15

MIDLIFE-MELANCHOLIE

De eerste barst in het sprookje van echtelijke eenheid werd zichtbaar in februari 1987 toen de pers bij hun bezoek aan Portugal ontdekte dat ze in aparte kamers sliepen. Die zomer was Charles wel vier keer per week weg van Highgrove om polo te spelen met het Windsor Park-team, dat geleid werd door zijn vriend Geoffrey Kent, de vijfenveertigjarige eigenaar van Abercrombie & Kent, een bedrijf dat luxueuze safari’s verzorgde.

De mannen waren bevriend geraakt in 1971, toen Charles bij een bezoek aan Nairobi polode tegen het team van Andrew Parker Bowles. Kent, die in Afrika geboren was als zoon van betrekkelijk arme Engelse ouders, bouwde met hulp van zijn vrouw Jorie, een rijke erfgename uit Chicago, een van de bekendste merken in de reisbranche op. Ze vlogen per privéjet de wereld rond en leverden hun welgestelde klandizie een ‘cocon van luxe’ op afgelegen buitenposten.

Kent, die zes jaar ouder was dan Charles, hechtte net als de prins zeer aan de instandhouding van bedreigde diersoorten en biotopen in Afrika, maar het was polo dat de twee had samengebracht. Kent bood aan om zijn poloteam van Florida naar Engeland over te plaatsen, waar prins Charles zijn sterspeler zou zijn, naast verscheidene professionele toppers. In het voorjaar van 1987 vlogen de Kents de paardenverzorgers en het materiaal over, plus veertig polopony’s. Zo werd Kent sponsor van de prins en fourneerde voor de polocompetitie gedurende de eerstvolgende vijf jaar elk zomerseizoen meer dan een miljoen dollar.

Vanaf dat voorjaar hield de pers bij hoeveel tijd Charles en Diana bij elkaar vandaan doorbrachten. Diana ontbrak bij de bruiloft van Amanda Knatchbull, waar de koningin en andere leden van de koninklijke familie wél waren. Diana, in de contramine, bleef met William en Harry in Londen en Gloucestershire en weigerde naar Birkhall te komen, waar Charles zich in de nazomer en vroege herfst van 1987 met zijn grootmoeder en vrienden verschanst had.

Toen Charles in het najaar naar Londen terugkeerde, kreeg hij van Diana de wind van voren dat hij zo weinig bij zijn kinderen was. ‘Ik weet me zo langzamerhand zo weinig raad en ben zoveel van mijn zelfvertrouwen kwijt dat ik me momenteel ellendig voel,’ bekende hij aan een vriend, daarmee bevestigend wat de mensen om hem heen al onderling bespraken. ‘Ik zie momenteel nog geen licht aan het eind van een nogal angstwekkende tunnel.’

Hij was in een verschrikkelijk humeur bij de lunch waarvoor hij drie van de belangrijkste hoofdredacteuren had uitgenodigd om te praten over de manier waarop het echtpaar Wales in de media werd afgeschilderd. Aanvankelijk was de conversatie met de journalistieke top van The Sunday Telegraph, The Times en The Economist best aangenaam. Charles wilde weten waarom de pers zijn waardevolle projecten nauwelijks aandacht gaf en in plaats daarvan steeds maar weer larmoyante verhalen over zijn huwelijk publiceerde. Een van de hoofdredacteuren antwoordde dat de koninklijke familie het er zelf naar gemaakt had door zich almaar in het zonnetje te proberen te zetten.

Charles ontstak in ‘blinde woede’ en beschuldigde de journalisten ervan dat ze hem probeerden te dwingen alleen nog maar slappe verklaringen voor te lezen, plaquettes te onthullen en linten te knippen. ‘Ik heb m’n hele leven moeten vechten om centimeter voor centimeter aan het protocol te ontsnappen,’ klaagde hij. ‘Ik heb hemel en aarde moeten bewegen om mezelf als prins van Wales een rol te verschaffen.’ Hij zei dat hij vast van plan was om een ‘actieve rol’ te spelen en zich niet zou beperken tot ceremoniële gebeurtenissen. ‘Hij sprak met een intensiteit om bang van te worden,’ herinnerde een van de hoofdredacteuren zich later, zo erg dat hij zich afvroeg of de prins misschien op het randje van een zenuwinzinking stond.

