Hoofdstuk 9

‘Ik heb jullie de kans gegeven om dit op een schappelijke manier op te lossen, maar mijn geduld raakt zo langzamerhand op,’ zei Pepper. Hij stopte het pistool in zijn broekband en veegde toen met beide handen zijn bezwete voorhoofd af. ‘Als ik niet bij Patch kan komen, zorg ik er wel voor dat hij naar mij toekomt.’

Ik wist welke kant dit opging. ‘Ga je me ontvoeren? Je bent inderdaad geen gewone boef, Pepper. Misdadiger, psychopaat en doortrapte schurk; dat komt allemaal meer in de richting.’

Hij deed zijn boordje wat losser en trok een grimas. ‘Ik wil dat Patch me een kleine dienst bewijst. Dat is alles. Volkomen onschuldig.’

Volgens mij hield die ‘dienst’ in dat Patch Pepper achterna moest gaan naar de hel, en dat Pepper dan snel opzij zou springen en de poort achter Patch zou dichtslaan. Het zou in elk geval een manier zijn om met een afperser af te rekenen.

‘Ik sta aan de goede kant,’ zei Pepper. ‘Ik ben een aartsengel. Hij kan me vertrouwen. Dat had je hem moeten vertellen.’

‘De snelste manier om zijn vertrouwen te beschamen, is door mij te ontvoeren. Denk even na, Pepper. Patch gaat echt niet met je samenwerken als je mij ontvoert.’

Hij trok nog wat harder aan zijn boordje. Zijn gezicht was zo rood aangelopen dat hij op een zwetend roze varken leek. ‘Er is veel meer aan de hand dan je op het eerste gezicht zou zeggen. Ik heb geen opties meer, begrijp je dat niet?’

‘Je bent een aartsengel, Pepper, maar intussen loop je op aarde rond met een pistool en bedreig je mij. Ik geloof niet dat je ongevaarlijk bent, net zomin als ik geloof dat je Patch niets zult doen. Aartsengelen blijven nooit langere periodes op aarde, en iemand gijzelen doen ze al helemaal niet. Weet je wat ik denk? Dat je slecht bent geworden.’

‘Ik ben hier met een opdracht. Ik ben niet slecht, maar ik ben gedwongen bepaalde… eh… vrijheden te nemen.’

‘Goh, ik zou je bijna geloven.’

‘Ik heb een klus voor je vriendje en niemand anders kan die opknappen. Het was niet mijn bedoeling je te ontvoeren, maar hij heeft me ertoe gedwongen. Ik heb Patch’ hulp nodig, en wel meteen. Loop rustig naar de boot. Als je een onverwachte beweging maakt, schiet ik.’

Pepper maakte een wenkend gebaar en de boot gleed gehoorzaam door het water naar de dichtstbijzijnde steiger. Patch had me niet verteld dat aartsengelen voorwerpen konden commanderen. Dit was een onaangename verrassing en ik vroeg me af in hoeverre dit een eventuele ontsnappingspoging zou bemoeilijken.

‘Heb je het dan niet gehoord? Hij is mijn vriendje niet meer,’ zei ik tegen Pepper. ‘Ik ga nu met Dante Matterazzi. Je kent hem vast wel. Iedereen kent hem. Patch is echt helemaal uit mijn leven.’

‘Dat zullen we nog wel eens zien, denk je niet? Als ik je nog één keer moet vragen om door te lopen, schiet ik een gat in je voet.’

Met mijn armen omhoog liep ik naar de steiger. Het was wel wat aan de late kant, maar ik wilde dat ik mijn spijkerjasje met het tracking-apparaatje aan had getrokken. Als Patch wist waar ik was, zou hij me komen halen. Misschien had hij ook een apparaatje in mijn bodywarmer genaaid, maar daar mocht ik niet op rekenen. En omdat ik geen idee had waar Patch was, en bovendien niet wist of alles wel met hem in orde was, kon ik ook niet op hem rekenen.

‘Stap in de boot,’ beval Pepper. ‘Pak het touw op het bankje en bind je handen aan de reling.’

‘Je pakt het nogal serieus aan,’ zei ik. Ik treuzelde en keek naar de bomen langs de rivier. Als ik die kon bereiken, zou ik me daar kunnen verstoppen. Peppers kogels zouden eerder een boom raken dan mij.

‘Ongeveer vijftig kilometer hiervandaan heb ik een fijne, ruime opslagplaats waar jouw naam op staat. Zodra we daar zijn, geef ik je vriendje een belletje.’ Hij maakte een vuist, stak zijn duim en pink uit en hield die als een telefoon bij zijn oor. ‘We zullen zien of we tot een overeenkomst kunnen komen. Als hij een eed aflegt om een persoonlijke zaak voor me op te lossen, krijg je misschien de kans om hem en je vrienden en familie weer te zien.’

‘Hoe wil je hem dan bellen? Jij hebt zijn mobieltje.’

Pepper fronste zijn wenkbrauwen. Hier had hij niet aan gedacht. Misschien kon ik gebruikmaken van zijn verwarring. ‘Dan moeten we dus afwachten tot hij óns belt. Voor jou mag ik hopen dat hij daar niet te lang mee wacht,’ zei hij grimmig.

Met tegenzin stapte ik in de boot. Ik pakte het touw en maakte er een knoop in. Ik kon het me niet voorstellen, maar zou Pepper echt zo stom zijn om te denken dat een doodgewoon touw me kon tegenhouden?

Pepper gaf meteen antwoord op mijn vraag. ‘Voor het geval je aan ontsnappen denkt, kan ik je vertellen dat dit touw behekst is. Het ziet er onschuldig uit, maar het is sterker dan bouwstaal. O, en zodra je je polsen hebt vastgebonden, zal ik het weer beheksen. Als je maar even aan het touw trekt om je los te rukken, krijg je een elektrische schok van tweehonderd volt door je lijf.’

Ik probeerde me niet van de wijs te laten brengen. ‘Een speciale truc van aartsengelen?’

‘Laten we het er maar op houden dat ik meer kracht heb dan je denkt.’

Pepper zwaaide zijn korte beentje over de reling en zette zijn voet op het bankje van de stuurman. Voordat hij zijn andere been kon bijtrekken, wierp ik me met mijn volle gewicht tegen de zijkant van de boot, die hevig begon te slingeren en van de steiger wegdreef. Pepper stond met zijn ene voet in de boot en met zijn andere op de steiger, en de ruimte tussen zijn benen werd steeds groter.

Onmiddellijk kwam hij in actie. Hij schoot de lucht in en bleef een meter of wat boven de boot zweven. Hij vloog! In de fractie van een seconde dat ik had besloten hem uit zijn evenwicht te brengen, was ik vergeten dat hij vleugels had. En dat niet alleen, hij was nu ook razend.

Ik dook overboord en zwom onder water als een gek naar het midden van de rivier terwijl er schoten in het water werden afgevuurd.

Achter me hoorde ik een plons, en het drong tot me door dat Pepper me achterna was gedoken. Binnen enkele seconden zou hij me te pakken krijgen en zoals beloofd een gat in mijn voet schieten – of iets veel ergers doen. Ik was niet zo sterk als een aartsengel, maar ik was Nephilim en had met Dante getraind… Twee keer. Wat ik nu ging doen, was of ongelooflijk stom of ongelooflijk dapper.

Ik plantte mijn voeten stevig op de zanderige rivierbodem, zette me af met alle kracht die ik in me had en sprong recht omhoog uit het water. Tot mijn verbazing schoot ik door, boven de boomtoppen uit die langs de oever stonden. Ik kon kilometers ver zien, over fabrieken en akkers, tot aan de verkeersweg vol piepkleine autootjes en vrachtwagentjes. Daar voorbij zag ik Coldwater: een verzameling huizen, winkels en groene parken met gazons.

