Het was een moment waar hij het grootste deel van zijn leven op had zitten wachten. Prins Charles, erfgenaam van de troon van het Verenigd Koninkrijk en vijftien andere naties, liet zijn blik gaan over een met zijden damast versierde balzaal met tafels die glansden van verguld zilver en gaf een tik met de koninklijke voorzittershamer.
De koningin had, zevenentachtig jaar oud, besloten dat zij geen verre buitenlandse reizen meer kon maken. Na eenenzestig jaar aan het hoofd van het Gemenebest te hebben gestaan, het verbond van drieënvijftig landen die ooit deel uitmaakten van het Britse Rijk, had ze in haar plaats haar oudste zoon afgevaardigd naar de tweejaarlijkse conferentie van leiders van het Gemenebest in Colombo, Sri Lanka, in november 2013. Het openen van die topbijeenkomst was altijd een van haar meest geliefde taken geweest.
Het was hoogst belangrijk om voor het eerst in juist deze rol namens het staatshoofd op te treden, het luidde een onofficiële overgangsfase in. Vanwege haar gevorderde leeftijd was de koningin al een tijdje haar agenda aan het uitdunnen. In zekere zin kwamen de dingen hier ook heel mooi samen. De dag ervoor had Charles zijn vijfenzestigste verjaardag gevierd, de meesten van ons gaan dan met pensioen. Hij was nu de oudste troonopvolger sinds driehonderd jaar.1
1 De oudste erfgenaam was Sophia van Hanover, die door de Act of Settlement in 1701 de voorlopige troonopvolgster van koningin Anne werd. Ze stierf, drieëntachtig jaar in 1714, twee maanden voor Anne, zodat ze nooit koningin werd (noot vert.).
Ik had besloten om de lange reis naar deze gebeurtenis te maken omdat ik voelde hoe belangrijk dit keerpunt was in een leven vol onvoorziene wendingen. Meer dan twintig jaar waren vergleden sinds ik de prins van Wales voor het eerst informeel ontmoet had bij een polowedstrijd in Windsor op een regenachtige middag in juni 1991. Hij was toen tweeënveertig. Charles was een enthousiast speler maar stond vanwege rugpijn aan de zijlijn en voegde zich na afloop bij mijn gezelschap, waarvan ook de vierenzeventigjarige Zara Cazelet deel uitmaakte, een goede vriendin van zijn aanbeden oma, de koningin-moeder. ‘Zara!’ riep hij, en kuste haar gul op de wang. Het trof mij hoe gemakkelijk hij omging met een oudere vrouw, hoe hartelijk en attent hij tegen haar was. Hoewel hij de naam had stijf en ouderwets te zijn, gedroeg hij zich in zijn blauwe blazer en beige broek verrassend informeel, veel warmer ook dan het hautaine beeld dat uit de royaltypers oprees.
Acht jaar later, bijna klaar met een biografie van Diana, prinses van Wales, kwam ik op de Cirencester Park Polo Club Charles opnieuw tegen bij een wedstrijd, een benefietmatch voor een van zijn goede doelen. En opnieuw verraste hij me. Op de receptie na de wedstrijd stonden de rijke prominenten uit de omgeving onder een zonnetent reikhalzend naar hem uit te kijken. Ze hadden er uiteindelijk voor betaald, en hij deed tot op zekere hoogte wat van hem verwacht werd. Maar het grootste deel van de tijd sprak hij met de jonge zwarte vrouw die namens de liefdadigheidsinstelling de cheque in ontvangst nam, wat zowel zijn empathische kant verried als zijn onafhankelijke geest.
Een jaar of tien later leerde ik hem beter kennen toen ik aan een biografie werkte over koningin Elizabeth II, die in 2012 verscheen bij haar diamanten jubileum: zestig jaar op de troon. Hoewel mijn onderzoek zich richtte op het leven van de moeder van Charles, woonde ik zeven privédiners bij die gehouden werden voor de Prince of Wales Foundation op Buckingham Palace, St. James’s Palace en Kensington Palace. In die imposante omgeving sprak ik een paar maal kort met hem, maar viel mij ook zijn sociale intelligentie op door de manier waarop hij handig maar ongedwongen contact maakte met weldoeners uit de hoogste kringen, van wie de meesten uit de Verenigde Staten kwamen.