Discipline, orde en hiërarchie waren de waarden die Charles ingeprent had gekregen van zijn ouders, de sfeer van hun hof, zijn middelbare school en de Royal Navy. Maar naarmate hij meer projecten onder zijn hoede nam, begon hij afstand te nemen van de strakke regels van zijn opvoeding, in overeenstemming met het geïmproviseerde pad waarlangs zijn werkzame leven verliep. Hij had er geen flauw benul van hoe je als hoogste baas gezag moest uitoefenen. Geheel in de ban van de dingen waar hij warm voor liep, nam hij als dat hem uitkwam de telefoon ter hand, zonder rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de persoon aan de andere kant van de lijn of de tijdzone waarin die leefde. Hij krabbelde zijn gedachten neer terwijl hij door bos en hei struinde (‘eindeloos veel stukjes papier in elk colbert’, zei hij) of, als hij zat te eten, in een notitieblok naast zijn bord. Zijn vriend, de binnenhuisarchitect Robert Kime, omschreef Charles als een vuurtoren met een almaar bewegende lichtbundel die even heel intens en actief op iemand gericht bleef en dan weer ergens anders heen scheen.

’s Avonds laat ploegde hij documenten door en schreef hij zijn ‘black-spiderbrieven’ en memo’s. Bladzij na bladzij van zijn van het koninklijke wapen voorziene schrijfpapier vulde hij met zijn onmiskenbare dikke kriebelhandschrift. Omstandig en gedetailleerd, nu eens bozig, dan weer dwingend of vleiend en niet ongeestig, opperde hij ideeën voor nieuwe initiatieven en manieren om bestaande initiatieven te verbeteren, een en ander doorspekt met willekeurige observaties. Toen zijn zoons naar kostschool gingen, konden ze zien wanneer hun vader na middernacht was begonnen te knikkebollen omdat het handschrift in zijn brieven dan ‘van de bladzij begon te lopen’.

De overhaaste uitbreiding van zijn staf had tot gevolg dat verantwoordelijkheden door elkaar liepen en er dubbel werk gedaan werd en dat gaf ‘aanleiding voor wat gehakketak tussen een paar lui’, zoals Julia Cleverdon het uitdrukte. Charles vulde zijn werkschema op de agendavergaderingen die elke zes maanden gehouden werden, maar omdat veel van zijn werk niet per se gedaan hoefde te worden, stapelden de onbeantwoorde brieven zich op en bleven belangrijke stukken ongelezen.

Toen de koningin haar oude vriend David Airlie, een door de wol geverfde handelsbankier, inhuurde om haar huishouding op Buckingham Palace te bestieren werd hij getroffen door hoe ‘enorm zakelijk’ ze was. Elke dag werkte ze zorgvuldig en tijdig haar roodlederen koffertjes met regeringsdocumenten af; memoranda beantwoordde ze binnen vierentwintig uur. Als het wat langer duurde, zei Airlie, dan was dat omdat ze de behoefte voelde om ‘erop te broeden en erover na te denken’.

De koningin kon als CEO effectief optreden omdat ze anders dan haar zoon geen andere ondernemingen onder haar beheer had. Ze beperkte zich tot beschermvrouwschappen, koninklijke ceremonies en officiële verplichtingen als het wekelijkse gesprek met de minister-president. Ze geloofde ook in een bevelsstructuur, met de nadruk op efficiëntie en duidelijkheid. Het verschil tussen het bedrijf dat zij runde en dat van haar zoon was zoiets ‘als twee spoorwegbedrijven met verschillende spoorbreedtes’, zei Malcolm Ross, die in beide paleizen werkte.

In 1987 en 1988 had de prins ontmoetingen met tien ministers van de regering-Thatcher en met drie Labourleiders. In diezelfde periode schreef hij ook meer dan duizend brieven, niet zelden aan prominente leden van het kabinet, over zowel zijn eigen projecten als het regeringsbeleid ten aanzien van het Midden-Oosten, Zuid-Afrika en Oost-Europa. Als een kwestie zijn belangstelling wekte, moest hij zich erover uiten. In deze black-spiderbrieven was zijn toon nu eens bazig en bruusk, dan weer subtiel overredend. In zijn privéleven was hij misschien wel aan onzekerheid ten prooi, maar daarbuiten was zijn opstelling krachtig en zelfverzekerd.

Hij voerde langlopende discussies met Nicholas Ridley, Thatchers minister van Milieu, die hij probeerde aan te zetten tot meer regulering om vervuiling tegen te gaan. Charles smaalde dat Ridley een soort ‘vrijemarktboekanier’ was die milieubeschermers als ‘een gevaar voor alles en iedereen’ beschouwde. Naar goede gewoonte was de prins gehouden om alles wat hij over milieuvraagstukken wilde zeggen eerst aan Ridley voor te leggen, om er zeker van te zijn dat hij niet tegen het beleid van de regering inging. In ten minste één geval, het ging om een toespraak over het redden van de ozonlaag, vroeg de minister hem om twee passages te schrappen. ‘Ik ben bang dat dat niet zal gaan,’ verklaarde Charles.