Maar opeens verloor ik snelheid en viel net zo hard naar beneden. Mijn maag zat ongeveer in mijn keel en de lucht suisde langs mijn lijf terwijl de rivier me razendsnel tegemoetkwam. Ik wilde als een gek met mijn armen gaan maaien, maar mijn lichaam weigerde dienst, alsof het alleen maar in staat was in een sierlijk, efficiënt raketje te veranderen. Mijn voeten ramden dwars door de planken van de steiger en ik plonsde in het water.

Er vlogen kogels langs mijn oren. Ik krabbelde op uit de ravage, sprong de oever op en rende naar de bomen. Weliswaar had ik twee ochtenden in het donker getraind, maar dat verklaarde nog niet waarom ik plotseling bijna net zo hard kon rennen als Dante. De bomen schoten in een waas voorbij, maar mijn voeten vonden gemakkelijk hun weg, alsof ik een halve seconde van tevoren al precies wist waar ik ze moest neerzetten.

Op topsnelheid rende ik naar de weg, wierp me achter het stuur van de Volkswagen en racete de parkeerplaats af. Tot mijn verbazing was ik niet eens buiten adem.

Adrenaline? Misschien. Maar ik dacht het niet.

Ik reed naar Allen’s Apotheek en parkeerde de Volkswagen tussen twee vrachtwagens, zodat hij vanaf de straat niet kon worden gezien. Ik zakte onderuit in mijn stoel en probeerde mezelf onzichtbaar te maken. Ook al was ik er bijna zeker van dat ik Pepper bij de rivier was kwijtgeraakt, het kon geen kwaad om voorzichtig te zijn. Ik moest nadenken. Naar huis of naar school gaan was geen optie. Ik moest Patch zien te vinden, maar ik wist niet hoe ik dat moest aanpakken.

Even later werd ik uit mijn gepeins gehaald door het geluid van mijn mobieltje.

‘Hé, Grey,’ zei Scott. ‘Vee en ik zijn op weg naar de Taco Hut om te lunchen, maar de grote vraag vandaag is: waar ben jij? Omdat je nu a) kunt autorijden en b) een karretje hebt – dankzij mij – hoef je niet te eten in de schoolkantine. Weet je nog?’

Ik ging niet in op zijn grappen. ‘Ik heb Dantes nummer nodig. Stuur het maar per sms en graag snel,’ zei ik tegen Scott. Ik had Dantes nummer opgeslagen in mijn oude mobieltje, maar niet in dit telefoontje.

‘Hoezo?’ vroeg hij.

‘Wat krijgen we nou? Mogen meisjes niet de telefoonnummers van jongens vragen?’

‘Waarom wil je zijn nummer hebben? Dante was toch je vrien…’

Ik hing op en probeerde na te denken. Wat wist ik? Ik wist dat een aartsengel een dubbelleven leidde en me had willen ontvoeren om Patch zover te krijgen dat hij hem een dienst bewees. Of ophield hem te chanteren. Of allebei. Ik wist ook dat Patch niet degene was die hem chanteerde.

Wat wist ik níét? Vrijwel alles wat Patch betrof. Was hij veilig? Zou hij contact met me opnemen? Had hij mijn hulp nodig?

Waar ben je Patch, dacht ik wanhopig.

Mijn mobieltje rinkelde.

HIER IS DANTES NUMMER. HEB GEHOORD DAT CHOCOLA GOED IS TEGEN PMS, sms’te Scott.

‘Leuk hoor,’ zei ik hardop, en ik toetste Dantes nummer in. Na drie keer overgaan nam hij op.

‘Ik moet je spreken,’ zei ik gespannen.

‘Zeg, als je het over vanochtend wilt hebben…’

‘Natuurlijk wil ik het over vanochtend hebben. Wat heb je me gegeven? Ik heb een raar drankje gedronken en plotseling kan ik net zo hard rennen als jij, vijftien meter door de lucht zeilen, en ik weet ook zeker dat ik beter kan zien dan normaal.’

