10

Seldon probeerde er onopvallend uit te zien bij het luchttaxi-verhuurcentrum, maar had het er moeilijk mee. Er opvallend onopvallend uitzien - een beetje rondsluipen, het gezicht van iedereen die passeerde afwenden, overdreven veel aandacht besteden aan een der voertuigen - was vragen om aandacht. Het beste was om maar zo gewoon mogelijk te doen.

Maar wat was gewoon? Hij voelde zich niet op zijn gemak in zijn kleren. Er zaten geen zakken in, dus hij kon nergens met zijn handen heen. De twee buidels die aan weerskanten van zijn riem bungelden, leidden hem af. Ze wiebelden tegen hem aan zodra hij zich bewoog, zodat hij de hele tijd dacht dat iemand hem aanstootte.

Hij probeerde naar vrouwen te kijken die langskwamen. Die hadden geen buidels, tenminste niet van die bungelende dingen, maar droegen wel kleine, doosachtige gevalletjes, die ze af en toe aan een heup vastmaakten met een mechanisme dat hem maar niet duidelijk wilde worden. Het zou wel met pseudomagneetjes werken, besloot hij. Tot zijn spijt moest hij vaststellen dat hun kleren niet erg veel lieten zien, een décolleté was er niet bij, hoewel sommige jurken ontworpen leken te zijn om het achterste te benadrukken.

Intussen had Hummin niet stilgezeten. Hij had de benodigde kredieten overhandigd en kwam terug met de supergeleide keramische tegel die een van de luchttaxi's kon activeren.

'Stap in, Seldon,' zei Hummin, gebarend naar een klein voertuig met twee zitplaatsen.

'Moest je je naam ook opschrijven, Hummin?' vroeg Seldon.

'Natuurlijk niet. Ze kennen me hier en staan niet op formaliteiten.'

'Wat denken ze dat je aan het doen bent?'

'Daar hebben ze niet naar gevraagd en ik heb niks gezegd.' Hij deed de tegel in het contact en Seldon voelde een lichte trilling terwijl de luchttaxi tot leven kwam.

'We gaan naar D-7,' zei Hummin, om maar wat te zeggen.

Seldon wist niet wat D-7 was, maar hij ging ervan uit dat het een of andere route was.

De luchttaxi vond zijn weg tussen allerlei grondwagens en nam uiteindelijk een licht stijgend baanvak, waar hij zijn snelheid opvoerde. Toen ging hij met een klein schokje omhoog.

Seldon, die automatisch door een netwerk van riemen aan zijn stoel was vastgebonden, voelde dat hij neergedrukt werd tegen de rugleuning en vervolgens naar voren geduwd tegen de riemen.

'Dat voelde niet aan als anti-zwaartekracht,' zei hij.

'Dat was het ook niet,' zei Hummin. 'Het was een straalreactie. Net genoeg om ons bij de luchtbanen te brengen.'

Voor hen verscheen iets dat er nog het meeste uitzag als een steile rotswand met grotten erin, maar dan volgens het patroon van een dambord. Hummin manoeuvreerde richting D-7, onderwijl andere luchttaxi's omzeilend die op weg waren naar andere openingen.

'Je kunt hier makkelijk verongelukken,' zei Seldon en schraapte zijn keel.

'Dat zou waarschijnlijk ook gebeuren als het allemaal van mij en mijn reactievermogen afhing, maar de taxi is gecomputeriseerd en de computer kan het zonder problemen van mij overnemen. Dat geldt ook voor de andere taxi's... Daar gaan we.'

Ze gleden D-7 binnen alsof ze naar binnen gezogen werden. Het felle licht van de ruimte achter hen werd zachter, een warme kleur geel.

Hummin liet de bediening los en leunde achterover. Hij haalde diep adem en zei: 'Dat is tenminste één fase die we met succes hebben doorlopen. We hadden nog kunnen worden tegengehouden op het station. Hier zijn we redelijk veilig.'

De rit verliep soepel en de wanden van de tunnel schoten voorbij. Er was bijna niets te horen, alleen een regelmatig, fluweelzacht gesnor, terwijl de taxi voortsnelde.

'Hoe hard gaan we?' vroeg Seldon.

Hummin keek even op het bedieningspaneel. 'Driehonderdvijftig kilometer per uur.'

'Magnetische aandrijving?'

'Ja. Ik neem aan dat jullie dat op Helicon ook hebben.'

