42

De Zusters kwamen terug ongeveer twee uur nadat Dors en Hari de lunch hadden gebruikt. Ze glimlachten, allebei, en Regendruppel Drieënveertig, de ernstigste van het duo, hield een grijze rok omhoog voor Dors.

'Die ziet er leuk uit,' zei Dors. Ze glimlachte breeduit en knikte met een zekere oprechtheid. 'Mooi borduurwerk.'

'Er is niet veel aan,' tjilpte Regendruppel Vijfenveertig. 'Het is een van mijn oude spullen en ik ben bang dat het niet helemaal uw maat is, daar u langer bent dan ik. Maar het kan er nog wel even mee door en we zullen u naar de beste vrouwenkleermakerij brengen om een paar rokken uit te zoeken die goed bij u en uw smaak passen. Wacht maar af.'

Regendruppel Drieënveertig stond een beetje zenuwachtig te lachen maar zei niets. Ze hield haar ogen strak op de grond gericht en gaf een wit kostuum aan Dors. Het was keurig opgevouwen. Dors maakte geen aanstalten om het ding open te vouwen. In plaats daarvan gaf ze het aan Seldon. 'Aan de kleur te zien is deze voor jou, Hari.'

'Dat zal wel,' zei Seldon, 'maar geef hem terug. Ze heeft hem niet aan mij gegeven.'

'Oh, Hari,' riep Dors uit. Ze schudde haar hoofd.

Maar Seldon hield voet bij stuk. 'Ze heeft hem niet aan mij gegeven. Geef dat ding terug en dan wacht ik wel tot ze hem aan mij geeft.'

Dors aarzelde, deed toen met weinig vertrouwen een poging het ding weer terug te geven aan Regendruppel Drieënveertig.

De Zuster deed haar armen achter haar rug en liep terug; ze werd spierwit. Regendruppel Vijfenveertig wierp een tersluikse blik op Seldon, een heel tersluikse blik, en stapte toen snel op Regendruppel Drieënveertig af en sloeg haar armen om haar heen.

'Kom op, Hari,' zei Dors. 'Ik weet zeker dat Zusters niet mogen praten met mannen die niet tot hun familie behoren. Waarom moet je haar zo ongelukkig maken? Zij kan het ook niet helpen.'

'Daar geloof ik niets van,' zei Seldon hardvochtig. 'Als er zo'n regel is, is die er alleen voor Broeders. Ik vraag me ten zeerste af of zij ooit eerder een stamverwant ontmoet heeft.'

Op zachte toon vroeg Dors aan Regendruppel Drieënveertig: 'Heeft u ooit eerder een stamverwant ontmoet, Zuster, of een stamverwante?'

Een lange aarzeling en toen een langzaam schudden met het hoofd.

Seldon gooide zijn armen in de lucht. 'Zie je nou wel? Als er een zwijgregel bestaat, geldt die alleen voor Broeders. Zouden ze deze jonge vrouwen, deze Zusters, hiernaar toe gestuurd hebben om ons te helpen, als er een regel was die ze verbood om met stamverwanten te praten?'

'Het zou best kunnen, Hari, dat ze alleen maar met mij mochten praten en alleen maar via mij met jou.'

'Nonsens. Ik geloof het niet en ik wil het niet geloven. Ik ben niet zomaar een stamverwant, ik ben een geëerde gast in Mycogen. Chetter Hummin heeft gevraagd of ik ook als zodanig behandeld zou worden en ik word door Zonnemeester Veertien zelf begeleid. Ik laat me niet behandelen alsof ik niet eens besta. Ik zal me met Zonnemeester Veertien in verbinding stellen en een ernstige aanklacht indienen.'

Regendruppel Vijfenveertig begon te snikken en Regendruppel Drieënveertig, hoewel ze haar betrekkelijke onbewogenheid in stand wist te houden, kon een lichte blos toch niet tegenhouden.

Dors maakte weer aanstalten om iets tegen Seldon in te brengen, maar hij legde haar met zijn rechterarm het zwijgen op en keek toen dreigend naar Regendruppel Drieënveertig.

En eindelijk begon ze te praten, niet eens te tjilpen. Haar stem was eerder hees, alsof ze zichzelf moest dwingen een man aan te spreken en dat tegen al haar instincten en verlangens indruiste.

'U moet niet over ons klagen, stamverwant. Dat zou onrechtvaardig zijn. U dwingt me een regel van ons volk te overtreden. Wat wilt u van mij?'

Seldon glimlachte opeens ontwapenend en stak zijn hand uit. 'Het gewaad dat u mij hebt gebracht. De rok.'

Zwijgend overhandigde ze hem de mantel.

Hij maakte een lichte buiging en zei met een zachte, warme stem: 'Dank u, Zuster.' Toen keek hij even kort naar Dors, alsof hij zeggen wilde: zie je wel? Maar Dors keek boos de andere kant op.

De mantel was zonder opsmuk, zag Seldon toen hij hem ontvouwde (blijkbaar was versiering toch iets vrouwelijks), maar er zat wel een riem bij die van kwasten was voorzien en die waarschijnlijk op een speciale manier gedragen zou moeten worden. Hoe, daar zou hij ongetwijfeld achterkomen.

'Ik trek me even terug in de badkamer en trek dit ding aan. Ik ben zo terug.'

Hij ging het kleine kamertje binnen en merkte dat de deur niet dicht wilde: Dors werkte zich ook naar binnen. Pas toen ze samen binnen waren, ging de deur dicht.

'Wat was dat nou weer?' siste Dors kwaad. 'Je bent absoluut een bruut, Hari. Waarom moest je die arme vrouw zo behandelen?'

Seldon werd ongeduldig. 'Ik moest haar zover krijgen dat ze tegen me zou praten. Ik heb mijn hoop op informatie op haar gevestigd. Dat weet je. Het spijt me dat ik zo wreed moest zijn, maar hoe had ik haar anders van haar remmingen af moeten helpen?' En hij beduidde haar dat ze naar buiten moest.

Toen hij weer te voorschijn kwam had Dors haar rok ook al aan.

Ondanks het kale huidkapje en de onelegante kleding, wist Dors er zeer aantrekkelijk uit te zien. Het stiksel op de rok suggereerde op de een of andere manier een vrouwelijke vorm die desondanks niet te zien was. Haar riem was breder dan die van hem en van een iets andere kleur grijs dan haar rok. Bovendien zat de riem van voren vast met twee glimmende blauwe stenen. (Vrouwen slaagden erin zich mooi te maken onder de moeilijkste omstandigheden, dacht Seldon.)

Dors bekeek Hari en zei: 'Je ziet eruit als een Mycogener. We kunnen zo mee naar de winkels.'

'Ja,' zei Seldon, 'maar daarna wil ik dat Regendruppel Drieënveertig me de microboerderijen laat zien.'

Regendruppel Drieënveertig sperde haar ogen wijd open en deed snel een pasje terug.

'Ik wil ze graag zien,' zei Seldon rustig.

Regendruppel Drieënveertig keek snel naar Dors. 'Stamverwante...'

'Weet u misschien niets van microcultuur af?' vroeg Seldon.

Nu leek hij de juiste snaar geraakt te hebben. Ze richtte zich hooghartig tot Dors. 'Ik heb op de microboerderijen gewerkt. Alle Broeders en Zusters doen dat gedurende een bepaalde tijd van hun leven.'

'Goed dan, leid me dan rond,' zei Seldon, 'en laten we niet weer ruzie gaan maken. Ik ben geen Broeder met wie u niet mag spreken en niet mag omgaan. Ik ben een stamverwant en een geëerde gast. Ik draag dit huidkapje en deze mantel om niet onnodig de aandacht te trekken, maar ik ben een geleerde en ik moet van mijn bezoek hier leren. Ik kan niet in deze kamer blijven zitten om de muren te bestuderen. Ik wil datgene zien wat de rest van de Galaxis niet heeft: jullie microboerderijen. Ik zou denken dat u er trots op bent om ze te laten zien.'

'Dat zijn we ook,' zei Regendruppel Drieënveertig. Ze keek Seldon eindelijk in de ogen. 'Ik zal u ze laten zien, maar denk niet dat ik u ook maar iets van onze geheimen ga verklappen, als u die misschien zoekt. Ik zal u de microboerderijen morgenochtend laten zien. Het duurt even voor ik een rondleiding georganiseerd heb.'

'Ik wacht wel tot morgenochtend,' zei Seldon. 'Maar belooft u het? Heb ik uw erewoord?'

Met duidelijke minachting zei Regendruppel Drieënveertig: 'Ik ben een Zuster en ik zal doen wat ik zeg. Ik zal mijn woord houden, zelfs tegenover een stamverwant.'

Haar stem werd steeds ijziger bij die laatste woorden, terwijl haar opengesperde ogen fonkelden. Seldon vroeg zich af wat er in haar omging en voelde zich niet op zijn gemak.

Prelude op de Foundation
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml