Chelsea in Londen een islamitische tuin te realiseren en daarna een van groter formaat op Highgrove. In de ommuurde tuin stonden Italiaanse cipressen en fruitbomen. Verder was er een marmeren fontein met daaromheen terracotta urnen. Charles gaf het bedrijf toestemming om bij de ingang een plaquette op te hangen met de tekst ‘The Carpet Garden – Porcelanosa – mei 2001’. Het was het eerste geval van product placement op het koninklijke landgoed in Gloucestershire.
Bij het diner op Highgrove zat William naast het supermodel Claudia Schiffer, die klant van Porcelanosa was. Even verderop zat de zestienjarige Harry, Camilla zat aan een andere tafel. ‘William vond het geweldig,’ zei Eileen Guggenheim, die hem de hele avond in de gaten hield. De zelfverzekerde jonge prins kweet zich uitstekend van zijn opdracht om de toespraak van zijn vader voor te lezen.
Charles werd de volgende dag uit het ziekenhuis ontslagen en was nog op tijd om op Clarence House bij de lunch in familiekring ter ere van de honderdeerste verjaardag van de koningin-moeder aan te schuiven. Zij had ook net in het ziekenhuis gelegen, voor een bloedtransfusie vanwege haar bloedarmoede, maar ze was alweer sterk genoeg om de mensen die kwamen gelukwensen voor de hekken te begroeten, bij de lunch als gastvrouw te fungeren en ’s avonds naar het ballet te gaan in het Royal Opera House. Desondanks was de gezondheid van de koningin-moeder dermate fragiel dat Charles begin september een vakantie met Camilla afzei en in plaats daarvan naar Birkhall vloog om zijn grootmoeder gezelschap te houden. Gehecht aan omgangsvormen als ze was, vond ze het goed als Charles Camilla op Birkhall ontving, maar niet wanneer ze daar zelf verbleef.
Charles’ zorgen over de gezondheid van zijn grootmoeder smolten als sneeuw voor de zon toen hij een huis vol gasten aantrof, waarvan er heel wat van zijn generatie waren. Ze amuseerden zich met het gebruikelijk jagen, vissen en picknicken in de heuvels. Op een avond voelde de koningin-moeder zich zelfs energiek genoeg om een ‘Highland reel’ te dansen, een traditionele Schotse dans. Als gewoonlijk was het een vrolijke boel op Birkhall, met grappen over de traplift die de koningin had laten installeren zodat de oude dame naar boven kon gaan, zoals haar kleinzoon zei, ‘zonder dat Uwe Majesteits voeten de grond raken’. Maar toch, merkte haar biograaf William Shawcross op, was er iets van droefheid in haar stemming geslopen nu zij en haar liefste kleinzoon de onuitgesproken onafwendbaarheid onder ogen moesten zien van haar naderend einde.