‘Dat trekt weg. Om die snelheid te blijven houden, moet je elke dag dat blauwe spul drinken.’

‘Heeft dat blauwe spul een naam?’

‘Dat zeg ik niet over de telefoon.’

‘Oké, dan wil ik je zien.’

‘Bij Rollerland, over een halfuur.’

Ik knipperde met mijn ogen. ‘Wil je bij een rolschaatsbaan afspreken?’

‘Het is een doordeweekse dag. Op dit uur zijn daar alleen maar moeders met peuters. Een eventuele spion zou onmiddellijk opvallen.’

Ik wist niet of Dante iemand in gedachten had die ons zou kunnen bespioneren, maar door het onrustige gevoel in mijn maag had ik het idee dat Dante niet de enige was die dat blauwe spul wilde. Mijn vermoeden was dat het een of andere drug was. Tenslotte had ik aan den lijve ondervonden wat voor versterkende eigenschappen het spul had. Het had me een ongelooflijke kracht gegeven, alsof ik geen grenzen kende en fysiek tot alles in staat was. Het gevoel was overweldigend en onnatuurlijk. En over dat laatste maakte ik me nu zorgen.

Toen Hank nog leefde, had hij met duivelskunstenarij geexperimenteerd, de krachten van de hel naar zijn hand gezet. De voorwerpen die hij had behekst, straalden altijd een soort griezelig blauw waas uit. Tot nu toe had ik geloofd dat de kennis van duivelskunstenarij met Hank in het graf was verdwenen, maar nu begon ik te twijfelen. Ik hoopte dat Dantes mysterieuze blauwe drankje toeval was, maar mijn instinct vertelde me iets anders.

Ik stapte uit de auto en liep de laatste paar straten naar Rollerland, terwijl ik zo nu en dan achteromkeek om te controleren of ik niet werd gevolgd. Maar ik zag geen vreemde mannen in donkere overjassen met zonnebrillen op. En ook geen heel lange types, waardoor Nephilim zich zouden verraden.

Ik ging de deur van Rollerland door, huurde een paar rolschaatsen maat 39 en ging op een bank, net buiten de baan zitten. Het licht was gedempt en er hing een discobal die duizenden lichtjes over de glanzende houten vloer verspreidde. Uit de luidsprekers klonken oude nummers van Britney Spears. Zoals Dante had gezegd, waren er op dit uur alleen maar moeders met kleine kinderen aan het rolschaatsen.

Er hing een elektrische lading in de lucht die op Dantes aanwezigheid duidde. Even later kwam hij naast me op de bank zitten, gekleed in een nauwsluitende spijkerbroek en strakke donkerblauwe trui. Zijn ogen kon ik niet zien, want hij had zijn zonnebril op. Ik vroeg me af of hij er spijt van had dat hij me dat drankje had gegeven en last had van zijn geweten. Dat mocht ik hopen.

‘Ga je schaatsen?’ vroeg hij, en hij knikte naar mijn voeten.

Ik zag dat hij geen rolschaatsen bij zich had. ‘Er hangt een bord waarop staat dat je in dit gedeelte alleen met rolschaatsen mag komen.’

‘Je had toch de gedachten van de man achter de balie kunnen manipuleren?’

Ik was meteen uit mijn humeur. ‘Dat soort dingen doe ik niet.’

Dante haalde zijn schouders op. ‘Dan mis je een hoop voordeeltjes die je als Nephilim hebt.’

‘Vertel op over dat blauwe drankje.’

‘Het is een versterkend drankje.’

‘Zover was ik zelf ook al. Waar is het mee versterkt?’

Dante boog zijn hoofd naar me toe en fluisterde: ‘Duivelskunstenarij. Maar dat klinkt erger dan het is,’ verzekerde hij me.

