9
‘Wat “verliefd zijn” ook betekent.’ Dat was Charles pijnlijke antwoord op een ogenschijnlijk eenvoudige vraag van een televisie-interviewer na de aankondiging op 24 februari 1981 van de verloving van de prins met lady Diana Spencer. Nadat Charles verklaard had ‘gewoon opgetogen en gelukkig’ te zijn, had de interviewer gevraag: ‘En, mag ik aannemen, verliefd?’ Diana had onmiddellijk met een vrolijke grijns en rollende ogen ‘Natuurlijk’ geantwoord. Toen de prins met zijn vijf woorden tellende nuancering kwam, volgde ze hem onmiddellijk. ‘Ja,’ giechelde ze.
‘Geef uw eigen betekenis er maar aan,’ voegde Charles er twee tellen later nog aan toe. Toen ze tien jaar later de puinhopen van zijn huwelijk in kaart brachten, deden zijn critici bij de pers dat maar al te graag. Ze ontwaarden van begin af aan een cynisch gebrek aan betrokkenheid van Charles bij zijn verloofde en ze citeerden hem vaak verkeerd als zou hij gezegd hebben: ‘Wat “liefde” ook mag betekenen.’
Tegen de achtergrond van zijn jarenlange moeizame bespiegelingen over de betekenis van de liefde en het huwelijk, was hij op zijn eigen, onhandige manier alleen maar open over zijn onzekerheid. Zijn vrienden wisten dat hij niet verliefd was, maar dat Diana de belichaming was van Dickies visioen van een ‘meisje met een zachtaardig, goed karakter’ zonder romantisch verleden. In het tv-interview zei Charles dat hij ‘er verbaasd van stond’ dat ze ‘dapper genoeg was om met hem in zee te gaan’. Charles dacht dat hij wel van Diana kon leren houden, net als het gearrangeerde huwelijk van zijn grootmoeder en koning George VI na verloop van tijd op liefde was uitgelopen.
De prins had al eerder aangegeven dat hij zijn hart bij een zo belangrijke beslissing niet voor zijn hoofd zou laten spreken. Maar in feite had hij naar geen van beide geluisterd. Onder druk en in paniek had hij voordat hij daaraan toe was overhaast een besluit genomen, zonder veel te begrijpen van het frisse, rozige meisje van negentien dat hem verleidelijke suggestieve blikken toewierp. Hij had op zijn tweeëndertigste beter moeten weten. ‘Hoe kon ik het toch zo verschrikkelijk bij het verkeerde eind hebben?’ zou hij zes jaar later benard in een brief aan een vriend schrijven.
Hoe was het mogelijk, inderdaad. Op papier was Diana ideaal, hoewel wel wat erg jong: lief voor kinderen; sportief en enthousiast; gevoelig; infomeel en open, met een duidelijke voorliefde voor het platteland en het buitenleven. De Spencers behoorden tot de oudste geslachten van Engeland en hadden al deel uitgemaakt van de Whig-aristocratie die de motor was geweest achter de Glorious Revolution van 1688 waarbij de prokatholieke Jacobus II plaats had moeten maken voor de Hollandse stadhouder Willem III, en die uiteindelijk gezorgd had dat in 1714 de van Jacobus I afstammende Duitser Georg van Hannover koning George I werd. De bloedlijnen van de Spencers waren verstrengeld met die van de koninklijke familie.
Diana had tot haar veertiende jaar in Norfolk gewoond, niet ver van Sandringham. Toen, in 1975, erfde haar vader de adellijke titel en het bijbehorende ruim vijfduizend hectare metende landgoed Althorp met een 121 kamers tellend landhuis waarin zich een collectie schilderijen van Reynolds, Gainsborough en Van Dyck bevond die zelfs de vergelijking met die van de koninklijke familie kon doorstaan. Hoewel ze elders op kostschool zat, was de verhuizing voor Diana een traumatische gebeurtenis, de zoveelste spaak in het wiel van een tumultueuze kindertijd. Ze was nummer drie in een gezin van vier kinderen, met boven zich de zusjes Sarah en Jane en een broertje Charles dat drie jaar jonger was dan zij. Het gezin was in de herfst van 1967 uit elkaar gerukt toen de moeder van de kinderen, Frances, het huis verruild had voor dat van haar Londense minnaar, Peter Shand Kydd.
De scheiding van de Spencers werd een bittere aangelegenheid. Terwijl Sarah en Jane veilig ver weg op kostschool zaten, waren Diana en haar jongere broertje ooggetuigen van de tranen en de woedeuitbarstingen. Zij leden de meeste schade. De veldslag voor de rechter bracht aantijgingen van wreedheid jegens Johnnie Spencer naar boven, maar ook beschuldigingen van overspel aan het adres van Frances. Diana was zeven toen Johnnie zijn scheiding kreeg en, heel ongebruikelijk, de voogdij over alle vier zijn kinderen. Frances’ eigen moeder, Ruth, lady Fermoy, had tegen haar getuigd, net als een aantal anderen die zich hadden uitgesproken over Johnnies geschiktheid voor het vaderschap en de tekortkomingen van Frances als moeder. Frances hertrouwde binnen een maand, in mei 1969, en Johnnie viel ten prooi aan een depressie.
Toen Diana negen werd, ging zij naar de eerste van haar twee kostscholen. Ze was zo’n matige leerling dat haar de dubieuze eer ten deel viel tot tweemaal toe te zakken voor alle vijf haar O-levels, de deelcertificaten waarmee bepaald wordt hoeveel Britse zestienjarigen op school hebben opgestoken. Ze ging van school af om haar opleiding te voltooien op een meisjespensionaat in de buurt van Gstaad in Zwitserland.
Na zes ongelukkige weken overzee smeekte ze haar ouders om naar Engeland terug te mogen komen en bij haar moeder in Londen te mogen wonen. In het jaar dat volgde rommelde ze maar wat aan met een kookcursus hier en een stage bij een balletschool daar, tot ze in de zomer van 1979 een baantje te pakken kreeg als hulpkleuterjuf en voor een deel van de tijd als kinderverzorgster bij een Amerikaans gezin.
Ze was ‘loepzuiver Sloane’, zei Peter York, de antropoloog die de term Sloane Ranger had uitgevonden voor het soort jonge vrouwen dat haar leven sleet met shoppen en bij elkaar op bezoek gaan rond Sloane Square in Londen. Maar anders dan de vriendenkring van Camilla tien jaar eerder, hielden de mensen die Diana uit Norfolk en van kostschool kende zich verre van roken, drinken en het ruigere jetsetleven. Ze vormden een enclave van betrekkelijke onschuld waarbinnen Diana zich op haar gemak kon voelen met een lach op zijn tijd. Hoewel ze niet bepaald de verlegen ‘shy Di’ was uit de verhalen die rondgingen – de journalisten die later verslag deden van haar doen en laten wisten wel beter – ontbrak het haar wel aan zelfvertrouwen en was ze vaak onzeker.
Met haar 1,78 meter boog ze haar hoofd om minder op te vallen, en ze droeg onflatteuze kleding die beter paste bij een schoolmeisje. Ze had grote en zachte donkere ogen, was lieftallig en bezat de juiste rondingen, maar ze had geen echte vriendjes. Jaren later zou ze zeggen dat ze de jongens in haar kennissenkring ‘alleen maar lastig’ vond. ‘Ik kon dat emotioneel allemaal niet aan.’
Terwijl Diana haar weg leerde vinden op de Young England-kleuterschool worstelde Charles met de naschokken van de dood van Dickie Mountbatten. Camilla kwam hem troosten, en kon dat nog beter toen Andrew in Rhodesië gestationeerd werd als eerste militaire verbindingsofficier van Christopher Soames, de Britse gouverneur. Tijdens zijn diensttijd daar bereikten Londen geruchten dat Andrew het had aangelegd met Soames’ dochter Charlotte, een zus van Charles’ goed vriend Nicholas – het zoveelste draadje in het overspelige web van de Britse upper class.
Na Charles’ eerste ontmoeting met Diana op Althorp in november 1977, hadden hun wegen elkaar verschillende keren gekruist. Diana kwam in februari 1980 zelfs samen met Amanda Knatchbull naar een jachtpartij op Sandringham. Dat was een veelbelovend begin, maar plicht en pretmakerij namen Charles de volgende twee maanden in beslag.
Half april ging Charles op reis naar Afrika om de koningin te vertegenwoordigen bij de machtsoverdracht van de Britse kolonie Rhodesië aan de nieuwgekozen regering onder leiding van Robert Mugabe. Bij de viering van de onafhankelijkheid in het tot Zimbabwe omgedoopte land werd hij vergezeld door lord Soames en luitenant-kolonel Andrew Parker Bowles.
Camilla woonde de historische ceremonie bij aan de zijde van haar man, maar ze was naar Afrika komen reizen met haar koninklijke minnaar. Men zegt dat zij en Charles bij het diner in Government House op de eerste avond zo openlijk zaten te flirten dat Edward Adeane, de privésecretaris van de prins, vol afgrijzen de zaal verliet. Het viel niet te ontkennen dat Charles als door een sterke magneet door Camilla werd aangetrokken.
Naarmate Charles’ kansen afnamen, stegen de verwachtingen dat hij zich zou binden aan een passende bruid. Begin mei bezocht hij met een groepje mensen waarvan ook Diana deel uitmaakte de Royal Albert Hall voor Verdi’s Requiem. Hoewel Charles voor haar geen ‘merkbare gevoelens voelde opborrelen’, was hij toch begonnen ‘serieus over haar te denken als mogelijke bruid.’
Nu hij eenendertig was, moest hij onder ogen zien dat alle vrouwen die in termen van afstamming, leeftijd, ontwikkeling, kennis van de wereld en intelligentie in aanmerking kwamen getrouwd waren of allang hun maagdelijkheid verloren hadden. In 1980, meer dan tien jaar nadat de seksuele revolutie was uitgebroken, zat hij nog steeds muurvast aan de koninklijke mores die voorschreven dat hij een maagd moest trouwen, of tenminste een vrouw die voor maagd kon dóórgaan. Hij was praktisch gesproken gedwongen om een kuiken uit het nest te roven.
Het leeftijdsverschil van twaalf jaar tussen Charles en Diana bleek ten enenmale onoverbrugbaar. Hij had de pieken en dalen van de formatieve jaren van de vroege volwassenheid doorgemaakt, op zoek naar een rol in het leven en een manier om zijn driften en verlangens in daden om te zetten, terwijl Diana nog adolescent was. Intellectueel was er niets dat hen bond, ze hadden weinig gemeenschappelijke vrienden, deelden geen enkele belangstelling en hadden niets van de levenservaringen gemeen die een mens met leeftijdgenoten deelt. Hoewel Camilla’s upperclassopvoeding net zo beperkt was, zat zij, met haar passie voor de jacht en andere vormen van buitenleven, op dezelfde golflengte en was ze thuis in dezelfde kringen als Charles, op een manier die voor Diana domweg niet was weggelegd.
Diana kwam plotseling levensgroot in beeld tijdens een feestweekend in Sussex in juli 1980. De zoon van de gastheer maakte deel uit van Diana’s Londense vriendenkring, en hij had haar uitgenodigd om te komen kijken naar het polo op het nabijgelegen Cowdray Park, waar het team van prins Charles speelde. Na de wedstrijd hadden Charles en Diana bij de barbecue voor het eerst een uitgebreide conversatie. Toen het ging over de moord op Mountbatten en zijn begrafenis, werd Charles geroerd door Diana’s opmerking dat hij eenzaam was en zorg nodig had. Een andere gast in het huis, Charles’ ex-vriendin Sabrina Guinness, bekeek het van een minder romantische kant. ‘Ze stond te giechelen’, zei Sabrina, ‘en naar hem op te kijken’ en ‘uit alle macht te proberen om indruk op hem te maken’.
Een paar dagen later al had Diana samen met haar zuster Jane, die inmiddels was getrouwd met een buurman uit Norfolk, Robert Fellowes, assistent-privésecretaris van de koningin, haar tenten opgeslagen in een cottage op Balmoral. Jane was nog maar kort geleden bevallen van haar eerste kind, en Diana kwam van pas om te helpen met de pasgeborene. Charles, die bij zijn ouders logeerde, nam de gelegenheid te baat om bij haar te zijn. ‘Als u het mij vraagt begon de romance pas toen ze daarheen ging,’ zei Diana’s neef Robert Spencer. ‘Ze was eerder die zomer bij mij op bezoek geweest, en toen had ze niets over prins Charles gezegd.’
Charles nodigde Diana bij hem op de Britannia uit voor de jaarlijkse Cowes Regatta die begin augustus plaats zou vinden. Zijn immer waakzame lakei Stephen Barry keek toe hoe Diana ‘zonder een spoor van aarzeling achter de prins aan ging. Ze had haar zinnen op hem gezet en ze kreeg hem te pakken.’ Charles deed een van zijn beste vrienden versteld staan met de bekentenis dat hij het meisje had ontmoet met wie hij wilde trouwen. Zoals Martin Charteris, de trouwe adviseur van de koningin opmerkte, begreep Diana ‘dat er bijna geen man is die weerstand kan bieden aan een mooi meisje dat hem openlijk adoreert’.
De romance kwam in de openbaarheid toen de koningin Diana begin september naar Balmoral uitnodigde voor het weekend van de Braemar Gathering, waar ze vanuit de koninklijke loge keken naar touwtrekken en dansers in kilts. De Palmer-Tomkinsons en het echtpaar Parker Bowles waren ook van de partij om de waar te keuren en, zo hoopte Charles, er hun goedkeuring aan te geven.
