78
Casilia stond kaarsrecht, met een strakke glimlach op haar ronde gezicht en fonkelende donkere ogen. Haar man stond chagrijnig tegen een muur geleund. In het midden van de kamer stonden stijfjes twee mannen. Ze stonden erbij alsof ze de kussens wel gezien hadden, maar hoogmoedig geweigerd hadden om plaats te nemen.
Beiden hadden het donkere krulhaar en de dikke zwarte snor die je van Dahlieten mocht verwachten. Beiden waren mager en gekleed in donkere kleren die zo op elkaar leken dat het ongetwijfeld uniformen waren. Er liepen dunne witte biezen over hun schouders en langs de zijkanten van de broekspijpen. Allebei droegen ze op de rechterkant van hun borst een nogal vaag Ruimteschip-en-Zon embleem, het symbool van het Galactisch Imperium op iedere bewoonde wereld in de Galaxis, met in dit geval een donkere 'D' middenin de zon.
Seldon begreep onmiddellijk dat dit twee leden van de Dahlitische veiligheidstroepen waren.
'Wat heeft dit te betekenen?' vroeg Seldon grimmig.
Een van de mannen stapte naar voren. 'Ik ben sectorofficier Lanel Russ. Dit is mijn collega, Gebore Astinwald.'
Beiden lieten glinsterende identiteitsholo's zien. Seldon nam niet de moeite ze te bekijken. 'Wat willen jullie?'
Kalm zei Russ: 'Bent u Hari Seldon van Helicon?'
'Die ben ik, ja.'
'En bent u Dors Venabili van Cinna, meesteres?'
'Inderdaad,' zei Dors.
'Ik ben hier om een klacht te onderzoeken dat ene Hari Seldon hier gisteren een rel heeft veroorzaakt.'
'Dat is niet waar,' zei Seldon.
'Onze informatie luidt,' zei Russ, met een half oog op het scherm van een computerblokje, 'dat u een nieuwsman ervan beschuldigde een Imperiale agent te zijn en zo een rel tegen hem aanstichtte.'
'Ik was degene die zei dat hij een Imperiale agent was, officier,' zei Dors. 'En ik had goede redenen om aan te nemen dat hij dat inderdaad was. Het is absoluut geen misdrijf om je mening te uiten. Er is vrijheid van meningsuiting in het Imperium.'
'Maar dat wil nog niet zeggen dat het geoorloofd is een mening te uiten, uitdrukkelijk erop gericht om een rel te veroorzaken.'
'Wie zegt u dat dat mijn bedoeling was, officier?'
Nu deed meesteres Tisalver op snerpende toon een duit in het zakje. 'Ik zeg u dat, officier. Ze zag dat er een meute op de been was, een meute mensen uit de goot die op herrie uit waren. Ze zei expres dat hij een Imperiale agent was terwijl ze er niets van afwist en ze riep het tegen de meute om die op te hitsen. Het was duidelijk dat ze wist wat ze deed.'
'Casilia,' smeekte haar echtgenoot, maar ze wierp hem een blik toe en hij hield verder zijn mond.
Russ wendde zich tot meesteres Tisalver: 'Bent u degene die de klacht heeft ingediend, meesteres?'
'Ja. Deze twee hebben hier nu een paar dagen bij ons ingewoond en ze hebben niets anders gedaan dan problemen veroorzaken. Ze hebben mensen met een zeer slechte reputatie uitgenodigd in mijn huis en mijn reputatie bij de buren ernstige schade toegebracht.'
'Is het in strijd met de wet, officier,' vroeg Seldon, 'om schone, rustige ingezetenen van Dahl uit te nodigen op je kamer? De twee kamers boven zijn onze kamers. Wij hebben ze gehuurd en er wordt voor betaald. Is het een misdrijf om met Dahlieten te praten in Dahl, officier?'
'Nee, dat is het niet,' zei Russ. 'Dat is ook niet de klacht. Wat gaf u het idee, meesteres Venabili, om te denken dat de persoon die u beschuldigde inderdaad een Imperiale agent was?'
'Hij had een klein bruin snorretje,' zei Dors. 'Daaruit trok ik de conclusie dat hij geen Dahliet was. Ik veronderstelde dat hij een Imperiale agent was.'
