Beter en beter

Met elke maand die verstreek werden mijn kinderen emotioneel stabieler. Betty was nog steeds de meest onberekenbare van het stel, en ze liep vaak weg. Het gebeurde regelmatig dat ik het plaatselijke politiebureau moest bellen.

Ik vond mezelf ook goed vooruitgaan, maar toen kreeg ik opeens weer een klap van de PTSS, het posttraumatische stresssyndroom. Ik kreeg koortsaanvallen, moest aldoor verschrikkelijk rillen en voelde me ontzettend slap. Toen werd me duidelijk wat liefde betekent. Brian belde me meerdere keren op een dag. Ik was nog nooit eerder beschermd, had nog nooit eerder meegemaakt hoe het was om werkelijk iets voor iemand te betekenen. Voor Merril was ik nooit meer geweest dan een vorm van bezit. Nu was ik niet alleen een mens, maar werd ik bovendien vertroeteld en verzorgd. Ik werd me bewust van emoties die ik tijdens mijn huwelijk onderdrukt had en die nu langzaam weer tot bloei kwamen. Ook al was ik zo ziek als een hond, in mijn hart was ik springlevend zoals ik in al die jaren met Merril nooit was geweest.

Die winter gingen de koorts en de rillingen over in longontsteking. Op een zaterdag stelde ik vast dat ik niet goed kon ademen en het leek me verstandig om binnen te blijven en te proberen beter te worden. Ik ging op zoek naar LuAnne om haar te vragen of ze me met Harrison wilde helpen, maar ontdekte toen dat zowel zij als Betty verdwenen waren. Sinds Betty’s laatste ontsnapping waren intussen al meerdere maanden verstreken, en ik dacht dat dat kwam doordat zij en Merril uiteindelijk hadden ingezien dat ze er niets mee opschoten. Maar dit was de eerste keer dat Merril niet één, maar twee kinderen had meegenomen.

Het eerste wat ik deed was Brian bellen en hem zeggen dat ik te ziek was om de politie te kunnen bellen. Ik was ervan overtuigd dat de meisjes in Colorado City waren. Brian moedigde me aan de autoriteiten te waarschuwen, en hij legde me stapje voor stapje uit wat ik moest doen.

Ik beloofde hem zijn raad op te zullen volgen. Maar toen herinnerde ik me ineens dat de regering van Arizona in 2004 een rechercheur in de gemeenschap had gestationeerd, een buitenstaander, die daar was geplaatst om mensen zoals ik te helpen. Gary Engels werkte vanuit een stacaravan die hij deelde met maatschappelijk werkers van de kinderbescherming. Het idee was dat vrouwen een punt zouden hebben waar ze naartoe konden gaan wanneer ze hulp nodig hadden, maar in werkelijkheid gebeurde dat maar zelden. Het was de eerste keer dat er echt iemand van de overheid bereikbaar was, want tot op dat moment was er alleen maar plaatselijke politie geweest die in haar geheel voor de FLDS werkte en bij elk incident steevast de andere kant op keek. Gary kon binnen de gemeenschap geen stap verzetten zonder door de plaatselijke politie – met getrokken wapens – gevolgd te worden.

‘Dit kom je in heel Amerika nergens anders tegen,’ zei Engels tegen het Southern Poverty Law Center, een stichting die zich bezighoudt met uit haat gepleegde misdrijven. ‘Het is net een domein waarin Warren Jeffs heer en meester is van iedereen. Hij kan naar eigen willekeur iemand zijn familie, zijn zaak of zijn huis afpakken. Ik ken geen koning die ooit zoveel macht over zijn onderdanen had als Warren Jeffs over die volgelingen van hem.’

In 2005 zette deze stichting de FLDS op dezelfde lijst van haatgroeperingen als, onder andere, de Ku Klux Klan en de Aryan Nation. Daarvoor baseerden ze zich onder andere op citaten van Warren Jeffs: ‘Het zwarte ras is het volk waardoor de duivel door de eeuwen heen in staat is geweest het kwaad op aarde te brengen.’ Jeffs’ hatelijke uitspraken bleven niet tot rassen beperkt. Ook homoseksuelen waren een geliefd doelwit: ‘De mensen werden zo verdorven dat de mannen met mannen begonnen te trouwen, en de vrouwen met vrouwen. Afgezien van moord is dit het ergste kwaad dat je kunt begaan. Het is een vorm van moord.’ Jeffs deed ook nog een interessante uitspraak over geweld: ‘Ik wil jullie herinneren aan wat de profeten ons hebben geleerd, dat wanneer een man van God de opdracht krijgt een andere man te doden, hij nimmer bloeddorstig is.’

Toen ik Gary belde en zei dat mijn dochters weg waren, zei hij dat hij onmiddellijk een onderzoek zou instellen. De politie van West Jordan, Utah, zond een fax naar het bureau in Mohave County, Arizona, met het bevel dat Betty en LuAnne opgepikt moesten worden. Geen van de plaatselijke agenten voelde ervoor om zaterdagavond laat naar Colorado City te gaan, maar Gary drong aan. Het bevel was uitgevaardigd, en volgens de wet moest het worden opgevolgd. Vanuit Arizona werden extra agenten opgeroepen om hen te begeleiden.