Mijn ontmoetingen met Charles smaakten naar meer, dus besloot ik om hem eens goed onder de loep te nemen, om te ontdekken wat deze complexe man bewoog en hoe hij zich sinds onze eerste ontmoeting, meer dan twintig jaar geleden, had ontwikkeld. Ik had hem al bestudeerd door de lens van zijn overleden vrouw en vanuit het gezichtspunt van zijn formidabele moeder. Tegen de tijd dat ik naar Sri Lanka reisde, had ik facetten van zijn bestaan boven water gehaald die tot dan toe niet opgevallen waren. Nu was ik voor het eerst getuige van zijn talenten als rasdiplomaat.
Vanwege de reputatie van de regering van het gastland op het gebied van genocide, marteling en ontvoering was het zaak om waardering voor mensenrechten te laten doorklinken zonder de autoritaire president van Sri Lanka op de tenen te trappen. Toen hij bij de openingsbijeenkomst de conferentie toesprak, zag ik hoe goed hij dat smalle pad wist te bewandelen. Charles was vastbesloten om te laten zien dat hij, als hij eenmaal koning was, een effectief hoofd van het Gemenebest zou zijn. Die positie is niet erfelijk en daarom afhankelijk van de instemming van de lidstaten. Het ging om een van de eerste blijken van vertrouwen in Charles als toekomstige koning. Die avond deed hij bij het formele banket voor leiders van het Gemenebest zijn best om zich van een persoonlijker en ontspannener kant te laten zien dan zijn moeder met haar gereserveerde opstelling.
Vier jaar daarvoor, in 2009, had ik de koningin in dezelfde constellatie kunnen observeren, bij de Gemenebestconferentie op Trinidad. Ze had er vorstelijk uitgezien in haar robe van rijkelijk met turquoise kralen bestikte kant en witte chiffon, overladen met diamanten, van haar Queen Mary-tiara tot het fameuze collier van de nizam van Haiderabad in India, een door Cartier ontworpen huwelijksgeschenk dat deed denken aan Engelse rozen. Met haar 1,62 meter bewoog ze zich tijdens de receptie gedecideerd maar soepeltjes van gast naar gast. Ze was al sinds ze in 1952 koningin geworden was de matriarch van deze groep, die ze door moeilijke en door tweespalt bedreigde tijden had gegidst. Ze wist wat er speelde, ze kende de karakters en je zag meteen dat zij hun trotse leider was. Toen daar in 2009 het banket aanving, had ze haar witte handschoenen uitgetrokken, haar bril opgezet en een paar onopvallende blikken geworpen op de getypte zinnen op haar schoot. Daarna stond ze op voor de toost, die ze zoals altijd woordelijk van papier las. Zoals gewoonlijk hield ze het elegant en kort. Ze wenste de regeringsleiders alle goeds bij hun beraadslagingen.
Nu, in 2013 en aan de andere kant van de wereld, zag ik hoezeer de stijl van de zoon van die van de moeder verschilde. In zijn rechterhand hield prins Charles wat velletjes papier met daarop in zwarte vulpeninkt zijn toespraak. Door de lange lenzen van de fotografen waren zijn doorhalingen en onderstrepingen te zien. Door zijn afhangende schouders en relatief lange bovenlijf oogde hij met zijn 1,78 meter bedrieglijk tenger. Hoewel hij met zijn aanwezigheid niet de zaal vulde, zoals zijn moeder deed, leek hij in uitstekende conditie. Zijn gezicht vertoonde de gebruikelijke gezonde blos, en zijn zilvergrijze haar was bij de slapen naar achter gekamd en zo gekapt dat het zijn kale plekken maskeerde en de aandacht afleidde van zijn uitstekende oren. Hij wierp de zaal een ontspannen, innemende glimlach toe en trok voor extra effect zijn wenkbrauwen op. Een diepe grinnik borrelde op tot een luide lach.
‘Uwe Excellenties, dames en heren,’ begon hij met een stem die in de loop der jaren diep en warm geworden was. Maar hij liet de formaliteiten al gauw voor wat ze waren en gaf in zes minuten een overzicht van de contacten die hij al zovele jaren had met de landen van het Gemenebest en hun leiders. Toen hij zijn publiek vertelde dat hij zich deel van een familie voelde, oogstte hij een enthousiast applaus.
Ik zag hoe de hertogin van Cornwall, voorheen zijn jarenlange minnares Camilla Parker Bowles en nu alweer bijna negen jaar zijn echtgenote, hem nauwlettend in de gaten hield. De hele wereld wist hoezeer ze het voorwerp van schandalen en controverse in Charles’ leven geweest was, vooral tijdens zijn elfjarig huwelijk met lady Diana Spencer. Maar nu had Camilla haar plek binnen de koninklijke familie gevonden. Tijdens de ontvangst voorafgaand aan het diner had ik haar breed zien lachen naar de camera’s op de persbanken terwijl ze haar man, geen liefhebber van fotografen en journalisten, regelmatig met een elleboogje tot glimlachen maande.
De hertogin was op haar zesenzestigste eerder goed geconserveerd dan mooi, met hoge jukbeenderen, de lijntjes en rimpels die bij haar leeftijd pasten en een stevige kaaklijn. Net als de koningin was Camilla niet bezweken voor de verleidingen van de plastische chirurgie, en ze was met de jaren wat molliger geworden. Naar mijn idee compenseerde ze een tekort aan klassieke schoonheid met een paar expressieve ogen en iets ondeugends in haar glimlach. Haar lage, hese stem verried Marlboro’s en gin.
Op dat moment kon ik me Charles en Camilla gemakkelijk als koning en koningin voorstellen. De ingewikkelde, ruim vier decennia omspannende geschiedenis van hun romance in aanmerking genomen – de schandalen, de teleurstellingen, de scheidingen, Diana’s wraakzuchtige gedrag, haar affaires en haar schokkende overlijden in augustus 1997 – maakte wat hier gebeurde nog opmerkelijker. Hun liefde was een verhaal van diepe en standvastige verbondenheid, van de toewijding en loyaliteit van Charles en van het begrip en de steun van Camilla.
Een paar uur lang stond Charles in een balzaal in broeierig Sri Lanka in het middelpunt, en het was duidelijk dat hij van de schijnwerpers genoot. Thuis werd hij maar al te vaak overschaduwd door zijn veel bewonderde moeder, zijn uiterst aantrekkelijke zoon prins William en diens betoverende vrouw Catherine, hun zoontje prins George (en later ook prinses Charlotte), Williams enorm populaire broer prins Harry, en door de herinnering aan Diana, voor eeuwig de tragische en geliefde zesendertigjarige prinses van Wales. Dichter bij zijn lotsbestemming dan ooit tevoren was Charles nu een schaduwkoning in de coulissen.
‘Arme Charles’ was het steeds weerkerend refrein van mijn naspeuringen. Wie van hem hield, sprak die woorden in wanhoop, wie een hekel aan hem had met sarcasme. Ondanks zijn goudgerande opvoeding, de paleizen, de lommerrijke buitenplaatsen, de verwennerij en de vanzelfsprekendheid waarmee hij op een voetstuk gezet werd, was zijn leven vol frustraties. Elke stap die hij zette werd geïnspecteerd en geanalyseerd: wat hij beloofde te worden, zijn ongemakkelijkheid, zijn vrolijkheid en pijn, de keren dat hij verraden werd, in een gênante positie raakte of de plank missloeg, zijn eenzaamheid en zijn successen, en bovenal zijn onstuitbare hang naar betekenis, goedkeuring en liefde.
