Hoofdstuk 40

De zon kwam net boven de horizon en verlichtte de schijnbaar eindeloze hoeveelheid gevallen engelen die over de begraafplaats kwamen aangestormd. In het vroege ochtendlicht gloeiden hun silhouetten blauwig op, alsof er een enorme oceaangolf bulderend op de kust af rolde. Iemand, een Nephil, rende zwaaiend met een blauwvlammende degen voor het leger uit. Een degen die gemaakt was om mij te kunnen doden. Zelfs van deze afstand leek Dantes scherpe blik alles te negeren; hij was uitsluitend op jacht naar mij.

Ik had me afgevraagd of de poorten naar de hel waren opengezet, en hier was het antwoord. De donkerblauwe halo die boven de gevallen engelen zweefde, maakte me duidelijk dat Dante duivelskunstenarij had gebruikt.

Maar waarom hij had toegestaan dat Marcie de veren had verbrand om daarna zelf de gevallen engelen weer te bevrijden, dat wist ik niet.

‘Ik moet Dante spreken,’ zei ik tegen Scott en Vee. ‘Hij is ook op zoek naar mij. Breng hem als het kan naar het parkeerterrein boven de begraafplaats.’

‘Je bent niet bewapend,’ zei Scott.

Ik wees naar het aanstormende leger. Alle gevallen engelen hadden een degen in de hand die blauwe vlammen leek te spuwen. ‘Nee, maar zij wel. Ik hoef alleen maar een van hen zover te krijgen dat hij zijn wapen aan me afstaat.’

‘Ze verspreiden zich,’ merkte Scott op. ‘Ze gaan alle Nephilim op deze begraafplaats doden en vallen dan Coldwater binnen.’

Ik pakte zijn hand en vervolgens die van Vee. Heel even vormden we zo een onverbrekelijke kring waaruit ik kracht putte. Ik zou in mijn eentje tegenover Dante staan, maar Vee en Scott zouden niet ver weg zijn. Dat mocht ik niet vergeten. ‘Wat er ook gebeurt, ik zal onze vriendschap nooit vergeten.’

Scott trok mijn hoofd tegen zijn borst en terwijl hij me stevig vasthield, drukte hij een tedere kus op mijn voorhoofd. Vee sloeg haar armen om me heen en omhelsde me zo lang dat ik bang werd nog meer te gaan huilen dan ik al had gedaan.

Ik maakte me los en holde weg.

De begraafplaats bood talloze plekken waar ik me kon verstoppen, en snel klom ik in de takken van een groenblijvende boom die op de helling naar het parkeerterrein stond. Van daaruit had ik onbeperkt zicht op de ongewapende Nephilimmannen en -vrouwen, die met een minderheid van een tegen twintig afstormden op de muur van gevallen engelen. Na een paar tellen gingen de gevallen engelen tot de aanval over en maaiden de Nephilim neer alsof ze onkruid waren.

Onder aan de helling was Susanna Millar aan het worstelen met een gevallen engel wier blonde haar om haar schouders zwierde. Ineens trok Susanna een mes dat ze had verborgen onder haar mantel en haalde uit naar Dabria’s borst. Met een woedende grauw hanteerde Dabria met beide handen een degen en gleed over het gras, op zoek naar vergelding. Al vechtend verdwenen ze achter de doolhof van zerken.

Verderop vochten Vee en Scott rug aan rug tegen vier gevallen engelen, die ze met boomtakken van zich af probeerden te slaan. Hoewel de gevallen engelen in de meerderheid waren, wist Scott ze achteruit te drijven omdat hij nu eenmaal groter en aanzienlijk sterker was. Met een boomtak haalde hij ze eerst onderuit en gebruikte de tak vervolgens als moker om ze bewusteloos te slaan.

Op zoek naar Marcie liet ik mijn blik over de begraafplaats dwalen. Ik zag haar nergens. Het zou me niet verbazen als ze het hazenpad had gekozen en haar veiligheid belangrijker vond dan haar eer. Het gras was glibberig van het bloed, waar zowel Nephilim als gevallen engelen over uitgleden. Het bloed was dieprood, maar vaak ook blauw vanwege de duivelskunstenarij.

