Hoofdstuk 20

Het werd donderdagavond en de hele boerderij was veranderd. Aan de balken hingen slingers van herfstbladeren: rood, goudkleurig en rossig bruin. Bossen gedroogde maïsstengels waren langs de deurposten bevestigd. Zo te zien had Marcie elke pompoen en kalebas in Maine opgekocht en ze allemaal een plaats gegeven: vanaf de weg langs de inrit en op elke vierkante centimeter van de veranda. Sommige waren uitgesneden en zagen er spookachtig uit met de flakkerende kaarsjes achter de ogen. Ik was rancuneus genoeg om tegen haar te willen zeggen dat het leek of een tuincentrum ons gazon had ondergekotst, maar om heel eerlijk te zijn had ze het er goed van afgebracht.

Binnen klonk onheilspellende muziek uit de stereo. Alle meubels zaten onder de doodshoofden, vleermuizen, spinnenwebben en spookjes. Marcie had een apparaat gehuurd om droogijs te maken; alsof er niet al voldoende echte mist in de tuin hing.

Met twee papieren tassen waarin op het nippertje gekochte spullen zaten, liep ik de keuken in.

‘Hier ben ik weer!’ riep ik. ‘Met plastic bekertjes, een zak spinnenringen, twee zakken ijsblokjes en nog meer confetti in de vorm van geraamten. Precies zoals je had gevraagd. De frisdrank staat nog in de kofferbak. Zijn er vrijwilligers die willen helpen die naar binnen te sjouwen?’

Marcie kwam heupwiegend de keuken in en mijn mond viel open. Ze droeg een beha van zwart vinyl en een bijpassende legging. Verder niets. Haar ribben staken door haar vel en ze had benen als lollystokjes. ‘Zet de frisdrank maar in de koelkast en de ijsblokjes in de diepvries, strooi de geraamteconfetti over de tafel in de eetkamer, maar absoluut niet in de hapjes. Dat is het wel voor nu. En blijf in de buurt voor als ik nog iets nodig heb. Dan ga ik nu de laatste hand aan mijn kostuum leggen.’

‘O, dat is een hele opluchting. Ik dacht even dat je alleen dát zou aanhebben,’ zei ik, terwijl ik naar het weinig verhullende vinyl wees.

Marcie keek naar beneden. ‘Klopt, ik ben Cat Woman. Ik moet alleen nog warme lijm hebben om de zwarte vilten oren aan mijn diadeem te plakken.’

‘Ga je in een beha naar een feest? Alleen een beha?’

‘Een bandeau.’

O, dit werd nog leuk. Ik popelde om Vee’s commentaar te horen. ‘En wie is Batman?’

‘Robert Boxler.’

‘Dus Scott is vrij?’ Eigenlijk was dat een retorische vraag. Alleen maar om nog een beetje zout in de wond te strooien.

Marcie haalde nuffig haar schouders op. ‘Wie is Scott?’ vroeg ze terwijl ze de trap op ging.

‘Hij ging liever met Vee dan met jou!’ riep ik haar triomfantelijk na.

‘Kan me lekker niks schelen!’ riep Marcie op een pesterig toontje terug. ‘Waarschijnlijk heb je hem gedwongen. Het is echt geen geheim dat hij alles doet wat jij zegt. En zet je de frisdrank nog even in de koelkast voordat de nieuwe eeuw aanbreekt?’

Ik stak mijn tong uit, ook al kon ze dat niet zien. ‘Ik moet me ook nog verkleden, hoor!’

Om zeven uur arriveerden de eerste gasten. Romeo en Julia, Cleopatra en Marcus Antonius, Elvis en Priscilla. Zelfs een fles ketchup en een pot mosterd kwamen de voordeur door. Ik liet Marcie voor gastvrouw spelen en smeerde ’m naar de keuken, waar ik mijn bord vol laadde met gevulde eieren, knakworstjes en die typische Halloween-lekkernij candy corn. Ik had het veel te druk gehad met Marcies opdrachten om te kunnen eten. Dat en de duivelskunstenarij-nieuwe-formule die ik van Dante had gekregen, hadden ervoor gezorgd dat ik de eerste paar uur nadat ik het had ingenomen niet echt honger had gehad.

Ik had mezelf best aardig op rantsoen gezet; ik had nog voldoende duivelskunstenarij voor een paar dagen. Ik had geen last meer van het nachtzweten, de hoofdpijn en het merkwaardige, prikkelende gevoel dat op de vreemdste momenten ineens kwam opzetten toen ik voor het eerst van de nieuwe formule had gedronken. Ik was ervan overtuigd dat het gevaar van verslaving voorbij was en dat ik had geleerd op een veilige manier met duivels kunstenarij om te gaan. Het ging erom matig te zijn. Blakely had dan misschien geprobeerd me aan duivelskunstenarij verslaafd te maken, maar ik beschikte over de kracht om zelf mijn grens te bepalen.

Het effect van duivelskunstenarij was ongelooflijk. Ik had me mentaal en fysiek nog nooit zo superieur gevoeld. Ik wist dat ik het spul op een bepaald moment niet meer moest nemen, maar met de stress en de gevaren van Cheshvan en de dreigende oorlog was ik blij dat ik voorzorgsmaatregelen had genomen. Als ik nog eens door een aan mij twijfelende Nephilimsoldaat werd aangevallen, was ik er klaar voor.

Nadat ik me had volgepropt met lekkere hapjes en Sprite uit een zwarte heksenketel had ingeschonken, baande ik me een weg naar de woonkamer om te kijken of Vee en Scott er al waren. Het licht was gedimd, iedereen was verkleed en het viel niet mee om in de menigte naar gezichten te zoeken. Bovendien had ik naar de gastenlijst gekeken en die stond tjokvol met vrienden en vriendinnen van Marcie.

‘Tof kostuum, Nora, maar je bent allesbehalve een duivel.’

Ik keek naar opzij en daar stond Morticia Addams. In verwarring gebracht kneep ik mijn ogen tot spleetjes, en toen glimlachte ik. ‘O, hoi, Bailey. Ik herkende je bijna niet met dat zwarte haar.’ Bailey zat met wiskunde naast me, en we waren al vanaf de lagere klassen met elkaar bevriend. Ik pakte mijn duivelsstaart met het rode driehoekje aan het uiteinde om ervoor te zorgen dat de gozer achter me er niet weer per ongeluk op ging staan. ‘Leuk dat je bent gekomen.’

‘Heb jij je huiswerk voor wiskunde af? Ik snapte niets van wat meneer Huron ons vandaag probeerde bij te brengen. Telkens wanneer hij een som op het bord schreef, hield hij halverwege met uitleggen op, wiste alles uit en begon opnieuw. Volgens mij snapt hij er zelf ook niks van.’

‘Ja… Waarschijnlijk ben ik er morgen uren mee bezig.’

Ineens begon ze te stralen. ‘Zeg, we kunnen het in de bieb samen doen!’

‘Ik heb mijn moeder beloofd dat ik na school de kelder zou opruimen,’ hield ik de boot af. Om de waarheid te zeggen was huiswerk de laatste tijd niet mijn hoogste prioriteit. Ik kon me niet druk maken over school terwijl elk moment de broze wapenstilstand tussen de gevallen engelen en Nephilim kon worden opgeheven. De gevallen engelen voerden iets in hun schild. En ik zou er alles voor overhebben om te weten wat.

‘O, nou, een andere keer dan maar.’ Bailey klonk teleurgesteld.

‘Heb je Vee gezien?’

‘Nog niet. Als wie komt ze?’

‘Als babysitter. Met Michael Myers uit Halloween,’ legde ik uit. ‘Als je haar ziet, zeg dan even dat ik haar zoek.’

Toen ik me door de woonkamer had gewrongen, botste ik op tegen Marcie en haar partner, Robert Boxler.

‘Hoe is het met de hapjes?’ vroeg Marcie bazig.

‘Daar is mijn moeder mee bezig.’

‘Muziek?’

‘Derrick Coleman is de deejay.’

‘Doe je de ronde? Heeft iedereen het naar de zin?’

‘Ik ben net klaar met een ronde.’ Min of meer.

Afkeurend keek Marcie me aan. ‘Waar is je partner?’

‘Maakt dat wat uit?’

‘Ik hoorde dat je een ander vriendje hebt. Iemand die niet op school zit. Wie is het?’

‘Van wie heb je dat gehoord?’ Dus er deden inderdaad geruchten over Dante en mij de ronde.

‘Maakt dat wat uit?’ aapte ze me na. Ze trok haar neus op. ‘Als wat ben je eigenlijk verkleed?’

‘Als duivel,’ zei Robert. ‘Hooivork, hoorns, sexy rode jurk.’

‘En vergeet de zwarte soldatenkistjes niet,’ zei ik, en ik liet trots mijn laarzen zien. Die had ik aan Vee te danken, net als de rode glitterveters.

‘Ja, dat zie ik ook wel,’ reageerde Marcie. ‘Maar het thema van dit feest is beroemde paren. Bij een duivel hoort niks.’

