12

EEN HUWELIJK AAN SCHERVEN

Diana beschouwde de eerste jaren van haar huwelijk als ‘de donkere Middeleeuwen’. Toch vonden zij en Charles nog wel wat geluk in de zorg voor William. Diana en Charles waren beiden vast van plan om nauwer bij de opvoeding betrokken te zijn dan hun eigen ouders waren geweest, ook al hadden ze een kindermeisje tot hun beschikking in de kinderkamers in Londen en Gloucestershire. Diana nam het moederschap serieus en rende als ze ’s nachts haar zoon hoorde huilen onmiddellijk de gang af naar zijn slaapkamer. Charles wilde dolgraag meer tijd voor William maken dan Philip voor hem had gedaan en droeg een steentje bij door hem in bad te doen.

Het prinselijk paar besloot met de conventie ten paleize te breken door de nog maar negen maanden oude William mee te nemen op een achtdaags bezoek aan Australië en Nieuw-Zeeland in maart en april 1983. Tegenover menigten van soms meer dan honderdduizend mensen gaf Diana blijk van haar aangeboren talent om op een heel natuurlijke manier met mensen contact te maken. Ze zocht ze op en ging door de knieën om met kinderen te praten, gaf ouderen en invaliden een aai of kneepje en ging ook op de meest ongepaste vragen vriendelijk in. Ondanks haar aristocratische achtergrond klonk haar stem ‘onopgesmukt en ietwat vlak’ en gedroeg ze zich licht nerveus, met een verlegen glimlach. Dat maakte haar, schreef een columnist, ‘als prinses maar ook als gewone burger’ benaderbaar, ze was ‘de belichaming van miljoenen dromen’.

Charles bemoedigde zijn vrouw met blikken en liefdevolle gebaren. In antwoord op een brief waarin de koningin-moeder Diana prees om haar vlekkeloze presentatie, schreef de prinses dat ze ‘enorm getroffen’ was en dat Charles veel ‘geduld’ had nu hij haar aan het bijbrengen was ‘hoe je met alles moest omgaan’. Dat nam niet weg dat de prins zich er ongemakkelijk over voelde dat zij zoveel meer dan hij favoriet was bij de massa.

Diana werd op haar beurt van haar stuk gebracht door de disproportionele interesse in haar, al helemaal toen ze zich realiseerde dat dat Charles niet lekker zat. Ze kon de spanning niet aan, huilde uit bij haar hofdame en gaf in het verborgene toe aan aanvallen van boulimie. In brieven aan zijn vrienden verwoordde Charles zijn ongerustheid over het effect dat ‘al die obsessieve en uit de hand gelopen aandacht’ op zijn vrouw zou hebben. Hij zocht zijn toevlucht bij klassieke muziek en Jungs Psychological Reflections. Zoals hij jaren eerder afleiding had gezocht in Anna Karenina, las hij nu Ivan Toergenjevs Eerste liefde, een tragisch verhaal van jeugdige verliefdheid en verraad – een rare keus als het om escapisme ging.

Charles en Diana konden alleen tot rust komen bij William en zijn kinderjuffrouw, en dan waren ze, schreef Charles aan een vriend, ‘bijzonder gelukkig’. ‘Het allermooiste was dat we samen helemaal alleen waren.’ Hij gaf extatische beschrijvingen van de eerste pogingen van zijn zoon om te kruipen: ‘In hoog tempo ging alles van de tafel en richtte hij een ongelooflijke hoeveelheid vernielingen aan.’ Diana en hij hadden ‘gelachen en gelachen van puur, hysterisch plezier’.

Lang nadat ze op 21 juni Williams eerste verjaardag misten omdat ze voor een koninklijk bezoek onderweg waren in Canada, zei Diana dat ze zich ‘die hele dag suf geglimlacht had, omdat de pers er koste wat kost op uit was om een “droef moedertje” te betrappen’. Reporters begonnen Charles als ‘een bijwagen’ neer te zetten. Hoezeer dat hem dwars zat bleek toen iemand hem op een receptie hoorde klagen over ‘roofdierenjournalistiek’.

Thuis in Londen ontvingen Charles en Diana maar zelden vrienden in informele kring. In plaats daarvan waren er officiële diners die verband hielden met Charles’ werk. Het ontbrak, kortom, in hun relatie ten enenmale aan gezelligheid en wederzijdse steun. Wat Charles meer dan wat ook in verwarring bracht, was Diana’s wispelturigheid. Nu eens was ze poeslief en meegaand, dan weer volkomen ongenaakbaar. Haar onvoorspelbare gedrag trok een zware wissel op Charles, die zich af en toe overgaf aan zelfmedelijden.

In dit huwelijk heelde tijd geen wonden. Hun ruzies werden er hooguit nog verbitterder op. Diana jende hem met dingen als ‘jij wordt toch nooit koning’. Ze dreef de spot met hem als hij een uniform droeg en zei dan volgens Dimbleby dat hij er ‘met al die medailles belachelijk’ uitzag. Dimbleby vertelde erbij dat Diana Charles met haar hatelijkheden ‘briljant’ uit zijn evenwicht wist te brengen. De prins vertrouwde zijn nicht Pamela Hicks toe dat als hij na een heftige ruzie voordat hij in bed stapte op de knieën ging om te bidden, Diana ‘hem op zijn hoofd stond te slaan en terwijl hij bad doorging met ruziën’.

Charles gevoel van isolement nam toe toen Diana veel van zijn vrienden in de ban deed, omdat ze hen ervan verdacht samen te spannen met Camilla. Ze verachtte ze om hun hielenlikkerij tegenover de prins. Als eersten gingen op de trouwdag van Charles en Diana de Tryons de laan uit, samen met het echtpaar Parker Bowles. Daarna waren de Romseys aan de beurt, de Palmer-Tomkinsons, de Van Cutsems en Nicholas Soames.

Diana’s afkeer van alles wat verband hield met Charles’ vroegere leven ging zover dat zelfs Harvey, zijn blonde labrador, naar een van de adviseurs van de prins verbannen werd. De prinses gunde haar echtgenoot pas gezelschap van een hond toen een vriend hem een jackrussellterriër gaf die hij Tigga (‘Teigetje’) noemde, naar de tijger uit de boeken van A.A. Milne. Een van de pups uit Tigga’s eerste nest gaf hij de naam Roo (‘Roe’), naar het kangaroejong. Charles hing zo aan Tigga dat hij haar toen ze doodging eerde met een herdenkingssculptuur in een stenen muur op Highgrove. Diana had de pest aan Tigga en haar kroost: ‘rothonden’ noemde ze ze.

Toch was er één ding dat ze verrassend genoeg deelden: popmuziek. Diana had niets met de canon der klassieken, maar loodste haar man via The Prince’s Trust de wereld van de populaire cultuur binnen. Tegen 1982 was het vlaggenschip van Charles’ goede doelen flink op stoom gekomen en boekte het indrukwekkende resultaten. Door het hele land werden de vooruitzichten van achterstandsjongeren verbeterd door ze te helpen hun eigen bedrijf op te zetten. De instelling dreef volledig op de inzet van vrijwilligers, maar ze moesten fondsen werven om te kunnen voldoen aan de groeiende vraag naar de microkredieten die de Trust verstrekte.