Hij was zonder twijfel beter voorbereid op het koningschap dan degenen die hem in de twintigste eeuw voorgingen als prins van Wales. Zijn oudoom, de playboy-koning Edward VIII, was in 1936 na elf maanden op de troon afgetreden om met Wallis Simpson te trouwen, een tweemaal gescheiden Amerikaanse. Zijn betovergrootvader koning Edward VII, al net zo’n genotzuchtige prins, moest negenenvijftig worden voor hij in 1901 zijn moeder, koningin Victoria, opvolgde, waarna hij zich negen jaar lang een verrassend effectieve vorst betoonde. Naast zijn traditionele koninklijke verplichtingen wijdde Charles zich aan allerlei ongebruikelijke bezigheden. Geïnspireerd door ideeën van mensen uit alle hoeken van de samenleving ontwikkelde hij een breed scala aan persoonlijke initiatieven en interesses.
Al zijn idealen en inspanningen ten spijt werd het beeld dat de mensen hadden van zijn aard, vermogens en persoonlijkheid bepaald door de keuzes die hij maakte in zijn persoonlijk leven – ten goede en ten kwade. Hij werd door het slijk gehaald en uitgelachen om zijn desastreuze huwelijk met Diana en de bittere scheiding waarop dat uitliep, en om zijn overspelige verhouding met Camilla. Gedurende de bijna twintig jaar sinds Diana’s overlijden heeft Charles er met aanzienlijk succes voor geknokt om respect te winnen, en voor de acceptatie van Camilla. ‘Heb geduld en versaag niet’ luidde het motto dat hij had laten inlijsten en in zijn kleedkamer had laten ophangen.
Tegen de tijd dat hij in Sri Lanka eindelijk de hoofdrol kon spelen, was Charles vastbeslotener dan ooit om bij zijn ouders, het grote publiek en de sceptische pers bewondering af te dwingen. Voor hem was het zaak om iedereen ervan te overtuigen dat hij goed genoeg was om zichzelf te zijn.
Inmiddels wist ik dat excentriciteit een wezenstrek van hem was, dat hij van gewaagde grappen hield, en dat zijn typisch Engelse bescheidenheid zijn manier was om mensen op hun gemak te stellen. Maar in andere opzichten benam zijn gouden kooi hem het zicht op hoe anderen hem zagen.
Volgens historicus David Cannadine was de toekomstige koning ‘zoiets als een tweehonderd jaar te laat geboren achttiende-eeuwse landjonker’. Charles kon soms verontrustend modernistisch zijn, maar zijn ouderwetse opvattingen en formele stijl van kleden gaven hem een conservatieve uitstraling.
De dag voordat ze in Sri Lanka aankwamen, aan de vooravond van Charles’ vijfenzestigste verjaardag, verklaarde Camilla dat haar man ‘niet iemand om mee op de bank te hangen’ was. Ze bedoelde dat hij altijd wel wat omhanden had. Toch had hij in de tuin van zijn Engelse landgoed een toevluchtsoord ingericht waar hij zich terugtrok voor contemplatie en gebed. Zijn innerlijk leven maakte sinds hij in zijn tienerjaren aan een spirituele zoektocht was begonnen wezenlijk deel uit van wie hij was.
De koningin hield haar gedachten haar leven lang zorgvuldig voor zich, zelfs haar eenvoudige voor- en afkeuren. Maar Charles voelde van jongs af aan een drang om zijn hartstochtelijke meningen over van alles te uiten in toespraken en artikelen, vaak gedreven door diepe overtuiging, soms ook om ergens de aandacht op te vestigen of om niet in het niet te vallen naast de onweerstaanbare Diana. Hij had haast, was vastbesloten om met behulp van zijn invloed en gewicht indruk te maken. Hij wilde dolgraag de wereld naar eigen inzicht verbeteren en wilde niets liever dan naam maken met zijn werk in plaats van met zijn bevoorrechte positie.
