19

Cleon I had zijn diner beëindigd. Helaas was het weer een formele staatsgebeurtenis geweest. Dat betekende dat hij zijn tijd moest verdoen met gesprekken met allerlei beambten - van wie hij er niet één kende of zelfs maar hèrkende - die elk weer hun traditionele schouderklopjes moesten hebben om hun loyaliteit aan de kroon levend te houden. Dat betekende ook dat zijn eten hem nog maar net warm bereikt had en nog verder was afgekoeld voor hij zijn eerste hap had kunnen nemen.

Er moest een manier zijn om dat te vermijden. Misschien kon hij vooraf met één of twee intimi eten met wie hij zich kon ontspannen, om pas daarna een formeel diner bij te wonen waarbij hem alleen een geïmporteerde peer zou worden geserveerd. Hij vond peren heerlijk. Of zou dat de gasten misschien voor het hoofd stoten? Zouden die het als een opzettelijke belediging zien wanneer de Keizer weigerde met hen te eten?

Zijn vrouw was in dat opzicht natuurlijk nutteloos, want haar aanwezigheid zou de situatie alleen maar erger maken. Hij was met haar getrouwd omdat ze tot een machtige dissidente familie behoorde, die verondersteld werd afwijkende meningen na het huwelijk te herzien, alhoewel Cleon vurig hoopte dat zijn vrouw in ieder geval zichzelf zou blijven. Hij was blij dat zij haar eigen leven leidde in haar eigen vertrekken en dat hij haar alleen maar hoefde te zien bij de noodzakelijke pogingen om een erfgenaam te verwekken, want om eerlijk te zijn mocht hij haar niet. En nu er een erfgenaam was, kon hij haar volledig negeren.

Hij kauwde op een noot uit de handvol die hij bij het opstaan van tafel in zijn zak had gestoken, en zei: 'Demerzel!'

'Sire?'

Demerzel kwam altijd onmiddellijk te voorschijn als Cleon riep. Of hij voortdurend binnen gehoorafstand voor de deur stond of dichterbij kwam omdat zijn instinct voor onderdanigheid hem op de één of andere manier waarschuwde dat er wel eens binnen een paar minuten geroepen zou kunnen worden; hij verschéén in ieder geval en dat was wat telde voor Cleon. Aan de periodes dat Demerzel op reis moest voor keizerlijke zaken had Cleon altijd een hartgrondige hekel. Hij voelde zich dan nooit op zijn gemak.

'Wat is er eigenlijk met die mathematicus gebeurd? Ik ben zijn naam steeds kwijt.'

Demerzel, die echt wel wist over wie de Keizer het had, maar die er misschien achter probeerde te komen hoeveel de Keizer onthouden had, zei: 'Aan welke mathematicus denkt u, Sire?'

Cleon wuifde ongeduldig met zijn hand. 'De waarzegger. Degene die bij me op audiëntie is geweest.'

'Degene die we ontboden hebben?'

'Nou ja, ontboden dan. Hij is bij me geweest. Jij zou dat zaakje verder regelen, herinner ik me. Is dat gebeurd?'

Demerzel schraapte zijn keel. 'Sire, ik heb het geprobeerd.'

'Ah! Dat betekent dat het je niet gelukt is, waar of niet?' In zekere zin deed dit Cleon plezier. Demerzel was de enige van zijn Ministers die niet moeilijk deed als er eens iets mislukte. De anderen gaven nooit een mislukking toe en aangezien dat toch regelmatig voorkwam, was het moeilijk daar iets aan te doen. Misschien kon Demerzel zich veroorloven eerlijker te zijn, omdat bij hem zo zelden iets mislukte. Als Demerzel er niet was, dacht Cleon mismoedig, zou hij nooit weten hoe eerlijkheid klonk. Misschien had geen Keizer dat ooit geweten en misschien was dat één van de redenen dat het Imperium...

Hij zette zijn gedachten van zich af. Plotseling gepikeerd over het zwijgen van Demerzel en ongeduldig op de bekentenis wachtend, daar hij zojuist in gedachten nog zo'n bewondering had gekoesterd voor de eerlijkheid van zijn stafchef, zei hij op scherpe toon: 'En? Het is je niet gelukt. Ja of nee?'

Demerzel vertrok geen spier. 'Het is me ten dele niet gelukt. Ik had het idee dat zijn aanwezigheid hier op Trantor, waar alles iets... moeilijker ligt... voor ons wel eens problemen zou kunnen geven. De gedachte lag voor de hand dat het prettiger zou zijn als hij op zijn thuisplaneet zou zitten. Hij was van plan de volgende dag naar huis terug te keren, maar je kunt nooit weten... hij kon het in zijn hoofd halen op Trantor te blijven... dus ik regelde dat twee onderwereldtypes hem nog dezelfde dag op het vliegtuig naar Helicon zouden zetten.'

'Ben jij bekend met types uit de onderwereld, Demerzel?' Cleon vond het heel amusant.

'Het is belangrijk om in staat te zijn vele soorten mensen te bereiken, want iedere soort heeft zo zijn eigen nut. En dat geldt niet in het minst voor onderwereldfiguren. Maar in dit geval hadden ze geen succes.'

'En hoe kwam dat?'

'Vreemd genoeg slaagde Seldon erin ze van zich af te slaan.'

'De mathematicus kon vechten?'

'Kennelijk zijn de wiskunde en de krijgskunde niet per se onverenigbaar. Ik kwam erachter, niet snel genoeg, dat zijn wereld, Helicon, erom bekend staat... krijgskunde, niet wiskunde. Dat ik daar niet eerder achter kwam was inderdaad fout, sire, en ik kan u alleen maar om vergiffenis smeken.'

'Maar dan neem ik toch aan dat de mathematicus de volgende dag volgens plan naar zijn thuisplaneet is vertrokken.'

'Het pakte helaas verkeerd uit. Hij was zo van zijn stuk gebracht, dat hij besloot om niet naar Helicon terug te keren, maar op Trantor te blijven. Hij kan op dat idee zijn gebracht door een voorbijganger die toevallig bij het gevecht aanwezig was. Dat was een andere onverwachte complicatie.'

Keizer Cleon fronste zijn wenkbrauwen. 'Dus onze mathematicus... hoe heet hij nou?'

'Seldon, sire. Hari Seldon.'

'Dus die Seldon is buiten ons bereik.'

'In zekere zin, sire. We zijn zijn bewegingen nagegaan en hij zit nu op de Universiteit van Streeling. En zolang hij daar zit, is hij ongenaakbaar.'

De Keizer keek boos en zijn gezicht werd rood. 'Ik houd niet van dat woord, "ongenaakbaar". Er zou geen plekje in het Imperium mogen zijn waar ik niet bij kan. En hier, op mijn eigen wereld, zeg je dat iemand ongenaakbaar kan zijn. Onverdraaglijk!'

'De Universiteit van Streeling ligt echt wel binnen uw bereik, sire. U kunt uw leger erop afsturen en die Seldon eruit plukken wanneer het u behaagt. Dat zou echter... niet wenselijk zijn.'

'Waarom zeg je niet "onuitvoerbaar", Demerzel. Je lijkt wel op die mathematicus zelf met zijn waarzeggerij. Het is mogelijk, maar onuitvoerbaar. Ik ben een Keizer die alles mogelijk vindt, maar heel weinig uitvoerbaar. Onthoud goed, Demerzel, dat als Seldon niet binnen mijn bereik is, jij letterlijk binnen handbereik bent.'

Eto Demerzel liet die laatste opmerking langs zich heen gaan. De 'man achter de troon' wist hoe belangrijk hij was voor de Keizer; hij had wel eerder dat soort dreigementen gehoord. Hij wachtte rustig af terwijl de Keizer hem kwaad zat aan te kijken. Terwijl zijn vingers op de leuning van zijn stoel trommelden vroeg Cleon: 'Goed. Wat hebben wij dan aan die mathematicus als hij op de Universiteit van Streeling zit?'

'Misschien, sire, heel misschien is hier wel sprake van een geluk bij een ongeluk. Misschien besluit hij er te gaan werken aan zijn psychohistorie.'

'Ook al blijft hij erbij dat het onuitvoerbaar is?'

'Misschien zit hij ernaast en misschien komt hij daar wel achter. En als dat gebeurt vinden wij wel een manier om hem van de Universiteit weg te krijgen. Het is zelfs mogelijk dat hij zich vrijwillig bij ons aansluit onder die omstandigheden.'

De Keizer zat even in gedachten verzonken en zei toen: 'En wat als iemand ons voor is?'

'Wie zou dat dan moeten zijn, sire?' vroeg Demerzel zacht.

'De burgemeester van Wye, bijvoorbeeld,' zei Cleon, opeens schreeuwend. 'Hij droomt er nog steeds van het Imperium over te nemen.'

'De ouderdom heeft hem zijn slagtanden ontnomen, sire.'

'Geloof het maar niet, Demerzel.'

'En er is geen enkele reden te veronderstellen dat hij enige belangstelling heeft voor Seldon of hem zelfs maar kent, sire.'

'Kom nou, Demerzel. Als wij van de voordracht gehoord hebben kan ook Wye ervan gehoord hebben. Als wij het mogelijke belang van Seldon zien kan ook Wye het zien.'

'Als dat gebeurde,' zei Demerzel, 'of zelfs als er een redelijke kans is dat het zou gebeuren, zouden strenge maatregelen van onze kant gerechtvaardigd zijn.'

'Hoe streng?'

Voorzichtig zei Demerzel: 'Er zou gezegd kunnen worden dat, liever dan Seldon in handen van Wye te laten vallen, wij er de voorkeur aan gaven hem in handen van niemand te laten vallen. Hem laten ophouden te bestaan, sire.'

'Hem laten vermoorden, bedoel je,' zei Cleon.

'Als u het zo wilt uitdrukken, sire,' zei Demerzel.

Prelude op de Foundation
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml