Hawaï – zeven dagen en
maar twee nachten

Op het moment dat ik hoorde dat Merril een reis naar Hawaï aan het voorbereiden was, wist ik dat er problemen zouden komen. En dat was nog zwak uitgedrukt, want het werd een ware ramp.

Ik was bij mijn vader thuis toen ik er voor het eerst iets over hoorde, en ik was meteen van streek. Mijn vader en Merril waren na mijn huwelijk opnieuw zakenpartners geworden. Ze hadden in het verleden al eens samengewerkt aan een project dat de mist was ingegaan, en hoewel mijn vader had besloten om nooit meer zaken met Merril te doen, kwam hij daar na mijn huwelijk op terug. Ze investeerden in motels, rusthuizen en een aantal restaurants. Ze gingen vaak samen op reis om hun bedrijven te inspecteren. Zes maanden tevoren waren ze naar Washington, D.C. geweest, en Merril had Barbara meegenomen. Hij nam Barbara bijna altijd mee op reis want ze was zijn grote liefde.

Maar intussen had hij er nog drie vrouwen bij en het maakte naar de gemeenschap toe een slechte indruk als hij steeds maar met een en dezelfde vrouw op reis ging. Merril had een image op te houden. Binnen de cultuur van de FLDS wordt een man geacht al zijn vrouwen gelijkwaardig te behandelen. Voortrekkerij is er altijd, maar in theorie staat een familie als een blok achter de echtgenoot, die ook het hoofd van de priesterschap wordt genoemd. Een vrouw heeft maar één weg tot God, en die loopt via haar man. We werden opgevoed met het geloof dat een vrouw niet rechtstreeks openbaringen van God kon ontvangen. Alles wat God een vrouw wilde onthullen of meedelen, kon alleen via haar man worden overgebracht. Deze doctrine was onaanvechtbaar en werd al generaties lang gehandhaafd binnen de cultuur waarin ik ben geboren.

Als een man een of meerdere van zijn vrouwen een bevoorrechte behandeling geeft of de indruk wekt dat hij zijn familie niet aankan, is dat schadelijk voor zijn imago binnen de gemeenschap en kan hij ervan beschuldigd worden dat hij de geest van God niet in zich draagt. Een van de redenen waarom Merril ons voortdurend zwanger probeerde te houden, was om de indruk te wekken dat hij met ieder van ons een relatie onderhield. Maar dat was een fabeltje. In werkelijkheid hield hij alleen maar van Barbara en van niemand anders. Merril was in lichamelijk opzicht polygaam, maar in zijn hart was hij monogaam. Hij genoot van de macht die polygamie hem verschafte, en narcistisch als hij was snakte hij naar aandacht. Maar Barbara was de enige vrouw van wie hij ooit heeft gehouden.

Toen ik over de reis naar Hawaï hoorde wist ik dat hij het, zo kort na hun reisje naar Washington, onmogelijk zou kunnen maken om Barbara weer mee te nemen. Bij mijn vader thuis hoorde ik dat hij drie extra tickets voor drie vrouwen had gekocht. Ik was woedend. Niemand reisde ooit met meerdere vrouwen tegelijk. Dat ging altijd verkeerd. Het was een belediging en een vernedering dat hij met drie vrouwen tegelijk wilde gaan. Ik liet mijn beide moeders weten dat ik geen enkele behoefte had om mee te gaan. Mijn moeder zei dat ik ondankbaar was en dat ik niet besefte wat mijn vader had moeten doorstaan om Merril zover te krijgen dat ik mee mocht op deze reis. Het kon me niets schelen. Mijn vader wist dat Merril zijn vrouwen onrechtvaardig behandelde, maar hij wist niet hoever hij daarin ging. Hij merkte wel aan me dat ik ongelukkig was, maar hij had er geen idee van hoe diep mijn ellende zat. Waarschijnlijk dacht hij dat ik blij zou zijn met deze reis, en dat ik er hoop voor de toekomst aan zou ontlenen.

Ik was tweeëntwintig en vermoedde dat dit de enige belangrijke reis van mijn leven zou zijn. Merril was bijzonder oneerlijk met het uitdelen van beloningen binnen zijn familie, en het was zo overduidelijk dat Barbara zijn favoriete vrouw was dat ik echt wel wist dat hij zo vaak mogelijk met haar zou blijven reizen. Als vrouw hadden we niet het recht om alleen te reizen. Ik voelde er niets voor om deze reis, vermoedelijk de enige echte verre reis van mijn leven, met nog twee andere vrouwen te moeten delen.

Een paar dagen later hoorde Tammy van de reis, en ze sprak Merril er in zijn kantoor onmiddellijk op aan. Ze was even verontwaardigd als ik dat hij drie vrouwen mee wilde nemen.

‘Als Carolyns vader voor deze reis betaalt, dan vind ik dat Carolyn mee zou moeten. Iedere vrouw extra is een vrouw te veel,’ zei Tammy.

Merril hield voet bij stuk. ‘Dit is mijn reis en ik kan meenemen wie ik wil. Als ik mijn beeldschone vrouw Tammy mee wil nemen, dan verwacht ik van haar dat ze zich vereerd voelt en de invitatie met beide handen aanneemt.’

