Hoofdstuk 1

Vanavond

Ik ben geen uitgaanstype. Oorverdovende muziek, hossende mensen met een benevelde grijns op hun gezicht, dat is allemaal niks voor mij. Voor mij bestaat de ideale zaterdagavond uit lekker thuis op de bank met mijn vriendje Patch naar een romantische komedie kijken. Heel voorspelbaar, gewoontjes… normaal. Ik heet Nora Grey. Ooit was ik een doorsnee Amerikaanse tiener, die haar kleren kocht bij J. Crew-winkels en mijn met babysitten verdiende geld uitgaf aan iTunes. Maar inmiddels zijn Normaal en ik volkomen vreemden voor elkaar geworden. Al zou Normaal vlak voor mijn neus staan, dan nog zou ik niet weten wat het was.

Normaal en ik hebben afscheid van elkaar genomen toen Patch in mijn leven kwam. Patch is een halve kop groter dan ik, bedient zich van keiharde logica, kan zich bliksemsnel verplaatsen en bewoont in zijn eentje een supergeheim, superchic appartement onder het pretpark in Delphic. Zijn zware, sexy stem doet mijn hart in drie seconden smelten. O ja, hij is ook een gevallen engel die de hemel uit is geschopt omdat hij het niet zo nauw nam met de regels. Eigenlijk denk ik dat Normaal zich dood is geschrokken van Patch en naar de andere kant van de wereld is vertrokken.

Normaal mag dan wel uit mijn leven verdwenen zijn, maar wat ik nog wel heb, is stabiliteit. In de persoon van Vee Sky, die al twaalf jaar mijn beste vriendin is. Vee en ik hebben zo’n hechte band dat zelfs een waslijst van verschillen die niet kan verbreken. Er wordt wel gezegd dat tegenpolen elkaar aantrekken en daar zijn Vee en ik het levende bewijs van. Ik ben slank en lang – naar menselijke maatstaven dan – met een grote bos krullen waar ik wel eens gek van word, en qua persoonlijkheid ben ik een ‘type A’. Vee is nog langer, heeft asblond haar, slangengroene ogen en meer rondingen dan een achtbaan. Vee krijgt van mij bijna altijd haar zin en in tegenstelling tot mij is uitgaan haar lust en haar leven.

Vanavond had Vee zin om uit te gaan, en nadat we de hele stad hadden doorkruist, kwamen we bij een bakstenen pakhuis van vier verdiepingen met snoeiharde clubmuziek, een en al minderjarigen met valse ID-kaarten en afgeladen met mensen die genoeg zweet produceerden om het broeikasgasniveau een flink eind op te krikken. Het interieur was standaard: een bar en een podium met in het midden een dansvloer. Het gerucht ging dat er achter de bar een geheime deur was waardoor je in de kelder kwam, en daar kwam je bij een man die Storky heette, die een bloeiend illegaal handeltje dreef in… iets. De kerkelijk leiders uit onze gemeenschap dreigden voortdurend met het dichtspijkeren van Coldwaters zondige broeiplaats voor los geslagen tieners, ook wel bekend als The Devil’s Handbag.

‘Groove it, baby,’ gilde Vee boven het afstompende gedreun van de muziek uit. Ze strengelde haar vingers in de mijne en we zwaaiden met onze handen boven ons hoofd. Omdat we midden op de dansvloer stonden, werd er van alle kanten tegen ons aan gestoten en gebotst. ‘Zo hoort een zaterdagavond nou te zijn. Lekker samen uit ons dak gaan en eerlijk meisjeszweet produceren.’

Ik deed mijn best enthousiast te knikken, maar een vent achter me trapte steeds op de hielen van mijn ballerina’s en om de vijf seconden moest ik die weer aan mijn voeten schuiven. Rechts van me danste een meisje met haar ellebogen naar buiten, en ik was de hele tijd bang dat ik een por zou krijgen.

‘Laten we iets gaan drinken,’ riep ik naar Vee. ‘Het is hier om te stikken.’

‘Dat komt omdat iedereen het bloedheet krijgt van ons. Moet je die gast aan de bar zien. Hij kan zijn ogen niet van je afhouden, zo hot vindt hij je.’ Ze likte aan haar vinger, drukte die tegen mijn schouder en maakte een sissend geluidje.

Ik volgde haar blik… en mijn hart sloeg over.

Dante Matterazzi deed zijn kin omhoog om te laten merken dat hij me had gezien. Het volgende wat hij deed was iets minder subtiel.

Nooit gedacht dat je kon dansen, seinde hij door.

Gek, ik had nooit gedacht dat jij een stalker was, gaf ik hem lik op stuk.

Dante en ik behoorden allebei tot het Nephilimras, vandaar het aangeboren vermogen om gedachten over te brengen, maar daarmee hield elke gelijkenis tussen ons op. Dante was een doorzetter en ik wist niet hoelang ik hem nog kon ontlopen. Vanochtend was hij naar mijn huis gekomen om me te vertellen dat er tussen de gevallen engelen en de Nephilim een oorlog dreigde uit te breken. Ik was leider van de laatsten, maar had even mijn buik vol van dat geklets over oorlog. Het was me te veel. Of misschien wilde ik het gewoon niet onder ogen zien. Hoe dan ook, ik wilde dat hij verdween.

Ik heb een bericht op je mobieltje achtergelaten, gaf hij door.

Jeetje, dat heb ik gemist. Of liever gezegd: gewist.

Ik moet met je praten.

Ik ben bezig. Om dat nog eens extra te onderstrepen kronkelde ik met mijn heupen en zwaaide met allebei mijn armen om zo goed mogelijk Vee te imiteren. Ze keek altijd naar een Afro-Amerikaanse tv-zender, en dat kon je merken. De hiphop straalde gewoon van haar af.

Er verscheen een vaag lachje om Dantes mond.

Laat je vriendin je maar een paar adviezen geven. Je bakt er niks van. Ik spreek je over twee minuten buiten.

Ik keek hem kwaad aan. Ik ben bezig, ja?

Dit kan niet wachten. Hij trok zijn wenkbrauwen betekenisvol op en verdween in de menigte.

‘Gemiste kans,’ zei Vee. ‘Het is waarschijnlijk allemaal een beetje te heftig voor hem.’

‘Zeg, over iets drinken gesproken. Zal ik een cola voor je halen?’ Zo te zien was Vee voorlopig niet van plan om op te houden met dansen, en omdat ik Dante zo snel mogelijk uit de buurt wilde hebben, leek het me beter het maar meteen af te handelen. Anders zou hij de hele avond achter me aan blijven zitten.

‘Cola met lime,’ zei ze.

Ik liep de dansvloer af en toen ik zeker wist dat Vee me niet meer kon zien, glipte ik een gang in en liep door de achterdeur naar buiten. De steeg baadde in het blauwige maanlicht. Vlak voor de deur stond een rode Porsche Panamera geparkeerd. Dante leunde er met losjes over elkaar geslagen armen tegenaan.

Dante is bijna twee meter en heeft het lichaam van een marinier die net uit een trainingskamp komt. Voorbeeldje: alleen al zijn nek is gespierder dan mijn hele lijf. Hij had een baggy kakibroek aan en een wit linnen overhemd dat maar tot de helft was dichtgeknoopt, waardoor er een flink stuk van zijn glanzende, haarloze borst te zien was.

‘Leuke auto,’ zei ik.

‘Ach, hij rijdt.’

‘Dat doet mijn Volkswagen ook en die is stukken goedkoper.’

‘Alles op vier wielen is nog geen auto.’

Getver.

‘Nou,’ zei ik, en ik tikte ongeduldig met mijn voet. ‘Wat heeft er zo’n haast?’

‘Ga je nog steeds met die gevallen engel?’