Lisa Martin en haar in gewaden gehulde vrienden renden langs de rand van de begraafplaats met toortsen waaruit zwarte rook walmde. Gejaagd gingen ze van de ene boom en struik naar de volgende en staken ze in brand. De vlammen verteerden het overgebleven blad, verkleinden het slagveld en vormden een barrière rond de gevallen engelen. Dikke rook hulde de begraafplaats in een schemerduister. Lisa kon de gevallen engelen niet in brand laten vliegen, maar op deze manier bood ze de Nephilim wel extra dekking.

Onder me doemde een gevallen engel uit de rook op die om zich heen speurend de helling op klom. Ik moest ervan uitgaan dat hij aanvoelde waar ik was. Zijn degen straalde blauw vuur uit, maar hij hield hem op zo’n manier vast dat ik zijn gezicht niet kon zien. Naar zijn slungelige postuur te oordelen zou ik hem wel aankunnen.

Hij sloop naar de boom en keek op zijn hoede naar de donkere plekken tussen de takken. Over een paar tellen zou hij recht onder me staan.

Eén, twee, drie…

Ik liet me uit de boom vallen en landde op zijn rug. Hij viel om en de degen vloog uit zijn hand voordat ik die had kunnen pakken. We rolden een paar meter door, maar ik was in het voordeel omdat ik hem had verrast. Zo snel ik kon krabbelde ik op, ging boven hem staan en deelde een paar stevige klappen uit op zijn vleugellittekens. Hij trok zijn voet op en gaf me een trap, waardoor ik onderuitging. Ik liet me wegrollen en daardoor kreeg hij niet de kans me te raken met het mes dat hij uit zijn laars had getrokken.

‘Rixon?’ bracht ik geschrokken uit toen ik het bleke, scherpe gezicht van Patch’ voormalige beste vriend herkende. Patch had Rixon persoonlijk in de hel vastgeketend nadat Rixon had geprobeerd me te offeren om aan een menselijk lichaam te komen.

‘Jij!’ zei hij.

Met gebogen knieën, klaar om elkaar te bespringen, stonden we tegenover elkaar. ‘Waar is Patch?’ durfde ik te vragen.

Met zijn kille, tot spleetjes geknepen kraaloogjes keek hij me strak aan. ‘Die naam betekent niets voor me. Wat mij betreft is die man dood.’

Omdat hij me niet aanviel met zijn mes, waagde ik het nog een vraag te stellen. ‘Waarom laten de gevallen engelen zich door Dante aanvoeren?’

‘Hij heeft ons gedwongen een gelofte van trouw af te leggen,’ antwoordde hij, en hij kneep zijn ogen nog meer samen. ‘Het was of dat, of in de hel blijven. Er zijn er niet veel gebleven.’

Patch zou daar niet blijven als er een manier was om bij mij terug te komen. Hij zou de gelofte aan Dante afleggen, ook al zou hij de Nephil liever de strot afbijten en hem totaal verscheuren.

‘Ik ga achter Dante aan,’ zei ik tegen Rixon.

Hij lachte een beetje sissend. ‘Ik krijg een beloning voor elk Nephillijk dat ik naar Dante sleep. Het is me toen niet gelukt je te doden, maar nu zal ik het anders aanpakken.’

Tegelijkertijd doken we op de degen af die iets verderop lag. Rixon was er eerder bij. Met een soepele beweging ging hij op zijn knieën zitten en zwaaide met de degen door de lucht. Ik dook weg en ramde hem omver voordat hij nog eens met het wapen kon zwaaien. Vervolgens drukte ik hem tegen de grond, op zijn vleugellittekens. Terwijl ik gebruikmaakte van het kortdurende moment dat hij onbeweeglijk was, wist ik hem te ontwapenen. Ik griste de degen uit zijn linkerhand en het mes uit zijn rechter.

Ik gaf hem een trap, waardoor hij op zijn buik rolde en stak het mes diep in de littekens van zijn vleugels. ‘Je hebt mijn vader vermoord,’ zei ik. ‘Dat ben ik nog niet vergeten.’

Daarna sjokte ik de helling naar het hoger gelegen parkeerterrein op en keek af en toe achterom om er zeker van te zijn dat ik niet werd gevolgd. Ik had dan wel een degen, maar deze was niet goed genoeg. Ik dacht aan het trainen met Patch, aan elke manoeuvre die hij me had geleerd om een tegenstander te ontwapenen. Wanneer Dante op het parkeerterrein tegenover me stond, zou ik hem ontwapenen en hem met zijn eigen degen doden.

