20
Bijna een half miljoen mensen waren erbij toen Charles in januari 1994 in Sydney het podium op stapte. Hij was daar voor de viering van Australia Day, de herdenking van de aankomst in 1788 van de eerste Britse vloot, die een kolonie kwam stichten. Voordat hij aan de paar woorden die hij zou zeggen begon, stond hij wat aan het manchet van zijn overhemd te plukken. Plotseling drong een jongeman in wit T-shirt en spijkerbroek naar voren en vuurde twee pistoolschoten af.
Charles keek op in de richting van waar het geluid van het eerste schot kwam. Bij de tweede knal oogde hij alleen nog maar verbaasd, nog steeds plukkend aan zijn manchet maar verder bewegingloos tot zijn hoofdbeveiliger hem ruw opzij duwde. Nog geen tel eerder was de aanslagpleger naar het podium gestormd, gestruikeld en vlak bij de prins terechtgekomen. De beveiliger schermde zijn baas af en leidde hem een paar stappen weg terwijl een zwerm politieagenten en overheidsmensen de aanvaller overmeesterden. Binnen vijftien seconden was alles voorbij.
Te midden van alle opschudding toonde Charles zich niet onder de indruk. ‘Met mij is alles in orde,’ zei hij, ‘het was wel een beetje raar om te gaan schieten.’ Hij doodde de tijd met praatjes met de mensen om hem heen. De media en de toeschouwers waren onder de indruk van Charles’ onwaarschijnlijke kalmte onder wat toch echt een moordaanslag leek.
De aanvaller was ene David Kang, een drieëntwintigjarige student uit Cambodja die aandacht wilde vragen voor het leed van vluchtelingen uit zijn land die opgesloten zaten in Australische detentiecentra. Zijn wapen bleek een onschuldig startpistool. Charles nam hem het gebeurde niet kwalijk en er werd hem alleen ‘bedreigend gedrag’ ten laste gelegd. Nadat hij psychiatrisch was onderzocht, keerde Kang terug naar de universiteit en werd later jurist.
Slechts een paar uur na het schietincident hield Charles een toespraak in Darling Harbour in Sydney, waarin hij sprak over het hoog opgelopen debat over de toekomst van de Britse monarchie in Australië. De Australische premier Paul Keating was openlijk voorstander van een referendum om te komen tot een republiek, waarbij de koningin vervangen zou worden door een gekozen president. Het land zou echter, net als tientallen andere voormalige koloniën die voor onafhankelijkheid van de Kroon gekozen hadden, wel lid blijven van het Gemenebest waarvan de Britse vorstin het hoofd was. De bevolking van Australië was ten diepste verdeeld. Als vertegenwoordiger van de koningin deed Charles zijn best om duidelijk te maken dat het wat hem betreft ‘volstrekt duidelijk’ was ‘dat dit iets is waarover alleen u – het Australische volk – kunt beslissen’. Hij verzekerde hun dat hij ongeacht de uitkomst ‘altijd een heel diepe affectie voor dit land’ zou blijven koesteren, gevoelens die zich bij hem voor het eerst hadden doen gelden toen hij als tiener op Timbertop zat.
Al met al pakte de reis positief uit voor zowel Charles als de monarchisten in het land waar hij te gast was. De storm over de onafhankelijkheid van Australië ging liggen en de waardering voor de prins ‘vloog omhoog’ omdat hij ‘onder vuur ongelooflijk cool’ was gebleven. Het leek veel goeds te voorspellen voor het jaar van zijn vijfentwintigjarig jubileum als prins van Wales.
Maar de stemming verslechterde toen op 29 juni op ITV de tweeënhalf uur durende documentaire Charles: The Private Man, the Public Role van Jonathan Dimbleby werd uitgezonden. Het programma betekende een belangrijk keerpunt in het leven van de prins van Wales. In de film werd de prins in een zo flatteus mogelijk licht geportretteerd: serieus, gewetensvol, bedachtzaam en geheel toegewijd aan zijn scala van waardevolle charitatieve instellingen. De passages met veelal onverzorgd uitziende jongeren met piercings en tatoeages, die door The Prince’s Trust waren geholpen, gaven blijk van zijn maar zelden zichtbare warmte en gewone menselijkheid. Teruggrijpend op zijn ‘Action Man’-periode in de jaren zeventig, kroop hij zelfs in de stoel van de copiloot om het vliegtuig dat hem naar Mexico-Stad bracht aan de grond te helpen zetten. Maar op het moment van uitzending was het grote nieuws, namelijk dat Charles voor de camera zijn ontrouw zou toegeven, via de bladen al twee dagen bekend.
Hij veroorzaakte ook problemen waar hij met Dimbleby over zijn religieuze overtuigingen sprak. Hij was een steile anglicaan die elke avond bad voor het slapengaan. Maar hij gaf ook toe ‘zo iemand die zoekende is’ te zijn. ‘Ik tracht een pad door het struikgewas te volgen, voor zover ik het kan vinden.’ Het anglicaanse geloof was maar één van de ‘gemeenschappelijke draden’ die ‘ons allemaal in één enorm en belangrijk weefsel’ verbinden.
Als hij koning werd, zou hij net als zijn moeder de kroningseed moeten afleggen en beloven ‘Verdediger des Geloofs’ te zijn. In plaats daarvan, zei Charles, zou hij het ‘veel liever opvatten als verdediger van Geloof dan van het Geloof’. Nu religie in het algemeen ‘van zoveel kanten bedreigd’ werd, voelde hij zich genoodzaakt om op te komen voor ‘het goddelijke in het bestaan’ dat ‘op zoveel verschillende manieren tot uitdrukking gebracht kan worden’. Wat hem betrof legden ‘katholieke onderdanen van de vorst’ evenveel gewicht in de schaal als ‘islamitische of hindoeïstische of zoroastrische onderdanen’.
Heel wat anglicaanse geestelijken namen aanstoot aan Charles’ gezichtspunt, dat zij als onjuist, zo niet dwaas bestempelden. De kwestie bleef hem omwolkt door misverstanden en veronderstellingen twintig jaar lang achtervolgen tot hij uiteindelijk, in een interview op BBC Radio 2, bij een poging zijn ideeën te verduidelijken op zijn schreden terug leek te keren. Hij zei dat het in 1994 zijn bedoeling geweest was om het belang van de ‘vrijheid van belijdenis’ te benadrukken. ‘Tegelijk met Verdediger des Geloofs kun je ook beschermer van geloven zijn.’
Dimbleby’s documentaire bracht Charles bewust niet in verband met al te veel parafernalia van de aristocratie: geen beelden van hem in het zadel achter een meute blaffende honden aan of tijdens het schieten op fazanten of korhoenders, geen beelden van vakantiegeluier aan boord van het jacht van een of andere multimiljonair. Men kon hem wel met William en Harry zien skiën in Klosters, maar alleen binnen het kader van zijn pogingen om zijn zoons enigszins buiten bereik van de media te houden.
Bij een jacht op groot wild in de heuvels boven Royal Deeside, de streek waar Balmoral ligt, zei Dimbleby nadrukkelijk dat Charles tegenwoordig liever ‘het hert opspoorde zodat anderen het konden schieten’ om de wildstand te reguleren. De prins was op en top de ‘opregte landsman’, zwaaiend met een wandelstok en ijverig turend door een verrekijker, terwijl hij sprak over de ‘listige’ gewoonten van het grofwild. ‘Ze kiezen altijd positie in de luwte,’ zei hij. ‘Het zijn ware meesters in het vinden van de meest beschutte plekken.’
De belangrijkste tekortkoming van Dimbleby’s film was wel dat Charles niet minder dan zes keer de gelegenheid kreeg om de kijkers door te zagen over zijn kwelgeesten bij de pers. De verhalen die zij schreven over zijn huwelijk met Diana waren ‘een en al bagger’, zei hij, en hij spuugde die woorden bijna uit. ‘Verzinsels, en die geven ze dan zo’n raar sausje van zogenaamde accuratesse door te beweren dat ze het hebben van mensen (...) van een of andere goede vriend of iemand van het personeel.’ Hij was absoluut niet van plan om naar het pijpen van de media te dansen en ging tekeer over het ‘eindeloze vitten, preken, kritiek uitoefenen en wroeten’.
En toch, hij had het allemaal, en zelfs nog meer, over zichzelf afgeroepen in de drie minuten die begonnen met Dimbleby die de fundamentele kwestie aan de orde stelde dat ‘u door uw relatie met Camilla Parker Bowles van begin af aan ontrouw was aan uw vrouw, en zo de ineenstorting’ van het huwelijk ‘veroorzaakt hebt’ in ‘de tweede helft van de jaren tachtig’.
Charles fronste gezeten in een fauteuil op Highgrove de wenkbrauwen, trok een gezicht, zette vroom de vingers tegen elkaar en wrong zijn handen in een poging aan het onvermijdelijke te ontsnappen. Hij zei dat Camilla vanwege haar begrip en haar bemoedigende opstelling een ‘fantastische vriendin’ geweest was. Hij was zichtbaar niet op zijn gemak, even zichtbaar als de heftige emoties waren die kolkten achter wat hij zei.
Op dat punt vroeg Dimbleby hem ronduit: ‘Was u toen u de huwelijksgelofte aflegde van plan om trouw te zijn aan uw vrouw en haar te respecteren?’ ‘Jazeker,’ zei Charles. ‘En deed u dat ook?’ ‘Ja,’ antwoordde Charles na een korte stilte, ‘tot het geheel onherstelbaar kapotging, hoewel we er allebei ons best voor gedaan hadden’.
De bekentenis werd bekeken door zo’n 14 miljoen mensen. ‘Daar deed hij in één klap alle goodwill teniet die hij in twaalf maanden had opgebouwd,’ verzuchtte royaltybiograaf Brian Hoey. Charles zei wel niet zonder omwegen dat Camilla zijn minnares was maar Dimbleby vertelde aan journalisten dat ‘het duidelijk was dat het hier over Camilla Parker Bowles ging’ en dat ze de draad van hun affaire in 1986 weer hadden opgenomen.
Waarom deed Charles dat? Hij had zich op de vlakte kunnen houden, zoals hij eerder in dezelfde documentaire gedaan had bij Dimbleby’s vraag of hij en Diana een echtscheiding overwogen. Camilla wilde liever niet dat hij over hun relatie sprak, net als de adviseurs van de koningin. Maar Charles wilde per se de wijdverbreide misvatting rechtzetten dat hij van meet af aan ontrouw was geweest, zoals Diana in het boek van Morton beweerd had. Toch zei Stephen Lamport, destijds zijn assistent-privésecretaris, toen hij later op het gebeurde terugkeek: ‘Ik heb geen idee waarom hij erop inging. Feit is dat hij het deed. Hij zal gereageerd hebben zoals hij vond dat juist en eerlijk was.’ De moeilijkheid was dat de meeste mensen alleen onthielden dat hij zijn ontrouw toegaf en eraan voorbijgingen dat hij daarbij had gezegd dat het huwelijk met Diana toen al ‘onherstelbaar kapot’ was.
Op de korte termijn werkte het programma in het voordeel van de prins. The Sun decreteerde ‘Charles Rules OK’ en publiceerde een peiling waaruit bleek dat zijn populariteit steeg. Maar toen na verloop van tijd de positieve televisiebeelden waren vervaagd, bleef het odium van overspelige hem aankleven. Met de openheid die hij, waarschijnlijk als gevolg van slecht advies, betracht had, scoorde hij weinig punten. De koningin en de rest van de koninklijke familie waren verbijsterd en veel van hun vrienden waren boos.
Een paar maanden later vroeg Natalia Grosvenor, de vrouw van de zesde hertog van Westminster, bij een diner waaraan Charles en Richard Aylard aanzaten, de prins waarom hij zijn bekentenis had gedaan. ‘Hij priemde met zijn vinger over tafel naar zijn persoonlijk secretaris en zei boos “Dat moest van hém!”’ wist een andere aanwezige zich te herinneren. ‘Het was bijzonder onaangenaam. Hij is niet loyaal aan de mensen die voor hem werken.’
In de lente en zomer van 1994 werd Camilla geconfronteerd met de definitieve ondergang van haar moeder aan de osteoporose die haar botten sloopte. Samen met haar familie zag ze ‘met afgrijzen aan hoe mijn moeder voor onze ogen letterlijk steeds verder kromp’, herinnerde ze zich. Het was Rosalinds laatste jaar, waarin ze ‘niet zonder zuurstof kon ademhalen’ of zelfs maar ‘in haar geliefde tuin kon rondscharrelen’ achter een rollator.
Rosalind Maud Shand stierf, tweeënzeventig jaar oud, op 14 juli, twee weken na de uitzending van Dimbleby’s documentaire. Bruce Shand, die toen zevenenzeventig was, verhuisde voor een tijdje naar Middlewick House, waar vader en dochter elkaar troost konden bieden. Shands gevoel voor humor en meevoelende instelling waren een hulp van onschatbare waarde. Hij had zich inmiddels teruggetrokken uit de wijnhandel maar hield zich onledig met het schrijven van zijn in 1990 onder de titel Previous Engagements gepubliceerde oorlogsmemoires, beknopte, grappige recensies in het tijdschrift Country Life van boeken over militaire geschiedenis, het buitenleven en memoires van buitenissige figuren. Ook Camilla’s zuster Annabel en haar man Simon Elliot waren onmisbare rotsen in de branding. Charles en Camilla zochten in de weekends hun toevlucht tot het huis van de Elliots in Dorset.
Aangeslagen door de moeilijkheden waarin ze zich aan alle kanten bevond, ervoer Camilla na de dood van haar moeder iets van zingeving wanneer ze het hoofdkwartier bezocht van de National Osteoporosis Society in de buurt van Bath. De instelling bestond pas sinds 1986 en werd maar mondjesmaat gesteund. Maar Camilla was onder de indruk van de steun die de groep aan patiënten en hun familie wist te geven en bood aan om ze te helpen waar ze maar kon.
Begin oktober stonden de Britse kranten dankzij James Hewitt ineens bol van fragmenten uit Princess in Love, een boek in het genre ‘zoals-verteld-aan’, over zijn vijf jaar durende liefdesverhouding met Diana. De sensatiepers vulde hele pagina’s met details onder koppen als ‘Ze deden HET op het toilet’. Bronnen ten paleize deden het geheel af als ‘armoedig en waardeloos’. Maar niemand kwam met een uitdrukkelijke ontkenning, ook Diana niet.
Het was allemaal klein bier voor Charles vergeleken bij de dreun die de publicatie veroorzaakte van Jonathan Dimbleby’s boek The Prince of Wales: An Intimate Portrait op 3 november 1994. Het gedonder in de glazen was al begonnen op 16 oktober met de verschijning van de eerste van drie voorpublicaties in The Sunday Times, de krant die tweeënhalf jaar tevoren hetzelfde gedaan had met het boek van Morton. Rupert Murdoch, de van oorsprong Australische eigenaar van zowel de serieuze dagelijkse Times en haar zondagse zuster, als van de sensatiekranten The Sun en News of the World, was in hart en nieren een republikein die meende dat de monarchie de klassentegenstellingen in Groot-Brittannië legitimeerde. Maar hij vond ook dat het instituut zijn nut had als het zich sterk maakte voor de normen en waarden van het gezinsleven. Als leden van het Koninklijk Huis zich misdroegen, dan verlangde hij van zijn kranten dat ze dat aan de kaak stelden.
De prins en zijn adviseurs hadden besloten ‘dat het in hun straatje paste om de rechten aan de Murdochpers te verkopen’, zei Max Hastings, hoofdredacteur van concurrent The Daily Telegraph, onveranderlijk de meest koningsgezinde krant van Groot-Brittannië. ‘Het was klungelwerk. Ik geloof niet dat de prins van Wales de kranten van Murdoch een plezier wilde doen. Hij had er gewoon weer eens niet goed over nagedacht, typisch iets voor hem.’
De onthullingen waren zo brisant dat The Sunday Times de verschijning van de krant meerdere uren ophield om de concurrentie geen kans te geven om er met letterlijke citaten vandoor te gaan. Het boek kon bogen op het predikaat ‘geautoriseerd’ en was onderbouwd met diepte-interviews en archiefonderzoek, maar de overtuigende details over bijvoorbeeld de ongelukkige kinderjaren van Charles met een intimiderende vader en een kille, onbereikbare moeder, de halfhartige manier waarop Diana het hof werd gemaakt en het aandringen van prins Philip op een aanzoek, gevolgd door de deerniswekkende verbintenis met een emotioneel gestoorde jonge vrouw, veroorzaakten een golf van kritiek die niet zelden de inhoud van het boek geweld aandeed.
De koningin en prins Philip waren boos en gekwetst. De voorpublicatie verscheen juist toe ze onderweg waren naar Moskou voor het eerste bezoek aldaar van een regerende Britse vorst. De ophef dreigde het historische bezoek te overschaduwen. ‘Ik heb in veertig jaar tijd nooit enig commentaar geleverd op enig lid van de familie en dat ga ik nu ook niet doen,’ zei de hertog van Edinburgh in een zeldzaam vraaggesprek met The Daily Telegraph. De krant beweerde dat Philip Dimbleby’s werk had afgedaan als ‘dat opgeblazen boek’.
De tweede aflevering op zondag de 23ste bood de sensatiebladen nog veel meer smakelijke nieuwtjes. The Sunday Times noemde ten aanzien van de twintig jaar oude betrekkingen tussen Charles en Camilla man en paard, van de oorspronkelijke romance in 1972 via het opnieuw aanknopen van een relatie in de late jaren zeventig tot de derde keer dat ze opnieuw begonnen, in 1986. De krant citeerde Dimbleby’s karakterisering van de relatie tussen de prins en Camilla als ‘de intiemste vriendschap van zijn leven’.
Ondertussen meldde The Sunday Telegraph dat Charles inmiddels spijt had van zijn besluit het boek te autoriseren. Hij probeerde om zich te distantiëren van de manier waarop zijn ouders waren neergezet en zei dat het allemaal afkomstig was van ‘mensen uit zijn omgeving’ en van Dimbleby zelf. Om de pers te ontlopen verschanste hij zich met William en Harry eerst op Birkhall en later op Highgrove.
Vergeleken daarbij was het hoogtepunt van de derde voorpublicatie op zondag de 30ste een anticlimax. Het ging erover dat Charles vond dat de koninklijke familie het kalmer aan moest doen. Dimbleby’s conclusies over hoe de prins er psychisch aan toe was leken nu niet langer te kloppen met de werkelijkheid die zijn boek gecreëerd had. De auteur beweerde immers dat Charles vrienden en adviseurs ‘zijn gevoel voor humor hadden zien terugkeren, en daarmee een opgewekte gesteldheid die gedurende meerdere jaren maar al te vaak in melancholie gesmoord is geweest’.
De middag na de laatste voorpublicatie uit Dimbleby’s boek landde Charles in Los Angeles voor een vijfdaags bezoek, deels gevuld met glitter en glamour, deels met grauwe realiteit. Hij was al zeventien jaar niet in de stad geweest en wilde koste wat kost de werkelijkheid van het grotestadsleven in Amerika ervaren, hoewel hij logeerde in het Bel-Air, een luxehotel waar de Nancy Reagan-Cobb-salade, een Californische klassieker, een van de populairste gerechten op het menu was. Na een vlucht van tien en een half uur stormde hij binnen op een receptie van de Britse consul-generaal en verklaarde: ‘En nu een borrel! Het is vast wel ergens op de wereld zes uur.’
Charles bezocht een centrum voor beroepsonderwijs, een supermarkt en een high school waar hij de schooltuinen inspecteerde en de bedenkers ontmoette van de sladressing van ‘Food from the “Hood”’ – eten uit eigen buurt. Hij proefde de plaatselijke cultuur in de Huntington Library en het Los Angeles County Museum, en bezocht een voorstelling van Henry VI: The Battle for the Throne door de Royal Shakespeare Company. Ook ging hij privé op de thee bij Ronald en Nancy Reagan, die na hun vertrek uit het Witte Huis in 1989 naar hun oude woonplaats waren teruggekeerd. Dat bezoekje was maar een paar dagen voordat de voormalige president in een aangrijpende brief zou verklaren dat hij leed aan een vroeg stadium van de ziekte van Alzheimer.
