24

EEN ONALLEDAAGSE PELGRIM

In april verdiepte Charles’ spirituele zoektocht zich toen hij de eerste van een reeks van zes pelgrimages naar de oosters-orthodoxe monastieke enclave op de berg Athos ondernam, een ruig 45 kilometer lang schiereiland in Noordoost-Griekenland dat oprijst tot een hoogte van ruim 2000 meter. Meer dan duizend jaar lang was het bezinningsoord de heiligste plaats van de orthodoxe christenheid geweest, waar vrouwen geen toegang hadden en dat door monniken als quasi-onafhankelijke republiek bestuurd werd. Zelfs vrouwelijke boerderijdieren waren er niet toegestaan. Het gebied was alleen over zee te bereiken en aan alle toegelaten mannelijke bezoekers werd een visum verstrekt voor vier dagen.

Charles had een natuurlijke affiniteit met de religie die zijn vader had opgegeven toen hij voorafgaand aan zijn huwelijk in 1947 anglicaans werd. Nadat Philips ouders in de jaren dertig uit elkaar gegaan waren, had zijn moeder, prinses Alice, zich weer in Athene gevestigd. Ze kleedde zich van toen af in een nonnenhabijt en stichtte de orthodoxe verpleegstersorde die meer dan twintig jaar lang haar roeping zou blijven. De laatste drie jaren voor haar dood in 1969 woonde ze op Buckingham Palace, nog altijd dagelijks gekleed in haar grijze gewaad. Als adolescent had Charles haar devote religiositeit gezien, die ze in haar eigen orthodoxe kapel in het paleis beleed.

Van zijn vader wist Charles van het bestaan van Athos, maar het waren anderen die hem er nieuwsgierig naar maakten. De componist sir John Tavener, een vriend van de prins, had zich tot het orthodoxe christendom bekeerd en verwerkte de hypnotiserende gezangen die er deel van uitmaakten in zijn muziek. De negentiende-eeuwse kunstenaar en dichter Edward Lear maakte aquarellen van de kloosters op Athos en het rotsige, ontoegankelijke landschap. Charles was een groot bewonderaar van Lear; in 1991 had hij een voorwoord geschreven bij een boek over Lears schilderkunst. Robert Byron, die een van Charles’ meest geliefde schrijvers was, had de allure van de kapellen en kloosters op het schiereiland, de fresco’s en de rijkversierde mozaïeken, de met juwelen bezette iconen en de baardige monniken in hun lange zwarte habijten en cilindrische hoofddeksels, treffend weten te verwoorden.

De grootste invloed had Charles’ schilderleraar en vriend Derek Hill. Hill was sinds de late jaren zeventig jaarlijks op bedevaart gegaan en vertelde Charles van de ‘sublieme’ vredigheid en stilte die in de oeroude kloosters heerste. De prins werd in 1994 lid van de charitatieve instelling Friends of Mount Athos en vier jaar daarna ging Hill met hem mee naar de heilige berg, een reis die ze al sinds de lente voorafgaand aan de dood van Diana aan het plannen waren.

De prins van Wales was geen alledaagse pelgrim. Hij arriveerde in het gezelschap van zijn beveiligingsagent per speedboot vanaf de Alexander, het honderd meter lange jacht van de Griekse scheepvaartmiljardair John Latsis, een weldoener die hem jaarlijks op een cruise in de Adriatische of Egeïsche Zee, of elders in de Middellandse Zee trakteerde. Stapels koffers, aktentassen, weekendtassen en rugzakken tuimelden de kade op, inclusief een tas met een satelliettelefoon om zo nodig contact te kunnen houden met Camilla en zijn adviseurs.

In de loop van bijna tien jaar bezochte Charles verschillende keren een stuk of vijf van de twintig over het hele schiereiland verspreid liggende kloosters, die bewoond werden door zo’n tweeduizend celibataire monniken die hun dagen en nachten wijdden aan handarbeid en gebed. Het liefst kwam hij in het uit de tiende eeuw daterende, aan zee gelegen Vatopedi-klooster, het meest welvarende en comfortabele van het schiereiland. Achter de hoge muren leek het een middeleeuws dorp, met een klokkentoren die de Byzantijnse tijd aangaf, dus telkens werd gelijkgezet met de zonsondergang.

Er werd van Charles verwacht dat hij zich voegde in het levensritme van het klooster, dat ’s ochtends voor dag en dauw begon met geratel van een ingekerfd stuk kastanjehout dat monnik en pelgrim opriep tot het ochtendgebed. Die oeroude oproep klonk opnieuw voor de vespers, een ceremonie bij kaarslicht in de hoofdkerk, met zijn marmeren vloeren en muren vol fresco’s, een verguld altaar en de geur van wierook en bijenwas.

De prins gebruikte het ontbijt en het avondmaal met de ongeveer honderd broeders in de refter, al werd zijn eten bereid door zijn beveiliger. De maaltijden duurden een minuut of tien en verliepen in stilte, afgezien van een monnik die voorlas uit heilige geschriften. Charles maakte aquarellen, wandelde door dichte bossen en bad urenlang. De afzondering van Athos, al was het maar voor een paar dagen, bood hem de gelegenheid om afstand te nemen van de dagelijkse wereld om hem heen, weer contact te maken met de natuurlijke orde der dingen en zich te verliezen in tijdloze rituelen. Hier kon hij net zo ouderwets zijn als hij wilde. De geconcentreerde en rigoureuze devotie van de monniken gaf hem nieuwe geestelijke kracht. Wat hij noemde de ‘eeuwige wijsheid van de vaderen van Athos’ inspireerde hem. Hij verklaarde dat hij op de heilige berg zijn ‘verloren balans’ kon ‘hervinden’. Doorgaans kwam hij overlopend van nieuwe ideeën van zijn reizen terug, maar terug uit Athos zei hij nooit veel over wat hij had gevoeld en bespeurd. Voor Charles betrof het een volledig innerlijke beleving.

Bij het hervatten van de openlijke omgang met Camilla ging Charles omzichtig te werk. In maart 1998 trad ze voor het eerst op als zijn gastvrouw bij een exclusief feestje op Sandringham, dat op de uitnodiging met daarop in reliëf zijn wapen werd aangeprezen als ‘Een weekend van cultuur en reflectie’.

Net als vele jaren later in Downton Abbey werden de gasten die op het station van King’s Lynn arriveerden opgehaald door auto’s met chauffeur. Elke slaapkamer werd opgevrolijkt door verse bloemen en had een persoonlijk kamermeisje dat op verzoek ook waste en streek. Lunch bood de prins aan in een boshut die gewoonlijk dienstdeed bij jachtpartijen. Bij het diner – heren in smoking, dames in het lang – kwamen wijnen uit de kelders van Highgrove op tafel en gerechten van biologische ingrediënten afkomstig van de boerderij en de tuinen van zijn landgoed. Charles droeg in plaats van de gebruikelijke smoking de marineblauwe jas met rode kraag en manchetten van het Windsoruniform.

Op een avond trad een strijkkwartet op van het Royal College of Music en schrijver John Julius Norwich las fragmenten van Robert Browning, Rudyard Kipling en wijlen Charles’ vriend John Betjeman, de poet laureate wiens ‘mantel’ als voorvechter van het behoud van historisch erfgoed volgens de prins ‘om mijn schouders is komen vallen’. De ambiance was ‘welbewust edwardiaans’, schreef Aileen Mehle in het New Yorkse mode- en societymaandblad W. Mehle vond Charles en Camilla ‘merkwaardig aandoenlijk (...) duidelijk een stel maar moeten toch omwille van het protocol en, vermoedt men, een gedeeld schuldgevoel een ingehouden formaliteit jegens elkaar betrachten’.