Net op dat moment slenterde Patch door de voordeur. Ik moest twee keer kijken om zeker te weten dat hij het was. Ik had niet verwacht dat hij zou komen. We hadden onze ruzie nog niet bijgelegd. Uit trots had ik niet de eerste stap willen zetten. Telkens wanneer ik in de verleiding kwam om hem te bellen en me te verontschuldigen, had ik mezelf gedwongen mijn mobieltje in een la te stoppen, ook al werd ik steeds banger dat hij ook niet zou bellen. Ik was dan ook ontzettend opgelucht hem te zien. Ik had een hekel aan ruzie, vond het vreselijk als hij niet in de buurt was. Als hij bereid was het goed te maken, was ik dat ook.

Er verscheen een glimlach op mijn gezicht toen ik zijn kostuum zag: een zwarte spijkerbroek, een zwart T-shirt en een zwart masker dat zijn hele gezicht bedekte. Alleen zijn ogen waren te zien, en daarmee keek hij koel om zich heen.

‘Daar is mijn partner,’ zei ik. ‘Heel chic te laat.’

Marcie en Robert keerden zich om. Patch wuifde even naar me en overhandigde zijn leren jasje aan een zielig typje uit een lagere klas dat Marcie had aangesteld om de jassen aan te nemen. Sommige meisjes zouden nog willen betalen om op een feest van eindexamenleerlingen te mogen komen.

‘Hé, dat is tegen de afspraak,’ merkte Robert op terwijl hij zijn Batman-maskertje afzette. ‘Die oen is niet verkleed.’

‘Noem hem straks alsjeblieft niet “oen”,’ zei ik tegen Robert terwijl ik glimlachend naar de naderende Patch keek.

‘Ken ik hem?’ vroeg Marcie. ‘Wie moet hij voorstellen?’

‘Een engel,’ antwoordde ik. ‘Een gevallen engel.’

‘Maar zo ziet een gevallen engel er helemaal niet uit,’ sputterde Marcie tegen.

Dat bewijst maar weer eens dat je er niks van weet, dacht ik. Even later sloeg Patch zijn arm om mijn hals en trok me naar zich toe voor een vluchtig kusje.

Ik heb je gemist, stuurde hij mijn gedachten in.

Ik jou ook. Laten we geen ruzie meer maken. Kunnen we het achter ons laten?

Is geregeld. Hoe loopt het feest? vroeg hij.

Ik krijg nog niet de aandrang om van het dak te springen.

Daar ben ik blij om.

‘Hoi,’ zei Marcie tegen Patch, flirteriger dan ik van haar had verwacht met haar date vlak naast haar.

‘Hoi,’ zei Patch terug, en hij knikte haar toe.

‘Ken ik je ergens van?’ vroeg ze terwijl ze haar hoofd vragend schuin hield. ‘Zit je op CHS?’

‘Nee,’ zei hij zonder er verder op in te gaan.

‘Waar ken je Nora dan van?’

‘Wie kent Nora niet?’ was zijn wedervraag.

‘Dit is mijn partner voor het feest, Robert Boxler,’ zei Marcie op een toon die moest laten blijken dat ze iemand was om rekening mee te houden. ‘Quarterback in het footballteam.’

‘Indrukwekkend,’ reageerde Patch. Hij was zo beleefd om een flintertje interesse door te laten schemeren. ‘Hoe gaat het met de competitie, Robert?’

‘Nou, we hebben een paar lastige wedstrijden gespeeld, maar dat halen we nog wel in,’ antwoordde Marcie voor Robert, en ze klopte hem troostend op de borst.

‘Bij welke sportschool train je?’ vroeg Robert aan Patch, terwijl hij bewonderend en ook een tikkeltje jaloers naar Patch’ gespierde lichaam keek.

‘O, ik heb de laatste tijd niet zoveel tijd gehad voor de sportschool.’

‘Nou, je ziet er top uit. Als je een keer samen met mij wilt gewichtheffen, bel me dan.’

‘Succes met de resterende wedstrijden,’ zei Patch tegen Robert. Hij schudde hem de hand op zo’n typische jongensmanier die ze instinctmatig lijken te kennen.

Patch en ik liepen verder het huis in, door gangen en kamers, op zoek naar een rustig hoekje. Uiteindelijk trok hij me de badkamer in, schopte de deur dicht en deed die op slot. Hij zette me tegen de muur en voelde aan een van mijn rode duivelsoren, zijn ogen waren donker van begeerte.

‘Leuk kostuum,’ zei hij.

‘Dat van jou ook. Je kunt wel zien dat je er veel aandacht aan hebt besteed.’

Er verscheen een geamuseerd lachje om zijn lippen. ‘Als het je niet bevalt, trek ik het wel uit.’

Nadenkend tikte ik tegen mijn kin. ‘Dat is het beste voorstel van de hele avond.’

‘Ik stel altijd prima dingen voor, engel.’

‘Voor het feest begon vroeg Marcie me de veters aan de achterkant van haar Cat Woman-broek vast te maken.’ Ik deed alsof ik iets op mijn handen afwoog. ‘Hm, lastig om te beslissen welk voorstel het beste was.’

Patch zette zijn masker af en grinnikte zacht in mijn hals. Door zijn adem streken mijn haren over mijn schouders. Hij rook heerlijk. En hij voelde warm en stevig, en zo fijn dichtbij. Mijn hart ging sneller kloppen en opeens werd ik overmand door schuldgevoel. Ik had gelogen tegen Patch. Dat kon ik maar niet vergeten. Ik deed mijn ogen dicht, liet me grondig door hem kussen en deed mijn best op te gaan in het moment. En ondertussen dreunden al die leugens door mijn hoofd. Ik had duivelskunstenarij ingenomen en zijn gedachten gemanipuleerd. En, nog erger, ik gebruikte nog steeds duivelskunstenarij.

‘Het probleem met jouw kostuum is dat het geen echte vermomming is,’ zei ik terwijl ik me terugtrok. ‘Bovendien mogen we in het openbaar niet samen worden gezien, weet je nog?’

‘Och, ik kwam gewoon even langs. Ik kon het feest van mijn meisje toch niet overslaan?’ fluisterde hij. Toen boog hij weer zijn hoofd voor een kus.

‘Vee is er nog niet,’ zei ik. ‘Ik heb haar gebeld op haar mobieltje, en ook dat van Scott, maar bij allebei krijg ik de voicemail. Denk je dat ik me zorgen moet maken?’

‘Misschien willen ze niet worden gestoord,’ zei hij vlak bij mijn oor en zijn stem klonk hees. Hij trok mijn jurk op en streelde met zijn duim over mijn blote bovenbeen. Die liefkozingen werden mijn slechte geweten de baas. Er voer een huivering door me heen, en deze keer sloot ik onwillekeurig mijn ogen. De knopen in mijn maag kwamen los. Ik ging sneller ademen. Hij wist precies wat hij deed.

Patch tilde me op en zette me neer op de ombouw van de wasbak, zijn handen op mijn heupen. Ik voelde me helemaal warm en zacht vanbinnen, en toen hij zijn lippen op de mijne drukte, had ik kunnen zweren dat de vonken er afspatten. Zijn aanrakingen deden een zinderende passie in me ontwaken. Die was bedwelmend en maakte me dronken. Zo dicht bij hem zijn verveelde nooit, hoe vaak we elkaar ook liefkoosden, kusten of met elkaar flirtten. Sterker nog, het zinderende gevoel werd alleen maar heviger. Ik wilde Patch en had mezelf niet meer in de hand.

Ik weet niet hoelang de badkamerdeur al openstond voordat ik het merkte. Ik rukte me uit Patch’ omhelzing los en mijn mond viel open. In de donkere deuropening stond mijn moeder, ze mompelde iets over dat het slot al een poosje niet deugde, dat ze al heel lang van plan was het te laten maken, en toen waren haar ogen inmiddels zeker gewend aan het schemerduister, want midden in een zin hield ze op met zich te verontschuldigen.

Haar mond klapte dicht. Haar gezicht verbleekte en werd vervolgens knalrood. Ik had haar nog nooit zo kwaad gezien. ‘Eruit!’ Ze wees met haar vinger naar de voordeur. ‘Mijn huis uit! En wee je gebeente als je hier ooit weer terugkomt of mijn dochter ook maar met een vinger durft aan te raken!’ tierde ze tegen Patch.

Ik sprong van de ombouw af. ‘Mam…’

Nu was het mijn beurt. ‘Ik wil geen woord van je horen!’ snauwde ze. ‘Je zei dat je het had uitgemaakt. Je zei dat… Je zei dat alles tussen jou en hem voorbij was. Je hebt tegen me gelogen!’

‘Ik kan het uitleggen,’ begon ik, maar ze gaf Patch weer de volle laag.

‘Is dat je “ding”? Jonge meisjes in hun eigen huis verleiden, met hun moeders in de buurt? Je zou je diep moeten schamen!’

Patch vlocht zijn vingers door de mijne en hield mijn hand stevig vast. ‘Integendeel, Blythe. Je dochter betekent alles voor me. Echt alles. Ik hou van haar, zo simpel is het.’ Hij zei het heel rustig en zelfverzekerd, maar zijn gezicht was hard als steen.

‘Je hebt haar leven verwoest! Vanaf het moment dat ze je heeft leren kennen, ging alles kapot. Ontken het maar, maar ik weet heel goed dat je betrokken was bij haar ontvoering. En nu mijn huis uit!’ snauwde ze.

Ik klampte me aan Patch’ hand vast en zei via mijn gedachten steeds maar weer sorry, sorry. In de zomer was ik tegen mijn wil vastgehouden in een afgelegen hut. Hank Millar was het meesterbrein achter die ontvoering, maar dat wist mijn moeder niet. Ze had een geestelijke muur opgetrokken en achter die muur bewaarde ze alle mooie herinneringen aan hem, de slechte had ze buitengesloten. Dat was de schuld van Hank en duivelskunstenarij. Volgens haar was Patch verantwoordelijk voor mijn ontvoering, dat stond net zo vast als het feit dat de zon elke dag opkwam.

‘Ik moet maar eens gaan,’ zei Patch tegen me, en hij kneep geruststellend in mijn hand. Ik bel je nog, stuurde hij ook nog.

‘Dat is je geraden!’ beet mijn moeder hem toe. Haar schouders gingen op en neer van het zware ademen.

‘En jíj hebt huisarrest,’ zei ze tegen mij. ‘Geniet maar van dit feest, want het is je laatste verzetje in heel, heel lange tijd.’

‘Wil je dan helemaal niet horen wat ik te zeggen heb?’ vroeg ik op net zo’n kille toon als de hare. Ik was echt woedend omdat ze Patch op deze manier behandelde.

‘Ik moet even bijkomen. Je kunt maar beter even bij me uit de buurt blijven. Misschien dat ik morgen met je wil praten, maar nu absoluut niet. Je hebt tegen me gelogen. Je hebt achter mijn rug om allerlei dingen gedaan. En erger nog, ik betrap je samen met hem in de badkamer terwijl je je kleren aan het uittrekken bent. In ónze badkamer! Hij wil maar één ding van je, Nora, en het kan hem niets schelen hoe hij dat krijgt. Heus, het is verre van romantisch om je maagdelijkheid naast de wc-pot te verliezen.’

‘Ik was niet… We waren niet… Mijn máágdelijkheid?’ Vol walging schudde ik mijn hoofd. ‘Laat maar. Je hebt gelijk, met jou is niet te praten. Je luistert toch niet, en dat heb je nooit gedaan. Zeker niet wanneer het over Patch gaat.’

‘Is er iets?’

Mijn moeder en ik draaiden ons om en zagen Marcie net buiten de deur staan. Ze had een lege heksenketel in haar armen en haalde verontschuldigend haar schouders op. ‘Sorry dat ik stoor, maar er zijn geen monsteroogbollen meer. De gepelde druiven, bedoel ik.’

Mijn moeder streek een lok uit haar gezicht in een poging om tot zichzelf te komen. ‘Nora en ik waren net klaar. Ik kan wel even gauw naar de winkel gaan om nieuwe druiven te kopen. Nog iets anders?’

‘Nacho cheese-dipsaus,’ zei Marcie met een verlegen piepstemmetje, alsof ze het vreselijk vond gebruik te moeten maken van mijn moeders aardige gebaar. ‘Maar dat hoeft niet echt. Ik bedoel, het is maar een dip. Er is alleen niks anders voor bij de chips, en ik ben er heel erg dol op… Maar we kunnen best zonder, hoor.’ Ze slaakte een zuchtje.

‘Prima. Druiven en nacho-dip. Verder nog iets?’ vroeg mijn moeder.

Marcie omhelsde de heksenketel nog steviger en antwoordde stralend: ‘Nee, verder niets.’

Nadat mijn moeder de sleutels uit haar zak had gehaald, liep ze weg, heel stijfjes. Maar Marcie bleef staan waar ze was.

‘Je zou haar gedachten kunnen manipuleren. Haar laten denken dat Patch hier niet was.’

Ik richtte een kille blik op Marcie. ‘Wat heb je allemaal gehoord?’

‘Voldoende om te weten dat je tot je nek in de shit zit.’

‘Ik ga de gedachten van mijn moeder niet manipuleren.’

‘Ik kan met haar gaan praten, als je dat wilt.’

Ik lachte schamper. ‘Jij? Het maakt mijn moeder niet uit wat je denkt, Marcie. Ze heeft je in huis genomen vanwege een misplaatst idee van gastvrijheid. En waarschijnlijk ook om je moeder iets te bewijzen. De enige reden dat je hier bent, is dat mijn moeder zo jouw moeder duidelijk kan maken dat mijn moeder een betere minnares was, en nu dus ook een betere moeder.’ Het was heel vals om zoiets te zeggen. In mijn hoofd had het beter geklonken, maar Marcie gunde me niet de tijd het allemaal een beetje op te poetsen.

‘Als dit een poging is om mij me rot te laten voelen, dan werkt het niet. Je gaat mijn feest niet verpesten.’ Maar ik dacht dat ik haar lip zag trillen. Nadat ze diep adem had gehaald, kwam ze weer tot zichzelf.

Plotseling, alsof er niets was gebeurd, zei ze merkwaardig opgewekt: ‘Volgens mij wordt het tijd voor partner-happen.’

‘Partner-watte?’

‘Net zoiets als appel-happen uit een teil vol water, maar hierbij hoort bij elke appel de naam van iemand op het feest. Wie je hapt, wordt je volgende date. Dat spelen we elk jaar op mijn Halloween-feest.’

Ik fronste mijn wenkbrauwen. Over dit spelletje hadden we het van tevoren niet gehad. ‘Klinkt ranzig.’

‘Het is gewoon een blind date. Nora, je hebt eeuwig huisarrest, dus je hebt niks te verliezen, toch?’ Ze duwde me de keuken in, naar een reusachtige teil waarin rode en groene appels dobberden. ‘Hé, iedereen, even luisteren!’ riep Marcie boven de muziek uit. ‘We gaan partner-happen en Nora mag als eerste.’

In de keuken klaterde applaus op, vermengd met gejoel, geroep en gefluit. Ik deed mijn mond open en dicht, maar er kwam geen geluid uit. Alleen inwendig vloekte ik Marcie stijf.

‘Ik geloof niet dat ik erg geschikt voor dit spelletje ben,’ riep ik boven de herrie uit. ‘Mag ik me terugtrekken?’

‘Nee.’ Ze gaf me wat een speels duwtje moest voorstellen, maar het kwam zo hard aan dat ik op mijn knieën voor de teil met appels belandde.

Hoogstverontwaardigd keek ik naar haar op. Ik krijg je nog wel, stuurde ik naar haar door.

‘Haar naar achteren. Niemand wil vieze haren die in het water drijven,’ zei Marcie.

Instemmend joelde iedereen: ‘Boe!’

‘Rode appels zijn met jongensnamen,’ ging Marcie verder met de les. ‘En groene met meisjesnamen.’

Ja, hoor, fijn. Als het maar gauw voorbij is, dacht ik. Ik had inderdaad niets te verliezen. Vanaf morgen had ik huisarrest. In de nabije toekomst had ik geen behoefte aan een date, ook niet na dit spelletje.

Ik stak mijn hoofd in het water. Mijn neus stootte tegen de ene appel na de andere, maar ik kon er mijn tanden maar niet in zetten. Toen ik naar lucht hapte, hoorde ik boe-geroep en gefluit. Mijn oren tuitten.

‘Ja, hallo,’ zei ik. ‘Ik heb dit sinds mijn vijfde niet meer gedaan. Dat zou toch iets moeten zeggen over dit spelletje.’

‘Nora heeft vanaf haar vijfde geen date meer gehad,’ reageerde Marcie, terwijl ze bewust mijn opmerking verdraaide en haar eigen commentaar erop leverde.

‘Jij bent de volgende,’ zei ik met mijn blik op Marcies knieën gericht.

‘Als er een volgende komt. Zo te zien blijf je de hele avond die appels aflebberen,’ reageerde ze liefjes, en iedereen barstte in luid gelach uit.

Ik duwde mijn gezicht weer in het water en beet naar de appels. Het water stroomde over de rand van de teil en doorweekte de voorkant van mijn rode duivelskostuum. Bijna pakte ik een appel met mijn hand met het plan die in mijn mond te stoppen, maar ik dacht dat Marcie dat niet goed zou keuren, en ik had echt geen zin het allemaal nog eens te doen. Net toen ik weer lucht wilde happen, zette ik mijn tanden in een bloedrode appel.

Ik kwam boven en schudde onder luid applaus en gejuich mijn haren uit. Ik wierp de appel naar Marcie en pakte een handdoek om mijn gezicht af te drogen.

‘En de gelukkige die met onze verzopen kat hier gaat daten is…’ Marcie trok een afgesloten buisje uit de appel waaruit het klokhuis was verwijderd. Ze rolde het stukje papier uit dat in het buisje had gezeten en trok haar neus op. ‘Baruch? Alleen maar Baruch?’ Ze sprak het uit als: Ba-ruuch. ‘Spreek ik dat goed uit?’ vroeg ze de toeschouwers.

Geen reactie. Mensen schuifelden al weg nu de voorstelling voorbij was. Ik was blij dat die Ba-ruuch, wie het ook was, blijkbaar nep was. Of hij schaamde zich te zeer om met mij te daten.

Marcie keek me strak aan, alsof ze verwachtte dat ik zou opbiechten dat ik die Ba-ruuch kende.

‘Hoort hij niet bij jouw vrienden?’ vroeg ik terwijl ik mijn haarpunten uitkneep in de handdoek.

‘Nee. Ik dacht dat hij bij jouw vrienden hoorde.’

Net toen ik me afvroeg of dit ook weer zo’n bizar spelletje van haar was, begonnen de lampen ineens te knipperen. Knipper, knipper, en toen gingen ze helemaal uit. De stereo liet een griezelige stilte horen. Even heerste er verwarring en viel iedereen stil en vervolgens werd er gegild. Eerst verwonderd en door elkaar heen, toen aanzwellend in algemene paniek. Op het gegil volgde het onmiskenbare geplof van lichamen die tegen de muren smakten.

‘Nora!’ riep Marcie uit. ‘Wat gebeurt er?’

Ik kreeg de kans niet om antwoord te geven. Een onzichtbare kracht leek me achteruit te duwen en liet me als verlamd staan. Kille energie verplaatste zich door mijn lichaam. De lucht leek te zinderen van de kracht van een groot aantal gevallen engelen. Hun aanwezigheid in de boerderij was voelbaar als een vlaag ijzige poollucht. Ik wist niet met hoeveel ze waren of wat ze wilden, maar ik kon ze door het huis voelen gaan, van vertrek tot vertrek, totdat ze overal waren.

‘Nora, Nora, kom je spelen?’ hoorde ik een zangerige mannenstem, een stem die ik niet kende en die griezelig hoog klonk.

Ik haalde oppervlakkig adem. In elk geval wist ik nu naar wie ze op zoek waren.

‘Ik vind je wel, schattebout,’ hoorde ik de zangerige, ijzige stem.

Hij was heel dichtbij, te dichtbij. Ik kroop achter de bank, maar daar had iemand anders zich al verstopt.

‘Nora? Ben jij dat? Wat gebeurt er?’ vroeg Andy Smith. Bij wiskunde zat hij twee plaatsen achter me, hij was het vriendje van Marcies vriendin Addyson. Ik voelde zijn warmte; hij zweette peentjes.

‘Stil,’ zei ik zacht.

‘Als jij niet naar mij komt, kom ik naar jou,’ zong de gevallen engel.

Zijn mentale macht sneed als een gloeiend mes door me heen. De adem stokte in mijn keel toen ik hem door mijn gedachten voelde gaan, zoekend, analyserend om te kunnen bepalen waar ik me had verborgen. Steeds weer richtte ik muren op om hem tegen te houden, maar daar ploegde hij doorheen alsof ze van stof waren. Ik probeerde me te herinneren wat Dante me had geleerd om een gedachte-invasie af te weren, maar de gevallen engel was te snel. Hij was me steeds twee gevaarlijke stappen voor. Nog nooit had een gevallen engel een dergelijk effect op me gehad. Er was slechts één manier om het te omschrijven: met zijn mentale energie bekeek hij me als door een vergrootglas, waardoor het effect werd versterkt.

Zonder waarschuwing schoot er een oranje flits door mijn hoofd. Een vuurhaard van energie verzengde mijn huid. De hitte deed mijn kleren smelten. Vlammen beten zich door de stof en streken martelend over mijn vel. Het deed zo onvoorstelbaar veel pijn dat ik in elkaar dook, met mijn hoofd tussen mijn knieën, en op mijn tanden moest bijten om het niet uit te schreeuwen. Het vuur was niet echt. Het moest gedachtemanipulatie zijn. Maar dat geloofde ik toch niet helemaal, want de hitte was zo intens dat ik zeker wist dat ik aan het verbranden was.

‘Hou op!’ gilde ik uiteindelijk, en ik rolde van achter de bank vandaan en over de vloer om de vlammen te doven die me verteerden.

Meteen verdween de vurige hitte, hoewel ik niets had gemerkt van het water dat de vlammen ongetwijfeld moest hebben gedoofd. Ik lag op mijn rug, badend in het zweet. Zelfs ademhalen deed pijn.

‘Iedereen wegwezen,’ beval de gevallen engel.

Bijna was ik vergeten dat er nog anderen in huis waren. Zij zouden dit nooit vergeten. Hoe zouden ze ook? Begrepen ze wat er aan de hand was? Snapten ze wel dat dit niet bij het feest hoorde? Ik kon alleen maar hopen dat iemand hulp zou gaan halen. Maar de boerderij lag afgelegen. Het zou lang duren voordat er hulp kwam.

De enige die echt kon helpen, was Patch, en hem kon ik niet bereiken.

Ik hoorde handen en voeten over de vloer krabbelen, op zoek naar een uitgang. Andy Smith stoof achter de bank vandaan en stormde paniekerig de deur uit.

Ik hief mijn hoofd net voldoende om de gevallen engel te kunnen zien. Hoewel het donker was, zag ik toch een bijzonder lang, uitgemergeld en halfnaakt silhouet. En twee woest schitterende ogen.

De gevallen engel met de blote borst uit The Devil’s Handbag en het bos keek op me neer. De ontsierende hiërogliefen leken trillend over zijn huid te bewegen, alsof ze aan onzichtbare touwtjes zaten. In werkelijkheid bewogen ze natuurlijk met het rijzen en dalen van zijn borst tijdens het ademhalen. Ik kon mijn ogen niet afhouden van de kleine wond op zijn borst.

‘Ik ben Baruch.’ Hij sprak het uit als: Ba-roech.

Met een van pijn vertrokken gezicht schoof ik naar de hoek.

‘Cheshvan is begonnen en ik heb geen Nephil-onderdaan,’ zei hij op normale gesprekstoon, maar in zijn ogen blonk geen licht, lag geen warmte.

Door een teveel aan adrenaline voelden mijn benen als lood en trilden ze. Veel keus had ik niet. Ik was niet sterk genoeg om langs hem heen te stormen. Ik kon niet met hem vechten, want als ik dat probeerde, zou hij zijn maten roepen en waren ze in een mum van tijd in de meerderheid. Had mijn moeder Patch maar niet weggestuurd… Ik had hem hard nodig. Dit kon ik niet in mijn eentje aan. Patch zou hebben geweten hoe dit moest worden aangepakt.

Baruch bevochtigde zijn lippen. ‘De aanvoerder van het leger van de Zwarte Hand, en wat moet ik met haar doen?’

Hij stortte zich in mijn gedachten. Ik voelde het maar kon het niet voorkomen. Ik was te uitgeput om me te verzetten. Voordat ik het wist, was ik gehoorzaam naar hem toegekropen en lag als een hond aan zijn voeten. Hij schopte me in mijn rug en keek als een roofdier op me neer. Ik had het graag met hem op een akkoordje gegooid, maar mijn kaken zaten op elkaar geklemd, zo stevig alsof ze aan elkaar waren genaaid.

Je kunt niet tegen me ingaan, fluisterde hij in mijn gedachten. Mij kun je niets weigeren. Mijn bevelen moet je opvolgen.

Zonder resultaat probeerde ik zijn stem buiten te sluiten. Als ik me aan zijn controle over mij kon onttrekken, kon ik terugvechten. Dat was mijn enige kans.

‘Hoe voelt het om een gloednieuwe Nephil te zijn?’ vroeg hij zacht en spottend. ‘De wereld is geen goede plek voor een Nephil zonder meester. Ik zal je beschermen tegen andere gevallen engelen, Nora. Van nu af aan ben je van mij.’

‘Ik ben van niemand,’ snauwde ik, al kostte het me grote moeite om te spreken.

Langzaam en bedachtzaam ademde hij uit. De adem floot langs zijn tanden met het geluid van een zweep die door de lucht klieft. ‘Ik breek je nog wel, hondje. Pas maar op,’ grauwde hij.

Ik keek hem recht in het gezicht. ‘Je hebt een grote fout begaan door vanavond hier te komen, Baruch. Je hebt een fout begaan door achter me aan te gaan.’

Hij grijnsde, waarbij hij een stel scherpe witte tanden liet zien. ‘Hier ga ik van genieten.’ Hij stapte dichterbij en de macht droop van hem af. Hij was bijna net zo sterk als Patch, maar zijn kracht had iets bloeddorstigs, en zoiets was me bij Patch nooit opgevallen. Ik wist niet hoelang geleden Baruch uit de hemel was gevallen, maar ik wist zo zeker als het maar kon dat hij zich met hart en ziel had overgegeven aan het kwaad.

‘Zweer je gelofte van trouw, Nora Grey,’ beval hij.