Met de meeste mensen die hem ontmoetten maakte hij even een praatje, net genoeg om zich charmant en geïnteresseerd te betonen, met tussendoor een of twee inhoudelijke opmerkingen, maar hij kon even gemakkelijk uitpakken met een vlot verhaal van drie kwartier. Hij had een geheugen als een olifant en een ruim bemeten opnamevermogen. Vaak werd mij verteld dat zijn denken even wanordelijk was als zijn werkkamer. Hij liet zich in hoge mate inspireren en leiden door de Verenigde Staten, vertrouwde op de adviezen van tientallen Amerikanen en op hun financiële steun voor de dingen waar hij zich sterk voor maakte.
Ik kwam erachter dat Charles in veel opzichten slecht begrepen werd, met name hoe origineel hij was. De vier jaren waarin ik meer dan driehonderd vrienden, familieleden, hofdignitarissen en anderen sprak, ieder met zijn of haar eigen visie op talloze aspecten van zijn leven, jaren waarin ik met hem door binnen- en buitenland reisde, waarin we zijn huizen en zijn liefdadigheidsinstellingen bezochten en waarin ik privécorrespondentie te lezen kreeg, leerden mij dat het stereotiepe beeld van hem dat zich tijdens zijn huwelijk met Diana gevestigd had, allesbehalve klopte. Zijn nicht lady Pamela Hicks aarzelde even toen ik vroeg op welke van zijn ouders hij het meest leek, en grapte toen: ‘Hij is vast een ondergeschoven kind’ – met andere woorden, er zit van beiden niet veel in. Bij zijn eerste ontmoeting met de dichteres en geleerde Kathleen Raine in 1990 had zij het over een vriend in India die haar gezegd had: ‘Een eersteklas universitaire opleiding duurt vier jaar, maar het kost veertig jaar om daaroverheen te komen.’ De prins antwoordde: ‘Ik ben er nu al twintig mee bezig.’
Ik wilde duidelijk maken waar zijn onzekerheden vandaan kwamen, maar ook wat er achter de gedrevenheid voor bepaalde dingen zat. Waarom was hij met Diana getrouwd, die toen twintig was en twaalf jaar jonger dan hij? Een vrouw die hij, meer to the point, nog maar een keer of tien ontmoet had en dus eigenlijk nauwelijks kende? Hoe diep waren de sporen die dat diepongelukkige eerste huwelijk hadden achtergelaten? Waar haalde hij de taaiheid en veerkracht vandaan om na de dood van Diana weer op te staan? Wat trok hem zo aan in Camilla, waarom kon Charles haar niet opgeven? Wat was hij voor vader en waarom waren William en Harry niet alleen hun traumatische kindertijd goed doorgekomen, maar waren ze daarna als volwassenen opgebloeid tot de meest populaire leden van de koninklijke familie?
Toen hij tweeënveertig was en wij elkaar voor het eerst ontmoetten, schreef prins Charles over de ‘reusachtige paradox van de Natuur zelve die keer op keer in ons weerspiegeld wordt. Alles draagt zijn tegendeel in zich. Elk voordeel heeft een nadeel, in elk succes schuilt een mislukking.’ Het ‘geheim’, zo voegde hij eraan toe, is om je bewust te zijn van die innerlijke paradoxen en te proberen om ze op te lossen. Ik vroeg mij af of de tegenstellingen die besloten lagen in deze gedreven, levendige en gecompliceerde man echt onverzoenbaar zouden blijken. Ze zouden in elk geval belangrijke gevolgen hebben voor Groot-Brittannië, voor de levens van degenen die in zijn omgeving verkeerden en voor de toekomst van de Britse monarchie. Zijn status lag vanaf zijn geboorte vast. De manier waarop hij in de twintigste en eenentwintigste eeuw met dat lot omging, vormt het verhaal van een hoogst onwaarschijnlijk leven.