De stille kracht achter de schermen was dat weekend Michael Fawcett, de rijzende ster die zorgde dat alles voldeed aan de normen van de veeleisende Charles. De prominente rol van deze vijfendertigjarige huisknecht was des te merkwaardiger omdat hij nog maar een paar weken eerder bijna zijn baan was kwijtgeraakt. Er was geklaagd over lomp en ruw optreden, waarop Fawcett na zeventien jaar trouwe dienst aan het koningshuis in tranen zijn ontslag had ingediend.

Maar de door velen verafschuwde bediende werd gered door Camilla, voor wie hij in de loop der jaren een onmisbaar factotum was geworden. Ze kreeg Charles ertoe nog eens goed over de zaak na te denken, waarop Charles zich bedacht en weigerde Fawcett te laten vertrekken. Fawcett zou de prins daarvoor terugbetalen met loyaliteit en keihard werken, maar evengoed met schadelijke verwikkelingen en intriges, zoals je bij de onveranderlijk middeleeuwse toestanden die heersten op Charles’ secretariaat kon verwachten.

De wederopstanding van Fawcett was een teken van het gewicht dat Camilla inmiddels had. Ze figureerde onophoudelijk in Charles’ blikveld en oordeelde over het personeel. ‘Zij had de broek aan en hij liet je dat weten ook,’ zei een van de voornaamste leden van zijn staf. Julia Cleverdon was getuige van een proeve van de invloed van Charles’ minnares toen ze dat voorjaar Camilla voor het eerst in levenden lijve zag. De prins moest naar een benefiet-golftoernooi om namens The Prince’s Trust een check van een miljoen pond in ontvangst te nemen, maar hij had het die zaterdagmiddag uitstekend naar zijn zin op Highgrove en weigerde te gaan. Toen Cleverdon arriveerde om hem naar het evenement de vergezellen was hij ‘spinnijdig’.

Tot verrassing van Cleverdon kwam Camilla tussenbeide. ‘Kom op, zeg,’ zei ze. ‘Wie anders kan daar nou met een helikopter in drie kwartier even heen? Je bent nog voor de thee terug. En dan, een cheque van een miljoen? Ik wou dat ik dat per dag verdiende.’ Charles lachte en deed wat er van hem verwacht werd.

De omstandigheden hadden Camilla kwetsbaar gemaakt en afhankelijk van de steun en bemoediging van Mark Bolland. Hij was aardig voor haar toen de rest dat niet was. Hij was gecharmeerd van haar bescheidenheid en geduld. Bolland vond dat zij meer in de echte wereld stond dan de meeste ‘domkoppen’ rond de prins. Toch bleef hij haar zien als een enigma dat graag wat mysterieus deed. Haar gelofte van zwijgzaamheid kwam ‘zó uit het handboek voor koninklijke dames’. Ze hoefde haar gedrag niet uit te leggen of om goedkeuring te bedelen, zoals Diana gedaan had. ‘Ze hebben mij altijd geleerd om door te gaan en niet in een hoekje te gaan zitten kniezen,’ vertelde ze een vriendin.

Op Highgrove was Camilla steeds nadrukkelijker aanwezig. In juni 1998 stond ze naast de prins bij een ontvangst voor Griekse hoogwaardigheidsbekleders. Charles was er eindelijk in geslaagd om haar zover te krijgen dat ze in zijn huis niet meer rookte, maar regelmatig lapte ze de regels aan haar laars. Op een avond ging Charles na een diner met Eileen Guggenheim de honden uitlaten en ‘Camilla stak een sigaret op en stak haar hoofd bijna in de open haard’.

Camilla had wat kleding liggen in St. James’s Palace, waar ze een paar keer per week overnachtte. Daar zat ze ook geregeld samen met een van Charles’ adviseurs stiekem te roken. Soms ging daardoor het brandalarm af.

Het werd gewoonte dat Camilla de meeste tijd ver van alles op Raymill doorbracht, iets dat ook na hun huwelijk zo zou blijven. Daar kon ze naar hartenlust sloddervossen, voorbijzien aan de gerafelde vloerkleden, in gemakkelijke plunje rondhangen en aan haar Marlboroverslaving toegeven. Ze rookte anderhalf pakje per dag en de asbakken op haar antieke tafels lagen altijd vol peuken. Ze mocht ook graag in haar eentje ontvangen; ze gaf intieme, ongedwongen lunches die ze vaak zelf bereidde.

Nu ze zo vaak in Charles’ huizen kwam, moest ze William en Harry wel tegenkomen, iets waar Camilla als een berg tegen opzag, omdat ze nooit aan de jongens was voorgesteld. Met William kwam het ervan in de salon van York House toen hij op 12 juni 1998, nadat hij zijn examens op Eton had afgerond, naar Londen was gekomen. Het was maar een paar dagen voor zijn zestiende verjaardag, koud negen maanden na het overlijden van Diana.

Toen een jaar eerder ‘Operatie PB’ op stoom kwam, had Charles het met zijn zoons over een ontmoeting met Camilla gehad. Jarenlang hadden beiden het niet-aflatende misprijzende commentaar van hun moeder op de geliefde van hun vader over zich heen gekregen. Diana hield zich bepaald niet in, en ze had zeker in de laatste jaren vooral met William onverstandig veel gedeeld over zowel haar eigen liefdesleven als dat van haar man. In mei 1997 was er geen twijfel aan geweest dat noch William noch Harry ervoor voelde om met Camilla kennis te maken.

Charles bereikte in de lente daarop een doorbraak toen hij met zijn zoons bij de koningin-moeder op bezoek was op Birkhall in Schotland. De prins had zijn petekind Tom Parker Bowles, toen tweeëntwintig, en zijn negentienjarige zus Laura gevraagd om ook een weekend te komen. De vier bleken goed met elkaar overweg te kunnen en die nieuwe kameraadschappelijkheid hielp de lucht te klaren. Twee maanden later gaf William aan dat hij eraan toe was om Camilla te ontmoeten. Zij wilde zo graag een goede indruk maken dat ze stond te ‘trillen als een espenblad’.

Het werd een vriendelijk gesprekje over koetjes en kalfjes, met thee en frisdrank, dat een half uur duurde en zonder wanklank verliep. Maar Camilla was de kamer nog niet uit of ze verzuchtte: ‘En nu moet ik echt een gin-tonic.’ Nu het ijs gebroken was, ontmoetten de twee elkaar binnen een maand nog twee keer, eenmaal spontaan bij de thee en eenmaal bij een door Charles georganiseerde lunch. Niet lang daarna volgden er ontmoetingen met Harry.

William vierde zijn zestiende verjaardag in kleine kring op Balmoral. De bladen berichtten verrukt over hun blauwogige ‘prince charming’, zoals de kop op de uitneembare kleurenposter in The Sun luidde, die al 1,85 meter was en nog altijd in de groei. Om aan hun honger naar nieuwtjes tegemoet te komen beantwoordde hij een aantal schriftelijke vragen. Zijn antwoorden waren veilig alledaags. Hij hield van technomuziek, van fastfood, computerspellen, paarden en Widgeon, zijn labrador. Hij hoopte in Afrika op safari te gaan, wat met de Van Cutsems weldra ook zou gebeuren, en hij stond erop zijn eigen ‘moderne’ kleding te kopen. Daarmee wilde hij maar zeggen: geen double-breasted pakken, wel veel spijkerbroeken en poloshirts.

Bijna een maand lang werd de eerste ontmoeting met Camilla op York House voor de buitenwereld verborgen gehouden, totdat, zo werd destijds gezegd, Amanda MacManus, een sinds september daarvoor in dienst getreden drieënveertigjarige persoonlijk assistente van Camilla, erover repte tegen haar man James, die een managementfunctie bij The Times bekleedde. Hij vertelde een en ander door aan een collega en The Sun openbaarde het nieuws in juli.

