94
'Het paleis is schoongeveegd,' zei Dors. 'Rashelle zal geen pijn gedaan worden. En jij gaat terug naar de Keizerlijke Sector, Hari.'
'En jij, Dors?' vroeg Seldon met een benauwde stem.
'Ik denk dat ik terug ga naar de Universiteit,' zei ze. 'Mijn werk is een tijd verwaarloosd, mijn klassen zijn in de steek gelaten.'
'Nee, Dors, je hebt een verhevener taak. Psychohistorie. Ik kan het project zonder jou niet aan.'
'Natuurlijk kun je dat. Ik ben een totale analfabeet in de mathematica.'
'En ik in de geschiedenis... en we hebben allebei nodig.'
Dors begon te lachen. 'Ik heb zo'n vermoeden dat jij als mathematicus je gelijke niet kent. Ik ben in de geschiedeniswetenschap niet meer dan bekwaam, en zeker geen uitblinker. Je zult ontelbare historici kunnen vinden waarbij de psychohistorie meer gebaat zou zijn dan bij mij.'
'In dat geval, Dors, laat me uitleggen dat de psychohistorie meer nodig heeft dan een mathematicus en een historicus. Wat nog meer nodig is, is de wil om een probleem aan te pakken dat waarschijnlijk een levenslang probleem is. Zonder jou, Dors, heb ik die wil niet.'
'Natuurlijk heb je die wel.'
'Dors, als jij niet bij me bent, ben ik niet van plan die wil te hebben.'
Dors keek Seldon peinzend aan. 'Dit is een vruchteloze discussie, Hari. Hummin zal ongetwijfeld de knoop doorhakken. Als hij me terugstuurt naar de Universiteit...'
'Dat doet hij niet.'
'Hoe weet je dat?'
'Omdat ik hem geen keus geef. Als hij jou terugstuurt naar de Universiteit, ga ik terug naar Helicon en kan het Imperium wat mij betreft zijn gang gaan en zichzelf vernietigen.'
'Dat kun je niet menen.'
'Maar ik meen het wel.'
'Besef je dan niet dat Hummin je gevoelens zodanig kan beïnvloeden dat je wel aan het werk gaat met psychohistorie - zelfs zonder mij?'
Seldon schudde zijn hoofd. 'Hummin zal een dergelijke arbitraire beslissing niet nemen. Ik heb met hem gepraat. Hij durft niet teveel in te grijpen in het gevoelsleven van mensen, omdat hij vast moet houden aan wat hij de Wetten der Robotica noemt. Mij in zoverre veranderen dat ik jou niet meer bij me wil hebben, Dors, zou een verandering zijn van het soort dat hij niet kan riskeren. Aan de andere kant, als hij mij alleen laat en als jij met me meedoet, heeft hij wat hij wil - een goede kans op een werkbare psychohistorie. Waarom zou hij daar niet mee instemmen?'
Dors schudde haar hoofd. 'Misschien zal hij niet instemmen omdat hij zo zijn eigen redenen heeft.'
'Waarom zou hij? Jij bent gevraagd om mij te beschermen, Dors. Heeft Hummin je van die opdracht ontslagen?'
'Nee.'
'Dan wil hij dus dat je me blijft beschermen. En ik ook.'
'Waartegen? Je hebt nu de bescherming van Hummin, als Daneel en als Demerzel, en dat is echt meer dan genoeg.'
'Al had ik bescherming van iedere persoon en iedere macht in de hele Galaxis, dan nog zou het jouw bescherming zijn die ik wilde.'
'Dan wil je me niet voor je psychohistorie. Je wilt me voor bescherming.'
Seldon keek haar boos aan. 'Nee! Waarom verdraai je mijn woorden? Waarom dwing je me te zeggen wat je moet weten? Het is niet voor psychohistorie en ook niet voor bescherming dat ik jou mee wil hebben. Dat zijn excuses en als het nodig is zal ik elk ander excuus aangrijpen. Ik wil jou. En als je de ware reden wilt horen, dat is omdat jij jij bent.'
'Je kent me niet eens.'
'Dat doet er niet toe. Kan me niet schelen. En toch ken ik je een beetje. Beter dan je denkt.'
'Oh ja?'
'Natuurlijk. Je volgt bevelen op en je riskeert je leven voor me zonder enige aarzeling en kennelijk zonder je om de consequenties te bekommeren. Je leerde heel snel tennissen. Je leerde nog sneller met die messen om te gaan en je hield je fantastisch in dat gevecht met Marron. Onmenselijk - als ik dat mag zeggen. Je spieren zijn verbazingwekkend sterk, je reactievermogen is verbazingwekkend groot. Je hebt op de een of andere manier in de gaten of een kamer wordt afgeluisterd en je kunt met Hummin in contact komen op een manier waar geen instrument bij komt kijken.'
'En wat vind je daar allemaal van?' vroeg Dors.
'Het is mij gebleken dat Hummin, als R. Daneel Olivaw, voor een onmogelijke taak staat. Hoe kan één robot proberen het Imperium te besturen? Hij moet helpers hebben.'
'Dat is duidelijk. Miljoenen, stel ik me voor. Ik ben een helper. Jij bent een helper. Kleine Raych is een helper.'
'Jij bent een ander soort helper.'
'In welk opzicht? Hari, zeg het dan. Als je het jezelf hoort zeggen, zul je beseffen hoe idioot het is.'
Seldon keek haar lang aan en zei toen zacht: 'Ik zeg het niet omdat... het me niet kan schelen.'
'Echt niet? Wil je me nemen zoals ik ben?'
'Ik neem je zoals ik moet. Jij bent Dors en wat je ook nog meer moge zijn, er is niets anders ter wereld wat ik wil.'
'Hari,' zei Dors met een zachte stem. 'Ik wil wat goed voor je is vanwege wat ik ben, maar ik voel dat als ik niet geweest was wat ik ben, ik toch zou willen wat goed voor je is. En ik denk niet dat ik goed voor je ben.'
'Goed voor mij of slecht, het maakt me niet uit.' Hari keek naar de grond terwijl hij een paar passen deed. Hij woog de woorden die hij wilde zeggen. 'Ben je ooit gekust?'
'Natuurlijk, Hari. Dat is een sociaal deel van het leven en ik leef sociaal.'
'Nee, nee! Ik bedoel heb je ooit echt een man gekust? Weet je wel, hartstochtelijk?'
'Ja, Hari, dat heb ik.'
'Vond je het fijn?'
Dors aarzelde. 'Als ik op die manier kuste,' zei ze, 'vond ik het fijner om dat te doen dan om een jongeman die ik aardig vond teleur te stellen, iemand wiens vriendschap iets voor mij betekende.' Opeens begon ze te blozen en ze wendde haar gezicht af. 'Alsjeblieft, Hari, dit is moeilijk voor mij.'
Maar Hari, nu meer vastberaden dan ooit, ging verder. 'Dus je kuste om de verkeerde redenen, om te voorkomen dat je iemands gevoelens kwetste.'
'Misschien doet iedereen dat, in zekere zin.'
Seldon overpeinsde haar woorden, zei toen plotseling: 'Heb jij zelf ooit gevraagd om gekust te worden?'
Dors wachtte even. 'Nee.'
'Of gewild dat je nog eens gekust zou worden, als je een keer gekust was?'
'Nee.'
'Heb je ooit met een man geslapen?' vroeg hij zacht.
'Natuurlijk. Dat heb ik je gezegd. Die dingen horen erbij.'
Hari greep haar bij haar schouders alsof hij haar door elkaar wilde schudden. 'Maar heb je ooit het verlangen gevoeld, een behoefte aan die nabijheid van een bepaalde persoon? Dors, heb je ooit liefde gevoeld?'
Dors keek langzaam op, bijna verdrietig, en keek Hari toen recht in de ogen. 'Het spijt me, Hari, nee.'
Seldon liet haar los.
Toen legde Dors teder haar hand op zijn arm en zei: 'Dus je ziet het, Hari. Ik ben niet degene die je zoekt.'
Seldon liet het hoofd hangen en staarde naar de grond. Toen gaf hij het op. Hij wilde wat hij wilde en wat hij wilde was boven alle denken, boven alle rationaliteit verheven.
Hij keek op. 'Dors, dan nog, het kan me niet schelen!'
Seldon sloeg zijn armen om haar heen en bracht langzaam zijn gezicht dicht bij het hare, alsof hij erop wachtte dat ze haar gezicht zou afwenden, en heel langzaam trok hij haar naar zich toe.
Dors bewoog zich niet en hij kuste haar - langzaam, aanhoudend, en toen hartstochtelijk - en plotseling voelde hij hoe haar omhelzing steviger werd.
Toen hij eindelijk ophield keek ze hem aan en ze zei: 'Kus me nog eens, Hari... Alsjeblieft.'