Om een paar bands die de Trust met een startkrediet op weg geholpen gehad eens flink in het zonnetje te zetten, stelden Charles en zijn adviseurs voor om de pas begonnen muzikanten samen te laten optreden met populaire artiesten als Pete Townshend, Phil Collins, Jethro Tull en Kate Bush. Het eerste Prince’s Trust Benefietconcert op 21 juli 1982 in het Dominion Theatre in London was met een opbrengst van 63.000 pond een doorslaand succes.

Hoewel Charles oordopjes droeg om de herrie waaraan hij niet gewend was te dempen, genoot hij evenveel van de avond als Diana. Jill Collins, Phils knappe en slanke Amerikaanse echtgenote, zat naast Charles en was onder de indruk van zijn nieuwsgierigheid. ‘Hij vroeg van alles over Phil, hoe hij op tournee ging, hoe hij alles wat hij op toneel deed onthield,’ herinnerde ze zich. ‘Hij was geboeid door Phil. Kon er niet bij hoe hij al die teksten van al die liedjes kon onthouden.’

Charles, die gewoonlijk stond op een eerbiedige behandeling, liet in gezelschap van popsterren net als Diana het protocol grotendeels waaien. Diana zei tegen Jill Collins dat ze geen reverence hoefde te maken. De prins liet zich door haar op de wang kussen en Charles noemen in plaats van ‘Koninklijke Hoogheid’. Hij begaf zich achter de coulissen, zat op Phils kruk en probeerde zijn drumstel. ‘Volgens mij boden de musici hem een uitlaatklep,’ dacht Jill. ‘Ze waren artistiek, bij hen hoefde hij niet de hele tijd “in zijn rol” te blijven.’

Het jaar daarop vond het concert plaats in de nog veel grotere Royal Albert Hall. De Trust pakte opnieuw uit met een sterrenbezetting en Charles en Diana zaten vooraan in het midden van de koninklijke loge. Twee van de populairste bands van Groot-Brittannië, Duran Duran en Dire Straits, waren opgenomen in de line-up omdat men zei dat ze Diana’s favorieten waren. Maar vlak voor het concert zei Diana tijdens een praatje met Nick Blackburn, een van de organisatoren: ‘O, nee hoor, dat zijn mijn favorieten niet. Dat is Supertramp. Waar zijn die eigenlijk?’ Blackburn legde uit dat de groep, zoals in de popmuziek zo vaak gebeurt, ‘domweg aan het eind van zijn Latijn gekomen was’. Waarop Diana antwoordde: ‘Het lijkt wel een huwelijk.’

In december 1983 werd Diana voor de tweede keer zwanger. Charles hoopte op een meisje, en dat deed Diana ook, tot ze er door een echo in april achter kwam dat ze een jongetje droeg. Hoe ver ze van elkaar afstonden en hoe vijandig zij onderhuids tegenover hem stond, blijkt wel uit het feit dat ze die informatie tot aan de bevalling voor haar man verborgen hield.

In andere opzichten leek ze, deels vanwege William, stabieler, maar ze hield haar buien ook onder controle met behulp van een trainingsprogramma. Psychiatrische hulp had ze geweigerd. Voor het eerst begon ze zelfstandig koninklijke verplichtingen op zich te nemen. Ze was beschermvrouwe geworden van een dozijn organisaties en maakte haar eerste buitenlandse reis alleen, naar Noorwegen. Naarmate ze groeide in haar rol en meer zelfvertrouwen kreeg, begon ze haar onwelgevallige stafleden de deur uit te werken, net zoals ze met Charles’ vriendenkring gedaan had. Liever dan een botsing te riskeren, liet de prins haar haar gang maar gaan.

Prins Henry Charles Albert David maakte zijn opwachting op 15 september 1984, en ook deze robuuste koninklijke baby, de spreekwoordelijke ‘tweede in lijn’, kwam ter wereld in St. Mary’s Hospital. Ook deze keer zat Charles aan de zijde van zijn vrouw. Later zei Diana dat Charles teleurgesteld had gemopperd: ‘O, een jongen, en hij heeft nog roestig haar ook.’ Wat een gelukkige gebeurtenis voor het paar had moeten zijn, verzuurde. Op dat moment ‘ging er iets in mij op slot’, herinnerde Diana zich later. ‘Ons huwelijk, de hele zaak ging naar de haaien.’

Vrienden van de prins verzekerden dat als hij al zoiets gezegd had, het luchthartig bedoeld was en niet negatief. Er waren drie roodharigen in het gezin waaruit Diana kwam: haar zuster Sarah werd als kind ‘Ginge’ (‘Rooie’) genoemd. Charles zei later dat hij ‘vreselijk geschokt’ was geweest over Diana’s valse voorstelling van zaken.

Met dat ‘op slot gaan’, bedoelde Diana volgens Dimbleby ‘dat het in seksueel opzicht het einde van het huwelijk was’. Nadat Harry geboren was gingen ze in aparte kamers slapen. Op Highgrove verhuisde Charles naar zijn kleedkamer, waar een eenpersoonsbed stond met daarop de versleten teddybeer die hem nog steeds vergezelde. Maar nog was het huwelijk niet ten einde.

Charles bleef zijn vrouw behulpzaam en met egards behandelen. Hij nam minder openbare verplichtingen aan en hielp ’s morgens en ’s avonds bij de verzorging van zijn zoons. In een brief aan een vriend bezong hij Harry en schreef ‘hoe anders van aard hij is dan William. Zijn vingers zijn lang en slank in plaats van de worstjes die William van mij geërfd heeft.’

Prins Harry werd vier dagen voor kerst gedoopt, niet, zoals gebruikelijk, in de Muziekzaal van Buckingham Palace, maar in St. George’s Chapel op Windsor Castle, waar de familie zich voor de kerstdagen verzameld had. En er was nog een breuk met de traditie: in de op televisie uitgezonden kerstboodschap van de koningin waren beelden van de familie voor en na de plechtigheid te zien.

Die jaarlijkse uitzending, aanvankelijk via de radio en sinds 1957 op televisie, was de enige keer in het jaar dat de koningin zich rechtstreeks tot haar onderdanen richtte. Haar korte toespraak was persoonlijk, bevlogen en doortrokken van haar geloof. Door het beeld van haar achter de microfoon met filmbeelden af te wisselen, deed ze recht aan de grote belangstelling die men had voor de koninklijke familie, in het bijzonder Diana en Charles en hun zoons. De jeugdige koningskinderen verschenen al regelmatig op de televisie en in de bladen, veel meer dan tijdens de kinderjaren van Charles en zijn broers en zuster normaal gevonden werd.

Charles genoot er werkelijk van dat hij meer tijd vrijmaakte voor het gezinsleven met William en Harry, voor badderen, spelen en voorlezen. Binnenskamers gedroeg hij zich liefdevol, maar anders dan Diana was hij wars van aanrakerig gedoe in het openbaar. Daardoor scoorde hij geen punten voor zijn toewijding als vader, terwijl hij daarvoor officiële verplichtingen opgaf. Toen de pers er eenmaal lucht kreeg dat hij minder optredens accepteerde, betichtten ze hem van verwaarlozing van zijn rol en schamperden over de schamele 204 activiteiten in zijn agenda voor 1984, tegenover de 346 keer dat de koningin optrad en de 298 keer dat prins Philip zijn opwachting maakte.

De immer nauwgezette Edward Adeane, een verstokte vrijgezel voor wie plicht boven alles ging, begreep helemaal niets van Charles’ toegeven aan de druk die Diana op hem uitoefende om meer thuis te zijn en minder aan het openbare leven deel te nemen. Bij Adeane, gepikeerd over Charles’ solistische optreden met zijn toespraak tot de verzamelde architecten op Hampton Court, begon de frustratie over diens onwil om naar hem te luisteren serieuze vormen aan te nemen. Ze konden het niet meer met elkaar vinden.

Ook Michael Colborne, de trouwe adjudant van het prinselijk paar, zat nu op hete kolen. In april van dat jaar had hij al eens ontslag willen nemen toen hij voor de zoveelste keer in het kruisvuur tussen de echtelieden terecht was gekomen, maar Charles en Diana hadden hem overgehaald om te blijven. Eind 1984 besloot hij alsnog om op te stappen.

Dat kwam zowel bij de prins als de prinses hard aan. Charles, die bijna vijftien jaar lang op hem geleund had, was bij hun laatste samenzijn bijna tot tranen toe geroerd. Met het vertrek op 1 januari 1985 van Colborne, de ‘ruwe diamant’ waarmee Charles in zijn marinetijd vriendschap had gesloten, was er niemand uit de gewone wereld meer om Charles en Diana van goede raad te voorzien, niemand meer die met gezond verstand sprak en tussenbeide kon komen bij hun huiselijke twisten. Acht dagen later gaf ook Adeane de pijp aan Maarten. Dat hij zo plotseling ontslag nam, zonder dat er een opvolger klaarstond, verraste de prins volkomen. Het zou negen maanden van hard zoeken duren eer een nieuwe persoonlijke secretaris gevonden werd. Diana en Charles bleven niet alleen onthand, maar ook geïsoleerd achter. Sinds hun bruiloft drieënhalf jaar eerder waren zo’n veertig leden van het toenmalige personeel vertrokken.

De pers begon zich met de toestand van het koninklijke huwelijk te bemoeien. Sensatiejournalist Andrew Morton zette begin februari de toon met een artikel onder de kop ‘Man of Muis? Is de toekomstige koning de Ideale Echtgenoot of de Prins der Watjes?’ Morton verhaalde, terecht naar later zou blijken, van de ‘hooglopende ruzies, zelfs in het bijzijn van bedienden’ tussen Charles en Diana. Andere bladen hadden zo hun eigen interpretaties en trokken uiteenlopende conclusies over wie de baas was in het wild schommelende huwelijksbootje.

Half april 1985 bracht een langverwacht bezoek van twee weken aan Italië het paar weer helemaal terug in de schijnwerpers. Zowel de journalisten van de televisie als hun collega’s van de gedrukte media gaven blijk van een onstilbare honger naar details over Diana’s kleding, kapsel en sieraden. Maar zelfs de prinses verdween bijna uit het zicht achter de geweldige stofwolken die Charles’ voornemen deed opwaaien om een mis met paus Johannes Paulus II bij te wonen in diens privékapel in het Vaticaan.

De Anglicaanse Kerk stond al sinds de tijd van Hendrik VIII in de zestiende eeuw vijandig tegenover het rooms-katholieke geloof. De van oorsprong rooms-katholieke Hendrik had indertijd met Rome gebroken omdat hij, om met zijn maîtresse Anna Boleyn te kunnen trouwen, per se wilde scheiden van Catherina van Aragon en had zichzelf benoemd tot hoofd van de Anglicaanse Kerk. In 1701 werd de kloof nog breder doordat het parlement in de Act of Settlement bepaalde dat de monarch protestant diende te zijn en dat niemand in de lijn van opvolging een rooms-katholiek mocht huwen.

Als voorvechter van oecumene probeerde Charles niet alleen om oosterse en westerse godsdiensten nader tot elkaar te brengen, maar ook om wat hij zag als een ‘destructieve kloof’ tussen protestanten en katholieken te helpen dichten. Via haar hovelingen hield de koningin de inspanningen van Charles scherp in de gaten en adviseerde ze hem over hoever hij kon gaan. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij het bezoek van de paus aan Groot-Brittannië in 1982, toen het de prins wel toegestaan werd om een ‘Viering des geloofs’ in de kathedraal van Canterbury bij te wonen, maar niet om eraan deel te nemen.

In overleg met aartsbisschop Robert Runcie besloot Charles om een signaal af te geven door de pauselijke ‘huismis’ in het Vaticaan bij te wonen, maar niet zelf ter communie te gaan. Onverstandig genoeg hield hij zijn plan verborgen voor sir Philip Moore, de privésecretaris van de koningin, met wie Charles een gespannen relatie onderhield. De prins betitelde de hoveling als een onbetrouwbare ‘glibberige griezel’.

Charles bereidde zich voor op zijn privé-audiëntie bij de paus door The Way of the Cross voor de tweede keer te lezen, een rooms-katholiek geschrift over hoe Christus het kruis draagt op weg naar zijn kruisiging. Hij had ‘zijn zinnen gezet’ op het bijwonen van de mis, terwijl dat mogelijk een overtreding van de Act of Settlement inhield.

Kort voordat het paar naar Italië zou afreizen kreeg de koningin lucht van de geheime voornemens van haar zoon. Juist op dat moment was Brian Mulroney, de katholieke premier van Canada, bij haar op Buckingham Palace op bezoek. Ze vroeg hem of hij het verstandig achtte dat haar zoon en opvolger een katholieke mis zou bijwonen. Hij zei haar dat ze zich geen zorgen hoefde maken, maar had wel in de gaten dat ‘ze zich zorgen maakte dat Charles iets zou doen dat zijn troonsbestijging in de weg zou kunnen komen staan’. Mulroney kende de koningin goed genoeg om te weten dat haar ruimhartige tolerantie zich niet zou uitstrekken tot ‘enig standpunt dat de integriteit van de monarch als hoofd van de Anglicaanse Kerk zou kunnen ondermijnen’.