The Sun gaf details die alleen maar van een goed ingelichte bron ten paleize konden komen. Andere journalisten ontdekten het bestaan van Mark Bollands campagne om het beeld dat het sceptische publiek van Camilla had op te poetsen. William was kapot van wat de kranten allemaal schreven, ook al stelde de hoofdredactie van The Sun op verzoek van Charles de publicatie een etmaal uit zodat hij zijn zoon zelf kon waarschuwen voor wat er op hem afkwam.

In werkelijkheid was het Sandy Henney, de toenmalige perssecretaris onder Bolland, die William het nieuws moest brengen. Die was ondersteboven en wilde weten hoe het had kunnen gebeuren. ‘Het was een moment van grote betekenis,’ zag Henney, ‘omdat hij nog maar kort geleden zijn moeder verloren had, en hij wist wat de media in háár leven hadden aangericht.’ Henney merkte op dat het William ‘het gevoel had dat hij gebruikt was om de belangen van zijn vader te dienen’.

Een vriend van de prinsen verklaarde dat ze allebei ‘vonden dat de media hun moeder de dood in hadden gejaagd. Dat was niet maar een vaag gevoel, ze meenden letterlijk dat dat het geval was.’ Het gevolg was dat voor William de bescherming van zijn persoonlijke privacy ‘bijna een obsessie’ werd.

Amanda MacManus nam de schuld op zich en nam twee weken later ontslag. Camilla gaf voor het eerst een verklaring uit – ze had zich nog nooit uitgesproken onder de aegis van het secretariaat van de prins – waarin ze toegaf dat de positie van haar assistente ‘onhoudbaar was geworden’. Maar al in november werd MacManus weer stilletjes in dienst genomen, waarna ze rotsvast deel bleef uitmaken van het hechte groepje assistenten van haar bazin.

Het vrolijkste openbare optreden van Charles sinds de dood van Diana kwam op 6 juli 1998 bij het tweede rockgala van The Prince’s Trust in Hyde Park. Hij kwam in zijn Bentley en wachtte onder het podium terwijl Linford Cristie, die olympisch goud had gewonnen op de honderd meter sprint, het honderdduizendkoppige publiek opzweepte om zo hard te schreeuwen dat de prins het zou horen. Om vlot over te komen deed Charles de knopen van zijn double-breasted grijze pak los, hoewel das en pochet onberispelijk op hun plaats bleven, terwijl hij stond te lachen, te grijnzen en te gebaren naar Cristie, die de menigte voorging op weg naar een nieuw wereldrecord schreeuwen. De meer dan twintig optredende bands en artiesten doneerden hun gage voor het goede doel.

Vanaf het midden van de zomer lag de nadruk op het secretariaat van de prins op de voorbereidingen voor de vijftigste verjaardag van Charles in november 1998. Hij gaf uitgebreide interviews aan Adam Nicolson van The Sunday Telegraph en Warren Hoge, de chef van de Londense vestiging van The New York Times. Hoge kreeg herhaaldelijk te horen, onder meer van de prins zelf, hoe bevoorrecht hij was omdat hij pas de tweede journalist was die ooit met Charles mee had mogen rijden in de koninklijke trein. Voor Panorama was Gavin Hewitt van de BBC een reportage aan het maken onder de titel Prince Charles at 50: A Life in Waiting, en ook London Weekend Television (LWT) was bezig aan een programma dat Charles at 50 heette. Hewitt sprak meer dan twaalf keer met paleisfunctionarissen, die voor hem interviews regelden met adviseurs en vrienden als Eric Anderson. Met het fiasco van Dimbleby nog scherp in de herinnering, zag Charles ervan af om zelf voor de camera te verschijnen, al voerde hij met Hewitt wel een achtergrondgesprek van een uur. Een aantal jaren later onthulde de producer dat Charles geklaagd had dat het Britse publiek hem ‘pijnigde’ vanwege zijn verhouding met Camilla.