Op een van de avonden was Charles de hoofdattractie van een benefietgala ten behoeve van Britse en Californische liefdadigheidsinstellingen, dat plaatsvond in het paleisachtige onderkomen van televisieproducer Aaron Spelling. Op een andere was hij de trekpleister bij de galapremière van Mary Shelley’s Frankenstein, geregisseerd door zijn vriend Kenneth Branagh. Met Branagh en diens vrouw Emma Thompson zat hij aan aan een diner voor twaalfhonderd weldoeners.
In de viproom stond Jill Collins tussen de opeengepakte beroemdheden naar haar vriend uit de dagen van de concerten van The Prince’s Trust te kijken. Nog maar een paar maanden tevoren was de aandacht voor haar in de pers tot bijna prins van Wales-achtige proporties gestegen, toen Phil per fax had laten weten dat hij wilde scheiden. Nu waren de assistenten van de prins ‘druk bezig om hem naar mensen als Jack Nicholson te manoeuvreren. Je werd compleet weggeëlleboogd. Maar hij zag me en kwam naar me toe.’ Ze zei: ‘Ik geloof dat we concurrenten geworden zijn.’ En Charles antwoordde: ‘Ja, dat weet ik. Hoe is het nu met je?’ ‘Dat had ik niet verwacht,’ herinnerde Jill zich, ‘het was echt aardig. De bladen kwamen met koppen als “Kusjes voor Phils versmade missus”.’
Andrew en Camilla Parker Bowles lieten hun advocaten op 10 januari 1995 hun scheiding bekendmaken. Het paar verklaarde dat ze gezamenlijk tot het besluit gekomen waren en dat het ‘een privézaak’ betrof. Ze hadden besloten tot een officiële aankondiging in de hoop dat ze zich er zo van konden ‘verzekeren dat onze familie en vrienden niet worden lastiggevallen’. Ze gaven geen redenen anders dan dat ‘we gedurende ons hele huwelijk al geneigd waren nogal verschillende paden te bewandelen, maar de laatste jaren volledig gescheiden levens leidden’.
In de herfst van dat jaar verkochten ze Middlewick House voor 1,5 miljoen pond aan Nick Mason, de drummer van Pink Floyd. Een paar maanden daarna verhuisde Camilla naar een van de meest pittoreske dorpen van Engeland, Lacock, een kilometer of acht verderop. Daar betaalde ze 825.000 pond voor Raymill, een natuurstenen huis uit het midden van de negentiende eeuw op bijna elf hectare grond, compleet met een zwembad. Zoals zoveel van haar upperclassvrienden had Camilla geïnvesteerd in Lloyd’s of London, en in de vroege jaren negentig was zij een van de ‘names’, investeerders die in ruil voor een aandeel in de winst persoonlijk garant stonden voor de verplichtingen van de verzekeraar, die aanzienlijke verliezen leden toen het beroemde bedrijf onverwacht grote uitbetalingen moest doen. Dat ging om schadevergoedingen die door Amerikaanse rechtbanken waren opgelegd in collectieve civiele zaken die voornamelijk draaiden om de gezondheidsrisico’s van asbest.
Camilla’s toegewijde vriend Charles Halifax (de derde graaf) hielp haar de kosten te dekken die uit haar scheiding voortvloeiden door het opzetten van een fonds ter financiering van de aankoop van haar huis. Prins Charles nam het opknappen van haar nieuwe tuin voor zijn rekening. Hij hield toezicht op het ontwerp en zorgde dat er planten, struiken en bomen per paardentrailer vanaf Highgrove werden aangevoerd. Hij liet een alarmsysteem installeren en bood hulp bij wat kleine verbeteringen aan het huis zoals nieuwe ramen en lichtpunten. Omdat er op Raymill geen stal was, stalde Camilla haar jachtpaard Molly op Highgrove. Charles liet haar ook van zijn mensen gebruikmaken voor allerlei hand-en-spandiensten.
Raymill was ‘aardig en heel eenvoudig’, zei Robert Kime, die ook voor zijn vriendin in de bres sprong met gratis interieuradvies. ‘Ze had de spullen van haar gezin en heel veel Italiaans meubilair van haar tante Trefusis.’ Midden in Camilla’s nieuwe zitkamer hing haar portret van Alice Keppel, haar beruchte overgrootmoeder.