Ze ontbood de prins naar Buckingham Palace voor een ‘langdurig gesprek’. Wat er precies werd besproken bleef onbekend, maar men zei dat Charles ‘verontwaardigd’ was dat zijn moeder zijn plan had gedwarsboomd. Naderhand verwittigde zijn staf de Heilige Stoel ervan dat het bijwonen van de mis niet langer haalbaar was. Op de dag dat Charles en Diana in het Vaticaan in audiëntie ontvangen werden door Johannes Paulus II, waar ze spraken over ‘eenheid tussen de verschillende takken van het christendom’, een rozenkrans cadeau kregen die de prins naast zijn bed zou bewaren en op verzoek van Charles met het kruisteken gezegend werden, lekte het ingrijpen van de koningin uit naar de pers. Dagenlang stonden de kranten bol van het gênante standje dat de vorstin had uitgedeeld.

Voor het overige werd de reis door Italië een energieke prinselijke pelgrimage naar oorden waarover hij al zo lang hij zich kon herinneren van de koningin-moeder gehoord had. Het was het begin van een verliefdheid op een land waar naar zijn idee ‘elk aspect van het leven doordrenkt lijkt van kunst’. Overal waar ze verbleven schilderde hij wanneer hij maar kon en documenteerde hij zijn indrukken in zijn dagboek. Bij het zien van Leonardo’s Laatste Avondmaal en de kerken en musea van Florence stond hij versteld ‘van de geweldige concentratie van onversneden schoonheid’. In de kerk van San Miniato al Monte, schreef hij, ‘kon ik fysiek voelen hoe mijn geest verkwikt werd’. Bij Luca della Robbia’s voorstellingen in blauw en wit terracotta raakte hij ‘tot tranen geroerd’.

Het was de eerste keer dat Charles een ‘reisschilder’ meenam om gebeurtenissen te vereeuwigen op een manier die de fotografie in Charles’ ogen niet gegeven was. Hij zou er een echt romantisch-charlesiaanse traditie van maken, die deed denken aan hoe de victorianen op reis geschetst en geschilderd hadden. Met een reisschilder kon zowel de artistieke gevoeligheid van de prins doorklinken als worden voldaan aan zijn behoefte om de dingen door de ogen van een kunstenaar te zien. Hij was ook vast van plan om ‘de koninklijke collectie levend te houden’ door opdracht te geven voor een ‘waardevolle getuigenis’ voor het nageslacht waarmee hij een even illustere mecenas zou worden als bijvoorbeeld zijn voorouders Charles I, George III en Victoria en Albert.

John Ward, getrouw dienaar van de koninklijke familie, vergezelde de prins naar Milaan, Florence en Rome, waar hij de audiëntie bij de paus schilderde. Ward voer ook op het jacht Britannia mee Venetië binnen, een majesteitelijke intocht waarbij ze begroet werden door mensen die met theedoeken en handdoeken stonden te zwaaien. Terwijl het prinselijk paar de ene na de andere toeristische attractie in de stad aandeed, ging Ward achter ze aan om ‘kiekjes’ te schetsen. Diana die een taart krijgt aangeboden, glasblazen op Murano, een opera in La Fenice. Ward en de prins benutten elk vrij uurtje om gezeten op het verandadek van de Britannia schetsen te maken, waarbij de kunstenaar af en toe zijn werk onderbrak om Charles aanwijzingen te geven. De prins concentreerde zich op de omgeving, terwijl Ward het leven aan boord van het jacht vastlegde.

Toen hij zijn patroon daar zo bezig zag, kwam Ward onder de indruk van Charles’ concentratievermogen, hij leek wel een ‘terriër’ als hij eenmaal begon te schilderen. ‘De meeste amateurs kliederen er maar wat op los, stappen achteruit voor een blik op het resultaat, en dan is het alweer tijd voor een kopje thee,’ zei Ward. Maar Charles beschikte over een ‘doelgerichtheid die veel verder ging’.

Diana stond even onverschillig als altijd tegenover de artistieke gedrevenheid van haar man. Hij voelde ‘een steek van wrok’ als de menigte zijn vrouw weer eens bejubelde om haar ‘sublieme verschijning’. Volgens Dimbleby zat zijn ‘knagende onzekerheid’ hem dwars, maar vooralsnog genoot hij genoeg van de schoonheid van Italië om zijn ‘gevoelens van minderwaardigheid’ in bedwang te houden. Charles zou nog vaak op privébezoek naar Italië teruggaan om met bewondering te genieten van het landschap, de architectuur en de kunstwerken, en dat alles te schilderen.

In september 1985 nam Charles een nieuwe privésecretaris in dienst, de eenenvijftigjarige sir John Riddell, een geslaagde bankier die er een topbaan als uitvoerend directeur bij Credit Suisse First Boston voor opgaf. Hij kwam in beeld voor de baan via een headhunter die er door hardnekkige verhalen over de ongeorganiseerde bende die het op Charles’ secretariaat zou zijn een harde dobber aan had om iemand te vinden. Riddell tekende een contract voor vijf jaar en gaf zonder omwegen toe dat het aanbod hem verrast had. Later zei hij dat Charles wanhopig had zitten springen om een kandidaat voor die post.

Riddell was elegant en spits en bezat het vermogen om tussen de vele klippen in het Paleis door te navigeren, terwijl Charles blij was met zijn verfrissende en positieve insteek. Nauwelijks een maand na zijn aantreden werd Riddells stressbestendigheid op de proef gesteld toen Charles’ adviseur voor sociale woningbouw, Rod Hackney, zo loslippig was om de Manchester Evening News te vertellen over Charles’ vrees dat hij ‘de troon van een verdeeld Groot-Brittannië zou erven’, waar minderheden ‘vervreemd van de rest van het land’ zouden raken.

Door rellen en raciale botsingen in Londen en Liverpool in de twee maanden daarvoor was Charles zich nog meer zorgen gaan maken over sociaal-economische spanningen in stedelijke gebieden dan hij al lange tijd gedaan had. Volgens de krant wilde Charles zijn positie als prins van Wales gebruiken om ‘zich een weg te banen door de parlementaire stroperigheid’ en het land ervoor te behoeden uiteen te vallen in ‘haves’ en ‘have-nots’.

Premier Thatcher, die juist een bezoek aflegde aan New York City, was er zo kwaad over dat ze Buckingham Palace belde om verhaal te halen. Volgens een versie van wat er gebeurde, pakte ze Charles ook hard aan en wilde ze weten ‘waar hij in godsnaam’ mee bezig was. ‘Ik bestuur dit land, sir, niet u,’ zei ze.

In plaats van deemoedig was Charles ‘totaal verbijsterd’ dat ze zo’n toon tegen hem durfde aanslaan. Binnenskamers berispte hij Hackney en een woordvoerder van het paleis ontkende de woorden die aan de troonopvolger waren toegeschreven. De hoofdredacteur gaf geen krimp. Het beeld was dat Charles zich al dan niet openlijk afzette tegen het beleid van de Conservatieve regering.