Tegenover Margaret Thatcher bezigde de prins een verzoenende toon, maar in haar gezelschap was hij even onverzettelijk als zijn moeder gereserveerd was. Tevergeefs probeerde hij haar te overtuigen van de noodzaak van een maatschappelijke dienstplicht voor jongeren. Meer succes had hij met een in 1987 begonnen brievencampagne om de eerste minister over te halen tot een ontmoeting met de achtergestelde ‘types’ die met hulp van Business in the Community werkten. Het kostte twee jaar, maar uiteindelijk nodigde ze een groep ‘binnenstadsversterkers’ uit op Downing Street 10. De Conservatieve regering fourneerde vervolgens fondsen voor een aantal BITC-programma’s in stedelijke gebieden. Thatcher gaf Charles zijn zin omdat hij de prins van Wales was, maar daarom was ze het nog niet met hem eens.

Zijn publieke uitspraken over het milieu werden indringender en meer apocalyptisch. In een toespraak aan het eind van november 1987 dreef hij de spot met het idee om te wachten op wetenschappelijk bewijs alvorens beleidsmaatregelen te nemen. ‘Het milieu zit vol onzekerheden,’ zei hij. ‘Het heeft geen nut om het kapot te testen. Terwijl we zitten te wachten tot de dokter zijn diagnose gesteld heeft, kan de patiënt zomaar overlijden!’ De toespraak was direct gericht tegen Nicholas Ridley. Hoe listig hij te werk kon gaan blijkt wel uit het gerucht dat Charles aan het concept ervan gewerkt zou hebben met een van de ontevreden ondergeschikten van de milieuminister.

Het huishouden van het gezin Wales werd nog eens extra belast doordat Charles en Diana samen in het openbaar moesten verschijnen om de schijn van een verenigd front op te houden. Toen Patrick Jephson in het voorjaar van 1988 als Diana’s nieuwe adjudant aan de slag ging, ontdekte hij dat ‘het huwelijk inmiddels weinig meer dan een schijnvertoning was’. Niet alleen verlangde het prinselijk koppel als ze op reis waren aparte slaapkamers, hun adviseurs moesten zelfs trefpunten regelen zodat ze, als ze apart van elkaar ergens aankwamen, toch de indruk maakten een team te zijn.

Voor het publiek voerden ze getweeën gewiekst hun toneelstukje op, wist Jephson nog, maar achter de coulissen ‘wisselden ze geen woord of blik’. Ze joegen de spanningen op door de ander op zich te laten wachten. Ze verlaagden zich er allebei eerst subtiel, later meer openlijk toe om het vloerkleed onder de ander vandaan te trekken en elkaar op het verkeerde been te zetten. Voordat ze naar een tuinfeest gingen, kon de prinses de prins bijvoorbeeld flink treiteren, om vervolgens met een stralende glimlach haar opwachting te maken, terwijl hij met een nijdig gezicht binnenkwam. Ze keek stralend naar de fotografen en poseerde voor ze terwijl Charles ze probeerde te negeren, en bereikte zo dat zij er aantrekkelijker op stond dan hij.

Jephson ging te rade bij John Riddell, Charles’ persoonlijke secretaris, en ze plengden bittere tranen om de wereld waarin ze moesten leven. Jephson was ontsteld over de neerbuigende manier waarop Charles zich tegenover Diana gedroeg. Maar het belangrijkste was dat de adviseur ontdekte dat ‘Charles er alles voor overhad om te ontsnappen’ aan het ‘onevenwichtige temperament’ van zijn vrouw.

Nadat het prinselijk paar begin februari 1988 een reis door Australië en Thailand gemaakt had, leek het welhaast normaal dat Diana terugvloog naar Engeland, terwijl Charles zich naar Tanzania begaf om bij Geoffrey en Jorie Kent met vrienden op een vijfdaagse safari te gaan. Gedurende de twee weken down-under hadden de prins en de prinses de pers tevreden weten te houden door samen te dansen en elkaars hand vast te houden, zodat Charles zonder veel aandacht te trekken naar Afrika kon ontsnappen.

De Kents, die de prins in de Afrikaanse wildernis vergast hadden op champagne, kaviaar, fraai geslepen kristal en porselein, ontvingen hem minder dan een maand later opnieuw op hun bijna veertig hectare grote landgoed in West Palm Beach in Florida. De crème de la crème van het sociale circuit van de badplaats was uitgenodigd op een benefietlunch voor het Masai Mara Wildreservaat in Kenia, een van Kents favoriete goede doelen. Behalve leden van de families Lauder, Loeb en Bloomingdale was ook Dallas-ster Larry Hagman van de partij. Na afloop speelde Charles met Kents Windsor Park-team een polomatch, en won. Zelfs Donald Trump wurmde zich deze keer het reisprogramma binnen met een theevisite voor Charles op Mar-a-Lago, het landhuis van de flamboyante projectontwikkelaar.