Bij wijze van uitzondering liet Tammy zich niet het zwijgen opleggen. ‘Hoe durf je dat te zeggen alsof het een compliment zou zijn? Je vraagt me alleen maar mee om Carolyns kans om alleen met jou op reis te gaan te verpesten. Het spijt me, maar dat kan ik echt geen complimentje noemen.’

Merril was woedend. ‘Dit is níét Carolyns reis. En jij, Tammy, gaat te ver met mij te zeggen wat ik wel en niet met mijn familie kan doen. Carolyn heeft alleen maar het recht om alleen met mij op reis te gaan als ik dat wil. Het is je plicht om je man gehoorzaam te zijn en je hebt geen enkel recht om vragen te stellen!’

Cathleen was even verontwaardigd toen ze erachter kwam dat het derde ticket op haar naam stond. Ze belde Merril op zijn kantoor in Page en zei dat zij de enige vrouw behoorde te zijn die met hem mee mocht naar Hawaï. Cathleen belde met een gewone telefoon in huis, en ze sprak zo luid dat iedereen haar woordelijk kon verstaan. Ze vond dat ze er recht op had om alleen met hem te reizen omdat hij haar tot dusver alleen nog maar op korte uitstapjes had meegenomen. Haar argument miste iedere vorm van logica – ze probeerde alleen haar zin maar door te zetten. We waren alle drie ongeveer vier jaar met Merril getrouwd. Als de trip op anciënniteit gebaseerd zou zijn, zou alleen ik maar mee hebben gemogen omdat ik zeven maanden langer met hem was getrouwd dan zij.

Tegen de tijd dat Cathleen de telefoon ophing, was ze in tranen. Ze rende naar haar kamer en deed de deur achter zich dicht.

Ik was woedend, maar wist dat het zinloos was om er tegen Merril iets over te zeggen. We hadden in ons huwelijk al meerdere ernstige meningsverschillen gehad en ik wist dat het even zinloos was om te proberen hem op andere gedachten te brengen, als om iets te weigeren wat hij van me wilde. Ik was net weer zwanger en ik moest meerdere keren per dag overgeven. De gedachte op een vliegtuig te moeten stappen en mijn kinderen Arthur en Betty achter te moeten laten, maakte me nog zieker. Daarbij kon ik tijdens mijn afwezigheid geen enkele invloed op hun verzorging uitoefenen. Ik kon zelfs mijn zus niet vragen op hen te passen, of een vriendin. Ik was gedwongen ze over te laten aan de genade van de vrouwen die thuis moesten blijven.

Gelaten en stilletjes bereidde ik me op de reis voor. Ik kon niet zomaar een week van mijn studie missen, dus ik begon vooruit te studeren. Ik kocht stof en naaide een aantal luchtige jurkjes voor het warme klimaat. Tammy zag me zitten naaien en voelde zich bedreigd. Ze had een kast vol prachtige kleren, maar ineens vond ze dat ze zeven nieuwe jurken nodig had. Ze kocht stof en vroeg haar zussen om de jurken voor haar te maken.

Tammy was op oorlogspad. Ze vertelde aan iedereen die het maar horen wilde dat ze gedwongen werd om met mij naar Hawaï te gaan. Kort daarop sloeg ze volledig om en kreeg ze het voor elkaar om mij als de schurk af te schilderen, hoewel ze heel goed wist dat ik geen enkele behoefte had om te gaan. Ze begon me bij alles te bespioneren. Als ik iets voor de reis kocht, dan kocht ze daar prompt vijf stuks van. Cathleen, die ook zwanger was, hield zich op de achtergrond en buiten de vuurlinie.

Ik probeerde Tammy tot rede te brengen, maar ze wilde er niet van horen. Ik stelde voor om, omdat de reis een feit was, er het beste van te maken. In dat geval konden we er misschien nog plezier aan beleven, of zouden we op zijn minst kunnen voorkomen dat alles nog erger of onnatuurlijker werd dan het al was.

Tammy weigerde naar me te luisteren. Ze had een nieuwe missie: zwangerschap. Tammy was de enige van Merrils vrouwen die nog geen kind had. Dit was een persoonlijke ramp voor haar, temeer daar haar moeder twintig kinderen had en de vrouw was die bij haar thuis de grootste invloed had op alle andere vrouwen van haar man. In vergelijking met haar moeder stelde ze niets voor. Een vrouw zonder kinderen had geen enkele status. Niet één van ons vrouwen in polygame huwelijken had een normale relatie met een man, maar Tammy’s situatie was uniek, zelfs binnen onze bizarre cultuur.

Op haar achttiende was ze uitgehuwelijkt aan de profeet oom Roy. Hij was op dat moment achtentachtig geweest. In tien jaar tijd waren ze niet één keer met elkaar naar bed geweest omdat hij daar te oud en te ziek voor was. Hoewel ze tien jaar huwelijk achter de rug had, was ze nog maagd geweest toen ze kort na oom Roys overlijden met Merril was getrouwd.

Ze was van streek wanneer ik moest bevallen omdat het haar maar niet wilde lukken om zwanger te raken. Voor ik van Arthur was bevallen had ze een buitenbaarmoederlijke zwangerschap gehad. Tammy had Clomid, een middel ter verhoging van de vruchtbaarheid, geslikt. Toen Merril erachter kwam dat een van de bijverschijnselen van dat middel buitenbaarmoederlijke zwangerschap was, was hij woedend geweest en had hij Tammy verboden het middel nog langer te slikken. Ze weigerde te gehoorzamen, waarop Merril weigerde seks met haar te hebben. (Dat weet ik omdat ze het ons verteld heeft, en verder hebben we haar drie dagen lang tegen Merril horen schreeuwen dat het zijn priesterschapsplicht was haar zwanger te maken.)

Ze werd steeds wanhopiger. Voor de reis ging ze opnieuw naar de dokter en liet zich opnieuw Clomid voorschrijven. Ze begon een dubbele dosis in te nemen. Ze was vastbesloten om op Hawaï zwanger te raken. Hoe meer ze zich op haar zwangerschap concentreerde, des te minder bekommerde ze zich om mij. Ze hield op met me voortdurend aan te vallen en werd opeens heel enthousiast voor de reis.

Niet één keer ging Merril met ons rond de tafel zitten om te vertellen dat we met zijn allen naar Hawaï zouden gaan, en wat het plan was. Dergelijke logica was in ons leven ver te zoeken. We hoorden van de reis, en daarna hoorden we dat er voor ons drieën tickets waren gekocht. Vervolgens begon elk van ons zijn eigen voorbereidingen te treffen.

Op de ochtend van vertrek was Tammy de enige die een goede bui had. Cathleen was nog steeds stil en humeurig. Ik had me bij de hele onderneming neergelegd en probeerde mezelf te troosten met het idee dat ik mogelijk interessante dingen te zien zou krijgen. Als dit de enige reis was die ik ooit van mijn leven zou maken, wilde ik er zo veel mogelijk van leren, en wilde ik ook zo veel mogelijk zien.

We ontbeten allemaal samen alvorens naar het vliegveld te gaan. Barbara zat naast Merril en liet duidelijk merken hoe verschrikkelijk ze het vond dat ze hem zeven dagen zou moeten missen. Sinds ik vier jaar geleden met Merril was getrouwd waren ze nog nooit zo lang uit elkaar geweest. Merril leek er ook enorm tegenop te zien. Maar hij kon er niet onderuit. Als hij uitsluitend met Barbara op reis ging zou zijn imago binnen de gemeenschap daar ernstig onder te lijden hebben. Hij moest op zijn minst voorgeven dat hij een sterke band met zijn andere vrouwen had. Toen hij Barbara een afscheidskus gaf begon ze te huilen.

We stapten in de auto om naar het vliegveld te gaan. Er was zoveel bagage dat Cathleen en ik omringd door koffers op de achterbank zaten. Tammy had het plekje voorin naast Merril opgeëist. Ze was aan een stuk door aan het kletsen. Tammy was als een geiser van roddels, ze spoot het ene gerucht na het andere op. Gedurende de rit van bijna drie uur zei Merril amper een woord.

Toen Cathleen ook iets wilde zeggen riep Tammy dat het onbeleefd was om iemand in de rede te vallen. Volgens Tammy was dit háár reis en de enige die het woord mocht voeren was zij. Cathleen was beledigd.

Merril was aangeslagen omdat hij Barbara niet mee had kunnen nemen, en ik was van streek omdat ik Arthur en Betty had moeten achterlaten. Bovendien was ik verzwakt als gevolg van al het overgeven. Cathleen was voortdurend beledigd en zwolg in zelfmedelijden. Tammy was manisch en opgewonden als gevolg van haar dubbele dosis Clomid, en het enige waar ze aan kon denken was dat ze deze dagen zwanger moest worden.

We reisden samen met nog iets van zes andere FLDS-stellen. Het was binnen de gemeenschap redelijk normaal dat leden die zich meerdere vakanties per jaar konden veroorloven naar bestemmingen als Cancun of Californië gingen.

We trokken flink wat aandacht op het vliegveld in onze lange jurken en lange ondergoed. Ik durfde er iets om te verwedden dat we de enigen waren die zonder bikini’s, T-shirts en korte broeken naar Hawaï reisden. De mannen liepen er sportief bij in broeken en overhemden, maar wij gingen gehuld in onze gecompliceerde, vele lagen tellende kleding. We werden van alle kanten aangegaapt, maar het kon ons niet schelen.

Het liet me ijskoud dat er zo naar ons werd gekeken want ik geloofde nog steeds dat we Gods uitverkoren volk waren. Ik was nog maar tweeëntwintig en het geloof dat ik als kind met de paplepel ingegoten had gekregen was nog zuiver en onaangetast. Ook al had ik dan niet met Merril willen trouwen, ik was door mijn huwelijk niet aan mijn geloof gaan twijfelen. Ik geloofde altijd nog aan het grondbeginsel van ons geloof dat zei dat je geest, om geboren te kunnen worden, waardig genoeg moest zijn om in een huis van de priesterschap te mogen incarneren. Pas nadat we hadden bewezen waardig te zijn mochten we de geest van een kind bewonen.