'U veronderstelde? Uw partner, meester Seldon, heeft helemaal geen snor. Veronderstelt u ook dat hij een Imperiale agent is?'
'Hoe het ook zij,' haastte Seldon zich te zeggen, 'er is geen rel geweest. We hebben de meute gevraagd de veronderstelde nieuwsman niets te doen en ik ben ervan overtuigd dat ze dat ook niet gedaan hebben.'
'U bent ervan overtuigd, meester Seldon?' zei Russ. 'Volgens onze informatie bent u onmiddellijk na het uiten van de beschuldiging weggegaan. Hoe kon u getuige zijn van wat er gebeurde nadat u wegging?'
'Dat kon ik niet,' zei Seldon, 'maar laat me u eens wat vragen. Is de man dood? Is de man gewond?'
'De man is ondervraagd. Hij ontkent dat hij een Imperiale agent is en volgens onze informatie klopt dat. Hij beweert ook dat hij mishandeld is.'
'Dat kunnen heel goed allebei leugens zijn,' zei Seldon. 'Ik stel voor dat u hem onderwerpt aan een Psychische Proef.'
'Daar kunnen we het slachtoffer van een misdrijf niet aan onderwerpen,' zei Russ. 'De sectorregering is daar heel streng in. Misschien zouden we jullie tweeën, als de misdadigers in dit geval, aan een Psychische Proef kunnen onderwerpen. Zou u dat misschien willen?'
Seldon en Dors keken elkaar even aan, daarna zei Seldon: 'Nee, natuurlijk niet.'
'Natuurlijk niet,' herhaalde Russ met een licht sarcastische ondertoon, 'maar u bent graag bereid iemand anders eraan te onderwerpen.'
De andere officier, Astinwald, die nog geen woord gezegd had, glimlachte om de woorden van zijn collega.
'We hebben ook informatie,' zei Russ, 'dat u twee dagen geleden bij een messengevecht in Billibotton betrokken was, en een Dahlitische ingezetene ernstige verwondingen heeft toegebracht. Zijn naam is...' - hij drukte op een knopje van zijn computerblok en bekeek de pagina die op het scherm tevoorschijn kwam - 'Elgin Marron.'
'Heeft u ook informatie over de aanleiding tot het gevecht?' zei Dors.
'Dat is op dit moment niet relevant, meesteres. Ontkent u dat het gevecht heeft plaatsgevonden?'
'Natuurlijk ontkennen we niet dat het gevecht heeft plaatsgevonden,' zei Seldon kwaad, 'maar we ontkennen dat wij het hebben uitgelokt. We werden aangevallen. Meesteres Venabili werd door die Marron beetgepakt en het was duidelijk dat hij haar wilde verkrachten. Wat daarna gebeurde was pure zelfverdediging. Of ziet Dahl verkrachtingen door de vingers?'
Met nauwelijks enige intonatie in zijn stem zei Russ: 'U zegt dat u werd aangevallen? Door hoeveel?'
'Tien man.'
'En u alleen - met een vrouw - verdedigde zich tegen tien man?'
'Meesteres Venabili en ik verdedigden onszelf. Ja.'
'Hoe komt het dan dat jullie geen van beiden enig letsel hebben opgelopen? Heeft één van jullie misschien verwondingen die we nu niet kunnen zien?'
'Nee, officier.'
'Hoe komt het dan dat in een gevecht van één man - plus een vrouw - tegen tien man, u ongedeerd bleef, maar dat de aanklager, Elgin Marron, met verwondingen in het ziekenhuis is opgenomen en een huidtransplantatie op zijn bovenlip zal moeten ondergaan?'
'We hebben goed partij gegeven,' zei Seldon grimmig.
'Ongelooflijk goed. Wat zou u zeggen als ik u vertelde dat drie mensen verklaard hebben dat u en uw vriendin Marron zonder enige aanleiding hebben aangevallen?'
'Ik zou zeggen dat dat zeer onwaarschijnlijk is. Ik weet zeker dat Marron bij de politie bekend staat als een straatvechter en messentrekker. Ik zeg u dat ze met hun tienen waren. Er hebben dus zes geweigerd om een leugenachtige verklaring af te leggen. Leggen de andere drie ook uit waarom ze hun vriend niet te hulp kwamen, als ze hem zonder enige aanleiding aangevallen en in levensgevaar zagen? Het moet u duidelijk zijn dat ze liegen.'
'Stelt u voor hen ook een Psychische Proef voor?'
'Ja. En als u het weer wilt weten, ik weiger er een te nemen.'
Russ zei: 'We hebben ook informatie ontvangen dat u gisteren, na de rel verlaten te hebben, met ene Davan gesproken hebt, een bekende revolutionair die gezocht wordt door de veiligheidspolitie. Is dat waar?'
'Dat zult u zonder onze hulp moeten bewijzen,' zei Seldon. 'We beantwoorden verder geen vragen meer.'
Russ stopte zijn computertje weg. 'Ik ben bang dat ik u moet vragen met ons mee te komen naar het hoofdkwartier voor verdere ondervraging.'
'Ik denk niet dat dat nodig is, officier,' zei Seldon. 'Wij zijn Buitenwerelders die niets crimineels gedaan hebben. We hebben geprobeerd een nieuwsman te ontlopen die ons zonder aanleiding lastig viel, we hebben geprobeerd ons tegen verkrachting en mogelijk moord te beschermen, in een deel van de sector die als gewelddadig bekend staat, en we hebben met verschillende Dahlieten gesproken. Wij zien niet in wat verdere ondervraging zou kunnen rechtvaardigen. Dat zou onder de categorie pesterij vallen.'
'Dat maken wij uit,' zei Russ. 'Niet u. Wilt u alstublieft met ons meekomen?'
'Nee, dat willen we niet,' zei Dors.
'Kijk uit!' riep meesteres Tisalver uit. 'Ze heeft twee messen.'
Officier Russ zuchtte en zei: 'Dank u, mevrouw, maar dat weet ik al.' Hij wendde zich tot Dors. 'Weet u dat het een ernstig misdrijf is in deze sector om een mes te hebben zonder vergunning? Heeft u een vergunning?'
'Nee, officier, die heb ik niet.'
'Het was dus met een illegaal mes dat u Marron heeft aangevallen? Bent u zich ervan bewust dat dat de ernst van het misdrijf zeer vergroot?'
'Het was geen misdrijf, officier,' zei Dors. 'Begrijp dat. Marron had ook een mes en zeker geen vergunning.'
'Wij hebben daar geen bewijzen voor en bovendien heeft Marron steekwonden terwijl u allebei ongedeerd bent.'
'Natuurlijk had hij een mes, officier. Als u niet weet dat iedere man in Billibotton en de meeste mannen elders in Dahl messen hebben waarvoor ze waarschijnlijk geen vergunning hebben, dan bent u de enige man in Dahl die dat niet weet. In iedere straat zijn er winkels die openlijk messen verkopen. Weet u dat niet?'
Russ zei: 'Het doet er niet toe wat ik daarover weet en wat niet. Noch doet het ertoe of andere mensen de wetten ontduiken of hoeveel mensen dat doen. Het enige wat op dit moment van belang is, is dat meesteres Venabili de antimessenwet overtreedt. Ik moet u verzoeken die messen meteen aan mij te geven, meesteres, en dan moet u ons beiden vergezellen naar het hoofdkwartier.'
'In dat geval,' zei Dors, 'pak ze maar.'
Russ slaakte een zucht. 'U moet niet denken, mevrouw, dat messen de enige wapens zijn in Dahl of dat ik met u een messengevecht zal moeten aangaan. Zowel mijn collega als ik hebben een blaster waarmee we u in een fractie van een seconde kunnen vernietigen, voor u uw messen te pakken heeft - hoe snel u ook bent. Natuurlijk zullen we onze blasters niet gebruiken, want we zijn hier niet om u te doden. Maar we hebben ook allebei een neuronenzweep, die we vrijelijk kunnen gebruiken. Ik hoop dat u ons niet vraagt om een demonstratie. We kunnen u er niet mee doden of blijvend letsel toebrengen, het laat geen sporen na - maar de pijn is onverdraaglijk. Mijn collega staat klaar met zijn neuronenzweep. En dit is de mijne... Nu, geeft u ons nu die messen maar, meesteres Venabili.'
Het was even stil en toen zei Seldon: 'Het heeft geen zin, Dors. Geef hem je messen.'
En op dat moment weerklonk er een woest gebons op de deur en hoorden ze allemaal een stem die luidkeels en op hoge toon begon te protesteren.