Toen ik boven kwam, stond Dante al te wachten. Hij keek naar me terwijl hij loom met zijn vinger heen en weer ging over het scherpe staal van zijn degen.

‘Mooie degen,’ merkte ik op. ‘Ik heb gehoord dat je die speciaal voor mij hebt laten maken.’

Er verscheen een flauw glimlachje om zijn mond. ‘Voor jou is alleen het beste goed genoeg.’

‘Je hebt Blakely vermoord. Een mooie manier om iemand te bedanken voor alle prototypes die hij voor je heeft ontwikkeld.’

‘En jij hebt Hank vermoord. Je eigen vlees en bloed nog wel. Een beetje een gevalletje van de pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet, vind je niet?’ grapte hij. ‘Ik heb er maanden over gedaan om in Hanks geheime bloedgenootschap te infiltreren en zijn vertrouwen te winnen. Ik moet zeggen dat ik op de dag dat hij stierf het glas op mijn geluk heb geheven. Het zou een stuk moeilijker zijn hem te onttronen dan jou.’

Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik ben eraan gewend dat ik word ondergewaardeerd.’

‘Ik heb je getraind. Ik weet precies wat je wel of niet kunt.’

‘Waarom heb je de gevallen engelen bevrijd?’ vroeg ik op de man af, omdat hij in de stemming leek geheimen te onthullen. ‘Ze zaten vast in de hel. Je had kunnen deserteren en over de Nephilim kunnen heersen. Niemand zou ooit hebben geweten dat je van partij was veranderd.’

Dante lachte, zijn scherpe tanden blikkerden wit. Hij leek eerder dierlijk dan menselijk; een duister, wild beest. ‘Ik sta boven de rassen,’ antwoordde hij zo zakelijk dat hij dit blijkbaar echt geloofde. ‘De Nephilim die de aanval van mijn leger overleven, krijgen straks dezelfde keus die ik de gevallen engelen heb gegeven: trouw zweren aan mij, of de dood. Eén heerser met absolute macht die over iedereen oordeelt. Vind je het jammer dat je daar zelf niet op bent gekomen?’

Ik hield Rixons degen dicht bij mijn lichaam en balanceerde op de bal van mijn voet, steeds van voet wisselend. ‘O, er zijn heel veel dingen die ik jammer vind of graag anders had gezien, maar dát hoort daar niet bij. Waarom hebben de gevallen engelen deze Cheshvan geen bezit genomen van Nephilim? Ik vermoed dat jij dat wel weet, en beschouw dat alsjeblieft niet als een compliment.’

‘Ik heb ze bevolen dat niet te doen. Ik wilde niet dat Blakely mijn bevelen zou negeren en toch de superdrank met duivelskunstenarij onder de Nephilim zou verspreiden. En dat zou hij hebben gedaan als de gevallen engelen tegen de Nephilim waren opgetrokken.’ Het klonk weer heel zakelijk, superieur. Hij was echt nergens bang voor.

‘Waar is Patch?’

‘In de hel. Ik heb ervoor gezorgd dat hij nooit meer door de poorten komt. Hij blijft in de hel. En alleen wanneer ik zin krijg om iemand verschrikkelijk te mishandelen en te folteren, krijgt hij bezoek.’

Ik haalde naar hem uit en zwaaide met mijn degen voor een dodelijke slag op zijn hoofd. Hij sprong weg en pareerde met een paar krachtige slagen. Elke keer dat ik zijn slag afweerde, trilde het tot in mijn schouders. Met op elkaar geklemde kaken deed ik mijn best de pijn te negeren. Hij was te sterk, ik kon niet eeuwig zijn krachtige slagen afweren. Er moest een manier zijn om hem van zijn degen te ontdoen en met het wapen zijn hart te doorboren.

‘Wanneer heb je voor het laatst duivelskunstenarij ingenomen?’ vroeg Dante terwijl hij met de degen als een kapmes op me in probeerde te hakken.

‘Ik gebruik geen duivelskunstenarij meer.’ Ik wist hem steeds te blokkeren, maar als ik niet gauw ophield met verdedigen en begon met aanvallen, had hij me klem. Agressief haalde ik uit naar zijn bovenbeen. Hij deed een stap opzij, en ik raakte bijna uit balans.

Ik hoorde Patch nog waarschuwen: hoe meer je je arm en je lichaam strekt, hoe gemakkelijker het voor Dante is om je onderuit te halen. Ik knikte en dacht: ja, Patch, blijf tegen me praten.

‘Dat is te merken,’ zei Dante. ‘Ik had gehoopt dat je zoveel van het giftige prototype zou nemen dat je hersens ervan wegrotten.’

Dus dát was zijn plannetje geweest: me verslaafd maken aan duivelskunstenarij en me door het spul een langzame dood laten sterven. ‘Waar bewaar je de rest van de prototypes?’

‘Ergens waar ik kan gebruiken wat ik wil en wanneer ik wil,’ antwoordde hij zelfgenoegzaam.

‘Nou, ik hoop dat je alles goed hebt verstopt, want als er nog één ding is dat ik voor mijn dood wil doen, is het je lab verwoesten.’

‘Het nieuwe lab zit in mij. De prototypes zijn hier, Nora, en ze vermenigvuldigen zich voortdurend. Ik ben zelf duivelskunstenarij. Weet je hoe het voelt om de machtigste man op aarde te zijn?’

Net op tijd dook ik weg voor een uithaal naar mijn hals. Ik bewoog mijn voeten sneller, stootte toe en mikte op zijn maagstreek. Maar weer danste hij opzij en ik raakte alleen het stukje net boven zijn heup. Uit de oppervlakkige wond sijpelde een blauwe vloeistof, waardoor zich een blauwe vlek over zijn shirt verspreidde.

Met een rauwe kreet vloog Dante me aan. Ik rende weg en sprong over het stenen muurtje rondom het parkeerterrein.

Ik gleed uit over het gras, dat nat was van de dauw en zeilde de helling af. Net op tijd kon ik opkrabbelen en me achter een zerk verschuilen, want Dantes degen verdween diep in het gras op de plek waar ik een paar tellen eerder nog had gelegen. Hij joeg me op tussen de grafzerken, wild zwaaiend met zijn degen, die voortdurend tegen de marmeren en stenen zerken ketste.

Ik rende naar de eerste de beste boom die ik zag en ging erachter staan. Helaas stond de boom in brand en het vuur vrat zich knetterend en loeiend een weg door de bladeren. Zonder op de hitte te letten deed ik alsof ik naar links zou uithalen, maar Dante was niet in de stemming voor spelletjes. Hij rende om de boom heen, zijn degen geheven alsof hij me van top tot teen in tweeën wilde klieven. Weer sloeg ik op de vlucht, en in mijn hoofd hoorde ik wat Patch had gezegd: maak gebruik van zijn lengte. Hij is langer dan jij en daardoor kun je goed uithalen naar zijn benen. Een flinke mep tegen zijn knie zal hem uit balans brengen. Zodra dat gebeurt, val je aan.

Ik dook achter het mausoleum en drukte me tegen de muur aan. Zodra ik Dante zag aanstormen, kwam ik uit mijn schuilplaats tevoorschijn en boorde mijn degen in zijn bovenbeen. Er spoot waterig blauw bloed uit. Hij had zoveel duivelskunstenarij ingenomen dat het gewoon door zijn aderen gutste.

Voordat ik mijn degen uit zijn been kon trekken, zwaaide Dante met de zijne. Snel sprong ik weg. Mijn handen waren plotseling erg leeg, en ik moest een aanval van paniek onderdrukken.

‘Je hebt iets vergeten,’ jouwde Dante. Met zijn tanden op elkaar geklemd trok hij mijn degen uit zijn been en gooide die op het dak van het mausoleum.

Ik stoof weg in de wetenschap dat hij met die wond aan zijn been niet erg hard zou kunnen rennen – althans niet tot de wond genas. Ik was nog niet erg ver of ik voelde een brandende pijn in mijn linkerschouder die zich door mijn hele arm verspreidde. Met een kreet viel ik op mijn knieën. Toen ik omkeek, zag ik Peppers parelwitte dolk uit mijn schouder steken. Die had Marcie gisteravond zeker aan Dante gegeven. Dante strompelde op me af.

Het wit van zijn ogen was blauwig van de duivelskunstenarij en op zijn voorhoofd stonden blauwe zweetdruppels. Duivelskunstenarij droop uit zijn wond. De prototypes die hij van Blakely had gestolen, zaten in zijn lijf. Hij had ze allemaal ingenomen en daardoor was zijn lichaam veranderd in een duivelskunstenarijfabriek. Een briljant plan, afgezien van een klein detail. Als ik hem zou weten te doden, werd elk prototype duivelskunstenarij op aarde vernietigd.

Als ik hem zou weten te doden. Áls…

‘Je dikke aartsengelmaatje biechtte op dat die dolk speciaal was behekst om mij te doden,’ zei Dante. ‘Hij heeft gefaald, net zoals Patch.’ Er stond een akelige lach op zijn gezicht.

Met al mijn kracht rukte ik een marmeren grafsteen uit de grond en smeet die naar zijn hoofd, maar hij sloeg hem weg alsof ik een honkbal naar hem had geworpen.

Ik trok me terug, vertrouwend op mijn goede arm. Maar het ging veel te langzaam.

Gejaagd probeerde ik zijn gedachten te manipuleren. Laat die degen vallen en blijf staan! krijste ik in Dantes onderbewuste.

Een snijdende pijn in mijn wang. Hij had zijn degen zo hard laten neerkomen dat ik bloed proefde.

‘Hoe durf je mijn gedachten te manipuleren!’

Voordat ik weg kon kruipen, had hij me al aan mijn kraag opgetrokken en tegen een boom gesmeten. Het was zo’n harde klap dat de lucht uit me werd geslagen en alles even wazig werd. Ik deed heel erg mijn best om op mijn knieën in balans te blijven, terwijl de grond leek te deinen.

‘Laat haar gaan.’

Scotts stem. Wat deed hij hier? Mijn verwarring duurde slechts heel even, want toen ik de degen in zijn handen zag sloeg de angst me om het hart.

‘Scott!’ riep ik waarschuwend uit. ‘Ga hier weg! Nu!’

Met vaste hand omklemde hij het gevest. ‘Ik heb een gelofte afgelegd aan je vader dat ik je zou beschermen,’ zei hij zonder ook maar een moment zijn blik van Dante af te wenden.

Lachend gooide Dante zijn hoofd in de nek. ‘Een gelofte aan een dode? Hoe werkt dat?’

‘Als je Nora nog één keer aanraakt, ben je er geweest. Dat is wat ik jou beloof.’

‘Uit de weg, Scott,’ beval Dante. ‘Hier heb je niks mee te maken.’

‘Dat heb je dan verkeerd gezien.’

Scott stormde op Dante af en algauw vochten ze met elkaar in een razendsnelle opeenvolging van uithalen. Scott ontspande zijn schouders, hij vertrouwde erop dat hij met zijn krachtige postuur en atletische behendigheid wel op kon tegen Dantes ervaring en door duivelskunstenarij versterkte vaardigheid. Scott viel continu aan, maar Dante ontweek elke uithaal vakkundig. Opeens zwaaide Scotts degen woest naar beneden en hakte Dantes linkeronderarm af. Scott spietste het gehavende lichaamsdeel aan de kling en stak het omhoog. ‘Stukje bij beetje.’

Met een vloek haalde Dante met de degen in zijn overgebleven hand uit naar Scott. De twee metalen klingen kwamen met een oorverdovend gekletter tegen elkaar aan. Voetje voor voetje dwong Dante Scott naar achteren in de richting van een groot stenen kruis. Ik stuurde Scott meteen een waarschuwing.

Een grafsteen, achter je!

Scott sprong snel opzij en weerde tegelijkertijd een aanval af. Over Dantes gezicht liepen straaltjes blauw zweet, maar als hij dat al merkte, dan liet hij dat niet blijken. Hij schudde het vochtige haar uit zijn ogen en bleef maar proberen om op Scott in te hakken. Zijn slagen hadden iets wanhopigs, hij raakte duidelijk vermoeid. Dit was mijn kans om achter hem te gaan staan, zodat hij tussen ons gevangen zou zitten en een van ons korte metten met hem kon maken.

Opeens hoorde ik gekreun. Ik draaide me vliegensvlug om en zag nog net Scott over het natte gras uitglijden en op zijn knie neerkomen. Zijn benen spreidden zich onbeholpen toen hij probeerde overeind te komen. Hij wist nog net Dantes snel neer komende degen te ontwijken, maar had geen tijd om op te krabbelen toen Dante nogmaals aanviel en zijn degen diep in Scotts borst stootte.

Zwakjes greep Scott de kling die in zijn hart stak, in een poging die los te trekken, maar tevergeefs. Uit de degen werd vlammend blauwe duivelskunstenarij in zijn lichaam gepompt en zijn huid werd griezelig donkerblauw. Schor bracht hij mijn naam uit. Nora…?

Ik gilde het uit. Verlamd van schrik en verdriet zag ik Dante de aanval afmaken door de degen te draaien en daarmee Scotts hart te splijten.

Mijn aandacht was nu helemaal op Dante gericht, met een haat die zo overweldigend was dat ik helemaal begon te trillen. Ik werd overspoeld door golven van afkeer. Door mijn aderen vloeide puur venijn. Ik balde mijn vuisten en in mijn hoofd klonk de roep om wraak.

Gevoed door deze diepe haat deed ik een beroep op mijn innerlijke kracht. Niet halfhartig of gehaast, en ook niet met een gebrek aan zelfvertrouwen. Nee, ik deed een beroep op elk greintje moed en vastberadenheid waarover ik maar beschikte. Ik zou hem niet laten winnen. Niet op deze manier. Niet met duivelskunstenarij. Niet door Scott te vermoorden.

Met al mijn mentale kracht drong ik zijn geest binnen en verpulverde de impulsen van zijn hersens. En ik gaf hem ook een bevel: laat je degen vallen, laat je degen vallen, jij waardeloze, doortrapte, gestoorde ellendeling.

Ik hoorde staal op marmer vallen.

Mijn ogen spuwden vuur toen ik naar Dante keek. Verdwaasd staarde hij voor zich uit, alsof hij iets kwijt was.

‘Vind je het niet ironisch dat juist jíj het was die me wees op mijn sterkste punt?’ vroeg ik vol walging.

Ik had gezworen nooit meer van duivelskunstenarij gebruik te maken, maar dit was een situatie die me van mijn belofte ontsloeg. Want als ik Dante doodde, zou de duivelskunstenarij ook ophouden te bestaan.

Even kwam ik in de verleiding voor mezelf een beetje duivelskunstenarij te stelen, maar die gedachte verwierp ik snel. Ik was sterker dan Hank, sterker dan Dante. Zelfs sterker dan duivelskunstenarij. Ik zou het terugsturen naar de hel, uit naam van Scott, die zijn leven had gegeven om het mijne te redden. Net toen ik Dantes degen had opgeraapt, bewoog hij zijn been en schopte hem uit mijn hand.

Hij stortte zich op me en kneep mijn keel dicht. Ik klauwde naar zijn ogen en zette mijn nagels in zijn gezicht.

Ik opende mijn mond. Ik kreeg geen lucht.

Triomfantelijk keek hij me met zijn kille ogen aan.

Een paar keer deed ik mijn mond open en dicht, maar het was zinloos. Zijn genadeloze gezicht werd spikkelig, als het beeld van een heel oude tv. Achter hem keek een stenen engel geïnteresseerd naar me.

Ik zou wel willen lachen. Ik zou wel willen janken. Zo voelde het dus om te sterven, om je over te geven.

Ik wílde me niet overgeven.

Dante knelde mijn luchtpijp af met zijn knie en strekte zich uit om zijn degen te pakken. De punt hield hij precies boven mijn hart.

Neem bezit van hem, leek de stenen engel rustig te bevelen. Neem bezit van hem en maak hem af.

Bijna dromerig vroeg ik: Patch?

Ik klampte me vast aan de kracht die ik ontleende aan het idee dat Patch dichtbij was en over me waakte, en ik verzette me niet langer tegen Dante. Ik liet mijn klauwende handen zakken en ontspande mijn benen. Ik zwichtte voor hem, ook al leek dat een laffe capitulatie. Ik concentreerde me erop mijn gedachten in zijn richting te sturen.

Er trok een eigenaardige kilte door mijn lichaam.

Ik knipperde met mijn ogen. Opeens had ik Dantes positie ingenomen en zag ik alles door zijn ogen. Ik liet mijn blik naar beneden gaan. Ik had zijn degen in mijn handen. Ik wist dat Dante ergens diep in me tandenknarste en bloedstollende kreten slaakte, jankend als een dier in nood.

Ik keerde de degen om en richtte de punt op mijn hart. En toen deed ik iets verrassends.

Ik stortte me in de degen.