'Ja. Op één lijn. Ik heb die zelf nooit genomen, al was ik het vaak van plan. Ik denk niet dat die hier veel op lijkt.'

'Ongetwijfeld niet. Trantor heeft een netwerk van vele duizenden kilometers van dit soort tunnels onder het landoppervlak liggen, plus een aantal die onder niet al te diepe ï zeebodems doorkronkelen. Het is bij ons de belangrijkste methode om lange afstanden af te leggen.'

'Hoe lang zijn we onderweg?'

'Om bij de plaats van bestemming te komen? Iets meer dan vijf uur.'

'Vijf uur!' Seldon was onthutst.

'Laat je niet van streek brengen. We komen om de twintig minuten langs rustplaatsen waar we kunnen stoppen en de tunnel verlaten om de benen te strekken, wat te eten of naar het toilet te gaan. Ik wil er natuurlijk zo weinig mogelijk gebruik van maken, dat spreekt.'

In stilte vlogen ze een eindje verder. Opeens schrok Seldon op: een zee van licht vlamde even op aan hun rechterkant en in een flits meende hij twee luchttaxi's te zien.

'Dat was een rustplaats,' zei Hummin in antwoord op de onuitgesproken vraag.

'Ben ik echt veilig waar je me nu naar toe brengt?' vroeg Seldon.

'Volkomen veilig voor elke openlijke actie van de Keizerlijke troepen. Maar kijk, als het individuele acties betreft - een spion, een agent, een huurmoordenaar - dan moet je altijd op je hoede zijn. Ik zal je natuurlijk van een lijfwacht voorzien.'

Seldon voelde zich onbehaaglijk. 'Een huurmoordenaar? Meen je dat? Zouden ze me echt willen vermoorden?'

'Ik weet zeker dat Demerzel dat niet wil,' zei Hummin. 'Ik vermoed dat hij je liever wil gebruiken dan vermoorden. Maar er kunnen andere vijanden op de proppen komen of er kan zich een ongelukkige samenloop van omstandigheden voordoen. Je kunt niet als slaapwandelaar door het leven gaan.'

Seldon schudde zijn hoofd en keek de andere kant op. Stel je voor, nog maar achtenveertig uur geleden was hij een onbeduidende, bijna onbekende Buitenwereldse mathematicus, tevreden met het vooruitzicht dat hij de rest van zijn bezoek aan Trantor wat kon rondkijken en zich met zijn provinciaalse bril op zou kunnen vergapen aan de grote wereld. En nu begon het tot hem door te dringen dat hij gezocht werd, dat de Keizerlijke troepen naar hem op jacht waren. Het drong in al zijn gruwelijkheid tot hem door en hij huiverde.

'En hoe zit het dan met jou en met wat je allemaal aan het doen bent op dit moment?'

Bedachtzaam zei Hummin: 'Ach, ik neem aan dat ze het me niet in dank afnemen. Misschien wordt mijn hoofd doorboord of mijn borst uit elkaar gereten door een mysterieuze aanvaller die nooit gevonden wordt.'

Hummin zei het zonder een beving in zijn stem of een verandering in zijn kalme voorkomen, maar Seldon was geschokt.

'Ik had al zo'n vermoeden,' zei hij, 'dat je zou aannemen dat je iets dergelijks te wachten stond. Je lijkt er niet echt... van onder de indruk.'

'Ik ben een oude Trantoriaan, Seldon. Ik ken de planeet beter dan wie ook. Ik ken veel mensen en een flink aantal daarvan is nog iets aan me verplicht. Ik zie mezelf graag als een scherpzinnig man die zich niet zomaar laat verschalken. Kortom, ik heb er vertrouwen in dat ik me er wel weer uitred.'

'Ik ben blij dat je er zo over denkt,' zei Seldon. 'En naar ik hoop denk je er terecht zo over. Maar toch begrijp ik maar niet waarom je dit risico aanvaardt. Wat beteken ik voor je? Waarom riskeer je ook maar het allergeringste voor iemand die je niet eens kent?'

Verstrooid bekeek Hummin het bedieningspaneel, vervolgens keek hij Seldon recht in de ogen. Zijn ogen stonden ernstig.

'Ik wil je redden om dezelfde reden dat de Keizer je wil gebruiken... om je voorspellende gaven.'