Ik verstijfde en de haartjes in mijn nek gingen rechtovereind staan. Nee, nee, nee. Duivelskunstenarij was van de aardbodem verdwenen. Samen met Hank. ‘Ik weet wat duivelskunstenarij is en ik dacht dat die was vernietigd.’

Dante fronste zijn wenkbrauwen. ‘Wat weet jij van duivelskunstenarij?’

‘Hank maakte er gebruik van. Net als zijn handlanger Chauncey Langeais. Maar toen Hank stierf…’ Ik hield mijn mond. Dante wist niet dat ik Hank had vermoord, en als mijn geheim werd onthuld, zou dat mijn verhouding met de Nephilim, inclusief Dante, niet echt ten goede komen. En dat was nog zacht uitgedrukt. ‘Patch heeft voor Hank gespioneerd.’

Dante knikte. ‘Weet ik. Ze hadden een deal. Patch sluisde informatie over gevallen engelen aan ons door.’

Ik wist niet zeker of Dante verzweeg dat Patch met Hank had afgesproken om te spioneren onder één voorwaarde: dat hij me in leven zou laten. Of misschien had Hank dit überhaupt niet aan Dante verteld.

‘Hank heeft Patch over duivelskunstenarij verteld,’ loog ik, als uitvlucht. ‘Maar Patch zei tegen mij dat toen Hank stierf, het afgelopen was met duivelskunstenarij. Patch had de indruk dat Hank de enige was die wist hoe hij daarmee om moest gaan.’

Dante schudde zijn hoofd. ‘Hank heeft zijn rechterhand Blakely opdracht gegeven prototypes van duivelskunstenarij te ontwikkelen. Blakely weet meer van duivelskunstenarij dan Hank ooit heeft gedaan. De afgelopen maanden heeft Blakely zich in een laboratorium opgesloten en daar met duivelskunstenarij messen, zwepen en boksbeugels in dodelijke wapens veranderd. En onlangs heeft hij een drank ontwikkeld die de krachten van de Nephilim kan versterken. We staan nu quitte, Nora,’ zei hij met een schittering van opwinding in zijn ogen. ‘Er waren altijd tien Nephilim nodig om één gevallen engel aan te kunnen. Maar dat is nu niet meer zo. Ik heb het drankje voor Blakely getest en wanneer ik het inneem, ben ik behoorlijk in het voordeel. Ik kan het nu opnemen tegen een gevallen engel zonder bang te hoeven zijn dat hij sterker is dan ik.’

Mijn gedachten vlogen alle kanten op. Duivelskunstenarij weer op aarde? Beschikten de Nephilim over een geheim wapen dat werd gefabriceerd in een geheim laboratorium? Dit moest ik aan Patch vertellen. ‘Heb je mij hetzelfde drankje gegeven dat je voor Blakely hebt getest?’

‘Ja.’ Hij glimlachte sluw. ‘Nu weet je waarover ik het heb.’

Als hij bewondering van me verwachtte, had hij zich vergist. ‘Hoeveel Nephilim weten van dit drankje af of hebben het ingenomen?’

Dante leunde achterover en zuchtte. ‘Wil je dat weten voor jezelf…’ Hij zweeg betekenisvol. ‘…of wil je ons geheimpje aan Patch vertellen?’

Ik aarzelde en Dantes gezicht betrok.

‘Je moet een keus maken, Nora. Je kunt niet zowel loyaal aan ons als aan Patch zijn. Ook al doe je nog zo je best, uiteindelijk betekent loyaliteit dat je een kant moet kiezen. Je bent vóór de Nephilim of tégen ons.’

Het ergste was dat ik diep vanbinnen wist dat Dante gelijk had. Patch en ik hadden afgesproken dat we zouden proberen samen ongeschonden uit de oorlog te komen. Maar als ik bleef volhouden dat dit mijn enige doel was, hoe zat het dan met de Nephilim? Ik was hun leider en wilde dat ze geloofden dat ik ze zou helpen. Maar dat ging ik helemaal niet doen.