Bij Merril thuis waren alle deuren op slot. Gary klopte aan, en het meisje dat opendeed sloeg de deur voor zijn neus dicht. Betty en Lu-Anne waren nog maar net een kwartier binnen.

De politie omsingelde het huis. Door het raam zagen ze een grote groep mensen die in een kring met elkaar stonden te praten. De politie was bang dat de boel zou escaleren. Alle aanwezige politiemensen waren leden van de FLDS – Gary was de enige die dat niet was. Na een poosje kreeg Gary van de politie te horen dat het huis dat ze omsingeld hadden niet Merrils huis was. Dat was een leugen. Gary moest ophouden met onschuldige mensen lastig te vallen, en hij kon beter gaan.

Gary zei dat hij orders had waarin stond dat Betty en LuAnne zich in deze woning bevonden. En als dat niet zo was, argumenteerde hij, waarom wilde dan geen van de bewoners hem te woord staan? Er werd aan een huiszoekingsbevel gewerkt, en zodra dat beschikbaar was, zei Gary, zou hij naar binnen gaan.

Enkele minuten later kreeg Gary een telefoontje van Merril die tegen hem tekeerging. Hij hield bij hoog en bij laag vol dat dit niet zijn huis was en dat Gary geen enkel recht had het omsingeld te houden. Hij zei verder dat hij er geen idee van had waar Betty en LuAnne waren. ‘Carolyn wil het andere mensen alleen maar lastig maken omdat ze zelf haar dochters niet aankan.’ Dit was alweer een leugen.

Gary trapte er niet in en bleef waar hij was. Merril belde opnieuw met nog meer dreigementen. Gary herhaalde dat hij, zodra het huiszoekingsbevel er was, het huis binnen zou vallen. De meisjes zouden in hechtenis worden genomen en Merril zou officieel in staat van beschuldiging worden gesteld.

Merril belde terug met een aanbod. Hij gaf toe dat Betty en Lu-Anne binnen waren en hij zei dat als ze die nacht mochten blijven slapen, hij er persoonlijk voor zou zorgen dat ze de volgende dag weer bij mij thuis afgeleverd zouden worden.

Gary belde me en zei dat ik moest beslissen. Als ik dat wou, zou hij tot actie overgaan. Ik wilde mijn dochters terug maar ik wilde zo min mogelijk ergernis, dus we besloten het aanbod te accepteren. Ik moest er niet aan denken dat er met geweld een inval zou worden gedaan en er gewonden zouden vallen.

Betty en LuAnne werden de volgende dag thuisgebracht, en daarna is Betty nooit meer weggelopen. Ik geloof dat Merril eindelijk had begrepen wat de gevolgen zouden zijn als hij bleef doorgaan met zijn kinderen te ontvoeren.

Merril ging door met het verkopen van zijn bezittingen. Hij verkocht zijn Big Water Motel dat zestig kamers had, en een ander, kleiner motel. Hij verkocht zijn rodeoarena die de grootste arena van noordelijk Arizona was, en een aanzienlijk deel van het materiaal van zijn constructie- en vervoersbedrijven. Zijn cementfabriek was al dicht, en ook het motel in Caliente waar ik een tijdlang manager van was geweest. Merril incasseerde honderdduizenden dollars in contanten, maar er kon nog geen dubbeltje alimentatie voor de kinderen vanaf.

Die alimentatie was een onderwerp waarover we het nooit eens zijn geworden. Hij weigerde alimentatie te betalen, en betaalde me in plaats daarvan een klein gedeelte van een uitkering die hij ontving. Ander geld wilde hij me niet geven. Mijn advocaat was het daar helemaal niet mee eens, want we wisten dat Merril over zijn inkomen loog. Officieel moest hij me een bedrag aan alimentatie betalen dat gebaseerd was op zijn bezit en inkomen. Maar ik zou moeten bewijzen dat hij geld en bezittingen had die hij niet officieel had opgegeven, en niet alleen zou me dat een vermogen aan privédetectives kunnen kosten, maar daarenboven was het nog maar helemaal de vraag of hij me dan wél zou betalen waar ik feitelijk recht op had.

Mijn vader was voor een derde deel eigenaar van het motel in Caliente. Merril wilde dat mijn vader zijn deel van de opbrengst aan Warren zou geven. Mijn vader weigerde en zei dat het geld voor mijn moeder was om haar te helpen bij de aankoop van een huis na hun scheiding. Merril was woedend en wees mijn vader erop dat hij absoluut geen enkele verplichting jegens mijn moeder had. Maar daar dacht mijn vader na dertig jaar huwelijk heel anders over. Merril zei dat God zich over hem zou ontfermen als hij Gods wil deed. Daar trapte mijn vader niet in, met het gevolg dat hij door Warren Jeffs uit de FLDS werd gezet en hij zijn twee vrouwen en de ruim tien kinderen die nog thuis woonden aan Jeffs moest teruggeven.