Het feit van onze geboorte betekende dat we bijzondere geesten waren – een op een miljoen – en wanneer de laatste dagen waren aangebroken zouden wij degenen zijn die abrupt in de hemel zouden worden opgenomen. Dus tegen de tijd dat je binnen de FLDS werd geboren, had je in zekere zin al de loterij gewonnen. Je bent een bijzondere geest die is uitverkoren om Gods werk op aarde te doen, en dat is onbetaalbaar. Wanneer God zijn kinderen zo’n enorm geschenk geeft, brengt dat een geweldige verantwoordelijkheid met zich mee. Keer op keer kregen we te horen: ‘Waar veel wordt gegeven, wordt veel geëist.’

Dus misschien vond ik het wel onplezierig om zo te worden aangegaapt, maar ik schaamde me niet. Ik was immers een van de uitverkorenen. Ik bekeek de mensen die mij er zo vreemd uit vonden zien – het waren slechte mensen die veel minder ontwikkeld waren dan wij.

Tammy stond erop om tijdens de vlucht van Las Vegas naar Los Angeles naast Merril te zitten. Cathleen en ik zaten twee rijen achter hen. In Los Angeles stapten we over op een ander vliegtuig. Merril had aan weerszijden twee lege stoelen, en nadat Tammy de ene in beslag had genomen, ging ik op de andere zitten. Cathleen was woedend, en ging op de vrije stoel naast Tammy zitten. Maar ze voelde zich buitengesloten en begon beledigd te puffen. Merril maakte een nogal onvriendelijke opmerking tegen haar, waarop ze opsprong en op een vrije plek achter in het toestel ging zitten. Even later konden we haar horen snikken.

De andere passagiers gaapten ons aan en probeerden ons vreemde gedrag te doorgronden. De andere stellen uit Colorado City probeerden uit respect voor Merril te doen alsof alles volkomen normaal was. Tammy voelde zich triomfantelijk nu Cathleen in tranen was en zichzelf naar de achterste rijen van het vliegtuig had verbannen.

Maar toen begon Tammy haar pijlen op mij af te vuren. Hoe kon ik mijn zustervrouw zo in de steek laten? Hoe kon ik zo egoïstisch en zelfzuchtig zijn? Ik negeerde haar zo lang mogelijk, maar uiteindelijk had ik er schoon genoeg van en snauwde ik dat ik er echt niet over piekerde om Cathleens babysit te zijn. Merril schoot in de lach. Sinds zijn trieste afscheid van Barbara was dit het eerste teken dat hij zich van ons bewust was.

Het was een lange vlucht. Het drama duurde vrijwel onafgebroken voort. Ik deed mijn koptelefoon op en bekeek een film. In die tijd waren er binnen de FLDS een paar families die televisie hadden, en bioscoopbezoek was intussen ook geaccepteerd. Hoewel ik in beperkte mate contact had met de buitenwereld – via de universiteit en via school – was vliegen iets nieuws voor mij. En toen we eindelijk in Honolulu landden was ik totaal uitgeput.

Merril en ik verlieten het vliegtuig zij aan zij en er kwam iemand naar ons toe die ons een bloemenkrans omhing. Een toeristenfotograaf maakte een foto van ons. Tammy drong zich op en zei dat Cathleen en zij ook bij ons hoorden. Ze stond erop dat er van ons vieren een foto werd genomen.

We namen de pendelbus naar het hotel. Ik zat naast Merril en Tammy had het bijna niet meer. Ze begon hem aan het hoofd te zeuren: ‘Vader, maken Cathleen en ik niet ook deel uit van deze reis?’

Merril reageerde niet. Tammy hield vol. ‘Vader, bij wie ga je straks slapen?’ Haar vragen werden specifieker. ‘Waarom zit je nu alweer naast Carolyn? Wil je soms alleen maar seks met haar? Mogen wij niet meedoen?’

De andere toeristen probeerden deze vreemde vertoning te negeren. Ik was het liefste door de grond gezakt. Zelfs de andere stellen uit Colorado City leken zich slecht op hun gemak te voelen. Mijn vader had een kleur gekregen. Ik wist dat hij zich schaamde voor Tammy’s bizarre gevraag. Merril deed alsof hij heel ergens anders was. Zelfs toen Tammy hem luidkeels met alle vuile was confronteerde, bleef hij doen alsof ze lucht was.

Bij het hotel aangekomen verklaarde Merril dat hij erge hoofdpijn had. Tegen mij en Cathleen zei hij dat we een van de twee geboekte kamers moesten nemen, en Tammy straalde alsof ze zojuist tot koningin was gekroond.

Cathleen was in een onuitstaanbare bui en bleef maar zeuren over de manier waarop ze in het vliegtuig was behandeld. Ik probeerde met haar te praten, maar ze weigerde te luisteren. Het duurde niet lang voor Tammy op de deur klopte. Ze was verschrikkelijk van streek en opgewonden. Merril had gezegd dat hij hoofdpijn had, en was meteen gaan slapen. Hij had seks met haar geweigerd. Ze wilde ons medeleven omdat wij zwanger waren en zij niet.

Maar dat kreeg ze niet. Ze was manipulatief en gemeen, en ze maakte ons gek. Cathleen en ik bestelden iets te eten bij roomservice. Ze weigerde tegen me te praten, dus aten we in stilte.

Welkom in het paradijs.

De volgende ochtend vroeg klopte Merril op de deur van onze kamer en vroeg of we klaar waren voor het ontbijt. We volgden hem naar een schitterend, in een tuin gelegen restaurant met uitzicht op zee. Ik was diep onder de indruk van de pracht die ons omringde. De lucht rook ziltig en het briesje streek zijdezacht langs mijn huid. Ik wilde niets liever dan me verliezen in de kleurenpracht, maar het eerste drama van de dag was al begonnen – wie zou er naast Merril mogen zitten?

Tammy was gaan zitten, en ik had de andere stoel genomen. In de daaropvolgende confrontatie weigerde Cathleen zelfs maar aan ons tafeltje te eten. Tammy bleef maar drammen: ‘Jij hebt in het vliegtuig naast hem gezeten, en in de pendelbus…’ De serveerster kwam om onze bestelling op te nemen, maar ze moest wachten tot Tammy was uitgeraasd.

Uiteindelijk bestelden we, en aten, en gingen daarna op weg voor onze eerste dag van het bekijken van toeristische attracties. De andere stellen hadden sportwagens met open dak gehuurd om mee over het eiland te toeren, maar Merril had voor een busje gekozen. Volgens mij deed hij alles wat hij kon om ervoor te zorgen dat we niet van de reis zouden genieten. Dat was zijn manier om wraak te nemen voor het feit dat hij Barbara thuis had moeten laten.

De frisse lucht van een open auto zou mijn misselijkheid er een stuk draaglijker op hebben gemaakt. Die dag gaf ik een paar keer over. De bochtige wegen hielpen ook niet echt. Ik moest Merril vragen om te stoppen zodat ik kon overgeven. Ik voelde me op zich al ellendig genoeg, maar met mijn lange jurk en lange ondergoed in de hitte voelde ik me er nog beroerder op.

Merril zag dat ik me echt hondsziek voelde en stopte ergens om iets te eten voor me te kopen. Dat leidde ertoe dat Cathleen door het lint ging. Zij was ook zwanger maar Merril hield totaal geen rekening met haar. Ze kon niet doen alsof ze misselijk was, maar begon wel over hoofdpijn te klagen. Merril kocht aspirine voor haar, maar ging verder met aandacht aan mij te schenken. Ik wilde geen aandacht. Het enige wat ik wilde was overgeven. We stopten om ergens een hapje te eten, en daar knapte ik weer wat van op.

Na een paar uur verklaarde Tammy dat ze schoon genoeg had van mijn gedrag. Ik verpestte haar reis. Waarom bleef ik niet in het hotel als ik me zo ellendig voelde? Ik zei tegen Tammy dat het Merril goed deed om voor zijn zwangere vrouw te zorgen, en dat ze, als ze er echt last van had, rustig met een ander stel mee kon rijden.

Eindelijk waren we terug bij het hotel en was het tijd voor het avondeten. Ik koos ervoor om bij mijn vader en zijn vrouw Rosie te gaan zitten. Het was een genot om gewoon rustig, zonder geklaag en gezeur te kunnen eten. Maar het respijt was van korte duur.

Toen ik terugging naar het hotel zei Merril dat ik mijn spullen moest halen omdat ik de nacht bij hem zou doorbrengen. Tegen Tammy zei hij dat ze bij Cathleen moest slapen. Ze was boos.

‘Vader, het enige wat je doet als we samen zijn is slapen. Je hebt Carolyn al zwanger gemaakt. Je mag helemaal geen seks met haar hebben.’ Het feit dat Merril geen antwoord gaf maakte haar nog bozer. ‘Gisteravond had je hoofdpijn, en dus konden we geen seks hebben. Carolyn en Cathleen zijn al zwanger. En ik nog niet.’

Merril reageerde niet. Tammy wist van geen ophouden. ‘Ik weet dat je je vanavond beter voelt en dat je seks wilt hebben met degene die bij je is. En dat zou ik moeten zijn. Je hebt me al gedwongen om deze reis met hen te delen. Ik moet je de hele dag al aan hen afstaan, maar ik vind dat ik je ’s nachts voor mij alleen zou moeten hebben.’ Het liefste had ik haar een snauw gegeven, maar ik hield mijn mond. Ik haalde mijn koffer en ging naar Merrils kamer, en was allang blij dat ik die nacht geen kamer met Tammy of Cathleen hoefde te delen.

Merril zette de televisie aan. Enkele seconden later ging de telefoon. Tammy bleef aanvallen. Merril, de narcist, genoot van de aandacht. Hij vond het heerlijk dat zijn vrouwen ruziemaakten over wie er met hem naar bed mocht. Het kon hem niet schelen dat Tammy geestelijk labiel was. Volgens mij merkte hij dat niet eens. Die avond belde ze nog een paar keer. Later hoorde ik dat ze Cathleen had verteld dat ze deels zo verontwaardigd was omdat Merril seks met mij had terwijl ik zwanger was – iets wat binnen de FLDS als een zonde werd beschouwd.

De doctrine van de FLDS verkondigt dat een man geen seks mag hebben met zijn zwangere vrouw. Maar er is een ontsnappingsclausule. Een man die het priesterschap draagt wordt geacht de geest van God in zich te hebben. Zijn ‘inspiraties’ worden hem door God ingegeven. Als hij zich ‘geïnspireerd’ voelt tot seks met zijn zwangere vrouw, dan is dat zijn recht omdat het van God afkomstig is.

Merril vond zwangerschap opwindend. Begrepen heb ik het nooit en hij heeft ook nooit geprobeerd het uit te leggen. Over seks werd nooit gesproken – niet ervoor, niet tijdens en niet erna. In de zeventien jaar van ons huwelijk heb ik hem niet één keer naakt gezien omdat we het altijd in het donker deden. Het was uiterst basaal – op en neer, en klaar. Een kwestie van luttele minuten waarin hij nooit een woord zei. Na afloop bleef hij altijd lange tijd boven op me liggen. Ik voelde me verpletterd onder zijn gewicht en had soms ook moeite om lucht te krijgen. Uiteindelijk rolde hij dan als een dood dier van me af en sliep.

Wat alles er extra bizar op maakte was dat, telkens wanneer we seks hadden, we dat in ons lange ondergoed deden – behalve die nacht in Hawaï toen we allebei volledig naakt waren. Ik schrok me wild toen hij me mijn lange ondergoed begon uit te trekken en me begon te strelen. Het voelde anders en een stuk aangenamer, maar ik weigerde me er emotioneel door mee te laten slepen, omdat ik wist dat het hoogstwaarschijnlijk bij deze ene keer zou blijven.

Elke vrouw in een polygame relatie weet dat haar mate van invloed en macht in het leven rechtstreeks afhankelijk is van haar relatie met haar man. Ik voelde totaal geen liefde voor Merril. Ik had niet met hem willen trouwen en ik had nooit met hem willen slapen. Maar ik wist dat mijn overleven en het bestaansniveau dat mijn kinderen te wachten stond afhingen van de verhouding die ik met Merril had. Ik had me heilig voorgenomen om erachter te komen wat ik kon en moest doen om hem tevreden te stellen – of in ieder geval om te voorkomen dat hij zich aan mij zou ergeren – en het kon me niet schelen wat me dat op persoonlijk gebied zou kosten. Op mijn tweeëntwintigste was ik bereid mijn behoeften aan de zijne ondergeschikt te maken. Dit was de manier waarop generaties vrouwen binnen mijn familie geleefd hadden.

Om invloed uit te kunnen oefenen binnen Merrils familie moest ik een manier vinden om mijzelf in zijn ogen belangrijk te maken. Dat was nodig om status boven de andere vrouwen te verkrijgen en om te voorkomen dat mijn kinderen door hen aangevallen zouden worden. Het was een waanzinnig competitieve omgeving waarbinnen alleen de sterksten konden overleven. Binnen onze familie was niet één vrouw die uitkeek naar een zuster-echtgenote.

Cathleen en Tammy voelden zich bedreigd door mijn contact met Merril. Ze beleefden elke keer dat hij mij aandacht schonk als iets waarvoor zij hadden moeten inleveren. De volgende ochtend aan het ontbijt werd er verder geruzied over wie er naast Merril mocht zitten. Er waren momenten waarop ik me realiseerde hoe absurd het was dat we alle drie knokten om een man van wie we geen van drieën hielden en met wie we geen van drieën hadden willen trouwen.

Na het ontbijt vlogen we naar het eiland Kauai. Het was het meest spectaculaire van alle eilanden die we bezochten. Het zou me niets verbazen als het paradijs er net zo had uitgezien. Nog nooit had ik zo’n onvoorstelbaar groene omgeving gezien. Overal, tot en met elke kier tussen de rotsen, groeide wel iets. De talloze bloemen hadden de meest schitterende kleuren, en de bomen zaten vol met tropische vogels. De hemel en de zee leken even blauw, en het landschap straalde een ongekende vitaliteit uit.

We hadden een appartement niet ver van het strand. Ik trok mijn schoenen uit en probeerde iemand te vinden die een strandwandeling met me wilde maken. Tammy en Cathleen wilden bij Merril blijven, die had gezegd dat hij een dutje wilde doen. Merril had aangegeven dat hij die nacht met Cathleen wilde doorbrengen.

Ik vond Rosie, mijn moeder, bereid om met mij mee te gaan. Het was heel vredig. De zee was warm, mijn blote voeten zakten in het natte zand en helder, fonkelend water spoelde over mijn tenen. Er stond een zacht briesje en de lucht was heerlijk schoon en zuiver. Maar de zee in gaan was ondenkbaar. Ik had geen badpak en tijdens die week op Hawaï kwam het niet één keer bij me op om in zee of in het zwembad te zwemmen. Leden van de FLDS mogen doorgaans niet eens in de nabijheid van water komen omdat water als het rijk van de duivel wordt beschouwd. We hadden geleerd dat, als je je in een omgeving waagde waar de duivel als enige de dienst uitmaakt, hij zich je leven kon toeëigenen. In alle eerlijkheid moet ik zeggen dat dit geloof vaak genegeerd werd. Binnen de FLDS werd wel degelijk gezwommen maar, dat wel, met alle kleren aan. Volledig aangekleed zwemmen wordt gezien als gewaagd, maar niet als slecht of verkeerd.