Sinds ze zes jaar eerder gekozen was, had Thatcher zich in een poging om het potentieel van het particuliere bedrijfsleven te ontsluiten hard opgesteld tegenover de vakbonden. Ze had zich gericht op het intomen van de stijgende kosten van de verzorgingsstaat, met beleid dat op korte termijn de mensen door oplopende werkloosheid en sociale onrust hard raakte. Onvermijdelijk waren Charles’ woorden aanleiding voor verhitte discussies in de pers. De troonopvolger werd beticht van politieke partijdigheid, en niet voor het eerst.

De maand erop deed Charles het nog eens dunnetjes over. Op een conferentie van zakenlieden trok hij van leer tegen de Britse particuliere sector om zijn zelfgenoegzaamheid. Hij zei dat bedrijven niet tijdig leverden en niet maakten wat de klanten wilden hebben. ‘Wat mij werkelijk zorgen baart,’ zei hij, ‘is dat we hard op weg zijn om een vierderangs land te worden.’ De pers ging aan de haal met dat stekelige ‘vierderangs’, om Charles vervolgens nog eens te verwijten dat hij buiten zijn prinselijke boekje ging. Desalniettemin kon Charles zijn voldoening niet verhelen, temeer daar The Times zich in haar hoofdartikel al achter zijn ‘vrijheid om actuele kwesties aan de orde te stellen’ geschaard had, waar de krant nog aan toevoegde dat het feit dat hij prins van Wales was ‘hem geen plicht oplegde tot zwijgen of zich beperken tot vrome platitudes’.

Dat het machtige dagblad Charles zo positief bejegende, had alles te maken met de hoofdredacteur ervan, Charlie Douglas-Home, die, achtenveertig jaar oud, een paar dagen nadat het bewuste hoofdartikel was verschenen aan kanker overleed. Daarmee ontviel Charles niet alleen een geestverwant, maar ook zijn enige bondgenoot binnen de grote nieuwsorganisaties. Charles was aardig en attent geweest tegenover Douglas-Home, had hem in het ziekenhuis opgezocht en cadeautjes en opbeurende brieven gestuurd. In een brief aan een vriend troostte Charles zich ermee dat Charlie was ‘vertrokken op een lange reis naar de andere kant van de wereld’. Hij hoopte hem weer tegen te komen ‘in een of andere onbekende dimensie’.

Het grootste nieuws in de herfst van 1985 was het eerste gezamenlijke bezoek van Charles en Diana aan de Verenigde Staten in november. Tina Brown, de hoofdredactrice van Vanity Fair heette hen vals welkom met een zelfgeschreven bijtend omslagverhaal onder de titel ‘De muis die brulde’. Brown noemde Diana een ‘ijzeren muis’ en bejubelde haar afkeer van Charles’ vrienden, die ze onomwonden te kakken zette. De man die de troon zou beërven ‘betoonde zich een pantoffelheld van hier tot ginder’.

De manie rond het echtpaar Wales werd er allemaal niet minder om. Op 9 november arriveerden ze na bijna twee weken Australië en een korte tussenstop in Hawaii met rode oogjes van de jetlag op de luchtmachtbasis Andrews bij Washington. Daar werden ze verwelkomd door vierduizend mensen, en bij de Noordelijke Portico van het Witte Huis wachtte aan het eind van die zachte ochtend in de late herfst een horde fotografen hen op voor de begroeting door Ronald en Nancy Reagan.

De prins en de prinses gingen naar boven om in de privévertrekken een kopje koffie te gebruiken. Diana zag helemaal niets in het presidentiële paar dat Charles zo bewonderde. De president, die vijftig jaar ouder was dan zijzelf, deed ze af als een ‘Horlicks’, de onder Sloane Rangers gebruikelijke benaming voor saaie ouwe mensen. Reagan en Charles haalden die dag de tussen hen bestaande banden aan tijdens een gesprek van drie kwartier dat hoofdzakelijk ging over de aanstaande topconferentie en Michail Gorbatsjov, de secretaris-generaal van de Communistische Partij van de Sovjetunie.

Die middag ging Charles langs bij het hoofdkwartier van het American Institute of Architects, de beroepsorganisatie van architecten, waar hij een ontmoeting had aangevraagd met als onderwerp de revitalisering van steden. Daar sprak hij met architecten, gemeentefunctionarissen, actievoerders vanuit de gemeenschap en bewoners die zich twintig jaar lang hadden ingespannen om in verval geraakte buurten op te knappen. Hij bestookte ze met vragen, en de antwoorden die hij kreeg sterkten hem in zijn overtuiging dat architecten ‘zich moesten laten sturen door de gemeenschap’. Het betekende een zodanige verbreding van Charles’ interesse in architectuur dat hij zich nu ook met ambitieuze stadsherstelplannen naar het Amerikaanse voorbeeld ging bezighouden.

Die avond gaven de Reagans ter ere van Charles en Diana een galadiner-dansant op het Witte Huis. De prinses zag er betoverend uit in een nauwsluitende jurk van donkerblauw fluweel en een choker van parels met een oogverblindende sluiting van saffier en diamanten. Onder de negenenzeventig personen op de gastenlijst, wat niet veel was naar de maatstaven van het Witte Huis, stonden naast societyfiguren supersterren uit Hollywood en New York: film- en televisieacteurs, architecten, kunstenaars, fotografen, ontwerpers, zangers, dansers, olympische medaillewinnaars, schrijvers, diepzeeduikers en een astronaut. Diana werd geflankeerd door de president en danser Mikhail Baryshnikov, daar neergezet vanwege haar liefde voor het ballet. De first lady had Charles uitverkoren tot tafelheer van haarzelf en operaster Beverly Sills.

Na het eten walste John Travolta, precies zoals Nancy Reagan had voorgekookt, Diana de roze en wit betegelde marmeren vloer van de entreehal rond, terwijl ze van tussen de zuilen bewonderend werden gadegeslagen door de overige gasten. Ze danste ook met Clint Eastwood en Neil Diamond, maar het was haar Saturday Night Fever-moment dat weerklank vond in de pers en zich voor altijd nestelde in de iconografie van Diana.

De volgende dag ging het prinselijk paar naar de National Gallery of Art voor wat de officiële reden van hun komst naar Washington was: een besloten bezoek aan een spectaculaire tentoonstelling getiteld ‘De schatkamers van Groot-Brittannië’, vlak voordat die geopend zou worden. Ze hadden zich opgeworpen als beschermheer en -vrouwe van de tentoonstelling en gaven nu met hun aanwezigheid glans aan de openingsfestiviteiten.

Charles stemde toe in een voor zo’n gelegenheid hoogst ongebruikelijke persconferentie, die nog pijnlijker werd door de zwijgend achter hem gezeten gestalte van de prinses. De hele sessie duurde vijf minuten. In plaats van zich te beperken tot de tentoonstelling, zoals hun was opgedragen, bombardeerden de journalisten Charles met vragen over Diana. ‘Ik ben geen buikspreekpop, dus daar kan ik niets over zeggen,’ antwoordde de prins, die zich ertoe beperkte dat het dansen met John Travolta haar plezier had gedaan.

Toen dat achter de rug was, verdwenen ze naar de jachtgebieden van Virginia en de beslotenheid van Oak Spring, een landgoed van 1600 hectare. Daar waren ze te gast bij de filantroop, kunstkenner en paardenfokker Paul Mellon en diens vrouw Bunny. De Mellons waren goede vrienden van de koningin, die er bijna dertig jaar geleden een soortgelijke privéontvangst ten deel gevallen was.

Diensters in door Hubert de Givenchy ontworpen pakjes serveerden een intieme lunch met onder anderen Jacqueline Kennedy Onassis en John en Caroline Kennedy. Charles kon het meteen goed vinden met Bunny Mellon, een gerenommeerd hovenierster. Voor hem vormden haar tuin en haar ‘prachtig contemplatieve’ bibliotheek vol zeldzame boeken over tuinieren het hoogtepunt. Diana was alleen maar blij aan het gedoe van Washington ontsnapt te zijn.

Na drie hectische dagen vloog het echtpaar Wales naar Palm Beach in Florida. De laatste officiële gelegenheid was een benefietgala ten behoeve van United World Colleges, waarvan Charles nog altijd bestuursvoorzitter was, in het legendarische Breakers Hotel. Organisator was de zevenentachtigjarige voorzitter van Occidental Petroleum, Armand Hammer, die bekendstond om zijn controversiële nauwe banden met de Sovjetunie en zijn schimmige oliedeals met Libië.

Hammer was voor het eerst bij de Charles in de gunst gekomen door in 1978 25.000 dollar aan United World Colleges (UWC) te doneren toen de prins het roer als voorzitter overnam van Dickie Mountbatten. In de herfst van 1982 opende in Montezuma in New Mexico een UWC-campus zijn deuren op 44 hectare door Hammer gefinancierde grond. Met ruim honderd studenten uit achtenveertig landen, de meesten op een volledige beurs, maakte het Armand Hammer United World College of the American West Dickies droom waar van een voet aan de grond in de Verenigde Staten.

Charles paarde gewiekstheid in het lospraten van geld bij willige weldoeners op riskante wijze aan een hang naar het gezelschap van de superrijken met al hun voorrechten, iets waar zijn ouders geen van beiden naar taalden, zonder zich druk te maken over waar al die weelde vandaan kwam. Het was een terugkerend patroon in zijn leven: hij maakte ten volle gebruik van gratis aangeboden jachten, vluchten met privévliegtuigen en landgoederen om privé vakantie op te houden. Nu en dan bleek een van zijn relaties niet te deugen en dan kreeg Charles ervanlangs in de pers.

Zo was het ook met de ophef die het gala in Palm Beach veroorzaakte. Diverse figuren van gewicht waarschuwden dat Hammer een communistenvriend was. Meer dan één lid van de plaatselijke society verliet met opgestoken zeilen spoorslags de stad. De dag voordat het prinselijk paar zou aankomen vitte de pers op het aura van bevoorrechting dat om hun bezoek hing, waarbij ze zouden ‘lunchen met miljonairs, theedrinken met miljonairs en dineren met miljonairs’.

Charles en Diana haalden dankzij 400 gasten die per paar ten minste 10.000 dollar voor het feest neertelden 4 miljoen dollar op voor UWC in New Mexico. Tussen alle internationale societyfiguren, entertainmentveteranen als Merv Griffin, Bob Hope en Victor Borge, en Hollywoodgrootheden als Cary Grant en Gregory Peck, stal tv-ster Joan Collins de show met een zwarte strapless jurk en een enorm diamanten collier. Charles bekende later dat hij oog in oog met haar peilloze decolleté met ‘alles opgehesen en op een presenteerblaadje tentoongesteld’ niet goed wist waar hij moest kijken.

In zijn praatje bij het diner prees hij de UWC voor hun inspanningen om natuurlijke vijanden als Arabieren en Israëli’s te leren samenleven. Maar daarna begon hij een verongelijkte, defensieve toon aan te slaan en sprak hij bestraffend over critici van de Colleges die ‘volslagen onzin’ debiteerden als ze de UWC een ‘persoonlijke hobby’ van Mountbatten noemden en een ‘elitair opvoedingsexperiment’. Naderhand gaf hij toe dat hij zich door boosheid had laten leiden. Maar hij dacht dat het publiek ‘geëlektriseerd’ was door zijn tegenaanval en nam zich voor dat middel vaker te gebruiken.

Ondanks dit vertoon van verongelijktheid léken hij en Diana op de dansvloer onder de tonen van ‘This Could Be The Start of Something’ wel degelijk een gelukkig paar. Charles, trots op zijn ballroom-kwaliteiten, bracht met zijn complexe lichtvoetigheid zijn vrouw aanvankelijk in de war, maar toen ze eenmaal hun draai gevonden hadden, betoverden ze de andere aanwezigen, die de dansvloer aan het paar lieten om Charles de kans te geven zijn fraaie figuren uit te voeren. Het was geen sterrenoptreden à la John Travolta, maar voor Palm Beach was het goed genoeg.

De onmin tussen prins en prinses duurde onverminderd voort, terwijl de buitenwacht zich verlekkerde met Diana’s aura van glamour en mysterie en genoot van haar achteloze moderniteit, die schril contrasteerde met haar echtgenoot die altijd in de plooi bleef. Het huispersoneel van het paar – de huishoudelijke hulpen, kleedsters, lakeien en butlers – moesten aanzien hoe de echtelieden op weg naar hun vijfde trouwdag steeds verder uit elkaar dreven. Charles deelde zijn ongeluk met zijn bondgenoten, die hij vertelde over de vijandigheid van Diana en het wispelturige gedrag dat schuilging achter de schijnbaar onaantastbare rust en charme die ze bij koninklijke optredens tentoonspreidde.

Tegen 1986 hadden de meeste van Charles’ vrienden die door Diana de deur uit gezet waren, zich weer naar binnen weten te werken in zijn slechts voor bepaalde bevoorrechten toegankelijke heilige der heiligen, met uitzondering van het echtpaar Parker Bowles. Heel wat van hen hadden ondanks hun uitsluiting van jachtpartijen en diners contact gehouden met de prins. Kanga Tryon was een van de eersten die weer openlijk verwelkomd werd, nota bene door Diana, die een met veel publiciteit omringd bezoek bracht aan haar kledingboetiek in Londen.

De maand februari bracht de prins opnieuw naar de Verenigde Staten voor een zesdaags bezoek aan Texas en Californië. Buitenlandse reizen maakte hij steeds vaker alleen, om te kunnen doen wat hij wilde zonder afgeleid te worden door de magnetische aanwezigheid van de onberekenbare Diana. Walter en Lee Annenberg trakteerden hem op een tweede weekend in Palm Springs. Daar werkte hij een ochtend lang aan de rand van het zwembad aan zijn teint, om ’s middags een demonstratiepartij polo te spelen. Zijn team won, en toen hij bestormd werd door een menigte bewonderaars leek even of de jaren zeventig waren teruggekeerd.

De Annenbergs gaven op hun landgoed Sunnylands een exclusief diner-dansant om een miljoen dollar binnen te halen voor Operation Raleigh, een educatieve liefdadigheidsstichting die Charles het jaar daarvoor vooral dankzij steun van de Annenbergs had opgezet. Die stichting beoogde garant te staan voor vierduizend ‘deelnemers’ van rond de twintig die mee wilden op wetenschappelijke en archeologische expedities naar de verste hoeken van de wereld.

Bij een viering van het honderdvijftigjarig bestaan van Texas begeleidde Charles Nancy Reagan naar een diner in Dallas. Na afloop vonden ze tijd voor een tête-à-tête. ‘Hij gaf aan dat het niet alles koek en ei was, dat Diana niet de jonge vrouw was die hij gedacht had,’ herinnerde de first lady zich. Na terugkomst in Engeland ging hij in een brief aan een vriend nog verder door zijn ‘vertwijfeling’ te onthullen over het feit dat Diana zo ongelukkig was.

Wanner Charles een weekend op Highgrove doorbracht, reisde hij er op donderdag heen en ging hij op maandag weer weg, terwijl Diana in haar eentje met de jongens op vrijdag aankwam en zondag weer vertrok. Charles bracht zijn dagen buiten door in de tuin en op de nabijgelegen boerderij, en hield toezicht op Williams rijlessen op een van prinses Anne geleende shetlandpony. Als William en Harry met hun vader op de Home Farm langsgingen, liepen ze langs de Fourteen Acre, een van Charles’ favoriete akkers. Ze zagen lammetjes geboren worden, leerden de rasnamen van Charles’ zeldzame varkens en raakten gewend aan het tinkelen van Zwitserse koebellen aan de nek van de Aberdeen Angus-runderen.

Zonder succes probeerde Charles bij zijn zoons belangstelling te wekken voor hun eigen groentetuintjes, net zoals die langs de achtermuur van Buckingham Palace waar hij en Anne als kind voor gezorgd hadden. Maar ‘Hollyrood House’ boven in de oude hulstboom in de tuin was een doorslaand succes. Charles organiseerde met William en Harry zelfs een heuse ‘inwijding’ van de boomhut, compleet met een lint dat doorgeknipt moest worden. Het trio speelde vaak in de tuin met Charles’ jackrussellterriërs.

Tuin noch boerderij vermocht Diana te boeien, of het moest zijn om lange wandelingen alleen te maken. ‘Als je haar in de tuin tegen het lijf liep,’ zei hoofdhovenier David Magson, ‘keek ze naar de grond en liep door.’ Meestal zat ze in de zitkamer naar de televisie te kijken of tijdschriften te lezen, en hulde ze zich in vechtlustig stilzwijgen of voer ze uit tegen het personeel. Ze at vaak van een dienblad, alleen in haar slaapkamer. Tegen de tijd dat ze op zondag William en Harry weer mee terugnam naar Londen was ze strijk en zet in tranen.

’s Winters ging Charles jagen in verre uithoeken van het land, maar ook vlak bij huis. In knickerbocker, vest en laarzen at hij een spartaans ontbijt van kruidenbrood en thee met honing voordat hij zijn donkerblauwe Windsorjagersjas met rode kraag en manchetten aanschoot. Als hij ver weg moest, maakte de kok een lunchtrommel klaar met wat salade, een broodje, fruit, havermoutkoekjes, appelsap en ‘verfrissende citroendrank’, een brouwsel van citroensap en geschaafde citroenschil, water, suiker, epsomzout, citroenzuur en wijnsteenzuur.

Meestal kwam hij pas ver na donker thuis, soms met een stel vrienden in zijn kielzog. Dan werd het whisky drinken en gekookte eieren eten. Volgens het hoofd van de huishouding at Charles uitsluitend drieminuteneitjes. De kok kookte er als regel wat extra en gooide de exemplaren die niet helemaal aan de criteria van de prins voldeden weg.

Charles stelde al even precieze eisen aan alles wat hij at. Op werkdagen bestond zijn ontbijt gewoonlijk uit een handje van een speciaal mengsel van tarwekiemen en ontbijtgranen, verschillende soorten honing en jam op een zilveren blad, een paar partjes geschild fruit en thee. Geen lunch. ‘Ik kom tot niets meer als ik ga lunchen,’ zei hij, ‘ik heb er geen behoefte aan’. Bij de thee had hij liefst vruchtencake, zijn favoriete avondmaaltijd bestond uit salade met een gekookt ei, en zijn dry martini’s werden gemixt door een van zijn beide butlers.

Als hij ergens voor het diner was uitgenodigd, zelfs als het was op de residentie van een zwaargewicht als de Amerikaanse ambassadeur, droeg zijn persoonlijke beveiliger de martini mee in een speciaal tasje. Nam hij ’s avonds de koninklijke trein voor een afspraak de volgende dag, dan werd een gepofte aardappel klaargemaakt bij wijze van souper. Vaak nam hij als hij een weekendje naar vrienden ging zijn eigen kok mee, ook als die vrienden zelf over keukenpersoneel beschikten. Bij banketten werd er altijd speciaal voor hem iets klaargemaakt, compleet met zijn eigen toekruiden. Ooit zag een vrouw die naast hem zat bij een diner op Windsor Castle een verguld zilveren kommetje bij zijn bord staan en vroeg ‘Hoogheid, wat is dat?’ ‘Och,’ antwoordde hij in alle argeloosheid, ‘dat is mijn zout. Mijn mensen zorgen zo goed voor me, ze nemen altijd mijn zout voor me mee.’

In de lente en zomer van 1986 stortte Charles zich met merkbare ijver op het polospel. Hij zei vaak dat hij zonder die sport ‘knettergek’ zou worden. De aantrekkingskracht ervan zat hem voor Charles naast de competitieve uitdaging vooral in het alomvattende beroep dat het spel op zijn vermogens deed. Clare Milford Haven, de polospelende echtgenote van Charles’ neef George, noemde het ‘agressieve meditatie’, omdat het spel zo snel ging dat het opperste concentratie vereiste.

Ook ontwikkelde Charles de gewoonte om apart op vakantie te gaan, voor het eerst in april 1986 toen hij een korte privéreis maakte naar Villa La Foce in Toscane. Voortaan zou hij tientallen jaren lang elk voorjaar en elke zomer een paar dagen bij rijke vrienden in Italië en Frankrijk doorbrengen om er te schetsen en te aquarelleren. Hij mocht zich graag verbeelden dat de ‘kale en lege’ landschappen onveranderd gebleven waren sinds ze in de dertiende en veertiende eeuw de achtergrond gevormd hadden van religieuze schilderingen.

Diana en hij gingen in mei opnieuw voor een koninklijk bezoek naar Canada. Op een kunstfestival in Saint George in British Columbia sprak Charles over de noodzaak om zich te concentreren op sereniteit. ‘Diep in de ziel des mensen,’ zei hij, ‘rust het beeld (...) van een spiegelglad meer, de schoonheid en harmonie van het heelal.’ Zijdelings refereerde hij aan hoe hij er zelf aan toe was toen hij daaraan toevoegde: ‘Maar vaak worden die schoonheid en die harmonie verduisterd en verstoord door onverklaarbare stormen.’

De kranten reageerden met minachting op deze uitspraken en Charles was onaangenaam getroffen. Na bijna twintig jaar in de pers besproken te zijn, en sinds zijn huwelijk met Diana ook nog zo vaak negatief, had Charles nog altijd een hopeloos dunne huid. Naïef en rancuneus tegelijk, begreep hij soms wel hoe zijn woorden zouden vallen, maar soms had hij er ook geen idee van; dat kreeg je van een leven onder de kaasstolp van het hof, waar hij slechts zelden werd tegengesproken.

Twee dagen later kwam hij met Diana aan in Vancouver voor de opening van de wereldtentoonstelling Expo 86. Toen ze in gezelschap van gouverneur George Deukmejian het paviljoen van Californië betraden, leek de prinses stiller dan gewoonlijk. De gouverneur keek met toenemende ongerustheid toe hoe Diana ‘dichter naar haar man toe ging en hem een soort klopje op de arm gaf en iets tegen hem begon te zeggen, en flauwviel’. Ze zeeg ‘stijlvol’ ineen terwijl Charles haar vastgreep en ‘zo’n beetje opving’, zei Deukmejian. Zo brak hij haar val en voorkwam daarmee ernstig letsel.

Wat de gouverneur gezien had, haalde de media niet. Volgens de Britse pers werd Diana gered door ‘iemand’ achter haar, en het instinctieve gebaar van Charles verdween in het niet onder het geweld van de analyses van wat volgde. Pas nadat ze een paar minuten lang op de grond gelegen had werd Diana naar een zijvertrek geholpen om op adem te komen, terwijl Charles als een ijzeren hein voortging met de bezichtiging van het paviljoen.

De hofdokter onderzocht Diana en er kwam een ambulance, maar ze voelde zich goed genoeg om op eigen kracht naar hun gereedstaande limousine te lopen. Journalisten merkten op dat ze er verhit en vermoeid uitzag. De sensatiebladen bliezen het voorval op tot voorpaginanieuws, met als verklaring dat Diana ‘door het gehaast van hot naar haar tijdens de reis onder grote druk was komen staan’.

Later beweerde Diana dat Charles haar een uitbrander gegeven had, en insinueerde ze dat ze met opzet was flauwgevallen. Anderen in het gevolg hadden niets van een standje gezien, maar ze zagen wel dat het huwelijk zich op een keerpunt bevond. De afstandelijkheid die het huispersoneel al eerder gewaargeworden was, drong nu ook door tot de adviseurs. Anne Beckwith-Smith, haar hofdame, zag Charles voor het eerst onverschillig reageren toen ze flauwviel. ‘Er was iets verdwenen uit hun relatie,’ had Beckwith-Smith zich gerealiseerd.

Na vijf grotendeels ongelukkige jaren had Charles het inderdaad opgegeven. Hij was er, ook al werd het door Diana betwist, diepgaand van overtuigd dat hij, zoals iemand van het personeel het uitdrukte, zich voor haar ‘in alle mogelijke bochten gewrongen had’, maar er kwam eenvoudig geen eind aan haar verlangens. Diana had een hekel aan bijna alles wat haar echtgenoot na aan het hart lag: zijn liefde voor het buitenleven, zijn polo, zijn schilderijen en zijn tuinieren. Ze had opera wel enigszins leren waarderen, maar Shakespeare zei haar niets. Architectuur kon haar niet boeien en de alternatieve geneeskunst of het milieu evenmin. Ze sprak sarcastisch over hem als ‘het Wonderkind’ en ‘de Hoop voor de Toekomst’.

‘Wat is het toch vreselijk als je niet bij elkaar past,’ schreef hij aan een van zijn vrienden. ‘Hoe afschuwelijk destructief kan dat zijn voor de spelers in dit uitzonderlijke drama.’ Ondanks alles wat hij tegenover iedereen had verklaard over grilligheden van een koninklijk huwelijk, het belang ervan voor de toekomst van de monarchie en zijn naïeve hoop dat dat de banden van plichtsbesef en zorg voor de kinderen nog tot een soort liefde binnen een gearrangeerde verbintenis zouden kunnen leiden, had hij een grimmige conclusie getrokken: zijn huwelijk met Diana was ‘onherstelbaar kapot’.

Prins Charles
cover.xhtml
bee.html
Section0001.html
Section0002.html
Section0003.html
Section0004.html
Section0005.html
Section0006.html
Section0007.html
Section0008.html
Section0009.html
Section0010.html
Section0011.html
Section0012.html
Section0013.html
Section0014.html
Section0015.html
Section0016.html
Section0017.html
Section0018.html
Section0019.html
Section0020.html
Section0021.html
Section0022.html
Section0023.html
Section0024.html
Section0025.html
Section0026.html
Section0027.html
Section0028.html
Section0029.html
Section0030.html
Section0031.html
Section0032.html
Section0033.html
Section0034.html
Section0035.html
Section0036.html
Section0037.html
Section0038.html
Section0039.html
Section0040.html
Section0041.html
Section0042.html
Section0043.html
Section0044.html
Section0045.html
Section0046.html
Section0047.html
Section0048.html
Section0049.html
Section0050.html
Section0051.html
Section0052.html
Section0053.html
Section0054.html
Section0055.html
Section0056.html
Section0057.html
Section0058.html
Section0059.html
Section0060.html
Section0061.html
Section0062.html
Section0063.html
Section0064.html
Section0065.html
Section0066.html
Section0067.html
Section0068.html
Section0069.html
Section0070.html
Section0071.html
Section0072.html
Section0073.html
Section0074.html
Section0075.html
Section0076.html
Section0077.html
Section0078.html
Section0079.html
Section0080.html
Section0081.html
Section0082.html
Section0083.html
Section0084.html
Section0085.html
Section0086.html
Section0087.html
Section0088.html
Section0089.html
Section0090.html
Section0091.html
Section0092.html
Section0093.html
Section0094.html
Section0095.html
Section0096.html
Section0097.html
Section0098.html
Section0099.html
Section0100.html
Section0101.html
Section0102.html
Section0103.html
Section0104.html
Section0105.html
Section0106.html
Section0107.html
Section0108.html
Section0109.html
Section0110.html
Section0111.html
Section0112.html
Section0113.html
Section0114.html
Section0115.html
Section0116.html
Section0117.html
Section0118.html
Section0119.html
Section0120.html
Section0121.html
Section0122.html
Section0123.html
Section0124.html
Section0125.html
Section0126.html
Section0127.html
Section0128.html
Section0129.html
Section0130.html
Section0131.html
Section0132.html
Section0133.html
Section0134.html
Section0135.html
Section0136.html
Section0137.html