De doorgewinterde biografen Penny Junor en Anthony Holden werkten aan boeken die ter gelegenheid van het bereiken van de mijlpaal moesten uitkomen. Holden, die vanwege zijn onverholen antimonarchistische opvattingen nog altijd niet welkom was, werd door The New York Times afgeschilderd als de ‘even ongewenste als hardnekkige schaduw’ van de prins. Toen hij onverwachts deel bleek uit te maken van het perscontingent dat meevloog naar Zuid-Afrika, keurde de prins hem geen blik waardig.

Achter de schermen bleef Bolland kruimels strooien. ‘Hij vond het heerlijk om aan allerlei touwtjes te trekken en met de pers te spelen,’ herinnerde Junor zich. Charles beschouwde Bollands machinaties als een noodzakelijk kwaad. De prins las nog altijd niets van wat er over hem in de kranten verscheen, maar hij ging wel op een intelligentere manier met de media om. Om met zijn gedachten rechtstreeks het brede publiek te bereiken, begon hij naast het houden van toespraken ook artikelen te schrijven. Voor het overige vertrouwde hij op Bolland om welgezinde journalisten aan zich te binden en achtergrondbriefings te organiseren. Volgens Bolland maakte de prins zich geen illusies over de pers, die hij enkel zag als ‘een bruikbaar communicatiekanaal’.

Prins Charles
cover.xhtml
bee.html
Section0001.html
Section0002.html
Section0003.html
Section0004.html
Section0005.html
Section0006.html
Section0007.html
Section0008.html
Section0009.html
Section0010.html
Section0011.html
Section0012.html
Section0013.html
Section0014.html
Section0015.html
Section0016.html
Section0017.html
Section0018.html
Section0019.html
Section0020.html
Section0021.html
Section0022.html
Section0023.html
Section0024.html
Section0025.html
Section0026.html
Section0027.html
Section0028.html
Section0029.html
Section0030.html
Section0031.html
Section0032.html
Section0033.html
Section0034.html
Section0035.html
Section0036.html
Section0037.html
Section0038.html
Section0039.html
Section0040.html
Section0041.html
Section0042.html
Section0043.html
Section0044.html
Section0045.html
Section0046.html
Section0047.html
Section0048.html
Section0049.html
Section0050.html
Section0051.html
Section0052.html
Section0053.html
Section0054.html
Section0055.html
Section0056.html
Section0057.html
Section0058.html
Section0059.html
Section0060.html
Section0061.html
Section0062.html
Section0063.html
Section0064.html
Section0065.html
Section0066.html
Section0067.html
Section0068.html
Section0069.html
Section0070.html
Section0071.html
Section0072.html
Section0073.html
Section0074.html
Section0075.html
Section0076.html
Section0077.html
Section0078.html
Section0079.html
Section0080.html
Section0081.html
Section0082.html
Section0083.html
Section0084.html
Section0085.html
Section0086.html
Section0087.html
Section0088.html
Section0089.html
Section0090.html
Section0091.html
Section0092.html
Section0093.html
Section0094.html
Section0095.html
Section0096.html
Section0097.html
Section0098.html
Section0099.html
Section0100.html
Section0101.html
Section0102.html
Section0103.html
Section0104.html
Section0105.html
Section0106.html
Section0107.html
Section0108.html
Section0109.html
Section0110.html
Section0111.html
Section0112.html
Section0113.html
Section0114.html
Section0115.html
Section0116.html
Section0117.html
Section0118.html
Section0119.html
Section0120.html
Section0121.html
Section0122.html
Section0123.html
Section0124.html
Section0125.html
Section0126.html
Section0127.html
Section0128.html
Section0129.html
Section0130.html
Section0131.html
Section0132.html
Section0133.html
Section0134.html
Section0135.html
Section0136.html
Section0137.html