‘Als je Patch over de duivelskunstenarij vertelt, zal hij dat echt niet voor zich houden,’ zei Dante. ‘Hij gaat achter Blakely aan en zal het laboratorium vernietigen. Niet omdat hij zich daar moreel toe verplicht voelt, maar uit zelfbehoud. Het gaat niet meer alleen om Cheshvan,’ legde hij uit. ‘Het is niet mijn doel om de gevallen engelen achter een bepaalde grens terug te dringen om ze te laten ophouden bezit van ons te nemen. Mijn doel is om met behulp van duivelskunstenarij het hele ras van gevallen engelen uit te roeien. En mochten ze dat nog niet weten, dan zal het niet lang duren voordat ze daarachter komen.’

‘W-wat zeg je nou?’ stamelde ik.

‘Hank had een plan. En dat was het uitroeien van hun soort. Blakely denkt dat hij binnen afzienbare tijd het prototype van een wapen kan ontwikkelen dat sterk genoeg is om een gevallen engel te doden. Iets wat tot nu toe onmogelijk was.’

Ik sprong op van de bank en begon te ijsberen. ‘Waarom vertel je me dit allemaal?’

‘Omdat ik vind dat het tijd is dat je een keuze maakt. Sta je aan onze kant, ja of nee?’

‘Het gaat niet om Patch. Hij werkt niet samen met gevallen engelen. Hij wil geen oorlog.’ Patch’ enige doel was dat ik aan de macht bleef, me aan mijn eed hield en het overleefde. Maar Dante had gelijk, als ik Patch over de duivelskunstenarij vertelde, zou hij er alles aan doen om die te vernietigen.

‘Als je hem over de duivelskunstenarij vertelt, is het afgelopen tussen ons,’ zei Dante.

Hij stelde me voor de keus: Scott en duizenden andere onschuldige Nephilim verraden of Patch. Ik kreeg zo’n hevige steek in mijn maag dat ik bijna dubbelklapte.

‘Je hebt de hele middag om hierover na te denken,’ zei Dante, en hij stond op. ‘Als ik verder niks hoor, gaan we morgenochtend gewoon weer trainen.’ Hij keek me aan en even meende ik in zijn bruine ogen iets van twijfel te zien. ‘Ik hoop dat we nog steeds aan dezelfde kant staan, Nora,’ zei hij zacht, en hij liep weg.

Ik bleef nog een poosje in het halfduister zitten, omringd door het plotseling bizar klinkende gejoel en gelach van de kinderen die op hun rolschaatsen rondjes probeerden te draaien. Ik boog mijn hoofd en verborg mijn gezicht in mijn handen. Het was helemaal niet de bedoeling dat het allemaal zo zou gaan. Het plan was dat ik de oorlog tegen zou houden, een staakt-het-vuren zou afkondigen en daarna weer samen met Patch zou zijn.

Maar Dante en Blakely waren verdergegaan waar Hank was opgehouden en nu was het erop of eronder. Stom, stom, stom.

Onder normale omstandigheden had ik Dante, Blakely en alle Nephilim geen enkele kans gegeven om de gevallen engelen uit te roeien, maar ik vermoedde dat duivelskunstenarij alles zou veranderen. En wat betekende dit voor mijn aandeel in het geheel? Als de Nephilim zonder mij op oorlogspad gingen, zouden de gevallen engelen mij daar dan toch verantwoordelijk voor houden?

Jazeker. Absoluut.

Waar Blakely zich ook mocht bevinden, ongetwijfeld afgeschermd door zijn eigen kleine Nephilimveiligheidsmaatregelen, het was wel duidelijk dat hij experimenteerde met nog krachtiger en gevaarlijker prototypes. Hij was de oorzaak van alle problemen.

Daarom moest ik hem en zijn geheime laboratorium zien op te sporen. Dat stond boven aan mijn lijstje.

Maar eerst moest ik Patch vinden. Mijn maag draaide zich om van de zorgen en in stilte deed ik weer een gebedje voor hem.