Gary Engels schat dat Jeffs ruim driehonderd mannen uit hun families en uit de gemeenschap heeft gezet. De mannen krijgen de opdracht om van ver buiten de gemeenschap berouw te tonen en Jeffs lange brieven te schrijven waarin ze hun zonden tot in de kleinste details beschrijven. Als hun lijst van zonden overeenstemt met de lijst van hun zonden die Warren Jeffs van God heeft ontvangen, mogen ze opnieuw toetreden tot de FLDS. Dat gebeurt natuurlijk nooit, maar op deze wijze heeft Jeffs wel een enorme hoeveelheid gedetailleerde bekentenissen verzameld van wat mannen als hun meest slechte daden en beschamende zonden beschouwen, en dat alleen omdat die mannen wanhopig naar een hereniging met hun families snakten.

Jeffs stuurde een stelletje van zijn bullebakken naar het huis van mijn vader om hem te zeggen dat hij uit het werk van God was gezet. Na achttien jaar raakte hij zijn baan als manager van de supermarkt kwijt, en zijn huis moest worden overgedragen aan de FLDS.

Jeffs’ boodschappers lieten mijn vader weten dat hij de profeet een brief met een uitvoerige opsomming van al zijn zonden moest schrijven, dat hij de gemeenschap moest verlaten en berouw moest hebben van zijn daden. Hij kreeg de opdracht om voortdurend om Gods vergiffenis te bidden. Hij moest God en de profeet in liefde dankbaar zijn voor hun goedertierenheid omdat ze hem de kans gaven berouw te hebben.

Mijn vader vroeg de mannen of ze een boodschap van hem aan Warren wilden overbrengen. Toen ze toestemden, zei mijn vader: ‘Willen jullie dan in liefde tegen Warren Jeffs zeggen dat hij wat mij betreft naar de hel kan lopen?’

De mannen schrokken zichtbaar. Hoe durfde mijn vader zo’n toon aan te slaan tegen de profeet van God? Besefte hij dan niet dat hij op grond van zo’n uitspraak eeuwig verdoemd zou kunnen worden? Ze ervoeren mijn vaders totale gebrek aan respect voor Warren Jeffs als een stomp in de maag.

Even later kreeg mijn vader een telefoontje van Merril die zei dat hij de winkel van hem overnam. Mijn vader had daar niets op tegen, maar zei erbij dat hij wel van plan was om zijn pensioengeld mee te nemen. In de loop van de jaren dat mijn vader als manager van de supermarkt had gewerkt, had hij een aardig bedrag aan pensioen bij elkaar gespaard. Merril zei dat dit geld Warren Jeffs toebehoorde. Mijn vader weigerde en verklaarde dat hij Jeffs dan wel op de rechtbank zou zien.

Warren had mijn vaders twee resterende vrouwen, Rosie en Muriel, opgedragen zich beschikbaar te stellen voor toewijzing aan andere mannen. Mijn vader liet hun weten dat ze vrij waren om te doen wat ze wilden. Hij zei dat ze nooit zijn bezit waren geweest – hij was met hen getrouwd omdat God dat had gewild. De keus was aan hen.

Mijn vader had zesendertig kinderen opgevoed in zijn leven, en acht daarvan waren stiefkinderen geweest. In tegenstelling tot Merril waren zijn kinderen belangrijk voor hem. En hun moeders eveneens.

Rosie besloot dat ze bij mijn vader wilde blijven. Ze voelde er niets voor om een pion in Warrens ziekelijke spelletjes te worden.

Muriel besloot dat ze haar redding niet op het spel durfde te zetten en ze gaf zich over ‘aan de wil van God’. Ze gaf zichzelf en haar vier kinderen over aan de genade van Warren Jeffs. Ik weet niet of ze een andere man toegewezen heeft gekregen. Wat ik wel weet, is dat vrouwen die verstrikt raakten in Jeffs’ web er niet gelukkiger op werden. Verschillende vrouwen die ik ken zijn meerdere keren aan verschillende mannen toegewezen, en sommige van hen maar liefst vijf keer achter elkaar. Een van die vrouwen zei dat ze zich inmiddels een ‘priesterschapshoer’ voelde.

Mijn vaders hart was gebroken. Hij huilde en huilde en was ontroostbaar. Zijn familie was verscheurd. Warren Jeffs had het geloof en de gemeenschap die mijn vader zo innig had liefgehad, tot een farce gemaakt.

Er waren leiders binnen de gemeenschap die geprobeerd hadden Warren Jeffs een halt toe te roepen. Ze hadden gedaan wat ze konden om onze oorspronkelijke waarden in ere te houden. Een sleutelfiguur binnen het verzet was oom Fred Jessop die een vooraanstaande FLDS-bisschop was. Oom Fred werd alom bewonderd en bemind. Hij had geprobeerd om te bewijzen dat Warren op grote schaal fraude pleegde. Inmiddels is oom Fred in de negentig, en hij maakt zich grote zorgen over het feit dat hij niet lang meer te leven heeft en dat de FLDS na zijn dood volledig in handen van een oplichter en een misdadiger zal komen. Er vonden geheime bijeenkomsten plaats met andere mannen, onder wie ook zijn stiefzoon William Timpson Jessop. William bleek een verrader – hij ging naar Warren en vertelde hem over oom Freds plannen.

Warren zond oom Fred naar elders, waarna hij de gemeenschap vertelde dat de Heer hem uit zijn bisschoppelijk ambt had gezet en William in zijn plaats had benoemd. De andere mannen die aan de geheime bijeenkomsten hadden deelgenomen werden uit de sekte gegooid. Dit was de manier waarop Jeffs elke vorm van verzet de kop indrukte – snel en met straffe hand. Oom Fred was te populair om zomaar geëxcommuniceerd te kunnen worden. Daarom deed hij het voorkomen alsof oom Fred te oud was en eindelijk recht had op pensioen.

Eind december 2003 verdween oom Fred uit de gemeenschap. Een paar weken later, in januari 2004, verscheen Jeffs voor de laatste maal in het openbaar op een officiële bijeenkomst waarbij hij maar liefst eenentwintig mannen uit de gemeenschap zette. Nadat hij deze mannen voor ‘meesterbedriegers’ had uitgemaakt en verbannen had, wees hij hun vrouwen en kinderen aan andere mannen toe. De verstoten mannen kregen te horen dat ze van elders geld aan Jeffs moesten sturen en aan hun berouw moesten werken.

Jeffs was altijd al erg op zichzelf, achterbaks en lichtelijk paranoide geweest. Na de dood van zijn vader waagde hij zich nooit zonder lijfwachten op straat. Op het moment van die bijeenkomst wist niemand dat hij van plan was om onder te duiken. Maar met het verstrijken van de maanden kon niemand zich herinneren hem daarna ooit nog in het openbaar te hebben gezien. Hij bleef bandjes naar de gemeenschap sturen, terwijl zijn preken in de kerk via de telefoon door luidsprekers de zaal in werden gestuurd.

In juli 2004 werd er in Utah een kort geding aangespannen tegen Warren Jeffs en twee van zijn broers. Zijn neef, Brent Jeffs, beschuldigde Jeffs van anale verkrachting toen hij aan de Alta Academy – een particuliere, door Warren beheerde school in Salt Lake – studeerde.

Brent voelde zich tot de aanklacht geroepen nadat zijn broer Clayne in 2002 zelfmoord had gepleegd. Clayne schoot zichzelf door het hoofd nadat hij onthuld had dat hij door Warren Jeffs verkracht was. Brent had er over zijn eigen verkrachting altijd het zwijgen toe gedaan, maar na de dood van zijn broer vond hij dat hij ermee naar buiten moest komen.

Tijdens de zitting verklaarde Brent Jeffs dat Warren tijdens de verkrachting tegen hem had gezegd dat hij ‘Gods werk deed, en dat hij, als hij ooit iets over dit incident zou vertellen, dat op straffe van eeuwige verdoemenis zou zijn’. Brent Jeffs zei dat hij vanaf zijn vijfde of zesde regelmatig verkracht was.

Jeffs weigerde ter zitting te verschijnen. Er werd een federale aanklacht tegen hem ingediend wegens ontduiking van de verschijningsplicht ter voorkoming van vervolging. Met behulp van een legertje gewapende fanatieke volgelingen, ruim voldoende geld en een netwerk van onderduikadressen in de Verenigde Staten en Canada, slaagde Warren Jeffs erin onvindbaar te blijven. Federale en staatsoverheden waren huiverig voor een tweede massamoord zoals in Waco, en weigerden Jeffs verder onder druk te zetten om te voorkomen dat vele anderen samen met hem zelfmoord zouden plegen.

Hoewel Jeffs was ondergedoken en voor de wet op de vlucht was, werden zijn macht en invloed binnen de gemeenschap er niet minder op. Hij bleef bandjes sturen, bleef preken via de telefoon, stuurde boodschappen en verscheen zo nu en dan zelfs even in het openbaar om een huwelijk te voltrekken. Maar dit waren zeldzame, met veel geheimzinnigheid omgeven gebeurtenissen waarvan pas na afloop bekend werd dat ze hadden plaatsgevonden.

Tegen de tijd dat hij van de radar verdween, had hij radicaal afgerekend met alle oppositie tegen zijn heerschappij. Die paar mannen die nog over waren binnen de FLDS – mannen als Merril – waren hem volledig toegewijd. Merrils devotie voor Warren Jeffs was er in de loop der jaren niet minder op geworden, ook niet toen de gemeenschap steeds verder aan extremisme ten prooi viel.

Tijdens de winter van 2005 was ik op een dag dat het sneeuwde met Betty en Merrilee in de auto op weg naar huis. Een tegenligger slipte en kwam mijn kant op gegleden. Ik stuurde de berm in om een aanrijding te voorkomen, maar werd alsnog aan de achterkant geraakt.

De kinderen waren ongedeerd, maar ik hield er erge pijn in mijn rug en schouder aan over. Ik bezocht een chiropractor die zei dat hij me niet kon behandelen omdat mijn spieren veel te gespannen waren. Hij stuurde me door naar een masseur, Lee Bird, die een geschenk uit de hemel bleek te zijn.

Lee was bezig aan een opleiding Feldenkrais-massage die gebaseerd is op het uitgangspunt dat er nieuwe verbindingen tussen de hersens en de rest van het lichaam gecreëerd kunnen worden waardoor het zenuwstelsel opnieuw getraind kan worden. Tijdens de behandeling vertelde ik Lee over Harrison, en over het feit dat het me steeds meer moeite kostte om hem te tillen.

Vanuit een vaag voorgevoel dat Feldenkrais Harrison wel eens zou kunnen helpen, bood Lee aan om hem gratis te behandelen. Ik was al een tijdlang wanhopig op zoek naar meer hulp voor Harrison. Hij was geweldig vooruitgegaan tijdens onze eerste twee jaren in Salt Lake, maar ineens stagneerde het.

Harrison begon met drie behandelingen per week, en enkele maanden later begon hij op de juiste manier te kruipen. Nóg een paar maanden daarna had Lee Harrison zover dat hij kon staan. Hij kon nog niet zelfstandig lopen, maar als hij stevig werd vastgehouden kon hij een paar stapjes doen. Het voelde als een wonder. In het verleden had Harrison het altijd op een krijsen gezet wanneer hij overeind werd gehouden. Nu kon hij niet alleen kruipen, maar hij kon ook klimmen. Zijn nieuw verworven beweeglijkheid zorgde ervoor dat hij een stuk opgewekter en handelbaarder was.

Brian bleef een betrouwbare en vreugdevolle aanwezigheid in mijn leven. Dankzij hem beleefde ik een zekere vorm van intimiteit en tederheid die volkomen nieuw voor mij was. Brian leerde me dansen, nam me mee naar basketbalwedstrijden en liet me kennismaken met het leven dat ik volgens hem geleid zou hebben als ik niet in een polygame omgeving geboren was.

Soms bleven we gewoon thuis en bekeken oude films die voor mij eigenlijk nieuw waren. Brian is joods, en hij nam me mee naar zijn synagoge en vertelde me over zijn geloof en tradities. Ik vond het interessant, maar op het moment ben ik niet in voor een andere God.

Brian heeft een diep respect voor vrouwen en vond het moeilijk om te luisteren naar veel dingen die mij zijn overkomen. Veel dingen vertelde ik hem ook niet omdat ik wist dat hij er moeite mee zou hebben. We maakten lange wandelingen in het park en hij wist me te interesseren voor joggen. Brian had zeven keer meegedaan aan de Boston Marathon, en twee keer aan de New York Marathon.

Aan het begin van de zomer gaf hij ons een gezinsabonnement op Lagoon, een pretpark voor kinderen dat een beetje op Disneyland lijkt. Er hoort ook een enorm zwembadcomplex bij. Brian zei dat ik altijd van alles voor mijn kinderen deed, maar dat ik zelden ook iets mét ze deed.

Betty vond het maar helemaal niets dat we in de achtbaan wilden, en in het spookhuis of in de botsautootjes. Ze probeerde ons zo veel mogelijk te saboteren door de kleintjes te zeggen dat ze er niet in moesten gaan. De FLDS beschouwt water als het domein van de duivel, en Betty probeerde de kleintjes ervan te overtuigen dat ik ze in het hol van de duivel wilde werpen.

In individueel opzicht deden de kinderen het goed, maar als gezin worstelden we nog steeds met alles wat we binnen de sekte hadden geleerd. We gingen gezamenlijk in therapie. Na een paar sessies zei de therapeute dat ze individuele sessies met Betty wilde. Ik was onuitsprekelijk dankbaar toen Betty zich daartoe bereid verklaarde.

Ik ging weer in therapie bij Larry Bill. Hij zei dat het schadelijk was voor Betty dat ik haar toestond het gezin te terroriseren en dat ik er ook de anderen door in de problemen zou kunnen brengen. Hoewel het me moeite kostte dat standpunt te aanvaarden, wist ik dat het waar was wat Larry over Betty zei. Het leek een goed idee dat we elkaar een tijdlang niet zouden zien.

Mijn broer Arthur was bereid Betty een aantal weken in huis op te nemen. Betty was woedend en verweet me dat ik haar het huis uit had gezet. Daarop zei ik dat twee jaar oorlogje spelen echt wel genoeg was. Zodra ze bereid was zich te gedragen zou ze terug mogen komen.

En dus vertrok Betty naar Arthur. Ik had sterk de indruk dat ze het eigenlijk wel fijn vond dat ze niet voortdurend op de barricaden hoefde te staan. Haar vader kon haar niet langer als wapen gebruiken, iets wat waarschijnlijk een enorme belasting voor haar was geweest en waar ik al die tijd geen moment bij stil had gestaan. Ze bleef contact houden met Merril, dat wel, maar ze bespioneerde ons niet meer voor hem.

Merril was furieus. Hij zei dat Betty, als ze niet bij mij woonde, bij hem moest komen wonen. Ik liet hem weten dat Betty’s verhuizing van tijdelijke aard was omdat ze een poosje rust nodig had.

Patrick en Andrew hadden veel baat bij de therapie en lieten me weten dat ze op karate wilden. Dat leek me een geweldig idee, en ik vond een cursus van zes weken niet ver van waar we woonden. Ik verzocht met succes om een korting op het lesgeld, en in plaats van twintig dollar per kind per cursus, hoefde ik maar de helft te betalen. Ik zat echt heel krap bij kas, want ik werkte niet meer bij Paul en had nog geen nieuwe baan gevonden.

Hill Dale, de karate-instructeur, had een zwarte band. Meteen al de eerste dag zei hij dat Patrick en Andrew zijn meest succesvolle leerlingen zouden zijn. Ik dacht dat hij daarmee slechts die cursus van zes weken bedoelde. Maar nee, hij bedoelde het op de lange termijn, want hij had al direct gezien dat ze enorm veel talent hadden.

We vonden een manier om door te gaan met karate – alweer zo’n hemels geschenk. Patrick en Andrew maakten enorme vorderingen en wisten alleen al in het eerste jaar vier banden te veroveren. Op dat gebied in hun leven waren ze hun lichaam en hun omgeving volledig de baas. Hill ontpopte zich als een soort van mentor voor mijn jongens, en nam ze bij wijze van beloning, wanneer ze bepaalde doelstellingen hadden bereikt, mee naar de film.

Nog nooit hadden de jongens zo’n positief voorbeeld in hun leven gehad. Brian en de kinderen hadden kennisgemaakt, maar we deden het heel, heel kalmpjes aan waar het zijn deelname aan ons leven betrof.

Na het eerste jaar karate verklaarde Hill zich bereid om ook Betty, LuAnne en ons prinsesje, Merrilee, de sport bij te brengen. Betty deed het goed omdat ze erg gedisciplineerd is. LuAnne is atletisch, en hoewel ze niet zo gemotiveerd is als de jongens, doet ze het lang niet slecht. Merrilee is een volhoudertje, en dat komt haar bij karate goed van pas. Daarnaast is ze ook een geboren sportster en ze haalt de ene band na de andere.

Ondanks alle hulp die ik had gekregen, vond ik het vragen om hulp, wanneer ik iets nodig had, nog steeds verschrikkelijk moeilijk. Ik was het zo gewend om gewoon te gehoorzamen en nooit ergens om te vragen. Dan Fisher dacht dat zijn stichting na mijn vertrek uit het opvangtehuis mijn huur betaalde, en was geschokt toen bleek dat dit niet zo was. Hij kon amper geloven dat ik zo geworsteld had zonder om meer hulp te vragen.

Naarmate de kinderen zich steeds zelfverzekerder begonnen te voelen, kwamen er steeds meer verhalen los over de wijze waarop ze door Merril en Barbara mishandeld waren. Een van mijn dochters vertelde me dat ze door een van haar halfbroers was aangerand. Patrick vertelde me over die avond waarop Barbara hem zo verschrikkelijk geslagen had dat hij gedacht had dat hij dood zou gaan. Hij was zelfs nog bang nadat hij het me had verteld, want hij wilde niet dat zijn halfbroers hem zouden haten omdat hij het verklapt had. Het was het ene verhaal over mishandeling na het andere.

Bijna gedurende een heel jaar bleven de verhalen komen. Ik vond het erg moeilijk om ernaar te luisteren, maar ik wist dat hun geestelijk welzijn afhankelijk was van mijn vermogen om aan te horen en te erkennen wat ze hadden moeten doorstaan.

Na een wachttijd van tweeënhalf jaar kwam de huursubsidie in november 2005 eindelijk door. Ik ging naar een voorlichtingsbijeenkomst om de details te horen, en na afloop heb ik in de auto zitten huilen. Van nu af aan hoefde ik per maand nog maar zeventig dollar huur te betalen. Voor het eerst van mijn leven had ik ruimte om adem te halen. Niet langer hoefde ik al mijn geld uit te geven aan het dak boven ons hoofd. De wetenschap dat ik na het betalen van de vaste lasten nog vijfhonderd dollar over zou hebben voelde als een onvoorstelbare meevaller.

Kort voor Kerstmis hoorde ik dat Merril met zijn hele familie naar Warren Jeffs’ bezit in Texas was verhuisd. Op dat moment had hij dertien vrouwen en nog iets van veertig kinderen die zo jong waren dat ze nog thuis moesten wonen. De enige van de familie die achter was gebleven was Faunita die naar een zwakzinnigeninrichting in Flagstaff, Arizona was gebracht. Ze had te horen gekregen dat ze te onwaardig was om deel te mogen hebben aan het koninkrijk Gods.

In het voorjaar van 2005 legde de staat Utah beslag op alle bezittingen van de FLDS. Het ging om een totale geschatte waarde van honderdtien miljoen dollar. De bezittingen – alles in de vorm van onroerend goed – waren ondergebracht in een trustfonds dat de United Effort Plan, kortweg UEP, heette. De UEP was eigenaar van alle huizen van de gemeenschap.

Warren Jeffs gebruikte de trust om er zelf zijn voordeel mee te doen. Hij zette zijn panden op naam van zijn vriendjes, die ze dan vervolgens verkochten en hem er het geld van gaven. Aangezien er tot aan het onderzoek van de overheid zo goed als nooit naar zijn financiën was gekeken, was de UEP in feite een soort van persoonlijke geldautomaat voor Warren Jeffs.

Jeffs, die ruim een jaar ondergedoken had gezeten, deed geen enkele poging zich te verdedigen toen de staat hem voor het gerecht sleepte. Hij wist dat hij, als hij zich zou vertonen, gearresteerd zou worden op grond van de vele aanklachten die op dat moment al van de zijde van de staat en van de federale overheid tegen hem liepen.

Vanaf het moment waarop de staat Utah officieel beheerder van de trust was geworden, kon Warren Jeffs in juridisch opzicht eigenlijk geen kant meer op. Hij werd vervolgd door Utah, Arizona en de FBI, en hij kon niet meer aan zijn bezit komen.

Maar duizenden gehersenspoelde gelovigen bleven zich aan hem vastklampen als hun profeet en leider. Alles wat er gebeurde was alleen maar nóg meer bewijs van wat velen van kinds af aan met de paplepel ingegoten hadden gekregen – dat verdorven buitenstaanders altijd klaarstonden om degenen die Gods werk deden aan te vallen en te vernietigen.

Dus Jeffs had nog steeds macht. Hij beval zijn volgelingen om de staat geen belasting te betalen over hun huizen die eigendom waren van de UEP. Het ging om een niet gering bedrag – grofweg iets van een miljoen dollar per jaar. Geen van Jeffs’ volgelingen betaalde de belasting. De beheerder van de trust reageerde door de deurwaarder met een uitzettingsbevel naar Warrens broer Lyle te sturen. Nadat deze zich gedwongen had gezien zijn belasting te betalen, volgden de anderen van de FLDS zijn voorbeeld.

Binnen de gemeenschap ging intussen het gerucht dat Jeffs nu ook over het vermogen beschikte om zich rechtstreeks door God van de ene plek naar de andere te laten transporteren. Zo kon hij ergens plotseling opduiken, en het volgende moment weer even plotseling en op magische wijze verdwijnen. Jeffs’ fanatieke volgelingen waren ervan overtuigd dat dit de verklaring was voor het feit dat de autoriteiten hem tot dusver nog steeds niet te pakken hadden kunnen krijgen. Jeffs wakkerde die absurde ideeën nog wat verder aan door steeds vreemdere boodschappen uit te laten gaan. Zo eiste hij de volledige verantwoordelijkheid op voor de tsunami die in december 2004 in Thailand duizenden slachtoffers had gemaakt, en zei hij dat degenen die trachtten het werk van God tegen te werken, door nog meer rampen getroffen zouden worden.

Warrens reactie op wat het begin van zijn persoonlijke ondergang leek, was met steeds weer nieuwe vrouwen te trouwen. Men zei dat hij intussen honderdtachtig vrouwen had. Hij trouwde met almaar jongere meisjes – een van hen was mijn vroegere leerlingetje uit de tweede klas, Jennet Jessop, die op dat moment veertien was.

Heel verontrustend was het feit dat er steeds meer mensen verdwenen. In de loop van de nacht werden hele families uit de gemeenschap gezet. Tot op heden weet niemand wat er van hen is geworden. Winston Blackmore en zijn eerste vrouw, Jane, verloren hun dochter die samen met haar man verdween.

Sinds Brent Jeffs’ aanklacht in 2004 heeft het OM van Utah ruim honderd jongens en meisjes ondervraagd naar seksueel misbruik door Warren Jeffs.

Naarmate de jacht op hem langer duurde, raakten ook de media meer en meer in hem geïnteresseerd. Er verschenen artikelen over de mannen die geëxcommuniceerd waren en de honderden ‘verloren jongens’ die Warren Jeffs totaal willekeurig uit de FLDS had verbannen.

Johnny Jessop, een van de ‘verloren jongens’ die door Dan Fisher werd gesteund, kan zijn moeder niet vinden, en hij heeft een zaak tegen Jeffs aangespannen om hem te dwingen te vertellen wat er met zijn moeder Sue is gebeurd. Er gaan ook geruchten dat er kinderen bij hun moeder zijn weggehaald en naar het FLDS-terrein in Texas – dat de YFZ-ranch, oftewel de Yearning for Zion-ranch (Verlangen naar Zion) wordt genoemd – zijn overgebracht. Dit zouden kinderen zijn van mannen die door Warren uit de sekte waren gezet. Het verhaal dat we te horen kregen was dat ze weg waren gezonden om volgens Warrens ideeën te worden opgevoed.

Het werd me steeds duidelijker dat we op het nippertje ontsnapt waren. Maar de berichten over anderen die deel hadden uitgemaakt van mijn leven vervulden me met angst.

Nadat Faunita uiteindelijk uit de inrichting voor zwakzinnigen was ontslagen, keerde ze liftend terug naar Colorado City en ging naar ons oude huis. Ze probeerde de deur open te maken, maar hij zat op slot. Toen Merril naar Texas was verhuisd had hij het huis aan Nathan, Faunita’s zoon, gegeven. Maar aangezien Faunita geexcommuniceerd was, wilde Nathan haar niet binnenlaten. Faunita stond in de regen op de stoep terwijl haar kleinkinderen vanachter het raam naar haar zaten te kijken. Na een poosje werd ze meegenomen door Ruths en Merrils zoon Wallace die zei dat ze niet in de gemeenschap kon blijven. Hij bracht haar naar een motel in Hurricane en liet haar daar achter.

Uiteindelijk was het een van Faunita’s kleinzoons, Merril III, die uit de FLDS was gezet en een ‘verloren jongen’ was, die haar redde. Hij huurde een huisje voor haar en bracht haar eten. Maar hij was een tiener die met klussen in de bouw probeerde te overleven, en hij verdiende niet veel. Met de geringe opleiding die hij had kon hij nauwelijks zelf het hoofd boven water houden.

Faunita was bovendien suikerpatiënt, dus haar gezondheid was problematisch. Op een dag werd ze, geestelijk totaal afwezig, do-lend in de Wal-Mart gevonden. Na veertig jaar lang te zijn blootgesteld aan Merrils wreedheden, was Faunita zwaar beschadigd en ook erg ziek. Een paar vrouwen die bij de religieuze splitsing van de FLDS voor de andere partij hadden gekozen, begonnen haar te helpen en kochten eten voor haar. Maar ze heeft het nog steeds heel erg moeilijk. Ik heb vooral met haar verschrikkelijk te doen.

Datzelfde voorjaar kwam Brian weer in Utah wonen. Hij wilde dichter bij zijn twee zoontjes en dichter bij mij zijn. Een van de dingen die ik zo fantastisch aan Brian vind, is dat hij een echt toegewijde vader is. Zijn zoons vormen het middelpunt van zijn leven.

Een aantal van Brians vrienden sprak hun afkeuring uit over het feit dat hij een relatie met een mormonenjuf met acht kinderen had. Hij vertelde hun dat ik de meest onvoorstelbare vrouw was die hij ooit had ontmoet, en op feestjes stelde hij me altijd trots aan anderen voor. Het voelde onwerkelijk – maar dan wel op een gelukkige manier – om een relatie te hebben met iemand die een belangrijke bestuursfunctie bekleedt. Maar vóór alles geniet ik van het feit dat ik voor het eerst van mijn leven ben opgenomen in een wereld waarbinnen ideeën, cultuur en onderwijs gerespecteerd worden.

Nadat de UEP in handen van de overheid van Utah was gekomen, werd door de regering een adviescommissie in het leven geroepen die moest onderzoeken hoe het vermogen het beste gebruikt zou kunnen worden om diegenen die nog in de gemeenschap leefden en hulp nodig hadden, er optimaal van te laten profiteren. Van de dertig kandidaten die zich voor die commissie beschikbaar stelden werden er zes aangenomen. Ik was er één van. Dit was meer dan een eer voor mij, het was rehabilitatie. Na jarenlang getracht te hebben mijzelf tegen de boze machten binnen de FLDS te beschermen, kon ik me nu onder diegenen scharen die alles op alles wilden zetten om het grote verdriet dat de sekte kinderen en families heeft aangedaan, zo veel mogelijk goed te maken. Hoewel Warren Jeffs nog steeds zat ondergedoken, begon zijn macht eindelijk een beetje af te brokkelen.

Op 20 december 2005 werd Arthur achttien. Merril beval hem alles achter te laten en naar de FLDS terug te keren. Arthur weigerde met de opmerking dat het geloof naar zijn idee in iets griezeligs was veranderd. Dat ontkende Merril, maar Arthur hield voet bij stuk. Zijn leven had inmiddels een andere wending genomen. Merril was woedend. Nog nooit eerder was een kind van hem tegen zijn wensen ingegaan.

Op 6 juni 2006 deed Arthur eindexamen aan de West Jordan High School. Het was een van de mooiste dagen van mijn leven. Arthur was al drie jaar lang de beste van zijn klas geweest. In zijn laatste jaar bereidde hij zich niet alleen voor op zijn eindexamen, maar nam hij ook vliegles en werkte hij parttime voor mijn broer.

Tijdens het afscheidsdiner kreeg Arthur een speciale onderscheiding voor de leerling die de meeste tegenslag te overwinnen had gehad, en een geldprijs ter waarde van vijfhonderd dollar. Het hoofd van de school gaf geen volledige opsomming van alle tegenslagen die Arthur had moeten overwinnen, maar die paar dingen die hij wel noemde waren voldoende om een enorm applaus aan de aanwezigen te ontlokken. Twee dagen later kreeg hij van de Kamer van Koophandel ook nog eens een beurs ter waarde van vijfhonderd dollar cadeau, om te besteden op de universiteit van zijn keuze.

Toen Arthur het podium op liep om zijn diploma in ontvangst te nemen en zijn naam werd genoemd, sprong ik van mijn stoel en klapte zo hard als ik kon. Mijn hart voelde alsof het van pure blijdschap zou barsten.