OMWENTELING
THALUS, EMMER -... Een sergeant in de gewapende veiligheidstroepen van Wye-sector op het oude Trantor... ... Behalve deze volkomen onopvallende, onmisbare gegevens is er niets over de man bekend, behalve dat hij één keer het lot van de hele Galaxis in zijn vuist had.
ENCYCLOPEDIA GALACTICA
87
Het ontbijt werd de volgende morgen geserveerd in een alkoof vlakbij de kamers van de drie gevangenen, en het was inderdaad luxueus. Er was een bonte verscheidenheid aan spijzen en van alles was er meer dan genoeg.
Seldon zat aan tafel met een hele stapel gekruide worstjes voor zich en negeerde de sombere voorspellingen die Dors Venabili deed over maag- en darmkrampen.
'De dame...' zei Raych, 'mevrouw de Burgemeester zei toen ze gisteravond bij me kwam.
'Is ze bij je geweest?' vroeg Seldon.
'Ja. Ze zei dat ze even wou kijken of alles goed met me was. Ze zei dat als ze er tijd voor had, ze me mee zou nemen naar een dierentuin.'
'Een dierentuin?' Seldon keek naar Dors. 'Wat voor dierentuin kan dat nou zijn hier op Trantor? Honden en katten?'
'Er zijn wel wat autochtone dieren,' zei Dors, 'en ik kan me voorstellen dat ze wat autochtone dieren uit andere werelden geïmporteerd hebben en er zijn ook nog de dieren die overal voorkomen - op andere werelden natuurlijk meer dan op Trantor. Wye heeft zelfs een beroemde dierentuin, waarschijnlijk de beste op de planeet na de Keizerlijke Dierentuin zelf.'
'Ze is een aardige oude vrouw,' zei Raych.
'Zo oud is ze ook weer niet,' zei Dors, 'maar we krijgen hier in elk geval goed te eten.'
'Dat staat vast,' gaf Seldon toe.
Toen ze uitgegeten waren ging Raych op verkenning uit.
Dors en Seldon trokken zich terug op de kamer van Dors, waar Seldon met grote ontevredenheid zei: 'Ik weet niet hoe lang we met rust worden gelaten. Ze heeft duidelijk plannen beraamd om onze agenda te vullen.'
'Eigenlijk hebben we weinig te klagen op dit moment,' zei Dors. 'We hebben het hier beter dan in Mycogen of Dahl.'
'Dors,' zei Seldon, 'je hebt je toch niet door die vrouw omver laten praten, of wel?'
'Ik? Door Rashelle? Natuurlijk niet. Hoe haal je het in je hoofd?'
'Nou ja, je hebt het hier goed. Je krijgt hier goed te eten. Het zou alleen maar natuurlijk zijn als je je zou ontspannen en aanvaarden wat Vrouwe Fortuna voor je in petto heeft.'
'Ja, heel natuurlijk. En waarom zouden we dat niet doen?'
'Luister, gisteravond heb je me verteld wat er zou gaan gebeuren als zij haar zin kreeg. Ik ben dan misschien niet zo thuis in de geschiedenis, maar ik wil je op je woord geloven en het klinkt ook allemaal heel zinnig - zelfs in de oren van een non-historicus. Het Imperium zal uiteenspatten en de scherven zullen elkaar voor... voor... voor altijd bestrijden. Ze moeten tegengehouden worden.'
'Dat ben ik met je eens,' zei Dors. 'Dat moet inderdaad. Wat ik alleen nog niet zie is hoe we dat klusje op dit moment moeten klaren.' Ze keek Seldon aan met samengeknepen ogen. 'Hari, je hebt vannacht niet geslapen, of wel?'
'Jij wel?' Het was duidelijk dat hij geen oog dicht had gedaan.
Dors keek hem ingespannen aan, een bezorgde uitdrukking trok als een wolk over haar gezicht. 'Heb je wakker gelegen en aan Galactische vernietiging liggen denken door wat ik zei?'
'Daaraan en aan een paar andere dingen. Kunnen we Chetter Hummin bereiken?' Dit laatste vroeg hij op fluistertoon.
'Ik heb geprobeerd hem te bereiken toen we op de vlucht moesten voor de Dahlitische politie,' zei Dors. 'Hij is niet gekomen. Ik weet zeker dat hij mijn boodschap ontvangen heeft, maar hij is niet gekomen. Het kan zijn dat hij, om wat voor reden dan ook, niet kon komen, maar als hij kan komt hij zeker.'
'Denk je dat er iets met hem gebeurd is?'
'Nee,' zei Dors geduldig. 'Dat denk ik niet.'
'Hoe weet je dat?'
'Ik zou het op de een of andere manier te horen hebben gekregen. Daar ben ik zeker van. En ik heb niets gehoord.'
Seldon fronste en zei: 'Ik ben er niet zo zeker van als jij. Sterker nog, ik ben nergens meer zeker van. Zelfs al kwam Hummin hiernaar toe, wat kan hij beginnen? Hij kan het niet tegen heel Wye opnemen. Als ze hier inderdaad, zoals Rashelle beweert, het best georganiseerde leger van Trantor hebben, wat kan hij daar dan tegen uitrichten?'
'Daar hoeven we niet over te praten. Denk je dat je Rashelle ervan kunt overtuigen - het op de een of andere manier in die botte schedel laten doordringen - dat je geen psychohistorie hebt?'
'Ik weet zeker dat zij zich ervan bewust is dat ik het niet heb en dat dat de komende jaren zo zal blijven... misschien wel altijd. Maar ze zal gewoon zeggen dat ik de psychohistorie heb, en als ze dat geloofwaardig genoeg weet te brengen zullen de mensen haar geloven, en uiteindelijk zullen ze hun handelingen gaan baseren op wat zij zegt dat ik voorspeld en aangekondigd heb... zelfs al zeg ik geen woord.'
'Maar dat kost natuurlijk een heleboel tijd. Ze kan je heus niet in een vloek en een zucht tot de gewenste marionet ombouwen. En ook niet in een week. Om het goed te doen heeft ze misschien wel een jaar nodig.'
Seldon ijsbeerde door de kamer. Hij keerde zich op zijn hakken om en liep op Dors af. 'Dat is misschien wel zo, maar ik weet het niet. Er zal grote druk op haar staan om snel te handelen. Ze lijkt me niet het type vrouw dat geleerd heeft om geduld te oefenen. En haar oude vader, Mannix IV, is waarschijnlijk nog ongeduldiger. Hij voelt de adem van de dood in zijn nek, en als hij er zijn hele leven voor gewerkt heeft ziet hij het liever een week vóór zijn dood gebeuren dan een week erna. Bovendien...' Hij wachtte even en keek de lege kamer rond.
'Bovendien wat?'
'We moeten gewoon onze vrijheid hebben. Zie je, ik heb het psychohistorische probleem opgelost.'
Dors sperde haar ogen open. 'Je hebt het! Je hebt het uitgewerkt.'
'Niet uitgewerkt in de volle zin des woords. Dat neemt misschien wel tientallen jaren... eeuwen, weet ik veel. Maar ik weet nu dat het uitvoerbaar is, niet alleen maar theorie. Ik weet dat het kan dus ik moet de tijd hebben, de rust, de faciliteiten om eraan te werken. Het Imperium moet bij elkaar gehouden worden tot ik, of mogelijkerwijs mijn opvolgers, weten hoe we het het beste zo kunnen houden, of hoe de klap zo goed mogelijk kan worden opgevangen als de bom ondanks alles toch barst. Het was de gedachte dat mijn taak nu echt begonnen is en dat ik er niet aan kon werken die me vannacht uit mijn slaap heeft gehouden.'