Met haar enthousiasme over het leven in de Hooglanden maakte Diana indruk op de familie en vrienden. Op hertenjacht in de heuvels kwam Diana een keer tijdens een hoosbui ‘onder de modder te zitten, gierend van de lach’, herinnerde Patty Palmer-Tomkinson zich. Diana leek ‘overal voor in’ te zijn. Tegen een van zijn vrienden zei Charles dat hij ‘nog niet van haar hield’, maar dat ze ‘vertederend en warm van aard’ was. Hij was ‘er zeker van dat hij verliefd op haar kon worden’.
De sensatiepers was het er, toen ze Diana eenmaal bij de Highland Games tussen het koninklijke volk gesignaleerd hadden en vanuit hun uitkijkpost aan de overkant van de rivier de Dee door hun kijkers op Balmoral betrapten, gauw over eens. ‘HIJ IS WEER VERLIEFD! LADY DI IS HET NIEUWE MEISJE VAN CHARLES,’ schetterde de primeur op de voorpagina van The Sun.
Dat bracht de persmuskieten uit de startblokken, er begon een genadeloze jacht op Diana. Ze wachtten haar op bij haar werk en haar huis, en volgden haar bij elke stap die ze zette. De Daily Mail wist (terecht) te melden dat de keuze van de prins voor Diana de instemming had van de twee vrouwen ‘die als het om persoonlijke kwesties gaat de meeste invloed op Charles hebben, lady Tryon en Camilla Parker Bowles’.
Dat najaar maakten Charles en Diana een kennismakingsronde. Ze gingen met de Mountbattenclan naar Broadlands, naar Birkhall voor een goedkeurend knikje van de koningin-moeder, en twee keer voor een weekend met Camilla en Andrew naar Bolehyde Manor. Tijdens het eerste daarvan leidde Charles Diana rond op Highgrove, zijn nieuwe 140 hectare grote landgoed in Gloucestershire. Bij het goed hoorden nog twee nabijgelegen percelen bouwland (later uitgebreid tot meer dan vierhonderd hectare) die Charles kon gebruiken als zijn landbouwlaboratorium.
Het hertogdom Cornwall had Highgrove onder aansporingen van Camilla in juni 1980 voor 500.000 pond voor Charles aangeschaft. De leden van de Beaufort kenden Highgrove wel, ze reden vaak in het bijbehorende parklandschap. Charles was helemaal ondersteboven van de enorme, tweehonderd jaar oude ceder achter het huis, van de dichtgegroeide, door een gammele bakstenen muur omgeven tuin en van de achttiende-eeuwse stallen.
Het drie verdiepingen tellende georgiaanse huis met zijn gevel van grijze natuursteen bevatte vier ontvangkamers en zes slaapvertrekken, plus personeelsverblijven. Gebouwd in het laatste decennium van de achttiende eeuw voor een koopman was Highgrove bescheidener dan andere koninklijke onderkomens, maar Charles was bijzonder onder de indruk van ‘het soort licht dat door de vensters in de hal naar binnen stroomde’. Dit zou het ‘eigen huis’ zijn, op maar een kwartiertje van Camilla. Een oord waar hij zijn eerste tuin kon uitdenken als de ‘uiterlijke expressie van mijn innerlijke zelf’.
Toen Charles Highgrove vier maanden later aan Diana liet zien, was de renovatie al begonnen. De prins deed zijn nieuwe vriendin schrikken met het doodenge verzoek hem te helpen bij de inrichting van het huis. Diana deed haar best door hem te verwijzen naar Dudley Poplak, in Zuid-Afrika geboren Londense ontwerper met wie haar moeder op goede voet stond. Poplaks geloofsbrieven als vertrouwde adviseur van de Annenbergs toen die Winfield House lieten renoveren in combinatie met zijn rits aristocratische Engelse klanten overtuigden Charles ervan dat er topkwaliteit geleverd zou worden.
De flitslampen vingen Diana opnieuw toen ze op 4 november na middernacht het feest in de Ritz voor de vijftigste verjaardag van prinses Margaret verliet. Ze was de gast van Charles maar was alleen naar buiten gekomen. De dagen daarna zat Charles in Wiltshire voor zaken die het hertogdom Cornwall betroffen, een trip die desastreuze consequenties zou blijken te hebben. De eerstvolgende keer dat Diana in zijn gezelschap gezien werd was toen ze op 14 november voor zijn tweeëndertigste verjaardag op Sandringham waren. De drommen stukjestikkers en fotografen buiten het landgoed maakten het haar onmogelijk om zich buiten te vertonen, waardoor ze zich ‘zeer terneergeslagen’ voelde.
De huwelijkskansen kregen een gevoelige tik door een brisant artikel in de Sunday Mirror van 16 november 1980. Daarin werd beweerd dat Charles aan boord van de koninklijke trein – sinds het midden van de negentiende eeuw het privévervoermiddel van de koninklijke familie – de nachten van 5 en 6 november met Diana had doorgebracht. De kop op de voorpagina liet wat betreft de seksuele implicaties weinig te raden over: ‘KONINKLIJKE LIEFDESTREIN’.
Buckingham Palace sloeg hard terug en benadrukte dat de enige gasten van de prins drie functionarissen van het hertogdom waren geweest. ‘Gewoonlijk probeert het Paleis zo veel mogelijk onder de pet te houden, maar als ze eenmaal het veld op kwamen en zeiden dat iets gelogen was, dan gingen ze bepaald niet over één nacht ijs,’ herinnerde Jonathan Dimbleby zich. Lakei Stephen Barry, die samen met twee beveiligingsbeambten zijn baas vergezeld had, was al even gedecideerd: ‘Er was geen dame aan boord, geen lady Diana of wie ook.’
Het hele idee van een geheim rendez-vous onder zulke omstandigheden lag niet erg voor de hand, maar de krant bleef bij haar verhaal. Dertien jaar later sprak James Whitaker van The Mirror de twee oorspronkelijke verslaggevers tegen door te verklaren dat de vrouw op de trein Camilla geweest was – een aantijging die zij ten stelligste ontkende.
Maar hoe het ook zij, in november 1980 was een negentienjarig meisje in haar eer aangetast. Dag en nacht belegerd door de pers vertelde Diana een buurman die voor de Daily Mail werkte dat ze ‘zich ellendig voelde’. Juist nu had ze behoefte aan de volle steun van de man die haar het hof maakte, maar uitgerekend op de dag dat Diana haar ellende via een Londense krant bekendmaakte, 24 november, hield Charles vast aan zijn agenda en vertrok hij voor een al lang op de rol staande reis door India en Nepal.
Anderen schoten haar te hulp. Haar moeder schreef een verontwaardigde ingezonden brief over verzinsels van de pers aan The Times. Leden van het parlement spraken schande van het ‘opjagen’ van Diana, en de Raad voor de Journalistiek belegde voor het eerst in zijn zevenentwintigjarig bestaan een vergadering van Fleet Street-hoofdredacteuren.
Op 29 november bezocht Charles de Taj Mahal, in 1631 gebouwd door een heerser van het Mogolrijk als getuigenis van zijn eeuwigdurende liefde voor zijn vrouw. De prins zwoer dat hij er eens zou terugkeren met zijn eigen vrouw. Ondertussen stelde Diana zich in Londen teweer tegen de meutes van de pers. Ze ontkende in alle toonaarden het liefdestreinverhaal en stelde dat ze met haar huisgenoten (die haar verhaal bevestigden) was thuisgebleven en na haar latertje op het feest in de Ritz vroeg naar bed gegaan was. Toen haar gevraagd werd of prins Charles haar al iets had laten horen, zei ze: ‘Hij blijft maar drie weken weg en is net vertrokken, geef de man een kans.’
Charles kwam op nieuwjaarsdag boven water op Sandringham met een sardonische mededeling voor het journaille: ‘Ik wil graag van deze gelegenheid gebruikmaken om u allen een heel gelukkig nieuwjaar te wensen en uw hoofdredacteuren een bijzonder onplezierig jaar.’ Op 14 januari arriveerde Diana incognito per trein uit Londen voor een driedaags bezoek.
Het was in alle opzichten een maand vol spanningen. De koningin was boos omdat journalisten in heel Norfolk achter de koninklijke jachtgezelschappen aan joegen. Maar het zwaarst woog de bemoeienis van prins Philip, in de vorm van een brief waarin hij zijn zoon vermaande dat vanwege alle speculaties in de pers de reputatie van Diana op het spel stond. Charles moest haar ofwel ten huwelijk vragen, ofwel laten gaan. Maar hoe dan ook moest hij nu snel tot een besluit komen.
Wellicht had Charles de nuances van de boodschap van zijn vader kunnen begrijpen als hij en Philip de zaak eens goed hadden doorgesproken. Maar tussen vader en zoon was schriftelijke communicatie de betreurenswaardige norm. Charles vond de brief dwingerig en beschuldigend. Pamela Hicks, die hem las, zei dat hij ‘in proportie en meevoelend was. Charles las er “je moet je verloven” in. Maar hij was niet verliefd, hij was er niet klaar voor. Hij beschouwde de brief als een afschuwelijk dreigement. In zijn ogen tiranniseerde zijn vader hem, dus was het in zijn ogen een tirannieke brief.’
Jonathan Dimbleby, de geautoriseerde biograaf, meende dat Charles ‘gedreven werd door plichtsgevoel’. De prins klaagde dat hij met geen van zijn vriendinnen ooit een betekenisvolle relatie had gehad. Hij piekerde ‘wanhopig’ over waar Diana ‘aan begonnen was’ en dacht dat hij ‘iedereen tekort zou doen als hij niet met haar trouwde’.
Terwijl Charles de boot afhield gaven drie van zijn vrienden lucht aan hun bange vermoedens ten aanzien van een huwelijk met Diana. Penny Romsey, de vrouw van Dickie Mountbattens kleinzoon Norton, waarschuwde Charles dat hij en Diana weinig gemeen hadden. Penny betwijfelde de oprechtheid van Diana’s gevoelens voor de prins. Diana leek haar ‘te auditeren voor een hoofdrol in een kostuumdrama’, zei ze. Toen Penny’s man, die Charles ook na stond, zei dat hij haar zorgen deelde, ontplofte de prins van woede.
Nicholas Soames, die de prins regelmatig tegenkwam op jachtweekends en bij sociale gelegenheden, verstoutte zich om hem ook te waarschuwen dat hij en Diana ‘te verschillend’ waren. ‘Nick vond,’ volgens een goede vriend van Soames, ‘dat Diana het gewicht van Charles niet kon dragen, om een ruitersuitdrukking te gebruiken. Ze was behoorlijk kinderlijk en ongevormd.’ Soames was zo boos over het ingrijpen van de hertog van Edinburgh dat hij tijdens een feestelijk diner diens privésecretaris bij zijn kladden greep en de man toevoegde dat Philip niet ‘zo’n afschuwelijke mesalliance aan zijn zoon mocht opdringen’.
Charles bracht het niet op om over zo’n persoonlijke aangelegenheid met zijn ouders te praten, en de levenslijn die oom Dickie gevormd had, bestond ook niet meer. ‘Als Mountbatten nog geleefd had, zou hij Charles nooit met Diana hebben laten trouwen,’ zei de adjudant van de prins, Michael Colborne. ‘Hij wist wat er van de toekomstige koningin verwacht werd.’
Mountbatten zou daarbij het meest overtuigende en logische argument dat er maar was hebben kunnen inbrengen: sinds de zomer van 1980 waren Charles en Diana maar een keer of tien tot vijftien bij elkaar geweest, en dat zonder veel privacy. Ze hadden nog maar heel weinig beeld van hoe de ander in elkaar stak, Charles ging af op oppervlakkige indrukken. Hij wist niets van de uit haar turbulente kinderjaren daterende emotionele problemen waarmee Diana te kampen had.
De enige die Charles hierover had kunnen informeren, hield haar mond. Dat was Ruth Fermoy, Diana’s grootmoeder van moederszijde, een intieme vriendin en hofdame van de koningin-moeder. Zij achtte Diana ‘ongeschikt’ en ‘een onbetrouwbaar meisje’, herinnerde Dimbleby zich, die Ruth kort voor haar dood in 1993 sprak. Ze vertelde Dimbleby dat als ze Charles had gewaarschuwd ‘hij zich daar waarschijnlijk niets aan gelegen zou hebben laten liggen, omdat hij zo verschrikkelijk nodig moest’.
Eind januari ging Charles naar Klosters om met de Palmer-Tomkinsons te gaan skiën. Tegenover hen bekende hij hoe de gedachte aan een aanzoek aan Diana hem bij de keel greep, en zij probeerden hem een hart onder de riem te steken. In een brief aan een vriend in Engeland had Charles het over zijn ‘verwarring en benauwenis’ over deze ‘sprong in nogal duistere omstandigheden’. Hij zei dat hij ‘het juiste voor dit land en voor mijn familie’ wilde doen, maar ‘soms als de dood’ was ‘om iets te beloven dat ik later weleens zou kunnen berouwen’. Maar in weerwil van al zijn twijfels en zijn gebrek aan kennis van Diana, trok hij de stoute schoenen aan en deed een aanzoek.
Eerder geketend door plichtsbesef dan op de wieken van de liefde vroeg Charles Diana op vrijdag 5 februari 1981, drie dagen na zijn terugkeer uit Klosters, om naar Windsor Castle te komen. Hij vroeg haar hand en zij zei ja, onder een waterval van gegiechel. Charles wist dat hij binnen korte tijd op reis moest naar Australië en had haar die tijd willen geven om haar besluit te overwegen. Hij was eigenlijk onaangenaam verrast dat ze zijn aanzoek ‘min of meer onmiddellijk’ accepteerde.
De verlovingsdatum werd 24 februari en Diana verhuisde naar Clarence House zodat ze beschermd zou zijn tegen de verwachte horden van de pers. Lord Maclean, de hofmaarschalk, las om elf uur ’s morgens een korte verklaring voor in de balzaal van Buckingham Palace, dezelfde plek waar Charles voor het eerst getoond was toen hij nog maar een paar uur oud was.
De pers besteedde nauwelijks aandacht aan Charles’ opmerking ‘wat “verliefd zijn” ook betekent’ in het die middag gegeven televisie-interview. In plaats daarvan benadrukte The Times in zijn voorpagina-artikel het gemak waarmee ze hun onderlinge leeftijdsverschil afdeden. ‘Het is maar twaalf jaar,’ zei Charles. ‘Er zijn heel wat mensen die zoveel van elkaar verschilden met elkaar getrouwd. Een mens is zo oud als hij zich voelt. Ik denk dat Diana me, al het andere daargelaten, jong zal houden (...) Ik ben straks uitgeput.’ Diana gaf toe dat ze haar toekomstige rol een hele uitdaging vond, maar voegde eraan toe: ‘Met Charles aan mijn zijde kan ik niets verkeerd doen.’
Haar vader, lord Spencer, sprak voor Buckingham Palace de menigte toe die hem jubelend omstuwde. Hij had het over de fraaie verlovingsring die Diana hem de avond tevoren had laten zien: een saffier van twaalf karaat omringd door veertien diamanten. Diana, zei hij, had zes maanden lang het niet-aflatende gewroet van de pers moeten doorstaan en was ‘met vlag en wimpel’ overeind gebleven. ‘Je krijgt haar niet op de knieën,’ voegde hij eraan toe, ‘omdat Diana niet stuk te krijgen is. Het werd haar nooit echt te veel. Ze beschikte over grote moed en veerkracht.’
Die avond gaf de koningin-moeder op Clarence House een dinertje voor Charles en Diana. Volgens haar adjudant, Ashe Windham, leken Charles en Diana ‘elkaar enorm toegewijd’, maar het baarde hem wel wat zorg dat zij er ietwat ‘als pardoes in het diepe gegooid’ bij zat. Toen Charles’ grootmoeder Diana om de verloving te vieren een broche van saffier en diamanten cadeau deed, leek de toekomstige prinses daardoor totaal overweldigd.
Een paar dagen later schreef Charles aan een vriend dat hij ‘van geluk mag spreken dat zo’n bijzonder persoon als Diana zoveel van mij schijnt te houden’ en dat hij ernaar uitkeek ‘iemand bij me te hebben om dingen mee te delen’. Hij gaf blijk van zijn blijdschap dat zoveel mensen opgetogen waren over zijn besluit. Maar over zijn eigen tegenstrijdige gevoelens geen woord.
Na de aankondiging betrok Diana een suite in Buckingham Palace die eerder het domein geweest was van Charles’ gouvernante en kinderjuffrouw. Ze huisde op dezelfde verdieping als Charles, maar wel ver weg op de gang waar de kinderverblijven waren.
Ondanks haar luxueuze en bevoorrechte opvoeding stond Diana vaak paf van de manier van doen van haar verloofde. Jaren later vertelde ze historicus Paul Johnson hoe ze voor het eerst kennismaakte met Charles’ kleedkamer, ‘waar al zijn overhemden op open rekken lagen uitgestald’. De lakei legde dan een hemd klaar op het bed van de prins en Charles, vertelde Diana, ‘vond het maar niets en dan luidde hij een belletje, waarop de lakei kwam en Charles hem vroeg om een ander hemd te halen’. ‘Vertel me nou eens, gewoon uit nieuwsgierigheid,’ had Diana de prins gevraagd, ‘je kunt in plaats van hem te laten komen toch ook zelf naar het rek lopen en een hemd pakken?’ Charles’ antwoord: ‘Daar wordt hij voor betaald.’
De eerste keer dat Charles en Diana serieus uitgingen was op 9 maart, toen zij grote opwinding veroorzaakte door bij een benefietvoorstelling in de Royal Opera te verschijnen in een zwarte strapless avondjurk. In het zwart gaan was een stijlfout want binnen de koninklijke familie was alleen rouwkleding zwart, om van zo’n decolleté maar te zwijgen. De sensatiepers sprong erbovenop: ‘Di in het diepe,’ toeterde de Daily Mirror. ‘Di’s gedurfde debuut,’ schreeuwde de Daily Express. Diana raakte erdoor van streek, vooral doordat een columnist kritiek had op haar ‘onsje babyvet’.
Door de week zag Diana Charles bijna nooit. Zelfs na hun verloving deed hij weinig zijn best voor haar. ‘Ik leid gewoonlijk een raar soort bestaan waarbij ik bij veel te veel dingen betrokken wil raken en me van hot naar haar moet spoeden,’ zei hij kort voor de dag van hun bruiloft. ‘Dat wordt mijn moeilijkste taak: proberen om mezelf in de hand te houden en uit te zoeken hoe we er een normaal gezinsleven op na kunnen houden.’ Toch vertoonde hij niet de minste neiging om ook maar de kleinste verplichting te laten schieten om meer tijd met zijn nieuwe verloofde te kunnen doorbrengen, of het nu om werk ging of om zijn sportieve bezigheden.
Charles’ carrière als prins van Wales volgde twee parallelle sporen. Enerzijds stuurde Edward Adeane hem overeenkomstig de wensen van de koningin en prins Philip in traditionele richting. Charles had behalve overheidsinstellingen ook verzekeringsfirma’s bezocht, financiële instellingen en productiebedrijven om inzicht te krijgen in hoe de industrie en het zakenleven werkten, een luchtig en vluchtig programma dat volgens The Times ‘meer weg had van een rondje kennismaking met het openbare leven opgezet voor Miss World’.
Daarnaast was Charles vast van plan om middels The Prince’s Trust en andere nieuwe initiatieven zijn uitgesproken opvattingen handen en voeten te geven en meer invloed uit te oefenen op het Britse leven door zich te richten op zaken als het milieu, onderwijs en de omgang tussen de rassen. Met de fondsen waarover hij dankzij het hertogdom Cornwall naar eigen goeddunken kon beschikken was hij naarstig bezig om een eigen universum op te bouwen, hij bleef binnen het kader van wat er van de koninklijke familie verwacht werd, maar was uitzonderlijk vrij om zijn eigen plan te trekken en zijn eigen rol te definiëren.
Twee boeken die in de jaren zeventig verschenen zouden van overwegende invloed blijken op Charles’ visie: het ene was het in 1972 uitgekomen rapport De grenzen aan de groei van de Club van Rome, waarin voorspeld werd dat door overbevolking, industrialisatie, vervuiling en voedselproductie de natuurlijke hulpbronnen van de wereld binnen een eeuw uitgeput zouden raken. Het ander was de essaybundel Small is Beautiful uit 1973 van E.F. ‘Fritz’ Schumacher, een in Duitsland geboren maar in Engeland opgeleide, het socialisme toegedane econoom.
Schumacher behoorde tot de eerste critici van de globalisering en pleitte voor economische ontwikkeling volgens het principe ‘lokale middelen voor lokale behoeften’, berustend op duurzame bronnen van energie in plaats van fossiele brandstoffen. Hij meende dat de mensheid het moest zoeken ‘in de richting van compleetheid en holistisch leven’, zo ver mogelijk weg van het ‘dominante industrieel-materialistisch-wetenschappelijke wereldbeeld’.
Voor Charles sloot het credo van Schumacher naadloos aan bij wat hij zich door zijn correspondentie met Laurens van der Post en hun regelmatige conversaties eigen maakte. De prins had Schumacher kort na de verschijning van zijn boek op Buckingham Palace ontmoet en had diens theorieën gretig overgenomen. Hij begon gewag te maken van het gevaar dat de ‘integriteit van het individu’ bedreigde, dat ‘slechts een klein radertje in een enorme machine’ was.
Terwijl Charles zijn verschillende idealen najoeg, werd het Diana langzaamaan allemaal te veel. Een van Charles’ grootste vergissingen was een reis van zes weken naar Australië, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten die begon op 24 maart. De trip was weliswaar al een half jaar eerder gepland, net als de rest van zijn overvolle agenda, maar hij had omwille van zijn relatie met Diana beter een paar dingen kunnen afzeggen en de reis in elk geval kunnen bekorten. Nog maar vijf dagen onderweg vertelde hij een vriend dat hij er ‘veel spijt’ van had dat hij aan zoiets ambitieus begonnen was. Diana had gehuild toen hij wegging.
Alvorens te vertrekken had Charles contact opgenomen met Oliver Everett, die sinds er in juni van het vorige jaar een eind was gekomen aan zijn dienstverband op het kantoor van de prins, gestationeerd was op de Britse ambassade in Spanje. Charles vroeg de diplomaat om zich op tijdelijke basis ten behoeve van Diana in te zetten, om haar tijdens de afwezigheid van de prins ‘wegwijs te maken’. Charles wist zeker dat zijn verloofde in goede handen was.
Maar hij maakte nog een misrekening die Diana’s onzekerheden deed toenemen. Ze vertelde later dat ze onbedoeld had gehoord hoe Charles aan de telefoon zachtjes lieve woordjes tegen Camilla mompelde. Bang dat er iets niet goed zat, vroeg ze Charles of hij nog van Camilla hield. Hij antwoordde oprecht, maar bepaald onhandig. Hij legde uit dat ze ‘een van zijn intiemste vriendinnen’ geweest was, maar dat die intimiteit tussen hen nu van de baan was. Dat was volgens Diana geen ‘duidelijk antwoord’.
Overal waar Charles op zijn reis aankwam werd hij enthousiast ingehaald. Hij werd algemeen erkend als het populairste lid van de koninklijke familie. In Wellington, Nieuw-Zeeland, kwamen bijna twintigduizend mensen op de been om hem te begroeten. Het was de laatste keer dat hem, terwijl hij als enige in de schijnwerpers stond, zo’n enorme bijval ten deel zou vallen.
Op 2 mei arriveerde hij in de Verenigde Staten om het eerste ereprofessoraat van het College of William and Mary in Williamsburg, Virginia, in ontvangst te nemen. In een uiterst gewichtige omgeving bekritiseerde hij voor een gehoor van vooraanstaande figuren de schadelijke gevolgen van industrialisatie voor het westerse individu en trok een vergelijking met India, waar hij met ontzag gezien had hoe hun spirituele leven zelfs mensen overeind hield die in armoede hun dagen moesten slijten. Hij stelde dat de westerse landen eerder moesten krimpen dan groeien.
Dat was, zeker van iemand die zo in luxe baadde, niet alleen controversiële kritiek, maar getuigde ook van een geromantiseerde visie op de derde wereld. Zijn stekelige opmerkingen werden tot zijn frustratie goeddeels genegeerd, wat alleen maar erger werd toen de pers zich op Diana concentreerde in plaats van op zijn ideeën. In 1981 stond de tweeëndertigjarige prins eenvoudigweg nog te weinig bekend om zijn projecten, zodat zijn woorden weinig indruk maakten.
Ronald en Nancy Reagan onthaalden hem in het Witte Huis op een elegant diner in gezelschap van een glamoureuze vriendenkring onder wie Audrey Hepburn, Cary Grant, Bobby Short, William F. Buckley Jr., Diana Vreeland en Walter en Lee Annenberg. Het was de eerste ontmoeting tussen de Reagans en Charles sinds hij Ronald Reagan zeven jaar eerder op Sunnylands sprak als gouverneur van Californië. Ze serveerden hem een topmaaltijd compleet met als dessert ‘Crown of Sorbet Prince of Wales’.
De prins had ontmoetingen onder vier ogen met vicepresident George H.W. Bush, minister van Buitenlandse Zaken Alexander Haig en tweemaal met de president. Met Reagan sprak hij over Noord-Ierland en de rol die kerkleiders misschien konden spelen bij het zoeken naar vrede. Charles drong er bij de Britse ambassadeur, sir Nicholas Henderson, op aan om in zijn verslag te benadrukken dat het bezoek ‘niet zomaar een gezellig snoepreisje’ geweest was.
‘Ik ben verliefd geworden op mevrouw Reagan!’ riep Charles uit. In een op de terugreis aan boord van het vliegtuig geschreven bedankbriefje aan de president en zijn first lady gaf hij blijk van zijn ‘grootst mogelijke plezier’, al helemaal omdat er ‘een toetje naar me genoemd’ was. Hij schreef Nancy dat ze in hem ‘een levenslange trouwe bewonderaar’ gevonden had.
Bij terugkeer in Engeland was het gauw gedaan met zijn goede humeur. Hij had vanuit het buitenland met Diana gecorrespondeerd en getelefoneerd, en had gezegd dat het goed met haar leek te gaan. Maar eenmaal weer op Buckingham Palace bleek ze er juist slecht aan toe te zijn: angstig, gedeprimeerd en prikkelbaar. Ze voelde zich opgesloten, geïntimideerd en geïsoleerd. Achter gesloten deuren leed ze aan boulimie, stiekeme vreetpartijen gevolgd door opzettelijk overgeven, waar ze ook eerder in tijden van spanning onder gebukt ging. Pas tegen het eind van haar leven zou Diana onthullen dat haar symptomen zich voor het eerst hadden voorgedaan tijdens haar puberteit.
Ze oogde zorgwekkend mager. Nu ze ruim zes kilo was afgevallen was elk spoor van het babyvet waarover de pers zich zo vrolijk had gemaakt verdwenen. Haar taille was van 74 naar 58 centimeter teruggelopen, zodat haar bruidsjurk meerdere keren moest worden ingenomen. Deze ‘keerzijde’, zoals hij het noemde, van haar eerdere vrolijke gedrag, weet hij aan zenuwen vanwege de naderende bruiloft.
Jaren later vertelde Diana dat ze voordat Charles naar Australië afreisde gehuild had omdat hij de avond ervoor hun gesprek had onderbroken om een telefoontje aan te nemen van Camilla, die hem goede reis wilde wensen. Of dat klopt is niet eenvoudig vast te stellen, omdat Diana in de woorden van haar broer Charles ‘het niet gemakkelijk vond om de waarheid te spreken’. Haar bange vermoedens inzake Camilla werden sterker nadat de dames tijdens Charles’ afwezigheid een keer samen lunchten, en al gauw ontaardde haar verdenking in een obsessie.
Charles voelde een groeiende onrust over Diana’s vaak sombere stemming en haar driftbuien. ‘Is dat normaal?’ vroeg hij een vriend. ‘Als hij een gewone burger geweest was, had hij de zaak niet doorgezet, maar tegen die tijd zat hij er al te diep in’, zei Patricia Mountbatten. ‘Hij besefte dat hij Diana’s toekomst kapotmaakte als hij de verloving zou verbreken. Als de prins van Wales haar al niet wilde, wie dan wel?’
Toen het paar in gesprek ging met de aartsbisschop van Canterbury, die de ceremonie zou leiden, en zijn assistent, die Charles al sinds Cambridge kende, vonden beide mannen dat Charles er maar gedeprimeerd uitzag. Ze konden alleen maar hopen dat Diana ‘er snel in zou groeien’.
Ondanks de nood waarin Diana verkeerde, hield Charles onverdroten vast aan al zijn afspraken. Hij reisde naar Parijs voor een liefdadigheidsbal. Hij ging naar Cardiff voor een milieuproject, en hij was zelfs niet aanwezig op Diana’s twintigste verjaardag op 1 juli. Liever bezocht hij een tentoonstelling in Newcastle-upon-Tyne over gehandicaptenonderwijs.
Half juni ging hij opnieuw naar de Verenigde Staten, nu voor zijn eerste bezoek aan New York. Hij ging met de Concorde, het vliegtuig waarover hij als student in Cambridge de staf had gebroken, en bleef maar één nacht. Met Nancy Reagan ging hij op een lunchcruise door de havens van New York aan boord van de Highlander, het luxueuze jacht van uitgever Malcolm Forbes, in het gezelschap van sponsors uit het zakenleven die de receptie met bal van die avond in het Lincoln Center hadden mogelijk gemaakt. Bij dat formele festijn ten bate van Britse en Amerikaanse culturele goede doelen dansten Charles en de first lady op de tonen van ‘New York, New York’.
Het bliksembezoek werd ontsierd door grimmige demonstraties. Voor het Lincoln Center scandeerden duizenden IRA-sympathisanten ‘Britse moordenaar’ en droegen borden met ‘Royal Creep’, koninklijk engerd, erop. Vicegouverneur Mario Cuomo van de staat New York koos de kant van het protest tegen de Britten die de Ieren ‘fundamentele burgerrechten’ zouden ontzeggen. De burgemeester van New York, Ed Koch, zei te hopen dat de Britten Ierland zouden verlaten. Het was natuurlijk duidelijk dat de prins van Wales niet in de positie was om het regeringsbeleid te veranderen, maar hij was een handig symbolisch mikpunt voor alle verontwaardiging. Gegeven de welwillendheid waarmee de Britse monarchie in het algemeen tegemoet getreden werd, waren zulke uitbarstingen een zeldzaamheid. Maar nu, nog geen twee jaar na de brute moord door de IRA op Mountbatten, was het getreiter een beproeving voor Charles’ zelfbeheersing, die hij met gelijkmoedigheid doorstond. Terwijl hij de trap naar de Concorde opliep die hem terug zou brengen, beoordeelde The Times het bezoek als ‘een van de ongemakkelijkste etmalen van zijn leven’.
De bruiloft zou plaatsvinden in St. Paul’s Cathedral, op woensdag 29 juli 1981. Charles deed zijn best om er een gedenkwaardige gebeurtenis van te maken. Hij koos bijna alle muziek uit, vroeg de Nieuw-Zeelandse sopraan Kiri Te Kanawa om een aria te zingen, en nodige de drie orkesten waarvan hij beschermheer was uit om te komen optreden. Hij zei dat hij wilde dat het voor iedereen ‘een fantastische muzikale en emotionele belevenis’ werd.
Op zijn aanwijzing werd de ceremonie ontworpen als de meest oecumenische koninklijke huwelijksvoltrekking die er ooit geweest was, met gebeden van zowel de rooms-katholieke aartsbisschop van Westminster en de moderator van de Church of Scotland, alsook van Charles onconventionele mentor uit zijn Cambridge-tijd, dominee Harry Williams, die de prins eertijds had bekendgemaakt met de parapsychologie en hem had aangemoedigd op zoek te gaan naar zijn ‘innerlijke zelf’. Charles gaf ook de aquarellist John Ward, een bekend gezicht op Balmoral, waar hij voor de koninklijke familie schetsen maakte van het landschap, opdracht om in het koor van de kathedraal te zitten en de dienst te schilderen.
Achteraf gezien was het veelzeggend dat Diana wilde breken met de traditie door bij de huwelijksgelofte niet te willen beloven te ‘gehoorzamen’. Bij wijze van verklaring voor deze beslissing zei de aartsbisschop van Canterbury op een persconferentie dat men in de geest van de moderniteit unaniem tot dit besluit gekomen was, en zei erbij dat hij er ‘de onder geestelijken gebruikelijke grap’ bij gedebiteerd had dat ‘het een slechte zaak is om je huwelijk te beginnen met een regelrechte leugen’.
Anderen in Charles’ omgeving bespeurden achter Diana’s kwetsbaarheid een ontmoedigende eigengereidheid. Een van zijn voormalige adviseurs maakte voor het eerst met haar kennis in het kantoor van de prins in Buckingham Palace. ‘Ik dacht: die vrouw is zo buigzaam als een eind staal,’ herinnerde hij zich. Haar eigen vader bevestigde dat later toen hij zei: ‘Diana weet enorm goed wat ze wil en krijgt altijd haar zin. Ik vermoed dat prins Charles daar nu langzaam achter komt.’
Het weekend voor de bruiloft stortte Diana bij een polowedstrijd in Hampshire en plein public in. Op een open tribune vol vreemden barstte ze in huilen uit. Al die samendrommende, trekkende en duwende toeschouwers overal om haar heen werden haar ineens te veel, en ze ging ervandoor nog voor de spelers het veld op waren gekomen.
De volgende dag bleef Diana, terwijl Charles op Windsor polo speelde voor een twintigduizendkoppig publiek waaronder zich ook Nancy Reagan en andere voor de bruiloft naar Engeland gekomen hoogwaardigheidsbekleders bevonden, slechts met moeite overeind. Ze oogde ‘nerveus, met een strak gezicht’. Zolang de wedstrijd duurde verstopte ze zich achter in de koninklijke loge waar de koningin, prins Philip en prinses Anne hun gasten onthaalden.
Dat ze zo uit haar doen was, lag, zei ze later, ten minste voor een deel aan weer zo’n onverstandige beslissing van Charles. Hij had Michael Colborne gevraagd om meer dan een dozijn cadeaus te kopen voor even zovele vriendinnen, onder wie Kanga Tryon en Camilla Parker Bowles, als blijk van erkentelijkheid ter gelegenheid van zijn huwelijk. Het cadeau voor Camilla was een gouden armband met als persoonlijk accent een blauw emaillen schijf met daarin gegraveerd de initialen GF. Het monogram stond voor ‘Girl Friday’, zoiets als ‘steun en toeverlaat’. Dat was de bijnaam die Charles gebruikte voor zijn ‘intieme vriendin’.
Diana rommelde in Colborne’s bureau, kwam de armband tegen en confronteerde Charles ermee. Ze nam aan dat de initialen stonden voor Gladys en Fred, twee van Charles en Camilla’s favoriete figuren uit The Goon Show, wat ze in haar ogen tot een paar maakte. Charles probeerde haar tevergeefs van dat idee af te helpen, maar maakte het alleen maar erger door de armband per se in eigen persoon aan Camilla te willen overhandigen, bij wijze van definitief afscheid. Diane had zich ‘volkomen verslagen’ gevoeld, wist ze nog.
Op 27 juli stonden Charles en Diana’s middags onverwacht in St. Paul’s Cathedral voor de tweede repetitie van de huwelijksceremonie. Diana was eenvoudig gekleed in een hooggesloten jurk met lange mouwen en leek opgewekt toen zij en Charles bij het verlaten van de kathedraal naar het publiek wuifden. Maar eenmaal in de auto ging het opnieuw mis: ‘Tranen met tuiten,’ herinnerde ze zich, ‘ik stortte volledig in (...) Dat Camillagedoe dat de kop opstak.’
Die avond leek alles in orde op een feest dat de koningin gaf voor honderden familieleden en vrienden. Sally Westminster, weduwe van de vierde hertog, zei naderhand dat Charles ‘zijn bruid urenlang alleen liet’ om in een ander vertrek met de komedianten van The Goons te verpozen. ‘Die arme kleine lady Diana stond daar maar zonder begeleider en moest converseren met mensen die ze helemaal niet kende.’
Na het feest trokken de verloofden zich voor de nacht terug in hun eigen, aparte verblijven op Buckingham Palace. Twaalf jaar later zou James Whitaker van The Mirror nog een vileine bijdrage leveren aan de mythologie rond het koninklijke huwelijk door te beweren dat Charles en Camilla die nacht samen in zijn appartement doorbrachten. Diana verkoos het hem te geloven, maar het verhaal was een verzinsel. Andrew Parker Bowles, die met Camilla op het feest was, ontkende het, evenals Michael Colborne, die verklaarde: ‘Dat zou onmogelijk geweest zijn, je reinste zelfmoord.’
Op dinsdag verhuisde Diana voor één nacht naar Clarence House waar ze, zoals ze de koningin-moeder in een ‘Lieve Mevrouw’-bedankbriefje liet weten, ‘een heerlijk verwende aanstaande bruid’ mocht zijn. De kranten vulden pagina na pagina met profielen, romantische verhalen, analyses, stambomen, foto’s en voorspellingen.
Daar op Clarence House, op de avond voor haar bruiloft, kon Diana het knallen van de spectaculaire vuurwerkshow in Hyde Park horen. Zonder dat zelfs haar zuster, die bij haar was, het wist, had ze een aanval van boulimie en was ze ‘ziek als een hond’. Een steenworp verderop, aan het eind van de Mall, stond Charles aan een raam en keek naar al die mensen die hen het beste toewensten. Een van zijn andere vrouwelijke vertrouwelingen kwam bij hem staan, de tweeënveertigjarige lady Susan Hussey, een vriendin voor het leven die de dag tevoren door de koningin tot jongste hofdame benoemd was.
Hij deelde niet in de feestvreugde die overal buiten de paleismuren zichtbaar was. Hij was eerder ‘in een nadenkende stemming’. Luisterend naar de regels van het ‘Rule, Britannia’ liepen Charles de tranen over de wangen. Stephen Barry vroeg was er aan de hand was. ‘Stephen,’ zei hij, ‘kun je van twee vrouwen tegelijk houden?’
De volgende dag stond Charles in het blauwe gala-uniform van een commodore bij de marine voor een gezelschap van 2500 genodigden en een televisiepubliek van 750 miljoen mensen over de hele wereld in St. Paul’s Cathedral. Diana verdween bijna in haar volumineuze bruidsjurk van ivoorkleurige tafzijde en kant met een ruim zeven en een halve meter lange sleep. Haar sluier glinsterde van tienduizend er met de hand op geborduurde parelmoeren kraaltjes en werd bekroond door een diamanten tiara van de familie Spencer.
Bruid en bruidegom maakten een potje van hun tekst. Diana noemde haar man Philip Charles in plaats van Charles Philip, en Charles vergat het woord ‘aardse’ in zijn belofte om zijn aardse bezittingen te delen. Ze tekenden het huwelijksregister als ‘Charles, P, vrijgezel, 32, Prins van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, woonachtig op Buckingham Palace’, en ‘Diana Spencer, 20 jaar, ongehuwd, uit Althorp’.
Het was in de woorden van The Times een ‘bijzonder grootse Engelse upperclassbruiloft’, met glorieuze muziek van de Engelse componisten Britten, Elgar, Bliss en Vaughan Williams. De stoet door paarden getrokken koetsen, begeleid door de Household Cavalry onder bevel van niemand minder dan luitenant-kolonel Andrew Parker Bowles, reed in de trillende zomerhitte terug naar Buckingham Palace. Maar bij het huwelijksontbijt voor honderdtwintig gasten op Buckingham Palace waren Andrew en Camilla Parker Bowles niet van de partij, evenmin trouwens als Kanga Tryon en haar man. Diana vertelde later dat ze zo op Camilla gefixeerd was geweest dat ze terwijl ze aan de arm van haar vader het gangpad van de kathedraal opliep net zolang het publiek afzocht tot ze haar Nemesis in het vizier had, met haar ‘lichtgrijze pillboxhoedje met voile’.
De koninklijke familie maakte haar ceremoniële opwachting op het balkon van Buckingham Palace, waar Charles de menigte in vervoering bracht door zijn bruid te kussen, wat hij in de kathedraal verzuimd had te doen. Voor het vertrek droeg Charles een grijs kostuum en Diana een zalmkleurige jurk met een bolerootje met korte mouwen, met een wat meisjesachtige witte kraag en dito manchetten, en een bijpassend hoedje met veren. In een met blauw-zilveren, hartvormige ballonnen versierde open landauer ging het naar Waterloo Station waar de trein naar Broadlands wachtte, waar ze net als Charles’ ouders drieëndertig jaar eerder hun wittebroodsweken zouden beginnen.
‘Poet laureate’ John Betjeman componeerde een ‘Bruiloftsode aan de vreugde’ ter viering van het huwelijk. Zijn dichtregels eindigden in een terugblik op Charles’ investituur in Wales in 1969, toen ‘u knielde als jongen, en opstond als man, en uw eenzamer leven een aanvang nam’. Maar nu, schreef hij, ‘is alles gekeerd, nieuw perspectief verschenen. En die eenzaamheid, die is nu verdwenen.’ Hij had zich niet erger kunnen vergissen.