53
Toen Hari Seldon de nieuwe Mycogener op zich af zag stevenen, stond hij op. Hij had geen flauw idee of dat strookte met de regels der wellevendheid, maar hij had het onmiskenbare gevoel dat het geen kwaad kon. Dors Venabili stond ook op en hield haar ogen zorgvuldig op de grond gericht.
De ander stond voor hen. Hij was ook een oude man, maar de ouderdom manifesteerde zich op een subtielere manier dan bij Mycelium Tweeënzeventig. Zijn leeftijd verleende zijn nog immer knappe uiterlijk een zekere distinctie. Zijn kale hoofd was mooi rond en zijn ogen waren van een opzienbarende kleur blauw, dat een scherp contrast vormde met het felle, bijna gloeiende rood van zijn sjerp.
'Ik zie dat jullie stamverwanten zijn,' zei de nieuwkomer. Zijn stem was hoger dan Seldon verwacht had, maar hij sprak langzaam, alsof hij zich bewust was van het gewicht dat zijn autoriteit aan ieder woord meegaf.
'Dat zijn we inderdaad,' zei Seldon beleefd maar vastberaden. Hij zag geen reden waarom hij de positie van de man niet zou eerbiedigen, maar evenmin was hij van plan om zichzelf te verlagen.
'Uw namen?'
'Ik ben Hari Seldon van Helicon. Mijn metgezellin is Dors Venabili van Cinna. En de uwe, man van Mycogen?'
De man keek ontstemd, maar ook hij herkende de autoriteit van de ander.
'Ik ben Luchtstrook Twee,' zei hij uit de hoogte, 'een Oudere van het Sacratorium. En uw positie, stamverwant?'
'Wij,' zei Seldon met nadruk, 'zijn geleerden van de Universiteit van Streeling. Ik ben mathematicus en mijn metgezellin is geschiedkundige en we zijn hier om het leven in Mycogen te bestuderen.'
'Op wiens gezag?'
'Dat van Zonnemeester Veertien, die ons bij aankomst begroet heeft.'
Luchtstrook Twee was even stil en toen verscheen er een glimlachje op zijn gezicht en hij werd opeens een stuk vriendelijker. 'De Hoge Oudere. Ik ken hem goed.'
'Dat lijkt me ook beter,' zei Seldon minzaam. 'Is er verder nog iets, Oudere?'
'Ja.' De Oudere deed zijn best om het verloren terrein weer terug te winnen. 'Wie was die man die bij u was en die ervandoor ging toen ik eraan kwam?'
Seldon schudde zijn hoofd. 'We hadden hem nog nooit eerder gezien, Oudere, en weten niets van hem af. We kwamen hem volkomen toevallig tegen en vroegen hem wat informatie over het Sacratorium.'
'Wat hebt u hem gevraagd?'
'Twee vragen, Oudere. We vroegen of dat gebouw het Sacratorium was en of het stamverwanten toegestaan was er naar binnen te gaan. Hij antwoordde bevestigend op de eerste vraag en ontkennend op de tweede.'
'Zoals het behoort. En wat is uw belang bij die informatie?'
'Meneer, wij zijn hier om het leven in Mycogen te bestuderen en is het Sacratorium niet het hart en het brein van Mycogen?'
'Het is helemaal van ons en aan ons voorbehouden.'
'Zelfs als een Oudere - de Hoge Oudere - zou regelen dat wij er naar binnen mochten voor wetenschappelijk onderzoek?'
'Heeft de Hoge Oudere dat inderdaad geregeld?'
Seldon aarzelde een moment terwijl Dors heel even haar ogen opsloeg om te zien wat hij zou antwoorden. Hij besloot dat hij met een leugen van zo'n formaat niet weg zou komen. 'Nee,' zei hij, 'nog niet.'
'En dat zal niet gebeuren ook,' zei de Oudere. 'U bent hier in Mycogen op gezag van een hooggeplaatst iemand, maar zelfs de hoogstgeplaatste kan geen controle uitoefenen op datgene wat van iedereen is. Wij achten ons Sacratorium hoog en het gewone volk windt zich nogal gauw op over de aanwezigheid van een stamverwant die zich in Mycogen vertoont, met name in de buurt van het Sacratorium. Er hoeft maar één lichtgeraakt iemand keihard "Invasie!" te brullen of een vredelievende menigte als deze hier zou veranderen in een bloeddorstige horde. En ik overdrijf niet. Voor uw eigen bestwil, zelfs al heeft de Hoge Oudere u ontvangen, ga hier weg. Nu!'
'Maar het Sacratorium...' zei Seldon koppig, hoewel Dors zachtjes aan zijn mantel trok.
'Wat is er in het Sacratorium dat u belang zou kunnen inboezemen?' zei de Oudere. 'U ziet het nu. Er is niets voor u te zien daarbinnen.'
'En de robot dan?' zei Seldon.
De Oudere keek Seldon geschokt en verrast aan en boog zich naar hem toe. Hij fluisterde krassend in zijn oren: 'Ga nu weg of ik zal zelf "Invasie!" roepen. Als de Hoge Oudere u niet ontvangen had, zou ik u deze ene kans niet eens meer geven. Nu!'
Met onverwachte kracht trok Dors Seldon bijna omver. Ze liep gehaast weg en sleurde hem achter zich aan tot hij zijn evenwicht weer hervonden had en snel achter haar aan begon te lopen.