Dit antwoord kwam als een ijskoude douche voor Seldon. Het was dus geen kwestie van al of niet gered worden. Hij was slechts de hulpeloze en betwiste prooi van elkaar bestrijdende boeven. Kwaad zei hij: 'Ik kom die voordracht op het Tienjaarlijkse Congres nooit meer te boven. Ik heb mijn leven geruïneerd.'

'Nee. Wees niet zo voorbarig, mathematicus. De Keizer en zijn officieren willen je maar voor één doel gebruiken en dat doel is hun eigen veiligheid. Ze zijn alleen maar in zoverre in je kundigheden geïnteresseerd als ze gebruikt kunnen worden om de heerschappij van de Keizer te handhaven, die heerschappij in stand te houden voor zijn jonge zoon, de positie, status en macht van zijn beambten in stand te houden. Ik, daarentegen, wil je kundigheden alleen maar voor het welzijn van de Galaxis.'

'Is er een verschil?' vroeg Seldon op scherpe toon.

Hummin beantwoordde de vraag streng en met iets van afkeuring in zijn stem. 'Als je het verschil niet ziet, ben je blind. De menselijke bewoners van de Galaxis bestonden vóór die Keizer die nu regeert, vóór de dynastie waar hij er een van is, vóór het Imperium zelf. De mensheid is veel ouder dan de vijfentwintig miljoen werelden van de Galaxis. Er zijn legenden uit een tijd dat de mensheid één enkele wereld bewoonde.'

'Legenden!' Seldon haalde zijn schouders op.

'Ja, legenden, maar ik zie geen reden waarom dat in werkelijkheid niet ook zo geweest zou kunnen zijn, twintigduizend of meer jaar geleden. Ik neem aan dat de mensheid niet geboren is met kennis van hyperruimtelijk reizen en al. Er móet gewoon een tijd geweest zijn dat mensen niet sneller konden reizen dan het licht, dat ze gevangen zaten in een enkel planetair systeem. En als we vooruit kijken in de tijd, zullen we zien dat de mensheid nog zal bestaan als jij en de Keizer al dood zijn, als zijn hele dynastie is uitgestorven en de instituties van het Imperium zelf verdwenen zijn. Dan is het niet belangrijk om al te veel over individuen in te zitten, over de Keizer en de jonge Keizerlijke Prins. Het is zelfs niet van belang om over de mechanica van het Imperium in te zitten. Wat te denken van de kwadriljoenen mensen die in de Galaxis wonen? Wat te denken van al die mensen?'

'Werelden en mensen gaan gewoon door, veronderstel ik,' zei Seldon.

'Voel je geen enkele behoefte om de mogelijke voorwaarden waaronder ze zouden blijven bestaan aan een onderzoek te onderwerpen?'

'Je kunt aannemen dat ze net zo zouden bestaan als nu.'

'Je kunt aannemen. Maar kun je dat ook wéten met behulp van die voorspellingen waar jij het over had?'

'Psychohistorie noem ik het. In theorie zou je dat inderdaad kunnen weten, ja.'

'En je hebt er geen behoefte aan om die theorie aan de praktijk te toetsen.'

'Ik zou niets liever willen, Hummin, maar dat ik dat wil, betekent nog niet automatisch dat ik het ook kan. Ik heb de Keizer verteld dat psychohistorie niet zomaar tot een bruikbare techniek kan worden omgetoverd en ik zie me genoodzaakt jou hetzelfde te vertellen.'

'En je bent niet van plan zelfs maar te gaan zoeken naar mogelijkheden om die techniek te ontwikkelen?'

'Nee, dat ben ik niet, net zomin als ik een hoop kiezelstenen ter grootte van Trantor omver zou willen schoppen om ze een voor een te tellen en ze vervolgens op volgorde van gewicht neer te leggen. Ik kan wéten dat het niet iets is dat je binnen het bestek van één leven tot stand kunt brengen en ik ben niet zo stom om te doen of ik dat wèl kan.'

'Zou je het proberen als je wist hoe de mensheid ervoor stond?'

'Dat is een vraag die ik onmogelijk kan beantwoorden. Hoe stáát de mensheid ervoor? Ga je mij vertellen dat jij dat weet?'

'Ja, dat ga ik je in het kort vertellen.' Hummin richtte zijn blik weer naar voren, naar de saaie onveranderlijkheid van de tunnel die op hen afkwam en hen steeds weer opslokte. Hij zei het op grimmige toon.

Hij zei: 'Het Galactische Imperium is op sterven na dood.'

Prelude op de Foundation
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml