37
'Eerlijk gezegd,' fluisterde Dors, 'kan ik nauwelijks geloven dat ik op Trantor ben.'
'Dus je hebt zoiets nog nooit eerder gezien?' vroeg Seldon.
'Ik ben pas twee jaar op Trantor en de meeste tijd heb ik aan de Universiteit doorgebracht, dus ik ben niet bepaald een wereldreiziger. Maar toch ben ik wel zo hier en daar geweest en heb ik wel het een en ander gehoord, maar zoiets als dit heb ik nog nooit gezien, zelfs niet van gehoord. Die eentonigheid.'
Zonnemeester reed methodisch, zonder ongepaste haast. Er reden ook andere wagonachtige wagens op de weg, allemaal met haarloze mannen achter de besturing, hun kale koppen glimmend in het licht.
Aan beide kanten van de weg stonden drie verdiepingen hoge gebouwen, zonder enige versiering, allemaal even rechthoekig, allemaal grijs van kleur.
'Somber,' vond Dors. 'Zo somber.'
'Egalitair,' fluisterde Seldon. 'Ik heb het vermoeden dat geen enkele Broeder op wat voor manier dan ook aanspraak kan maken op voorrang boven enige andere Broeder.'
Er liepen veel voetgangers op de trottoirs waar ze langskwamen. Rol trottoirs waren nergens te zien en ook was er niets te horen dat op de aanwezigheid van een express zou kunnen duiden.
'Ik denk dat die grijzen de vrouwen zijn, denk je niet?' zei Dors.
'Moeilijk te zeggen,' zei Seldon. 'De mantels verbergen alles en haarloze hoofden lijken op elkaar.'
'De grijzen lopen altijd met hun tweeën of met een witte. De witten lopen ook wel alleen en bovendien is Zonnemeester ook een witte.'
'Misschien heb je wel gelijk.' Seldon verhief zijn stem. 'Zonnemeester, ik ben nieuwsgierig...'
'Als u nieuwsgierig bent dan vraagt u wat u wilt, al ben ik niet verplicht antwoord te geven.'
'Het lijkt erop of we door een woonwijk komen. Ik zie nergens kantoorflats, industrieën...'
'We zijn een uitsluitend agrarische gemeenschap. Waar komt u vandaan dat u dit niet weet?'
'U weet dat ik een Buitenwerelder ben,' zei Seldon afgemeten. 'Ik ben pas twee maanden op Trantor.'
'Maar dan nog.'
'Maar als u dan een agrarische gemeenschap vormt, Zonnemeester, hoe komt het dan dat we ook geen boerderijen zien?'
'Op lagere niveaus,' zei Zonnemeester kortaf.
'Zijn er op dit niveau alleen maar woonwijken?'
'En op een paar andere niveaus. We zijn wat u ziet. Iedere Broeder leeft met zijn gezin in gelijkwaardige woningen; iedere cohort leeft in gelijkwaardige gemeenschappen; iedereen heeft dezelfde grondwagen en iedere Broeder bestuurt zijn eigen. Er zijn geen ondergeschikten en niemand profiteert van het werk van anderen. Niemand schittert ten koste van een ander.'
Seldon trok zijn afgeschermde wenkbrauwen op en keek Dors aan. 'Maar sommige mensen dragen witte mantels en anderen dragen weer grijze mantels,' vervolgde hij.
'Dat komt omdat sommigen Broeders zijn en anderen Zusters.'
'En wij?'
'U bent een stamverwant en een gast. U en uw' - hij zweeg even en zei toen: 'metgezellin, zullen niet aan alle regels onderworpen worden. Niettemin zult u een witte mantel moeten dragen en uw metgezel een grijze, en zult u in speciale gastenverblijven wonen, gelijk de onze.'
'Gelijkheid voor iedereen lijkt een prettig ideaal, maar wat gebeurt er als het inwonertal van Mycogen stijgt? Wordt de koek dan in kleinere stukjes verdeeld?'
'Het inwonertal stijgt niet. Dat zou een groter landoppervlak noodzakelijk maken, iets wat de omwonende stamverwanten niet toestaan. En anders zou het een negatieve invloed op onze levensstandaard hebben.'
'Maar als...' begon Seldon.
Zonnemeester onderbrak hem. 'Genoeg gevraagd, Stamverwant Seldon. Ik heb u gewaarschuwd: ik hoef niet te antwoorden. Onze taak, zoals we dat hebben beloofd aan onze vriend Stamverwant Hummin, is u te beschermen zolang u onze levenswijze geen geweld aandoet. Dat zullen we doen, maar daar houdt het dan ook mee op. Nieuwsgierigheid is toegestaan, maar ons geduld raakt snel op als nieuwsgierigheid te lang aanhoudt.'
De manier waarop Zonnemeester dit zei, stond geen verdere vragen toe en Seldon kookte inwendig. Hummin had in zijn behulpzaamheid de plank misgeslagen.
Het was geen veiligheid waar Seldon naar zocht. Tenminste, niet alleen. Hij had ook informatie nodig en zonder informatie kon hij - en wilde hij - hier niet blijven.