Lieve Elizabeth

Petra, 30 september

Lieve Elizabeth,

Wat heerlijk om vandaag een brief van je te krijgen. Je klinkt een stuk rustiger en blijer. Ik hoop dat je dat ook echt bent.

Ik had je brief bijna niet gekregen. Een jongen had hem voor me meegekregen van het postkantoor maar is hem daarna vergeten toen hij in een tent bij het Resthouse logeerde. En vandaag trokken er mensen in de grot met de oudste Nabateense inscripties. Daar zag Mohammads vader de brief, maar hij wist niet dat hij voor mij was, dus vanavond heeft Mohammad zijn broer erheen gestuurd om hem voor me op te halen. Dus je brief is op plekken geweest waar ik nog nooit ben geweest…

 

Het was ingewikkeld. Een brief was zeldzaam genoeg om te weten dat hij speciaal was, maar niet iedereen begreep dat je hem dan liever eerder dan later kreeg. Nadat deze brief bijna kwijtgeraakt was, vroeg ik me af of er soms nog meer voor mij bestemde post rondzwierf in tenten of grotten in de vallei en ging ik naar Wadi Musa om een postbus te huren.

Inmiddels was daar een heus postkantoor, niet langer een loket in een winkel zoals waar Mohammad ooit was gaan stemmen. Er waren sinds de oorlog van 1967 geen parlementsverkiezingen meer geweest, dus moest hij toen minderjarig geweest zijn. Maar Mohammad vertelde dat er een afgevaardigde vanuit Ma’an naar Petra was gekomen om zo veel mogelijk mannen over te halen om voor een dinar naar Ma’an te reizen en voor hem te stemmen. Mohammads ogen begonnen elke keer wanneer hij het verhaal vertelde te stralen. Hij herinnerde zich hoe trots hij was geweest dat hij met zijn naam kon ondertekenen, en niet zoals de meeste oudere mannen met een ubsum, een duimafdruk, en hoeveel die dinar, die bij het verlaten van al-Ghenaimi’s winkel keurig uitbetaald was, waard was geweest. Het postkantoor zat tegenwoordig in een eigen pand, maar het zag er met zijn stenen pui en rolluik voor de deur precies hetzelfde uit als alle andere winkels in de schaduw van de met peperbomen omzoomde straat.

Vanaf dat moment kwam de aan ons geadresseerde post keurig aan. Ik koester de brief die als volgt geadresseerd was:

 

Aan de Nieuw-Zeelandse dame,

Souvenirs, Koffie- en theehuis,

Petra,

Jordanië

 

… maar die kwam pas jaren later.

Ook kregen we de nodige in het Engels geschreven post die niet voor ons was bestemd in onze postbus.

 

Het jaar daarop kwam Elizabeth bij ons op bezoek, maar de burgeroorlog in Libanon gooide roet in haar reisplannen en ze ging weer terug naar Australië. Op den duur stopte onze briefwisseling en het duurde tientallen jaren voordat we elkaar weer terugzagen.