Hoofdstuk 34

Ik droeg alleen gympen, een short en een hemdje toen ik me de volgende ochtend in alle vroegte meldde op een stuk rotsige kust waar ik met Patch had afgesproken. Het was maandag, de dag dat Pepper de veren moest overhandigen. Het was ook een schooldag. Maar die twee dingen konden me niets schelen. Ik had wel iets anders aan mijn hoofd: trainen. Later kon ik me over andere dingen druk maken.

Ik had mijn handen ingetapet, want ik vermoedde dat Patch’ versie van trainen nog veel en veel erger zou zijn dan die van Dante. Mijn haar had ik in een strakke Franse vlecht gedaan, en afgezien van een paar slokken water had ik niets in mijn maag. Sinds vrijdag had ik geen duivelskunstenarij meer ingenomen, en dat was te merken. Ik had een barstende hoofdpijn en wanneer ik mijn hoofd te snel draaide, duurde het even voordat ik alles weer duidelijk kon zien. En dan die afschuwelijke hunkering die in me knaagde en zo pijnlijk was dat ik soms nauwelijks kon ademen.

Ik had me aan mijn belofte aan Patch gehouden en zaterdagavond het tegengif genomen, meteen nadat ik mijn verslaving had opgebiecht. Maar kennelijk duurde het een hele poos voordat het echt werkte. En waarschijnlijk hielp het ook niet echt dat ik de afgelopen week grote hoeveelheden duivelskunstenarij naar binnen had gegoten.

Patch droeg een zwarte spijkerbroek en een zwart T-shirt waarin zijn gespierde lijf goed uitkwam. Hij ging tegenover me staan en legde zijn handen op mijn schouders. ‘Ben je er klaar voor?’

Ondanks de grimmige sfeer glimlachte ik en liet mijn knokkels kraken. ‘Of ik klaar ben voor een partijtje stoeien met mijn superknappe vriendje? Nou en of!’

Er verscheen een geamuseerde blik in zijn ogen.

‘Ik zal mijn best doen me te beheersen wanneer ik je aanraak, maar in de hitte van de strijd kan er natuurlijk van alles gebeuren,’ voegde ik eraan toe.

Patch grinnikte. ‘Klinkt veelbelovend.’

‘Oké, trainer, laten we beginnen.’

Meteen keek Patch weer ernstig. ‘Je bent totaal niet geoefend in het omgaan met een degen, en ik vermoed dat Dante in de loop der jaren behoorlijk veel ervaring heeft opgedaan. Hij is zo oud als Napoleon en waarschijnlijk zwaaiend met een degen uit de buik van zijn moeder gekomen. Het beste is om hem zo gauw mogelijk zijn wapen te laten verliezen en over te gaan op blote handen.’

‘En hoe pak ik dat aan?’

Patch pakte twee stokken van de grond die hij had bijgesneden tot ongeveer de lengte van een echte degen. Eentje gooide hij naar me toe, en die ving ik op. ‘Trek je degen voordat je gaat vechten. Het kost meer tijd om je degen te trekken dan om eraan geregen te worden.’

Ik deed alsof ik een onzichtbare degen uit een onzichtbare schede aan mijn onzichtbare riem trok en nam de juiste houding aan.

‘Zorg dat je voeten continu een rechte lijn met je schouders vormen,’ instrueerde Patch me terwijl hij heel langzaam en ontspannen een fictieve aanval afweerde. ‘Je mag niet uit balans raken en struikelen. Zet je voeten nooit te dicht bij elkaar, en hou je wapen vlak naast je lichaam. Hoe meer je je arm en je lichaam strekt, hoe gemakkelijker het voor Dante is om je onderuit te halen.’

Een paar minuten oefenden we het voetenwerk en de balans terwijl het doffe geklik van onze houten ‘degens’ boven het geluid van de branding uit te horen was.

‘Kijk goed naar wat Dante doet,’ zei Patch. ‘Hij zal meteen in een bepaald patroon vervallen, en daaruit kun jij opmaken wanneer hij gaat aanvallen. Als hij zover is, haal je naar hem uit.’

‘Oké. We moeten maar een rollenspel doen om te oefenen.’

Patch schoof met snel voetenwerk naar voren en liet zijn ‘degen’ zo stevig op de mijne neerkomen dat de stok in mijn handen trilde. Voordat ik me kon herstellen stootte hij nog eens toe, waardoor de stok uit mijn hand vloog.

Ik pakte mijn ‘degen’ op, wiste het zweet van mijn voorhoofd en zei: ‘Ik ben hier niet sterk genoeg voor. Het lukt me nooit zoiets bij Dante te doen.’

‘Jawel, wanneer je hem eenmaal hebt verzwakt. Het duel vindt morgen bij zonsopgang plaats. Volgens de traditie is het buiten op een afgelegen plek. Je moet Dante zo zien te manoeuvreren dat de opgaande zon in zijn ogen schijnt. Als hij van positie probeert te verwisselen, maakt dat nog niet veel uit, want hij is zo lang dat als hij tussen jou en de zon staat, je daar geen last van hebt. Maak gebruik van zijn lengte. Hij is langer dan jij en daardoor kun je goed uithalen naar zijn benen. Een flinke mep tegen zijn knie zal hem uit balans brengen. Zodra dat gebeurt, val je aan.’

Ik deed na wat Patch had voorgedaan en bracht hem met een slag tegen zijn knie uit balans. Op deze move liet ik een paar snelle uithalen volgen. Ik kon hem niet ontwapenen, maar ik kon wel de punt van mijn stok tegen zijn buik zetten. Als ik zoiets bij Dante kon doen, keerden de kansen.

‘Heel goed,’ merkte Patch op. ‘Waarschijnlijk duurt het hele duel niet langer dan een halve minuut. Elke beweging telt. Wees voorzichtig en hou je hoofd erbij. Laat je door Dante niet verleiden tot een roekeloze fout. Wegduiken en ontwijken zullen je beste verdediging zijn, vooral op een open plek. Je hebt ruimte genoeg om zijn degen te ontwijken door snel opzij te springen.’

‘Dante weet best dat hij duizendmiljoen keer beter is dan ik.’ Ik trok mijn wenkbrauwen op. ‘Heb je nog een verstandige opmerking over hoe ik moet leren omgaan met een compleet gebrek aan zelfvertrouwen?’

‘Gebruik je angst als strategie. Doe alsof je banger bent dan je bent om Dante een vals gevoel van superioriteit te geven. Arrogantie kan dodelijk zijn.’ Er verscheen een lachje om zijn mond. ‘Maar dat heb je niet van mij gehoord.’

Ik legde mijn ‘degen’ als een honkbalknuppel op mijn schouder. ‘Dus het plan komt erop neer dat ik zorg dat hij zijn wapen kwijtraakt, dan een verschrikkelijke mep uitdeel en vervolgens mijn plaats als rechtmatig leider van de Nephilim opeis.’

Hij knikte. ‘Een eenvoudig plan. Nog tien uur en je bent een echte pro.’

‘Als we hier nog tien uur mee doorgaan, heb ik wel iets nodig om gemotiveerd te blijven.’

Patch sloeg zijn arm om mijn hals en trok me naar zich toe voor een kus. ‘Elke keer dat je die stok uit mijn hand slaat, krijg je een kus. Hoe vind je dat?’

Ik beet op mijn lip om niet te gaan giechelen. ‘Vals.’

Patch trok zijn wenkbrauwen op. ‘Zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten. Oké. Twéé kussen per keer. Bezwaar?’

Ik trok een heel onschuldig gezicht. ‘Absoluut niet.’

Patch en ik hielden pas op met duelleren toen de zon onderging. We hadden vijf paar ‘degens’ aan diggelen geslagen, en waren alleen even opgehouden voor de lunch en om me mijn welverdiende kussen te geven. Eentje daarvan duurde zo lang dat het de aandacht trok van strandjutters en een paar joggers. Ik weet zeker dat we er idioot uitzagen, heen en weer springend op de kale rotsen terwijl we met houten zwaardjes zo hard op elkaar inhakten dat we er blauwe plekken van kregen en waarschijnlijk ook interne bloedingen. Gelukkig heelde ik extra snel en verstoorden mijn verwondingen de training niet.

Toen het ging schemeren, was ik totaal uitgeput en droop het zweet van ons af. Over ongeveer twaalf uur zou ik in het echt met Dante duelleren. Geen stokken meer, maar scherp metaal waar mee we een lichaamsdeel konden afhakken. Bij die gedachte kreeg ik kippenvel.

‘Nou, het is je gelukt,’ feliciteerde ik Patch. ‘Ik ben veranderd in een vechtmachine. Het was beter geweest als ik jou meteen als personal trainer had genomen.’

Hij glimlachte ondeugend. ‘Tegen Patch kan niemand op.’

Ik mompelde iets instemmends en keek ondeugend naar hem op.

‘Waarom kom je niet bij mij douchen, dan haal ik ondertussen iets te eten bij Borderline,’ stelde Patch voor terwijl we over de stenige kade naar de auto sjokten.

Hij zei het tussen neus en lippen door, maar het zorgde er wel voor dat ik hem meteen aankeek. Toen Patch en ik elkaar leerden kennen, had hij als hulpkelner bij Borderline gewerkt. Telkens wanneer ik langs het restaurant reed, moest ik aan hem denken. Het roerde me dat hij zich onze eerste ontmoeting herinnerde en zelf blijkbaar ook bijzondere herinneringen aan het restaurant koesterde. Ik dwong mezelf alle gedachten aan het komende duel uit mijn hoofd te zetten; vanavond wilde ik van Patch’ gezelschap genieten zonder me zorgen te maken over wat er met mij – met ons – zou gebeuren als Dante het duel won.

‘Mag ik een verzoek indienen voor taco’s?’ vroeg ik zacht, denkend aan de keer dat Patch me had geleerd die te maken.

‘Engel, je kunt gedachtelezen.’

Ik liet mezelf binnen in Patch’ huis en ging naar de badkamer om mijn kleren uit te trekken en mijn vlecht los te maken. Patch’ badkamer was schitterend. Donkerblauwe tegeltjes en zwarte handdoeken. Een vrijstaand bad waar met gemak twee personen in konden. Een stuk zeep dat naar vanille en kaneel rook.

Ik stapte onder de douche en liet het water op mijn huid kletteren. Ik dacht aan Patch onder deze douche, zijn armen gespreid tegen de muur terwijl het water over zijn schouders droop. Ik dacht aan druppels water die als parels aan zijn huid bleven hangen. Ik dacht aan hem terwijl hij dezelfde handdoek gebruikte die ik nu om mijn eigen lichaam ging wikkelen. Ik dacht aan zijn bed, slechts luttele meters hiervandaan. Aan de lakens waarin zijn geur hing…

Er gleed een schaduw over de badkamerspiegel.

De badkamerdeur stond op een kiertje en uit de slaapkamer kwam licht. Met ingehouden adem wachtte ik op nog een schaduw, wachtte ik op de bevestiging dat ik het me maar had verbeeld. Dit was Patch’ huis. Niemand wist ervan. Dante niet, Pepper niet. Ik was voorzichtig geweest, niemand had me gevolgd.

Weer gleed er iets donkers over de spiegel. Het zinderde met bovennatuurlijke energie.

Ik deed de kraan dicht en sloeg een handdoek om me heen. Vervolgens zocht ik met mijn blik naar een wapen. Ik had de keus tussen een rol toiletpapier en een flesje handzeep.

Ik neuriede zacht. De insluiper hoefde niet te weten dat ik hem doorhad.

De insluiper stond nu vlak bij de badkamerdeur; mijn zintuigen voelden elektrisch geladen, de haartjes op mijn armen stonden recht omhoog. Ondertussen bleef ik zacht neuriën. Vanuit mijn ooghoeken zag ik dat er aan de deurknop van de badkamerdeur werd gedraaid, het teken dat ik niet meer hoefde af te wachten.

Met een kreun van inspanning gaf ik met mijn blote voet een geweldige trap tegen de deur. De deur vloog uit de sponning en sloeg degene die erachter stond tegen de grond. Met gebalde vuisten sprong ik door de deuropening, klaar voor de aanval.

De man op de grond kroop in elkaar om zich te beschermen. ‘Niet doen!’ bracht hij gesmoord uit. ‘Doe me niets!’

Langzaam liet ik mijn vuisten zakken. Ik hield mijn hoofd schuin om hem beter te kunnen zien.

‘Blakely?’