MYCOGEN
MYCOGEN - ... Een sector van het oude Trantor... Mycogen lag begraven in het verleden van zijn eigen legenden en had weinig invloed op de planeet. Zelfvoldaan en in een deels zelfgekozen afzondering...
ENCYCLOPEDIA GALACTICA
31
Toen Seldon wakker werd, zag hij een nieuw gezicht dat hem ernstig aankeek. Even fronste hij zijn voorhoofd als een uil, toen zei hij: 'Hummin?'
Hummin glimlachte nauwelijks zichtbaar. 'Dus je kent me nog?'
'Het was maar een dag, bijna twee maanden geleden, maar ik herinner het me. Dus je bent niet gearresteerd of op enige andere wijze...?'
'Zoals je ziet ben ik hier, veilig en wel, maar...' en hij keek even vluchtig naar Dors, die terzijde stond, '...het was niet bepaald gemakkelijk om hier te komen.'
'Ik ben blij je te zien,' zei Seldon. Hij wees met zijn duim in de richting van het toilet: 'Mag ik eerst even?'
'Ga je gang,' zei Hummin. 'Neem een ontbijt.'
Hummin nam geen deel aan het ontbijt. Dors ook niet. Ze spraken ook niet. Hummin bestudeerde een boekfilm met nauwlettend gemak. Dors inspecteerde zorgvuldig haar nagels, waarna ze een microcomputer te voorschijn haalde en met een staafje aantekeningen begon te maken.
Seldon bekeek ze nadenkend en probeerde niet om een gesprek te beginnen. De stilte zou wel eens te maken kunnen hebben met een Trantoriaanse reserve, die doorgaans bij ziekbedden in acht werd genomen. Hij voelde zich nu weliswaar volkomen gezond, maar misschien waren zij zich daar niet van bewust.
Pas toen hij zijn laatste hapje en zijn laatste druppel melk (waar hij duidelijk aan begon te wennen, want hij vond de smaak niet langer eigenaardig) weggewerkt had, begon Hummin te praten.
'Hoe gaat het met je, Seldon?' vroeg hij.
'Uitstekend, Hummin. Goed genoeg, in elk geval, om weer uit bed te komen.'
'Ik ben blij dat te horen,' zei Hummin droog. 'Het is Dors Venabili zeer kwalijk te nemen dat ze dit heeft laten gebeuren.'
Seldon fronste zijn wenkbrauwen. 'Nee. Ik stond erop naar de Bovenlaag te gaan.'
'Dat zal best, maar ze had je koste wat het kost moeten vergezellen.'
'Ik heb haar gezegd dat ik niet wilde dat ze meeging.'
'Dat is niet waar, Hari. Verdedig me nu niet met ridderlijke leugens.'
Seldon werd kwaad. 'Maar vergeet niet dat Dors mij gevolgd is naar de Bovenlaag, ondanks krachtige tegenstand, en zodoende ongetwijfeld mijn leven heeft gered. Dat is geen leugen om bestwil, maar de waarheid. Heb je dat ook in je evaluatie opgenomen, Hummin?'
Dors onderbrak hem weer. Ze was duidelijk verlegen met de situatie. 'Alsjeblieft, Hari. Chetter Hummin heeft volkomen gelijk, als hij vindt dat ik je had moeten weerhouden om naar de Bovenlaag te gaan of met je mee had moeten gaan. Wat mijn latere actie betreft, daar heeft hij me al voor geprezen.'
'Desalniettemin,' zei Hummin, 'is dat verleden tijd en we kunnen het zo laten. Laten we het hebben over wat er in de Bovenlaag is gebeurd, Seldon.'
Seldon keek om zich heen en zei behoedzaam: 'Is dat veilig?'
Hummin glimlachte even. 'Dors heeft de kamer in een Vervormingsveld geplaatst. Ik ben er vrijwel zeker van dat geen enkele Keizerlijke agent aan de Universiteit - als er al één is - de expertise in huis heeft om daar doorheen te breken. Je bent een achterdochtig man, Seldon.'
'Niet van nature,' zei Seldon. 'Wat jij allemaal zei in het park en daarna... Jij bent een man met overtuigingskracht, Hummin. Toen je klaar was met je verhaal, was ik bereid te geloven dat Eto Demerzel zich schuilhield in iedere schaduw.'
