SACRATORIUM
AURORA - ... Een mythische wereld, volgens de overlevering bewoond in de oertijd, tijdens de geboorte van het interstellaire reizen. Er wordt wel vermoed dat het de misschien even mythische 'wereld van oorsprong' van de mensheid is en een andere naam voor 'Aarde'. Van de mensen van de Mycogen (q.v.) Sector van het oude Trantor wordt gezegd dat ze zich zagen als de afstammelingen van de bewoners van Aurora. Die leerstelling stond centraal in hun geloofswereld, waar vrijwel niets anders van bekend is...
ENCYCLOPEDIA GALACTICA
50
De twee Regendruppels kwamen halverwege de ochtend. Regendruppel Vijfenveertig leek even vrolijk als altijd, maar Regendruppel Drieënveertig aarzelde even op de drempel. Ze zag er afgetobd uit en keek nauwelijks op of om. Seldon kreeg helemaal geen blik.
Seldon voelde zich bepaald niet op zijn gemak en maakte een gebaar naar Dors, die opgewekt reageerde. 'Een ogenblikje, Zusters. Ik moet mijn man de nodige instructies geven, anders weet hij de hele dag niet wat hij met zichzelf aan moet.'
Ze gingen samen naar de badkamer en Dors fluisterde: 'Is er iets mis?'
'Ja. Regendruppel Drieënveertig is duidelijk volkomen in de war. Zeg haar alsjeblieft dat ik haar het Boek zo snel mogelijk zal teruggeven.'
Dors keek Seldon verrast aan. 'Hari,' zei ze, 'je bent erg lief en erg zorgzaam, maar je hebt het gezond verstand van een pantoffeldiertje. Als ik het woord "Boek" ook maar laat vallen waar de arme vrouw bij is, weet ze zeker dat je me alles verteld hebt en dan is ze pas echt in de war. Het enige dat ik kan doen is haar net zo behandelen als anders.'
Seldon knikte en zei moedeloos: 'Ik ben bang dat je gelijk hebt.'
Dors was op tijd terug voor het eten. Toen ze binnenkwam, zat Seldon op zijn bed. Hij bladerde nog altijd in het Boek, maar hij leek zijn geduld te hebben verloren.
Hij wierp een kwade blik op Dors en zei: 'Als we hier nog een tijdje zitten, moeten we op de een of andere manier met elkaar kunnen communiceren als een van ons weg is. Ik had geen flauw idee wanneer je terug zou zijn en ik was een beetje bezorgd.'
'Maar nu ben ik er weer,' zei ze, terwijl ze voorzichtig haar huidkapje afdeed en er misprijzend naar keek. 'Ik ben blij dat je bezorgd was. Ik had eigenlijk verwacht dat je zo in je Boek zou opgaan dat je niet eens zou merken dat ik weg was.'
Seldon lachte.
'En wat die communicatiemiddelen betreft,' zei Dors, 'ik ben bang dat dat moeilijk zal worden hier in Mycogen. Een communicatiemiddel zou immers betekenen dat we ook makkelijker met stamverwanten van buitenaf in contact zouden kunnen komen, en ik heb zo'n idee dat de leiders van Mycogen koste wat het kost elk contact met de boze buitenwereld willen voorkomen.'
'Ja,' zei Seldon. Hij wierp het Boek naast zich op het bed. 'Naar wat ik zo lees in het Boek zou je daar weleens gelijk in kunnen hebben. Heb je nog iets over die hoe noemde je dat, die tempel gehoord?'
'Ja,' zei ze. Ze trok een voor een haar wenkbrauwpleisters los. 'Die bestaat. Er zijn er een aantal verspreid door de hele sector, maar er is een centraal gebouw dat het belangrijkst schijnt te zijn. Moet je trouwens horen: een vrouw zag dat ik wimpers had en zei me dat ik mezelf niet zo moest blootgeven in het openbaar. Niet te geloven, hè? Ik heb zo'n voorgevoel dat ze me wilde aanklagen wegens schending van de openbare eerbaarheid.'
'Dat doet er nu even niet toe,' zei Seldon ongeduldig. 'Weet je ook waar die centrale tempel staat?'
'Ik heb wel wat aanwijzingen gekregen, maar Regendruppel Vijfenveertig heeft me gewaarschuwd dat vrouwen er alleen bij speciale gelegenheden in mochten, en dat de volgende gelegenheid nog wel even op zich laat wachten. De tempel heet het Sacratorium.'
'Het wat?'
'Het Sacratorium.'
'Wat een lelijk woord. Wat betekent het?'