Het was pas de derde keer in drie uur dat hij dat vroeg. Twee keer in een sms’je en nu in mijn gezicht. Mijn relatie met Patch had veel diepte- en hoogtepunten gekend, maar op dit moment ging het heel goed. Natuurlijk hadden we zo onze probleempjes. In een wereld waar Nephilim en gevallen engelen nog liever doodgingen dan tegen elkaar glimlachen was het daten met een gevallen engel absoluut geen optie.

Ik ging iets rechter staan. ‘Dat weet je toch?’

‘Ben je wel voorzichtig?’

‘Niet opvallen is het wachtwoord.’ Patch en ik hadden Dante niet nodig om ons te vertellen dat het onverstandig was regelmatig samen in het openbaar te verschijnen. Nephilim en gevallen engelen hadden nooit een excuus nodig om elkaar een lesje te leren, en de spanning tussen beide rassen liep met de dag hoger op. Het was herfst, oktober om precies te zijn, en over een paar dagen ging de Joodse maand Cheshvan in.

Elk jaar tijdens Cheshvan nemen de gevallen engelen met hele hordes tegelijk bezit van Nephilimlichamen. Gevallen engelen mogen dan alles doen wat ze willen en omdat dit de enige tijd van het jaar is dat ze lichamelijke gevoelens kunnen hebben, kent hun creativiteit geen grenzen. Op zoek naar genot, pijn en alles daartussenin gedragen ze zich als parasieten ten opzichte van hun Nephilimgastheren. Voor Nephilim is Cheshvan een afgrijselijke gevangenis.

Als Patch en ik zouden worden betrapt terwijl we alleen maar elkaars hand vasthielden, zouden we daar hoe dan ook voor moeten boeten.

‘Zullen we het even over je imago hebben?’ zei Dante. ‘Je naam kan wel wat positieve aandacht gebruiken. We moeten het vertrouwen van de Nephilim in jou een beetje opkrikken.’

Ik knipte met mijn vingers. ‘Verdorie, vind jij er ook geen moer aan als je waarderingscijfers zo laag zijn?’

Dante fronste zijn wenkbrauwen. ‘Dit is geen grapje, Nora. Over tweeënzeventig uur begint Cheshvan en dat betekent oorlog. Met de gevallen engelen aan de ene kant en ons aan de andere. Alles komt op jou neer – jij bent de nieuwe leider van het Nephilimleger. De bloedeed die je aan Hank hebt afgelegd, is nu van kracht en volgens mij hoef ik je er niet aan te herinneren dat als je die breekt, de gevolgen heel, heel heftig zullen zijn.’

Mijn maag draaide zich om. Ik had echt niet op deze functie gesolliciteerd. Mijn overleden biologische vader, een absoluut gestoorde man die Hank Millar heette, had me met deze ongewenste erfenis opgezadeld. Met behulp van een anderwereldse bloedtransfusie had hij me gedwongen mezelf te transformeren van een hoofdzakelijk menselijke tot een rasechte Nephil, zodat ik zijn leger kon overnemen. Ik had een eed gezworen om zijn leger aan te voeren en bij zijn overlijden was die van kracht geworden. Als ik mijn opdracht zou weigeren, zouden mijn moeder en ik sterven. Dat stond in de eed. Echt geen kwestie van dwang, hoor.

‘Ondanks alle voorzorgsmaatregelen die ik van plan ben te nemen, kunnen we je verleden niet helemaal uitwissen. De Nephilim zijn aan het rondneuzen. Er gaan geruchten dat je met een gevallen engel gaat en het is onduidelijk waar je loyaliteit ligt.’

‘Ik ga inderdaad met een gevallen engel.’

Dante rolde met zijn ogen. ‘Kun je dat nog iets harder zeggen?’

Ik haalde mijn schouders op. Als je dat echt wilt. Ik deed mijn mond open, maar Dante stond ogenblikkelijk naast me en legde zijn hand over mijn mond. ‘Ik weet dat je er de schurft in hebt, maar kun je het mij misschien voor één keertje wat makkelijker maken?’ mompelde hij in mijn oor. Hij keek gejaagd om zich heen naar de schaduwen, ook al wist ik zeker dat er niemand anders was dan wij. Ik was nog maar vierentwintig uur een rasechte Nephil, maar ik vertrouwde nu al op mijn scherper geworden zesde zintuig. Als er iemand was die ons afluisterde, had ik dat geweten.

‘Luister, toen we elkaar vanmorgen zagen, flapte ik er uit dat de Nephilim zich er maar bij moesten neerleggen dat ik met een gevallen engel ga,’ zei ik toen hij zijn hand had laten zakken. ‘Maar ik was kwaad en dacht gewoon niet goed na. Dat heb ik vandaag wel gedaan en ik heb ook met Patch gesproken. We zijn heus wel voorzichtig, Dante. Echt.’

‘Fijn om te weten. Maar toch moet je iets voor me doen.’

‘Zoals?’

‘Met een Nephil daten. Met Scott Parnell.’

Scott was de eerste Nephil met wie ik bevriend raakte. Op de aandoenlijke leeftijd van vijf jaar. Destijds wist ik niets over zijn ware afkomst, maar de afgelopen maanden had hij eerst de rol op zich genomen van mijn kwelgeest, toen die van mijn partner in crime en uiteindelijk was hij mijn vriend geworden. We hadden geen geheimen voor elkaar, maar er bestond ook geen romantische chemie tussen ons.

Ik schoot in de lach. ‘Ik kom niet meer bij, Dante.’

‘Het is alleen maar voor de show. Alleen voor de schijn,’ legde hij uit. ‘Net zo lang tot ons ras een beetje voor je warmloopt. Je bent nog maar één dag Nephil. Niemand kent je. Ze moeten een reden hebben om je aardig te vinden. We moeten ervoor zorgen dat ze je vertrouwen. En daten met een Nephil is een stap in de goede richting.’

‘Ik kan niet met Scott daten,’ zei ik. ‘Vee heeft een oogje op hem.’

Om te zeggen dat Vee ongelukkig in de liefde was geweest, was nogal zacht uitgedrukt. Het afgelopen halfjaar was ze gevallen voor een narcistisch roofdier en een achterbakse slijmbal. Het was niet zo gek dat ze door deze twee relaties ernstig was gaan twijfelen aan haar instinct op het gebied van de liefde. De laatste tijd had ze hardnekkig geweigerd om het andere geslacht zelfs maar een glimlachje te schenken. Tot Scott op het toneel was verschenen. De vorige avond, een paar uur voordat mijn biologische vader me had gedwongen mezelf tot een raszuivere Nephil te transformeren, waren Vee en ik naar The Devil’s Handbag gegaan om Scott te zien optreden met zijn nieuwe band, Serpentine, waarin hij basgitaar speelde. Sindsdien had ze het aan één stuk door over hem. Om nu Scott voor haar neus weg te kapen, ook al was het maar voor de schijn, zou echt een stoot onder de gordel zijn.

‘Het is niet echt,’ herhaalde Dante alsof het daardoor allemaal wel oké was.

‘Maar dat weet Vee toch niet?’

‘Nee. Scott en jij moeten volkomen overtuigend overkomen. Als het uitlekt, zou dat een ramp zijn, dus wil ik dat alleen jij en ik ervan op de hoogte zijn.’

Dat betekende dat Scott dus ook slachtoffer zou worden van deze misleiding.

Ik zette stoer mijn handen in mijn zij. ‘Dan moet je maar met iemand anders op de proppen komen.’ Ik was echt niet gecharmeerd van het idee dat ik met een Nephil moest nepdaten om mijn populariteit op te krikken. Voor mijn gevoel kon dat alleen maar op een ramp uitdraaien, maar ik wilde dit achter de rug hebben. Als Dante dacht dat een Nephilimvriendje goed voor mijn imago was, dan moest het maar. Het was trouwens toch niet echt. Natuurlijk zou Patch niet staan te juichen, maar dat was een probleem van later zorg.

Dante vertrok zijn mond tot een streep en deed zijn ogen even dicht. Hij probeerde geduldig te zijn. In de loop van de dag was ik wel een beetje aan deze uitdrukking gewend geraakt.

‘Het moet iemand zijn die aanzien heeft in de Nephilimgemeenschap,’ zei Dante uiteindelijk. ‘Iemand die door de Nephilim wordt bewonderd en hun goedkeuring kan wegdragen.’

Ik wapperde met mijn hand. ‘Prima. Maar zadel me met iemand anders op dan Scott.’

‘Met mij.’

Ik schrok. ‘Pardon? Wat zeg je nou? Met jou?’ Ik was zo perplex dat ik niet eens in de lach schoot.

‘Waarom niet?’ zei Dante.

‘Wil je echt dat ik alle redenen opnoem? Want dan sta je hier nog wel de hele avond. Je bent minstens vijf jaar ouder dan ik, mensenjaren dan, voer voor roddels, je hebt geen gevoel voor humor, en… eh… we kunnen elkaar niet uitstaan.’

‘Het zou heel logisch zijn. Ik ben je eerste luitenant.’

‘Omdat Hank je die positie heeft bezorgd, daar had ik niks over te zeggen.’

Dante leek me niet te horen en ging verder met vertellen hoe onze zogenaamde relatie ontstaan was. ‘Toen we elkaar leerden kennen, was er meteen een wederzijdse aantrekkingskracht. Ik heb je getroost na de dood van je vader. Een heel geloofwaardig verhaal.’ Hij glimlachte. ‘Als dat geen goeie publiciteit is.’

‘Als je nog één keer het P-woord gebruikt, ga ik… iets heel ergs doen.’ Zoals hem een hengst verkopen. En mezelf ook, omdat ik überhaupt over dit plan nadacht.

‘Slaap er maar een nachtje over,’ zei Dante. ‘Denk er even over na.’

‘Ik denk erover na.’ Ik telde tot drie op mijn vingers. ‘Oké, klaar. Slecht idee, heel slecht idee. Mijn antwoord is nee.’

‘Heb jij dan een beter idee?’

‘Vast wel, maar dat moet ik nog verzinnen.’

‘Geen probleem, Nora.’ Nu telde hij tot drie op zijn vingers. ‘De tijd is op. Eigenlijk had ik vanochtend al een naam nodig. Misschien is het nog niet tot je doorgedrongen, maar je imago is werkelijk allerbelabberdst. Het bericht van je vaders dood en dat jij de nieuwe leider bent, doet als een lopend vuurtje de ronde. Er wordt geroddeld, en dat is niet goed. De Nephilim moeten in je kunnen geloven. Ze moeten ervan worden overtuigd dat je het beste met ze voorhebt, dat je het werk van je vader zult af maken en ons zult bevrijden uit de ban van de gevallen engelen. Ze moeten echt achter je staan, en we zullen ze voldoende redenen geven om dat te doen. Om te beginnen met een gerespecteerd Nephilimvriendje.’

‘Hé, meid, is alles oké hier?’

Dante en ik draaiden ons om. Vee stond in de deuropening en keek ons aan met een blik waaruit zowel nieuwsgierigheid als bezorgdheid sprak.

‘Je kwam maar niet terug met onze drankjes, en ik maakte me zorgen,’ zei Vee. Ze keek naar Dante. Ik zag dat ze hem herkende uit de bar. ‘Wie ben jij?’ vroeg ze.

‘Hij?’ kwam ik tussenbeide. ‘Eh… zomaar een jongen…’

Met uitgestoken hand stapte Dante naar voren. ‘Dante Matterazzi. Ik ben een vriend van Nora. Vanmorgen zijn we aan elkaar voorgesteld door Scott Parnell.’

Vee’s gezicht begon meteen te stralen. ‘Ken je Scott?’

‘Goeie vriend van me, eerlijk gezegd.’

‘Een vriend van Scott is ook mijn vriend.’

Ik stond met mijn oren te klapperen.

‘Maar wat doen jullie hier met zijn tweeën?’ vroeg Vee.

‘Dante heeft net een nieuwe auto,’ zei ik, en ik deed een stap opzij zodat ze ongehinderd een blik op de Porsche kon werpen. ‘Hij moest er zo nodig de blits mee maken. Niet te dichtbij kijken, want ik denk dat de nummerplaten ontbreken. Die arme Dante moest hem wel stelen omdat hij al zijn geld heeft uitgegeven aan het waxen van zijn borst, en jeminee, wat glanst die.’

‘Heel geestig,’ zei Dante. Ik had verwacht dat hij uit gêne een knoopje zou dichtmaken, maar nee hoor.

‘Als ik zo’n auto had, zou ik er ook de blits mee willen maken,’ zei Vee.

‘Ik wilde Nora overhalen een ritje met me te maken,’ zei Dante. ‘Maar ze wil niet.’

‘Dat komt omdat ze een echt alfamannetje heeft. En waardevolle lessen als “samen dingen delen” heeft hij op school nooit geleerd. Dus als hij zou ontdekken dat je Nora mee uit rijden hebt genomen, frommelt hij die spiksplinternieuwe Porsche van je om de eerste de beste boom.’

‘O jee,’ zei ik. ‘Wat is het al laat. Moest je niet ergens naartoe, Dante?’

‘Nee hoor, ik heb vanavond niets te doen.’ Hij glimlachte heel ontspannen. Ik merkte dat hij ervan genoot om mijn privéleven binnen te dringen. Vanmorgen had ik hem duidelijk gemaakt dat we alleen in het geheim contact mochten hebben. En nu maakte hij me duidelijk hoe hij over mijn ‘regeltjes’ dacht. In een slappe poging de stand weer gelijk te brengen wierp ik hem mijn kilste en meeste valse blik toe.

‘Je boft,’ zei Vee. ‘Wij weten wel hoe je de avond gaat doorbren gen. Je gaat swingen met twee van de coolste meisjes uit Coldwater, meneer Dante Matterazzi.’

‘Dante danst niet,’ kwam ik snel tussenbeide.

‘Voor deze ene keer maak ik een uitzondering,’ zei hij, en hij hield de deur voor ons open.

Vee klapte in haar handen en maakte een sprongetje. ‘Ik wist wel dat het een te gekke avond zou worden!’ gilde ze, en ze dook onder Dantes arm door.

‘Na jou,’ zei Dante terwijl hij zijn hand op mijn rug legde en me mee naar binnen troonde. Ik sloeg zijn hand weg, en tot mijn grote ergernis boog hij zich naar me toe en mompelde: ‘Fijn dat we een babbeltje hebben gemaakt.’

We hebben nog niks opgelost, seinde ik hem door. Dat gedoe met vriendje-vriendinnetje staat nog helemaal niet vast. Het is alleen maar iets om in overweging te nemen. Trouwens, mijn beste vriendin mag niet eens weten dat je bestaat.

Je beste vriendin vindt dat ik je van je vriendje moet aftroggelen, zei hij geamuseerd.

Ze vindt dat alles wat twee benen heeft beter voor me is dan Patch. Het botert niet echt tussen hen.

Dat klinkt veelbelovend.

Terwijl hij achter me aan liep door het gangetje naar de dansvloer voelde ik de hele tijd die arrogante, irritante glimlach in mijn rug.

De harde, monotone dreun van de muziek beukte als een moker op mijn hoofd. Ik kneep in de rug van mijn neus omdat ik een barstende koppijn voelde opkomen. Met mijn elleboog op de bar leunend drukte ik een glas met ijswater tegen mijn voorhoofd.

‘Ben je nu al moe?’ vroeg Dante. Hij had Vee op de dansvloer achtergelaten en kwam op een kruk naast me zitten.

‘Heb jij enig idee hoelang ze nog doorgaat?’ vroeg ik afgemat.

‘Volgens mij heeft ze weer een opleving.’

‘De volgende keer dat ik op zoek ben naar een beste vriendin moet je me waarschuwen dat ik uit de buurt blijf van een Duracell-konijntje. Ze gaat maar door en door en door…’

‘Zo te zien kun je wel een lift naar huis gebruiken.’

Ik schudde mijn hoofd. ‘Ik ben met de auto. Maar ik kan Vee hier niet achterlaten. Echt, hoelang houdt ze dit nog vol?’ Deze vraag had ik mezelf het afgelopen uur al vaker gesteld.

‘Weet je wat? Jij gaat naar huis en ik blijf hier met Vee. Als ze eindelijk instort, geef ik haar wel een lift.’

‘Ik dacht dat je je niet met mijn privéleven mocht bemoeien.’ Ik probeerde uit de hoogte te klinken, maar het kwam er niet echt overtuigend uit omdat ik zo bekaf was.

‘Dat was jouw idee, niet het mijne.’

Ik beet op mijn lip. ‘Vooruit dan maar, voor deze ene keer. Omdat Vee je wel mag. En je hebt ook het uithoudingsvermogen om met haar te blijven dansen. Dat is toch mooi?’

Hij gaf een tikje tegen mijn been. ‘Hou nou eens op met rationaliseren, en maak dat je wegkomt.’

Tot mijn eigen verbazing slaakte ik een zucht van opluchting. ‘Bedankt, Dante. Ik sta bij je in het krijt.’

‘Die schuld vereffenen we morgen wel. We moeten ons gesprek nog afronden.’

In één klap waren al mijn milde gevoelens verdwenen. Dante was weer de doorn in mijn vlees waarvan ik last bleef hebben. ‘Als Vee iets overkomt, ben jij daarvoor verantwoordelijk.’

‘Er gebeurt haar niks, dat weet je heus wel.’

Hoewel ik Dante helemaal niet mocht, wist ik dat hij zich aan zijn woord zou houden. Tenslotte was hij me nu verantwoording schuldig en had hij me trouw gezworen. Misschien had mijn rol als leider van alle Nephilim toch een paar voordeeltjes. Met die gedachte ging ik weg.

Er waren geen wolken en de maan verspreidde een spookachtig blauw licht tegen de inktzwarte hemel. Terwijl ik naar mijn auto liep, hoorde ik in de verte nog steeds het gestamp van de muziek uit The Devil’s Handbag. Ik ademde de kille oktoberlucht in. Mijn hoofdpijn begon al te zakken.

De ontraceerbare mobiele telefoon die Patch me had gegeven, rinkelde in mijn handtas.

‘Hoe was je meidenavondje?’ vroeg Patch.

‘Als Vee haar zin had gekregen, waren we de hele nacht gebleven.’ Ik deed mijn schoentjes uit en liet ze aan mijn vinger bungelen. ‘Ik wil alleen nog maar naar bed.’

‘Dan denken we allebei aan hetzelfde.’

‘Wil jij ook naar bed?’ Patch had me verteld dat hij zelden sliep.

‘Ik wil naar bed, maar wel met jou.’

Er begon van alles in mijn buik te kriebelen. De afgelopen nacht had ik voor het eerst bij Patch gelogeerd, maar ondanks de verleiding en de aantrekkingskracht waren we er toch in geslaagd in aparte kamers te slapen. Ik wist nog niet hoever ik wilde gaan in onze relatie, maar Patch was lang niet zo besluiteloos als ik.

‘Mijn moeder blijft op tot ik thuis ben,’ zei ik. ‘Verkeerde timing.’ Over verkeerde timing gesproken. Onwillekeurig dacht ik aan mijn laatste gesprekje met Dante. Ik moest Patch op de hoogte brengen. ‘Kan ik je morgen even zien? Ik moet met je praten.’

‘Dat klinkt niet best.’

Ik gaf een smakzoen in het telefoontje. ‘Ik heb je vanavond gemist.’

‘De avond is nog niet voorbij. Als ik hier klaar ben, kan ik bij je langskomen. Doe je slaapkamerraam niet dicht.’

‘Waar ben je mee bezig?’

‘Iemand schaduwen.’

Ik fronste mijn wenkbrauwen. ‘Klinkt vaag.’

‘Mijn doelwit is in beweging, ik moet opschieten,’ zei hij. ‘Ik kom zo snel mogelijk naar je toe.’

Hij hing op.

Ik liep verder over het trottoir, me ondertussen afvragend wie Patch in de gaten hield, en waarom – het klonk nogal onheilspellend – en zag toen mijn witte Volkswagen cabrio 1984 staan. Ik gooide mijn schoenen op de achterbank en liet me achter het stuur zakken. Ik stopte het sleuteltje in het contact, maar de motor sloeg niet aan en begon in plaats daarvan te rochelen en te knarsen, waardoor ik ruimschoots de tijd kreeg om een paar fikse inventieve scheldwoorden voor deze waardeloze roestbak te bedenken.

De auto was me in de schoot geworpen – een cadeautje van Scott – en ik had me er al langer aan geërgerd dan dat ik ermee op de weg had gezeten. Ik stapte uit, deed de motorkap open en staarde naar het vettige labyrint van slangetjes en bakjes. Ik had al eens te maken gehad met de accu, de carburateur en de bougies. Wat was er nog meer?

‘Autopech?’

Ik draaide me snel om, verrast door de nasale mannenstem achter me. Ik had niemand horen aankomen. Nog gekker was dat ik hem ook niet had gevoeld.

‘Het lijkt er wel op,’ zei ik.

‘Heb je hulp nodig?’

‘Ik heb eerder een nieuwe auto nodig.’

Hij had een glibberige, nerveuze glimlach. ‘Zal ik je een lift geven? Je lijkt me wel een aardige meid. Dan kunnen we onderweg even een beetje kletsen.’

Ik hield afstand en mijn hersens draaiden op volle toeren terwijl ik hem probeerde te plaatsen. Mijn instinct zei me dat hij niet menselijk was. Maar ook geen Nephil. Vreemd genoeg was hij volgens mij ook geen gevallen engel. Hij had een rond, engelachtig gezicht, een stroblonde bos haar en olifantenflaporen. Hij zag er zo onschuldig uit dat ik meteen achterdocht kreeg en me niet op mijn gemak voelde.

‘Bedankt voor het aanbod, maar ik rij wel met mijn vriendin mee.’

Zijn glimlach verdween en hij trok aan mijn mouw. ‘Niet weggaan,’ jammerde hij wanhopig.

Ik deed een paar passen achteruit.

‘Ik bedoel… ik…’ Hij slikte en zijn ogen verhardden zich tot glinsterende kraaltjes. ‘Ik wil over je vriendje praten.’

Mijn hart ging sneller slaan en opeens sloeg de paniek toe. Stel dat hij een Nephil was en ik dat niet kon ontdekken? Stel dat hij echt iets over Patch en mij wist? Stel dat hij vanavond op zoek naar me was geweest om me de boodschap door te geven dat Nephilim en gevallen engelen zich niet met elkaar mochten mengen. Ik was een gloednieuwe Nephil, en als het op een gevecht aankwam, zou ik geen partij voor hem zijn.

‘Ik heb geen vriendje.’ Ik probeerde rustig te blijven en liep terug naar The Devil’s Handbag.

‘Breng me in contact met Patch,’ riep de man me na met een wanhopige trilling in zijn stem. ‘Hij ontwijkt me.’

Ik versnelde mijn pas.

‘Zeg tegen hem dat als hij niet uit zijn schuilplaats komt, ik hem uitrook. Als het moet, brand ik heel Delphic af!’

Angstig keek ik achterom. Ik wist niet waar Patch in verzeild was geraakt, maar ik had een naar gevoel in mijn maag. Wie deze man met zijn engelachtige gezicht ook was, hij was bloedserieus.

‘Hij kan me niet eeuwig blijven ontlopen!’ Hij strompelde weg op zijn korte beentjes en verdween in de schaduwen terwijl hij een wijsje floot waarvan de rillingen me over de rug liepen.