'Soms denk ik dat hij dat inderdaad doet,' zei Hummin ernstig.
'Als dat zo is,' zei Seldon, 'zou ik hem niet herkennen. Hoe ziet hij eruit?'
'Dat is nauwelijks interessant. Je zou hem niet zien, tenzij hij wilde dat je hem zag en dan zou het al te laat zijn, stel ik me voor... en dat moeten we voorkomen. Laten we het over dat stralingsvoertuig hebben dat je hebt gezien.'
'Zoals ik je al zei, Hummin, heb je me aardig bang gemaakt voor Demerzel. Meteen toen ik het stralingsvoertuig zag, nam ik aan dat hij achter mij aan zat, dat ik dwaas was geweest om me buiten de bescherming van de Universiteit van Streeling te begeven door naar de Bovenlaag te gaan, dat ik ernaar toe was gelokt speciaal om me zonder problemen te kunnen inrekenen.'
'Maar aan de andere kant,' zei Dors, 'Leggen...'
Vlug zei Seldon: 'Is die hier geweest?'
'Ja, weet je dat niet meer?'
'Vaag. Ik was doodop. Het is een vlek in mijn geheugen.'
'Toen hij hier gisteravond was, zei Leggen dat het stralingsvoertuig slechts een meteorologisch voertuig was van een ander station. Heel gewoon. Heel ongevaarlijk.'
'Wat?' Seldon was uit het veld geslagen. 'Dat geloof ik niet.'
'Nu is de vraag,' zei Hummin, 'waarom geloof je het niet? Was er iets met het voertuig dat je op het idee bracht dat het gevaarlijk was? Iets speciaals bedoel ik, en niet een verdenking die ik je aangepraat heb.'
Seldon dacht terug, op zijn onderlip bijtend. 'Het waren de bewegingen die het maakte. Het leek met zijn voorkant door het wolkendek heen te priemen alsof het op zoek was naar iets, daarna dook het op een andere plaats weer op dezelfde manier op, daarna weer op een andere plaats, enzovoort. Het leek wel alsof het de Bovenlaag systematisch aan het afspeuren was, stukje voor stukje, en steeds dichterbij kwam.'
'Misschien beeldde je je iets in, Seldon,' zei Hummin. 'Misschien keek je wel naar het stralingsvoertuig alsof het een vreemd dier was, naar jou op zoek. Dat was het natuurlijk niet. Het was gewoon een stralingsvoertuig en als het inderdaad van een meteorologisch station kwam, waren zijn bewegingen volkomen normaal... en onschuldig.'
'Zo kwam het op mij niet over,' zei Seldon.
'Dat geloof ik graag,' zei Hummin, 'maar we weten niets zeker. Jouw overtuiging dat je in gevaar verkeerde, is simpelweg een veronderstelling. Leggens besluit dat het een meteorologisch voertuig was, is ook maar een veronderstelling.'
Koppig zei Seldon: 'Ik kan niet geloven dat het een volkomen onschuldige gebeurtenis was.'
'Welnu,' zei Hummin, 'stel dat we van het ergste uitgaan, dat het voertuig inderdaad naar jou zocht. Hoe zou degene die het voertuig gezonden had, moeten weten dat ze je daar konden vinden?'
Dors mengde zich in het gesprek. 'Ik heb dr. Leggen gevraagd of hij, in zijn verslag over de meteorologische werkzaamheden die op stapel stonden, had gezegd dat Hari met de ploeg mee zou komen. Er was normaal gesproken geen enkele reden om dat te doen en hij ontkende het dan ook, nogal verbaasd over de vraag. Ik geloof hem.'
Peinzend zei Hummin: 'Geloof hem niet te snel. Zou hij het niet altijd ontkennen? Vraag jezelf eens af waarom hij om te beginnen Seldon toestemming gaf om mee te gaan. We weten dat hij aanvankelijk bezwaar aantekende, maar hij ging toch overstag, zonder al te veel tegenstribbelen. En dat lijkt me nogal in strijd met zijn natuur.'
Dors fronste haar wenkbrauwen en zei: 'Ik neem aan dat dat het een beetje waarschijnlijker maakt dat hij het hele zaakje inderdaad zo geregeld heeft. Misschien stond hij de deelname van Hari alleen maar toe om hem een makkelijke prooi te maken. Misschien was hem dat wel opgedragen. We zouden verder kunnen redeneren dat hij zijn jonge assistente Clowzia aanmoedigde om Hari's aandacht te trekken en hem bij de groep weg te halen, om hem te isoleren. Dat zou Leggens vreemde gebrek aan bezorgdheid kunnen verklaren over de afwezigheid van Hari, toen het tijd werd om naar beneden te gaan. Hij zou er natuurlijk zogenaamd van overtuigd zijn dat Hari al eerder was vertrokken, iets wat hij had voorbereid, want hij had hem zorgvuldig uitgelegd hoe hij alleen naar beneden kon komen. Dat zou ook kunnen verklaren waarom hij er zo moeilijk over deed terug te gaan en hem te gaan zoeken, want hij had geen zin om zijn tijd te verspillen met een speurtocht naar iemand die daar toch niet te vinden was.'
Hummin, die nauwlettend had zitten luisteren, zei: 'Je vormt een interessante aanklacht tegen Leggen, maar ook die moeten we niet te lichtvaardig accepteren. Per slot van rekening is hij op het laatst met je naar boven gegaan.'
'Omdat er voetstappen waargenomen waren. De hoofdseismoloog was daar getuige van geweest.'
'Goed dan. Was Leggen duidelijk geschokt en verrast, toen Seldon gevonden werd? Ik bedoel, erger dan je mag verwachten van iemand die een man vindt die in levensgevaar is door Leggens eigen nalatigheid. Deed hij of Seldon daar niet hoorde te zijn? Gedroeg hij zich alsof hij zich afvroeg: hoe kan het dat hij niet opgepikt is?'
Dors dacht diep na en zei toen: 'Hij was duidelijk geschokt toen hij Hari zo zag liggen, maar ik kan onmogelijk zeggen of daar iets bij kwam kijken buiten de heel natuurlijke afschuw over de situatie.'
'Nee, dat kan ik me voorstellen.'
Maar nu zei Seldon, die tijdens dit gesprek steeds van de een naar de ander had zitten kijken en ingespannen geluisterd had: 'Ik denk niet dat het Leggen was.'
Hummin richtte zijn aandacht op Seldon. 'Waarom zeg je dat?'
'Om te beginnen was hij, zoals je al opgemerkt hebt, duidelijk niet genegen mij mee te laten komen. Er was een hele dag discussiëren nodig, en ik denk dat hij alleen maar toestemming gaf omdat hij de indruk had dat ik een slimme mathematicus was, die hem weleens zou kunnen helpen bij het ontwikkelen van zijn meteorologische theorie. Ik wilde dolgraag naar boven en als hij opdracht had gekregen om ervoor te zorgen dat ik naar de Bovenlaag gebracht zou worden, had hij niet zo weerspannig hoeven zijn.'
'Is het redelijk om aan te nemen dat hij je alleen maar mee wilde voor je mathematica? Heeft hij met je over mathematica gediscussieerd? Heeft hij een poging gedaan je zijn theorie uit te leggen?'
'Nee,' zei Seldon, 'dat niet. Hij heeft wel iets gezegd over een later tijdstip waarop we het er eens over moesten hebben. Het probleem was dat hij volledig door zijn instrumenten in beslag werd genomen. Ik begreep dat hij verwacht had dat de zon scheen, maar dat gebeurde niet en hij had erop gerekend dat de fout bij zijn instrumenten lag en niet bij hem, maar ze leken hun werk perfect te doen en dat frustreerde hem. Ik geloof dat dat een onverwachte ontwikkeling was die niet alleen zijn humeur verpestte maar ook zijn aandacht van mij weghaalde. Wat Clowzia betreft, de jonge vrouw die me een paar minuten in beslag nam, ik heb niet het gevoel, als ik er zo aan terugdenk, dat ze mij expres bij het station vandaan leidde. Het initiatief ging van mij uit. Ik was nieuwsgierig naar de vegetatie in de Bovenlaag, en het was eerder zo dat ik haar bij de ploeg vandaan leidde, dan zij mij. Het was ook niet zo dat Leggen haar aanmoedigde, want hij riep haar terug toen ik nog in zicht was en ik ben verder doorgelopen en geheel alleen uit het gezichtsveld verdwenen.'
'En toch,' zei Hummin, wiens bedoeling blijkbaar was om tegen iedere suggestie die gedaan werd bezwaar te maken, 'als de mensen in dat voertuig naar jou op zoek waren, moeten ze hebben geweten dat je daar te vinden zou zijn. Hoe zouden ze dat kunnen weten, als ze het niet van Leggen hebben gehoord?'
'De man die ik verdenk,' zei Seldon, 'is een jonge psycholoog genaamd Lisung Randa.'
'Randa?' zei Dors. 'Dat geloof ik niet. Ik kèn hem. Hij kan gewoon niet voor de Keizer werken. Hij is anti-Imperialistisch tot op het bot.'
'Misschien doet hij maar alsof,' zei Seldon. 'Sterker nog: als hij wil verhullen dat hij een Keizerlijke agent is, moet hij wel openlijk, extreem en heftig de anti-Imperialist uithangen.'
'Maar dat is precies wat hij niet is,' zei Dors. 'Hij is nergens extreem of heftig in. Hij is rustig en goedmoedig en zijn ideeën brengt hij altijd met mildheid naar voren, bijna timide. Ik ben ervan overtuigd dat ze oprecht zijn.'
'En toch, Dors,' zei Seldon ernstig, 'hij was degene die mij het eerst vertelde over het meteorologische project, hij was degene die erop aandrong dat ik naar de Bovenlaag zou gaan en hij was degene die Leggen ertoe bracht mij toestemming te geven om met hem mee te gaan, waarbij hij mijn mathematische vaardigheden wel erg aandikte. Je vraagt je af waarom hij zo graag wilde dat ik naar de Bovenlaag ging, waarom hij zich daar zo voor inspande.'
'Voor je eigen bestwil, misschien. Hij was in je geïnteresseerd, Hari, en moet gedacht hebben dat meteorologie misschien wel nuttig kon zijn in de psychohistorie. Is dat niet mogelijk?'
'Laten we eens een ander punt in overweging nemen,' zei Hummin rustig. 'Er zat behoorlijk wat tijd tussen het gesprek waarin Randa je over het meteorologische project vertelde en je excursie naar de Bovenlaag. Als Randa geen deel uitmaakt van het komplot had hij ook geen reden om over de excursie te zwijgen. Als hij een gezelschapsmens is...'
'Dat is hij,' zei Dors.
'...dan is het waarschijnlijk dat hij met een paar van zijn vrienden erover gepraat heeft. In dat geval kunnen we niet echt zeggen wie nu de informant is geweest. Een ander punt is: laten we nu eens veronderstellen dat Randa inderdaad een anti-Imperialist is. Dat hoeft nog niet te betekenen dat hij geen agent is. De vraag is alleen: voor wie is hij een agent? Voor wie werkt hij?'
Seldon was verbaasd. 'Voor wie kun je nog meer werken dan voor het Imperium? En voor Demerzel?'
Hummin hief zijn hand op. 'Je begrijpt nog niet veel van het hele complex van Trantoriaanse politiek, Seldon.' Hij wendde zich tot Dors: 'Vertel me nog eens: welke vier sectoren noemde Leggen als mogelijke thuishaven van een meteorologisch stralingsvoertuig?'
'Hestelonia, Wye, Ziggoreth en Noord-Damiano.'
'En jij had hem dat niet met je vraag al gesuggereerd? Je hebt niet gevraagd of een bepaalde sector de thuishaven zou kunnen zijn?'
'Nee, zeer zeker niet. Ik vroeg alleen maar of hij enig idee had waar het stralingsvoertuig vandaan kon komen.'
'En jij,' zei Hummin tegen Seldon, 'kunt misschien een kenteken of een embleem op het stralingsvoertuig gezien hebben?'
Seldon wilde driftig tegenwerpen dat het voertuig nauwelijks te zien was door al de wolken, dat het alleen maar kort opdook, dat hij niet naar allerlei tekens had zitten zoeken, maar naar een schuilplaats... maar hij hield zich in. Dat wist Hummin allemaal ook wel.
In plaats daarvan zei hij slechts: 'Ik ben bang van niet.'
'Als het stralingsvoertuig op ontvoering uit was,' zei Dors, 'zou dan het herkenningsteken niet weggewerkt zijn?'
'Dat zou je redelijkerwijs kunnen aannemen,' zei Hummin, 'en het kan ook best het geval geweest zijn, maar in deze Galaxis wint redelijkheid niet altijd. Aangezien Seldon echter geen nauwgezette studie van het voertuig heeft gemaakt, kunnen we alleen maar speculeren. Ik denk persoonlijk aan Wye.'
'Wye?' herhaalde Seldon. Hij keek Hummin aan alsof hij zich afvroeg of dat iets was dat je kon eten.
Hummin legde hem geduldig uit waar hij op doelde, zijn wijsvinger in de lucht of hij een jonge student voor zich had. 'Wye. W-y-e. Dat is de naam van een sector op Trantor. Een heel bijzondere sector. Wye is zo'n drieduizend jaar lang door een dynastie Burgemeesters geregeerd. Een aaneengesloten geslacht, één enkele familie. Er is een tijd geweest, zo'n vijfhonderd jaar geleden, dat er twee Keizers en een Keizerin van het huis van Wye op de Imperiale troon zaten. Het was een relatief korte periode en geen van de drie heeft zich in enig opzicht onderscheiden of bijzondere successen geboekt, maar de Burgemeesters van Wye hebben hun Keizerlijke verleden nooit vergeten.
Ze zijn niet in actieve zin ontrouw geweest aan de vorstenhuizen die hen zijn opgevolgd, maar ze stonden ook bepaald niet bekend om hun vele onzelfzuchtige hulp aan die huizen. Tijdens de burgeroorlogen die nu en dan woedden, handhaafden ze steeds een zekere neutraliteit. Ze leken er alleen maar op uit om de burgeroorlog zo lang mogelijk te verlengen, opdat op een gegeven moment iemand op het idee zou komen om zich tot het Huis van Wye te wenden als compromis. Dat is echter nooit gebeurd, maar ze zijn het blijven proberen.
De huidige Burgemeester van Wye is bijzonder bekwaam. Hij is nu oud, maar zijn ambitie is er niet minder op geworden. Als er iets gebeurt met Cleon - al sterft hij een natuurlijke dood - heeft de Burgemeester een goede kans om de piepjonge zoon van Cleon te passeren. Het Galactische publiek zal nu eenmaal een beetje meer voelen voor een troonpretendent met een Keizerlijk verleden.
Dus als de Burgemeester van Wye over je gehoord heeft, ziet hij je misschien ook wel als een nuttige wetenschappelijke profeet in dienst van zijn huis. Wye heeft per slot van rekening een traditioneel motief om een geschikt einde voor Cleon te regelen, jou te gebruiken om de onvermijdelijke opvolging door zijn huis te voorspellen, evenals duizend jaar van vrede en voorspoed. Uiteraard, als de Burgemeester van Wye eenmaal op de troon zit en je verder niet meer nodig heeft, zou jij Cleon wel eens in het graf kunnen volgen.'
Seldon verbrak het grimmige stilzwijgen dat volgde: 'Maar we wéten niet of het de Burgemeester van Wye is die achter me aanzit.'
'Nee, dat is ook zo. We weten op dit moment ook niet of wie dan ook achter je aanzit. Het stralingsvoertuig kan tenslotte een doodgewoon meteorologisch testschip geweest zijn, zoals Leggen suggereerde. Maar toch: zolang het nieuws over psychohistorie en de bijbehorende mogelijkheden zich verspreidt - en dat doet het - zullen steeds meer machtige en semi-machtige mensen op Trantor of elders, van je diensten gebruik willen maken.'
'Wat moeten we dan doen?' zei Dors.
'Dat is inderdaad de vraag.' Hummin dacht een tijdje diep na. 'Misschien was het fout om hiernaar toe te gaan,' zei hij toen. 'Het is voor een professor wel zeer waarschijnlijk dat hij een Universiteit als schuilplaats uitkiest. Streeling is een van de vele, maar hoort bij de grootste en de meest vrije, dus het zal nooit lang duren voor deze of gene hier naar je komt zoeken. Ik denk dat Seldon naar een andere en betere schuilplaats verhuisd zal moeten worden. Maar...'
'Maar?' vroeg Seldon.
'Maar ik weet niet waar.'
'Zet een geografische lijst op het beeldscherm van je computer en wijs met je ogen dicht een plaats aan,' stelde Seldon voor.
'Dat doen we zeker niet,' zei Hummin. 'Als we dat doen is de kans net zo groot dat we een plaats aanwijzen die minder veilig is dan het gemiddelde als één die veiliger is. Nee, dit moet beredeneerd worden. Hoe dan ook.'