Dors schudde haar hoofd. 'Het is nieuw voor mij. En geen van de Regendruppels kon me verder helpen. Voor hen is Sacratorium niet de naam van het gebouw, het is het gebouw. Ik had ze waarschijnlijk net zo goed kunnen vragen waarom een muur een muur wordt genoemd.'
'Is er iets dat ze er wel over weten?'
'Natuurlijk, Hari. Ze weten waar het voor is. Het is een plaats die gewijd is aan iets anders dan het leven hier in Mycogen. Het is gewijd aan een andere wereld, een vroegere wereld waar alles beter was.'
'De wereld waar ze vandaan komen, bedoel je?'
'Precies. Regendruppel Vijfenveertig had het bijna gezegd, maar net niet helemaal. Ze kon het woord er niet uit krijgen.'
'Aurora?'
'Juist. Maar ik vermoed dat als je het hardop tegen een groep Mycogeners zou zeggen, ze geschokt en ontzet zouden zijn. Toen Regendruppel Vijfenveertig zei: "Het Sacratorium is gewijd aan..." maakte ze de zin niet af maar schreef met haar vinger de letters een voor een voorzichtig in haar hand. En ze bloosde erbij, alsof ze iets obsceens aan het doen was.'
'Vreemd,' zei Seldon. 'Als het Boek er niet heel erg naast zit, dan is Aurora hun meest geliefde herinnering. Aurora verenigt de Mycogeners, beter dan wat ook. Het is de spil waar alles in Mycogen om draait. Waarom zou het obsceen zijn eraan te refereren? Weet je zeker dat je niet verkeerd begrepen hebt wat de Zuster bedoelde?'
'Heel zeker. En misschien is het helemaal niet zo gek. Als er te veel over gepraat werd, zou er wel eens iets van naar stamverwanten kunnen lekken. De beste manier om ervoor te zorgen dat ze het voor zichzelf houden, is het noemen ervan tot taboe te verklaren.'
Taboe?'
'Een specialistische antropologische term. Het heeft te maken met zware en effectieve sociale druk die een bepaalde actie verbiedt. Het feit dat vrouwen niet in het Sacratorium mogen komen, heeft vermoedelijk de kracht van een taboe. Ik weet zeker dat een Zuster het afschuwelijk zou vinden, als iemand haar voorstelde om ondanks het verbod het Sacratorium te betreden.'
'Zijn de aanwijzingen die je gekregen hebt goed genoeg om alleen het Sacratorium te vinden?'
'Ten eerste, Hari, ga jij niet alleen. Ik ga met je mee. Ik dacht dat we het daar al over gehad hadden en ik je duidelijk had gemaakt dat ik je niet kan beschermen als ik niet bij je ben - niet tegen sneeuwstormen en niet tegen op hol geslagen vrouwen. Ten tweede is het niet de bedoeling dat er gelopen wordt. Mycogen mag dan een betrekkelijk kleine sector zijn, maar niet zó klein.'
'Dan nemen we de express.'
'Er lopen geen lijnen van de express door Mycogen. Dat zou het contact tussen Mycogeners en stamverwanten veel te makkelijk maken. Maar ze hebben wel openbare vervoermiddelen die je op minder ontwikkelde planeten aantreft. In feite is Mycogen zelf een stuk minder ontwikkelde planeet, als een splinter in het lichaam van Trantor, dat daarnaast een bonte verzameling van ontwikkelde samenlevingen vormt. En Hari, rond je studie van het Boek zo snel mogelijk af. Het is duidelijk dat Regendruppel Drieënveertig in de problemen zit zolang jij het hebt en hetzelfde geldt voor ons als ze erachter komen.'
'Bedoel je dat het Boek lezen een taboe is voor stamverwanten?'
'Daar ben ik zeker van.'
'Ach, ik zou er niet wakker van liggen als ik het niet meer had. Zo'n vijfennegentig procent ervan is ongelooflijk saai. De ene politieke aanvaring na de andere, eindeloze verdedigingen van beleidsvoornemens die volledig aan mij voorbijgaan, ellenlange preken over ethische zaken die zelfs als ze redelijk verlicht zijn, wat van de meeste niet gezegd kan worden, zo barstensvol zitten van onverdraagzaamheid jegens alle andere denkbare standpunten dat ze erom schreeuwen tegengesproken te worden.'
'Het lijkt erop of ik je een groot plezier zou doen als ik je het Boek afnam.'
'Maar dan is er altijd nog die andere vijf procent, waarin over Aurora gesproken wordt, de planeet-waar-niet-over-gesproken-mag-worden. Ik blijf het idee houden dat ik daar wel eens nuttige informatie uit zou kunnen halen. Daarom wil ik ook alles over dat Sacratorium weten.'
'En je denkt dat je in het Sacratorium misschien steun zou kunnen vinden voor het beeld dat het Boek van Aurora schetst?'
'In zekere zin, ja. En ik ben ook helemaal verslingerd aan wat het Boek over de automaten, of robots zoals zij ze noemen, te zeggen heeft. Het idee spreekt me enorm aan.'
'Je neemt die verhalen toch niet serieus?'
'Bijna. Als je sommige passages van het Boek letterlijk neemt, dan wordt er bedoeld dat een aantal robots eruitzag als mensen.'
'Natuurlijk. Als je een mens wilt namaken, dan probeer je het zo veel mogelijk op een mens te laten lijken.'
'Precies. Namaken, het woord zegt het al. En je kunt een mens natuurlijk op een heleboel manieren namaken. Een kunstenaar kan een paar streepjes tekenen en je zou misschien kunnen zien dat hij een menselijke figuur heeft neergezet. Een cirkel als hoofd, een streep als lichaam en vier kromme streepjes als armen en benen. Klaar is Kees. Maar ik heb het over robots die echt op mensen lijken, tot in details.'
'Belachelijk, Hari. Stel je eens voor hoeveel tijd je alleen al nodig hebt om het metaal precies de juiste vormen te laten aannemen, met de vloeiende rondingen van de onderliggende spierbundels.'
'Wie heeft het over metaal, Dors? Mijn indruk is dat die robots organisch waren of pseudo-organisch, dat ze een huid hadden, dat het heel moeilijk was om het verschil te zien met echte mensen.'
'Is dat wat het Boek zegt?'
'Niet met zoveel woorden. Maar de gevolgtrekking...'
'Is jouw gevolgtrekking, Hari. Je kunt zoiets niet serieus nemen.'
'Laat me eens een poging wagen. Ik heb vier dingen gevonden die ik kan afleiden uit wat het Boek over robots te melden heeft - en ik heb iedere referentie in de index nagekeken. Ten eerste, zoals ik al zei, leken de robots, of tenminste een aantal van hen, op mensen; ten tweede leefden ze ontzettend lang... als je dat van ze kunt zeggen tenminste.'
'Je kunt beter zeggen dat ze een lange gebruiksduur hadden,' zei Dors, 'anders begin jij ook nog als mensen over ze te praten.'
Seldon reageerde niet op haar interruptie. 'Ten derde leven sommige robots - of in elk geval ééntje - vandaag de dag nog steeds.'
'Hari, dat is een van de meest wijdverbreide legenden die we hebben. De oude held sterft niet maar leeft met vertraagde lichaamsfuncties, klaar om terug te keren en zijn volk te redden als ze hem erg nodig hebben. Alsjeblieft, Hari...'
'Ten vierde,' ging Seldon verder zonder ergens op in te gaan, 'zijn er passages die erop lijken te wijzen dat de centrale tempel, of het Sacratorium, als dat hetzelfde is, al ben ik die naam in het Boek niet tegengekomen, een robot herbergt.' Hij zweeg even en zei toen: 'Zie je het nu?'
'Nee,' zei Dors, 'wat moet ik zien?'
'Als we die vier punten combineren, is er misschien een robot in het Sacratorium die er precies zo uitziet als een mens en die nog steeds leeft en, wie weet, wel twintigduizend jaar oud is.'
'Kom nou toch, Hari, dat kun je toch niet geloven.'
'Ik geloof het ook niet echt, maar toch laat het me niet los. Als het eens waar is? Als het - ik geef toe, het is een kans van één op een miljoen - waar is? Begrijp je dan niet hoe nuttig hij voor mij zou zijn? Hij zou zich de Galaxis kunnen herinneren van ver voor de eerste betrouwbare historische bronnen. Hij zou kunnen helpen met het mogelijk maken van psychohistorie.'
'Zelfs al was het waar, denk je dat de Mycogeners je de robot laten zien en uithoren?'
'Het was niet mijn bedoeling ze om permissie te vragen. Het minste dat ik kan doen is naar het Sacratorium gaan om te kijken of er iets uit te horen valt.'
'Nu niet. Morgen op zijn vroegst. En als je je dan nog niet bedacht hebt, gaan we samen.'
'Je hebt me zelf verteld dat het vrouwen niet is toegestaan...'
'Ze zullen vrouwen zeker toestaan om er van buiten naar te kijken, en ik heb zo'n vermoeden dat dat alles is wat we daar kunnen uitrichten.'
En Dors was onvermurwbaar.