Terwijl Diana bouwde aan haar reputatie van glitter en glamour, was de erfgenaam van de troon minder opzichtig doende om societyfiguren en beroemdheden te strikken om fondsen te werven voor zijn uiteenlopende projecten. Cheques met veel nullen bleven de voornaamste kurk waarop die projecten bleven drijven, en de prins begon zich steeds beter op zijn gemak te voelen in het gezelschap van welgestelde weldoeners en supersterren.

Theater- en filmacteurs vormden een bijzondere groep. Stephen Fry en Rowan Atkinson, die schitterden in Blackadder, de televisieserie uit de jaren tachtig waarin de koninklijke familie van de vijftiende tot en met de twintigste eeuw op de hak genomen werd, verschaften de prins komische afleiding. Maar het allerliefst waren Charles Kenneth Branagh en Emma Thompson.

Charles had kennisgemaakt met Branagh in 1983, toen de acteur hem per brief om raad vroeg omdat hij voor het eerst de titelrol in Hendrik V had gekregen. De prins nodigde de acteur uit naar Kensington Palace, waar er een ‘onmiddellijke klik’ tussen hen was. Branagh was onder de indruk van Charles’ inzicht in Shakespeares ‘verbeelding van het vorstelijk isolement’ en in ‘de aard van de verantwoordelijkheid die een vorst draagt’.

Een paar jaar daarna ging Charles Branaghs theatergezelschap sponsoren, en in 1988 werd hij uitgenodigd om te komen kijken naar het ruwe materiaal van een door Branagh geregisseerde verfilming van Hendrik V. Men zei dat de prins ‘zichtbaar gehuild’ had, vooral bij de scène die voorafgaat aan de Slag bij Agincourt.

Charles raakte met Thompson bevriend toe ze met Branagh trouwde. Ze was net als de prins afgestudeerd in Cambridge, maar tien jaar jonger dan hij. Wat hem in haar aantrok was haar energieke en opgewekte persoonlijkheid, haar scherpe intelligentie en haar oneerbiedige gevoel voor humor. Als hij in een dal zat, monterde zij hem op met lange, beeldende brieven vol gezellige kletspraat.

Begin maart maakten Charles en Diana weer eens samen een reis, naar Klosters. Het was de derde keer dat de prinses op zijn favoriete winteruitje met hem meeging. Twee jaar eerder had Fergie, de hertogin van York, haar zwager voorgesteld aan haar vriend Bruno Sprecher, de gerespecteerde berggids en instructeur die Charles vervolgens had ingewijd in de alpine sporten. Sprecher was in Klosters geboren en in armoede opgegroeid en had naam gemaakt met skilessen aan rijke Britten die op het skioord afkwamen vanwege de ongerepte diepe poedersneeuw buiten de pistes.

Soms raasden Charles en Sprecher samen de piste af maar vaker skieden ze buiten de gebaande paden. Dan bonden ze repen zeehondenbont onder hun ski’s om greep op de sneeuw te hebben en liepen zo een uur de berg op, om dan naar een stille plek te skiën waar Charles’ chauffeur ze kwam ophalen. Sprecher reed de prins naar afgelegen plaatsen waar hij zijn verfspullen tevoorschijn haalde en de dichte rijen naaldbomen tegen rotsige, met sneeuw bedekte pieken schilderde. Charles nam Sprecher ook in vertrouwen inzake Camilla. ‘Hij zei dat er maar één liefde in zijn leven was, en dat was zij, zelfs toen hij met de prinses ging trouwen,’ herinnerde Sprecher zich.

Diana was niet dol op skiën. Ze kon het op zijn best redelijk goed en waagde zich niet buiten de officiële pistes. Meestal gaf zij ’s avonds de voorkeur aan het uitgaansleven, terwijl Charles in het hotel bleef. Hoewel Sprecher op de prinses gesteld was, zag hij wel dat ‘er geen ontspannen sfeer hing tussen die twee’. De spanning tussen Charles en Diana liep bijzonder hoog op in maart 1988. De prinses was ernstig verkouden en bleef het grootste deel van de dag binnen. Uit de stiekeme telefonades die ze voerde met James Hewitt werd haar minnaar ‘meer dan de gewone neerslachtigheid’ gewaar.

Op de ochtend van donderdag 10 maart, hun tweede dag in Klosters, ging Charles skiën met Sprecher, Fergie, de Palmer-Tomkinsons, iemand van de Zwitserse politie en de vijfendertigjarige majoor Hugh Lindsay, een voormalige adjudant van de koningin met wie Charles bevriend geraakt was. De vier maanden zwangere Fergie maakte bij een van haar afdalingen een akelige val. Na de lunch zeiden zij en Sprecher: ‘Het is mooi geweest, we gaan naar huis.’

Maar toen ze naar buiten wilden lopen, vroeg de rest van de groep Sprecher om ‘nog één ritje’ mee te doen op de Haglamadd, een helling buiten de officiële piste. Dat was vooral iets van Charlie Palmer-Tomkinson, die aanbood om voorop te gaan. De baan was open en het SLF, het sneeuw- en lawine-instituut, had bekendgemaakt dat de kans op lawines klein was. Sprecher nam met een politieman een kabelbaanwagentje na de rest, en tegen de tijd dat ze boven aankwamen was de rest van de groep al onderweg naar beneden.

Ze skieden zo hard ze maar konden en haalden de anderen in, die op een bijna vlak gedeelte tussen een rotswand aan de ene kant en een afgrond aan de andere even pauzeerden. Binnen een paar tellen hoorden ze een oorverdovende knal: een enorm brok ijs was afgebroken en kwam recht op hen af de berg af razen. ‘Springen!’ riep Sprecher, en duwde de prins op een richel vlak onder de rotswand, van waar Charles, Charlie, Sprecher en de politieman zagen hoe de ijsmassa uiteenspatte en een lawine van sneeuw losmaakte die met Hugh Lindsay en Patty Palmer-Tomkinson over de rand van het meer dan honderd meter hoge klif verdween.

Sprecher skiede achter de lawine aan totdat zijn radiobaken het signaal van een elektronische pieper oppikte. Hij haalde zijn schop uit zijn rugzak en begon te graven, tot hij een bewusteloze Patty vond. Hij sloeg haar op de borst en reanimeerde haar met mond-op-mondbeademing. Charles was de volgende die arriveerde, en hij groef mee met zijn handen en met Sprechers schop, terwijl de laatste op zoek ging naar Lindsay, die ook onder de sneeuw begraven lag. ‘Voor Hugh was het sowieso te laat,’ herinnerde Sprecher zich. ‘Zijn hele schedel lag open.’

De prins herinnerde zich hoe Patricia Mountbatten hem verteld had hoe een dokter haar na de aanslag in Ierland in leven gehouden had door tegen haar te blijven praten. Dat deed Charles nu ook, door zijn half bewusteloze vriendin gerust te stellen dat de helikopter er zo zou zijn. Haar toestand was kritiek, ze had een klaplong en haar benen waren allebei op meerdere plaatsen gebroken.

Toen de heli Patty van de berg af haalde, was Charles zichtbaar ontdaan. Eenmaal terug in het hotel wilde hij per se een verklaring opstellen ter ondersteuning van Sprecher, die naar hij vreesde de schuld van de tragedie zou krijgen. Een adviseur weerhield hem ervan om met de pers te praten. Hij was bang, en niet zonder reden, dat Charles ofwel in tranen zou uitbarsten, ofwel zijn zelfbeheersing zou verliezen. In plaats daarvan las de perssecretaris van de prins de volgende dag op het asfalt van de luchthaven van Zürich, nadat Charles en de rest met het lichaam van Hugh Lindsay naar Engeland waren opgestegen, moeizaam worstelend met de krabbels van zijn baas een verklaring voor die Charles had opgesteld.

Charles benadrukte dat hij en zijn vrienden ‘op eigen risico de piste af skieden’ en dat ‘lawines nu eenmaal bij de bergen horen’. Hij zei dat Bruno Sprecher ‘met onwaarschijnlijke snelheid en uiterst professioneel’ was opgetreden en ‘een essentieel aandeel had’ gehad in het redden van Patty. In de vijf maanden daarna onderging ze in een ziekenhuis in Davos zeven keer een operatie. Tegen alle verwachting in zou ze niet alleen weer leren lopen, maar zelfs weer samen met Charles en haar man in Klosters gaan skiën.

Na een diepgaand onderzoek naar de toedracht van het ongeluk brachten de Zwitserse autoriteiten in juni 1988 rapport uit. Ze waren tot de conclusie gekomen dat niemand persoonlijk verantwoordelijk was en dat ieder lid van het gezelschap ‘zelf de beslissing genomen had om op de fatale helling te gaan skiën, daarbij bewust het daaraan verbonden risico accepterend’.

Onbesproken bleef Sprechers rol bij het redden van het leven van Charles. ‘Hij weet het, en ik weet het,’ zei Sprecher. ‘Het bracht ons heel na tot elkaar.’ Op Charles en Diana had de ramp een tegengesteld effect. Toen ze aankwamen op de luchtmachtbasis Northolt bij Londen, ging Diana naar Kensington Palace en Charles naar Highgrove, allebei alleen met hun eigen verdriet.

In de aanloop naar zijn veertigste verjaardag werd Charles bijna obsessief in beslag genomen door gewetensonderzoek, wat nog werd verergerd door de tragische geschiedenis in Klosters. Hij ging nog steeds naar psychotherapeut Alan McGlashan en werd verteerd door zorgen over zij mislukte huwelijk en treurige vooruitzichten. Zijn moeder was een robuuste tweeënzestigjarige, aan zijn wachttijd om haar op te volgen leek geen einde te komen.

Al zijn onwrikbare overtuigingen ten spijt kon Charles enorm aarzelen over zoiets banaals als een kopje thee nemen of niet. De familie noemde hem ‘de overvoorzichtige jager’. Na uren van ploeteren door de Schotse heuvels om een vriend naar een grote oude hertenbok te leiden die op de nominatie stond om afgeschoten te worden, fluisterde Charles ineens tegen de man met de vinger aan de trekker: ‘Je hoeft niet echt te schieten hoor.’

Nog altijd raakte hij bij het idee zijn problemen met zijn ouders te delen aan verlamming ten prooi. Zelfs de koningin-moeder kon weinig betekenen. Zij had de koninklijke tactiek van het ‘struisvogelen’, een ingeslepen vermogen van de familie om onplezierige gespreksonderwerpen te vermijden, tot een ware kunst verheven.

De pers verstoutte zich inmiddels om termen als ‘implosie’ te gebruiken om het huwelijk van het echtpaar Wales te omschrijven. Diana hield het op Highgrove schaamteloos met James Hewitt, zelfs waar het personeel bij was, dat de affaire in elk geval vooralsnog binnenskamers hield. Camilla liet zich daar maar weinig zien, maar Charles bracht meer en meer tijd door op Middlewick House. Hij reed er vaak heen in de auto van een lid van het personeel in plaats van zijn onmiddellijk herkenbare Aston Martin.

Tegen de herfst van 1988 begonnen ook buiten Charles’ kring van intimi geruchten de ronde te doen over zijn affaire. Camilla werd niet met name genoemd, maar de gebruikte eufemismen wezen in haar richting. Vanity Fair berichtte in september dat Charles ‘zich aan het ontspannen’ was ‘met meelevende vrouwen van vrienden van vroeger’. Een van hen werd verondersteld Kanga Tryon te zijn, zijn vriendin uit de dagen dat hij in Australië op school zat. In werkelijkheid had de ijverzuchtige Camilla haar al snel nadat ze de amoureuze draad met Charles weer had opgepakt uit haar vriendenclubje gezet. Het jaar daarvoor was Andrew Parker Bowles benoemd tot ‘Silver Stick in Waiting to the Queen’, een titel die hem toekwam als commandant van de Household Cavalry. De functie is ceremonieel, maar gaf hem en zijn vrouw in weerwil van hun gedrag in intieme kring een air van koninklijke goedkeuring.

Was de koningin op de hoogte van haar zoon en Camilla? Ze had hoogstwaarschijnlijk wel enig idee. In de late jaren zeventig, toen Charles vrijgezel was en Camilla getrouwd, was ze ervan op de hoogte gebracht dat de twee iets met elkaar hadden. Nu waren ze weer met elkaar geïnvolveerd, onder heel andere en aantoonbaar precairdere omstandigheden.

Desalniettemin wist een van Elizabeths belangrijkste adviseurs te vertellen dat Camilla destijds niet beschouwd werd als een ‘serieuze bedreiging’. De koningin en prins Philip waren verschillende keren getuige geweest van Diana’s moeilijke gedrag. Naar hun mening was het beter dat hun zoon over een uit een of twee vrouwelijke vertrouwelingen bestaande ‘veiligheidsklep’ beschikte, dan dat er een complete oorlog uitbrak.

In de maand september bracht Charles drie dagen bij zijn energieke grootmoeder op Birkhall door, die een paar weken eerder achtentachtig geworden was. Ze genoot ervan om met de prins en zijn vrienden de lunch te gebruiken op het fazantenjachtterrein. ‘Het stemt zo dankbaar om mobiel te zijn!’ schreef ze haar kleinzoon later. Als hij niet op fazantenjacht was, maakte Charles aquarellen van de Dee-vallei.

Na twee decennia schilderen bezat Charles een herkenbare stijl. Ondanks dat hij voorgaf ‘prettige verbazing’ te voelen dat anderen zijn werk van waarde achtten, hing hij trots de muren van zijn huizen vol met zijn uitdijende portfolio. Toen hij een keer bij een expositie in Londen een groep Canadese aquarelkunstenaars tegenkwam, haalde hij ze naar Highgrove, waar hij ze urenlang zijn eigen kunstwerken liet zien, inclusief de aquarellen die in wc’s en badkamers hingen. Onderwijl vroeg hij ze alles over aquarelleertechniek.

Hij verafgoodde de grote achttiende-eeuwse schilder J.M.W. Turner en spiegelde zich aan diens bijna lichtgevende landschappen. Maar de prins was en bleef een amateur. Hij raakte soms zijn penselen wel een maand of drie niet aan, en merkte dan telkens weer dat hij de ‘moeizaam verworven technieken opnieuw in de vingers moest krijgen’.

Als hij en plein air schilderde, werkte hij bijna zonder potloodschets in dunne kleurlagen over elkaar. Hij gebruikte een beperkt palet van gedempte tinten, met heel soms in zijn mediterrane voorstellingen een spat felle kleur. Omdat hij op kleine velletjes papier werkte, moest hij vaak stoppen voordat hij klaar was. Zijn verbeeldingen waren delicaat en intiem en hadden, zeker waar het zijn gezichten op Balmoral betrof, een voelbaar melancholieke ondertoon.

In zijn voorstellingen kwamen geen mensen voor, zelfs niet in de verte. Hij deed een keer een mislukte poging tot een stilleven – een ‘indrukwekkende makreel’ – maar maakte nooit een portret. Dat vermijden van elke menselijk gestalte was opmerkelijk. Philip schilderde in olie de koningin in haar eetkamer en inheemse kinderen op een tropisch eiland, maar Charles zag er niets in om naar een gezicht te gaan staren om de onpeilbare kanten van een karakter aan het licht te brengen. Hij wilde veel liever ‘het landschap als emotionele ervaring’ ondergaan.

Voor hem was schilderen een soort mediteren. Hij zag zijn kunst als ‘een deel van jezelf dat er nog is, terwijl de rest van jezelf is verdwenen’. Kijkend naar een van zijn aquarellen van een lagune omzoomd met palmbomen vroeg hij zich af: ‘Uit welk deel van mij komt dat nu voort?’

Uiteindelijk hield hij op met schilderen in het veld. Hij had geen zin meer in die urenlange races tegen de klok om de verschuivende schaduwen en de verschietende hemel te vangen. Voortaan zette hij met zijn schetsboek in de hand in rode inkt de contouren van een scène neer met aantekeningen over ‘hoe de kleuren waren en waar de zon stond en zo’. Daarna schilderde hij het landschap in zijn studio, waarbij de kunst was om ‘de dingen in je geest’ vast te houden. Maar ondanks al de extra concentratie gaf zijn nieuwe schilderen-op-nummer-aanpak zijn aquarellen een ietwat statisch karakter. Hij probeerde niet langer om de magische dynamiek van de natuur vast te leggen – de uitdaging die hem in eerste instantie tot het schilderen had aangetrokken.

Op de hem geheel eigen wijze verkoos Charles om zijn veertigste verjaardag te vieren met vijftienhonderd jonge mensen die door de inmiddels bijna twaalf jaar oude Prince’s Trust geholpen waren. Ten bewijze van zijn niet-aflatende toewijding aan zijn eerste charitatieve project lanceerde hij een inzamelingsactie met een streefgetal van 120 miljoen pond ten bate van de Trust, wat dan uit overheidsgeld verdubbeld zou worden.

Het feest, dat overdag gehouden werd, zou plaatsvinden in een ooit verkrotte tramremise die door achterstandsjongeren was opgeknapt – een symbool van zijn betrokkenheid bij de Britse stedelijke gebieden. Hij droeg een button met ‘Het leven begint bij veertig’ erop, een cadeautje van William en Harry, dronk champagne, sneed een gigantische taart aan en droeg een buitenissige fabel voor die hij had geschreven in de stijl van The Old Man of Lochnagar, een parodie op zichzelf in de stijl van The Goons, waarin hij meteen ook zijn critici een vrolijke veeg uit de pan gaf.

Zijn gehoor begroette zijn verhaal met waarderend gelach en hij zei tegen ze: ‘Jullie hebben me zo’n beetje het mooiste verjaardagsfeest gegeven dat ik me kon denken.’ Daarna danste hij iets te wild met drie jonge zwarte vrouwen. Dansend en swingend ging hij geheel op in de feestelijkheid van het moment, overrompeld door zijn gevoelens. ‘We wisten niet zo goed wat we moesten,’ zei een van de drie vrouwen. ‘Ik was traag. Hij snel. Hij zei dat ik me goed bewoog. Ik zei dat hij het ook prima deed. Hij danst uitstekend voor een oude man.’

’s Avonds was hij de eregast op een galabal met driehonderd genodigden dat de koningin en prins Philip gaven op Buckingham Palace. Na het formele ontvangstritueel werd de stemming losser. Er waren twee danszalen, een voor ballroom en een die als disco dienstdeed. Phil Collins – een trouwe steunpilaar van The Prince’s Trust, niet alleen als hoofdattractie bij concerten maar ook door zomercursussen te geven aan werkloze jongeren – was de enige optredende artiest. Hij en zijn vrouw Jill deden de prins een emaillen doosje met zijn monogram erop cadeau voor de oordopjes die Charles nog altijd gebruikte bij popconcerten.

Diana beperkte zich tot haar eigen vrienden, onder wie James Hewitt, met wie ze uitdagend de dansvloer op ging. Clive James, de literair criticus en televisiecommentator, viel het op dat ‘het licht in haar gezicht bijna doofde. (...) Ze was lijfelijk wel aanwezig, maar haar ziel was met de noorderzon vertrokken.’ Net als veel andere gasten besefte James heel goed dat het echtpaar ‘alleen nog bij elkaar was omwille van de monarchie en de kinderen’, zoals hij het uitdrukte.

De goedmoedige vrolijkheid van het verjaardagsfeest, met die komische voordracht en dat woeste gedans, verhulde het totale isolement waarin de prins verkeerde. Camilla was op zijn best iemand voor af en toe. Ze maakte hem gelukkig, maar dat geluk werd gedempt door hun beider huwelijksbedrog. En Diana hield maar niet op hem emotioneel uit te putten en in het openbaar beentje te lichten.

Als peetmoeder zag Patricia Mountbatten Charles met een mengeling van medelijden en een gevoel van onmacht aan. ‘Wat het moeilijk maakte, was dat hij niet bij zijn moeder kon uithuilen,’ zei zij. ‘Het waren lange, wanhopig droevige jaren. Hij moest het allemaal in zijn eentje verwerken. Op elke foto uit die tijd keek hij somber. Zo zag hij er toen inderdaad uit, en dat klopte met hoe hij zich voelde. Hij zat verschrikkelijk in de val.’

Prins Charles
cover.xhtml
bee.html
Section0001.html
Section0002.html
Section0003.html
Section0004.html
Section0005.html
Section0006.html
Section0007.html
Section0008.html
Section0009.html
Section0010.html
Section0011.html
Section0012.html
Section0013.html
Section0014.html
Section0015.html
Section0016.html
Section0017.html
Section0018.html
Section0019.html
Section0020.html
Section0021.html
Section0022.html
Section0023.html
Section0024.html
Section0025.html
Section0026.html
Section0027.html
Section0028.html
Section0029.html
Section0030.html
Section0031.html
Section0032.html
Section0033.html
Section0034.html
Section0035.html
Section0036.html
Section0037.html
Section0038.html
Section0039.html
Section0040.html
Section0041.html
Section0042.html
Section0043.html
Section0044.html
Section0045.html
Section0046.html
Section0047.html
Section0048.html
Section0049.html
Section0050.html
Section0051.html
Section0052.html
Section0053.html
Section0054.html
Section0055.html
Section0056.html
Section0057.html
Section0058.html
Section0059.html
Section0060.html
Section0061.html
Section0062.html
Section0063.html
Section0064.html
Section0065.html
Section0066.html
Section0067.html
Section0068.html
Section0069.html
Section0070.html
Section0071.html
Section0072.html
Section0073.html
Section0074.html
Section0075.html
Section0076.html
Section0077.html
Section0078.html
Section0079.html
Section0080.html
Section0081.html
Section0082.html
Section0083.html
Section0084.html
Section0085.html
Section0086.html
Section0087.html
Section0088.html
Section0089.html
Section0090.html
Section0091.html
Section0092.html
Section0093.html
Section0094.html
Section0095.html
Section0096.html
Section0097.html
Section0098.html
Section0099.html
Section0100.html
Section0101.html
Section0102.html
Section0103.html
Section0104.html
Section0105.html
Section0106.html
Section0107.html
Section0108.html
Section0109.html
Section0110.html
Section0111.html
Section0112.html
Section0113.html
Section0114.html
Section0115.html
Section0116.html
Section0117.html
Section0118.html
Section0119.html
Section0120.html
Section0121.html
Section0122.html
Section0123.html
Section0124.html
Section0125.html
Section0126.html
Section0127.html
Section0128.html
Section0129.html
Section0130.html
Section0131.html
Section0132.html
Section0133.html
Section0134.html
Section0135.html
Section0136.html
Section0137.html