Het was zo heerlijk vredig op het strand dat ik er het liefste was gebleven. Ik genoot van het prachtige landschap dat een kalmerende uitwerking op me had. Vooral de totale afwezigheid van boosheid, spanning en rivaliteit bracht me bij mezelf terug. Rosie en ik hadden een prettige maar oppervlakkige relatie. Ik vertelde haar nooit wat ik in werkelijkheid voelde, want ze zou het toch niet kunnen begrijpen. Ze was mijn vaders tweede vrouw en zijn favoriet. Hij heeft nooit goed overweg gekund met mijn biologische moeder. Als ik Rosie zou vertellen wat er in werkelijkheid in mijn leven aan de hand was, zou ze zeggen dat ik moest ophouden met zeuren en klagen. Merril was voor haar een man van God en het was mijn plicht hem met mijn leven te eren.

Op weg terug naar het appartement raapten we een paar kokosnoten op die uit de boom waren gevallen. Binnengekomen maakten we de noot open en legden het verse vruchtvlees op borden. Merril vond het verrukkelijk – zo verrukkelijk zelfs dat hij besloot om tientallen kokosnoten bij wijze van cadeautje aan al zijn vrienden te sturen.

In plaats van onze tijd op Kauai luierend en attracties bekijkend door te brengen, liet Merril ons kokosnoten zoeken die we vervolgens via UPS aan zijn vrienden moesten versturen. Tammy, Cathleen en ik brachten de rest van de middag op het kantoortje van UPS door. Eenmaal daar, in een omgeving waar gewerkt moest worden, ebde de spanning tussen ons weg. Werk was iets wat we begrepen. Dit was het meest vredige moment van de hele reis.

Na het verzenden van de kokosnoten gingen we eten in een restaurant hoog op de rotsen boven de zee. Overal om ons heen klonk het bulderen van de branding.

De golven op Kauai leken hoger dan die rond de overige eilanden. Telkens wanneer er een golf op de rotsen sloeg kon ik het water hoog horen opspatten. Ik genoot van het rustgevende ritme van de golven. Het was indrukwekkend en op geen enkele manier bedreigend. Ik voelde me klein, veilig en beschermd, hetgeen een heel ongewoon gevoel voor mij was en een plezierige afleiding vormde van de smakeloze soap die zich om mij heen afspeelde.

Tammy was woedend omdat Merril die nacht met Cathleen wilde doorbrengen. Ze ging opnieuw tekeer over hoe oneerlijk het allemaal was, maar Merril deed alsof ze lucht voor hem was. Ik weigerde een kamer met haar te delen en sliep die nacht op de bank van het appartement. Na drie helse dagen voelde het als een lot uit de loterij om de bank voor mij alleen te hebben.

Cathleen was de volgende ochtend in een goede bui en dat kwam de algemene sfeer zeer ten goede. Voor de verandering had ik geen last van misselijkheid, en ik voelde me beter dan ik de voorgaande dagen had gedaan. We brachten de dag door met onder andere een uitstapje naar het hoogste punt van het eiland van waaruit we een schitterend uitzicht over de omgeving hadden. De vuurtoren die we daarna bezochten bleek een enorme trekpleister voor duizenden vogels.

Tammy wist dat het die nacht haar beurt was om met Merril te slapen, dus ze was in een redelijke bui en voelde zich in tegenstelling tot anders niet geroepen om voortdurend aan te vallen. We besloten de dag met een maaltijd in een van de meest beroemde restaurants van het eiland. Maar toen ik garnalen bestelde ging Merril als een bezetene tegen me tekeer.

Merril at geen garnalen, en dat betekende dat ik ze ook niet mocht eten. Ik deed er verkeerd aan iets lekker te vinden wat hij niet lekker vond. Als vrouw werd ik geacht in ieder opzicht te zijn zoals hij. Binnen de FLDS geldt dat een vrouw in volledige harmonie moet zijn met haar echtgenoot. Een toegewijde echtgenote zou het niet in haar hoofd halen iets te bestellen wat haar man niet lekker vindt. De enige vis die Merril lekker vindt is heilbot, en die stond niet op de kaart. Ik bestelde biefstuk.

Tammy bracht de nacht met Merril door, dus die avond konden we allemaal rustig en zonder drama’s gaan slapen. De volgende ochtend namen we het vliegtuig naar Maui, en daar stapten we over op een ander toestel naar Honolulu. Bij het ophalen van de bagage bleek een van Cathleens koffers – die waar haar lange ondergoed in zat – niet te zijn meegekomen.

Ze begon onbeheersbaar te snikken. Ik zou in haar plaats juist blij zijn geweest dat ik de rest van de reis geen lange onderbroeken aan hoefde. Ik vond die lange dingen altijd ongemakkelijk zitten, en in de tropen al helemaal, want je droeg er drie paar sokken overheen – eerst een dunne steunkous, daarna een dikke sok, en daaroverheen weer een dikkere steunkous om de hele handel op zijn plaats te houden.

Tammy en ik hadden reserveondergoed bij ons, maar uitlenen was niet toegestaan. Cathleen had pech en ze was ontroostbaar. Merril bood haar duizend dollar om alles wat ze kwijt was opnieuw aan te schaffen, maar het geld interesseerde haar niet. Ze wilde haar kleren.

Het drama liep nog hoger op toen we bij het hotel waren gekomen en Merril aankondigde dat hij de nacht met mij wilde doorbrengen. Tammy ging volledig door het lint. Ze had twee nachten met Merril doorgebracht, en ze had mij en Cathleen duidelijk laten doorschemeren dat ze geen van beide keren seks hadden gehad. Ze ging opnieuw tegen Merril tekeer over zijn zondige gedrag, en maakte hem uit voor amoreel omdat hij haar niet zwanger maakte en omdat hij met mij sliep terwijl ik wel zwanger was.

We hadden de deur goed en wel achter ons dichtgedaan toen we een telefoontje van Tammy kregen. Cathleen had hun kamer bezet en Tammy buitengesloten. Niet alleen had ze de deur op slot gedaan, ze had de boel bovendien met meubels gebarricadeerd. Tammy wilde erin, maar Cathleen krijste zo hard als ze kon: ‘Ik heb mijn buik vol van jou! Ik wil je nooit meer zien!’

Merril luisterde naar Tammy’s verslag van de ruzie en zei dat hij het wel zou regelen. Hij belde Cathleen en gaf haar een uitbrander. Waarom was ze meegekomen op deze reis als ze zich niet wist te gedragen? Nadat Merril Cathleen voor van alles en nog wat had uitgemaakt en vernederd had, bedaarde ze wat en liet ze Tammy binnen. Merril en ik hadden seks. De drukknopen waren los, maar ons lange ondergoed bleef aan.

Aan het ontbijt zei niemand iets, en erna bezochten we een aantal toeristische attracties. Hoewel Cathleen nog maar net zwanger was, begon ze zich moeizaam voort te slepen alsof ze er al bijna negen maanden op had zitten. Het was haar manier om Merril duidelijk te maken dat ze zich verschrikkelijk opofferde voor hem – hoewel hij haar mishandelde was ze zwanger van zijn kind en zeulde ze zich door het leven.

Tegen alle verwachting in was het een redelijk ontspannen dag. De andere stellen waren andere dingen gaan bezichtigen. Tammy scheen zich bij haar nederlaag te hebben neergelegd, Cathleen was rustig en ik zat bij het raampje en probeerde uit alle macht mijn eten binnen te houden.

Tijdens het ritje in de middag deed ik iets wat ik eigenlijk nog nooit eerder had gedaan – ik beklaagde me bij Merril over zijn tienerdochters en vertelde dat ik en mijn kinderen voortdurend schandalig door hen werden behandeld. Toen ik daar in het verleden ooit eens iets van had gezegd, zei hij dat het mijn schuld was. Voor zijn gevoel waren zijn dochters volledig met hem in harmonie, en als ze het nodig vonden mij te corrigeren, zei hij, dan kon dat alleen maar zijn omdat ik iets verkeerds deed. Nu beschuldigde ik hem ervan dat hij zijn dochters gebruikte om mij te straffen, en zei dat ik terug zou knokken om mijzelf en mijn kinderen te verdedigen.

Tammy en Cathleen luisterden aandachtig mee. In werkelijkheid hadden zij veel meer onder Merrils dochters te lijden dan ik. Tammy probeerde altijd om de boel met gevlei weer recht te trekken, ook al betekende dat vaak dat ze moest erkennen dat de beschuldigingen terecht waren. Cathleen, die alle confrontaties uit de weg ging, haastte zich altijd naar haar kamer waar ze urenlang kon blijven mokken.

Ik had er een gewoonte van gemaakt Merril niets over mijn gevoelens te vertellen, want hij werd altijd op slag woedend wanneer ik zei dat er iets niet goed was. De week in Hawaï was echter zo explosief geweest dat ik zijn woede-uitbarstingen niet langer vreesde. Hij zei dat ik mijn mond moest houden. Maar ik zei dat ik daar niet over piekerde.

Als eerste noemde ik een recent voorval tussen mij en een van zijn dochters. Merril ontstak in woede en tierde: ‘Carolyn, als je bereid zou zijn te doen wat je man wil, dan zouden mijn dochters geen enkele reden hebben je op die manier te behandelen. Je hebt geen enkel recht om boos te worden om een berisping van iemand die alleen maar probeert te doen wat ik wil – je zou haar juist dankbaar moeten zijn voor die berisping en spijt moeten betuigen over het feit dat je niet veel meer met mij in harmonie bent. En ik weet dat je fout bent geweest want anders zou je er wel eerder over hebben geklaagd.’

Zijn woorden maakten me giftig. ‘Ik heb er niet eerder over geklaagd omdat je weigert te luisteren. Hoe bizar de verwijten aan mijn adres ook zijn, ik heb altijd automatisch iets verkeerds gedaan. Ik heb inmiddels allang geleerd dat het geen enkele zin heeft om me bij jou te beklagen, want in plaats van begrip en gerechtigheid krijg ik alleen maar een tirade over me heen.’

Merril probeerde me het zwijgen op te leggen met te zeggen: ‘Als ik niet thuis ben en iemand van mijn familie is zich bewust van iets waarvan ze weet dat het in strijd is met mijn wensen, dan heb je geen enkel recht om daartegenin te gaan.’

Ik weigerde me erbij neer te leggen. ‘Als zij iets zeggen of doen om mij of mijn kinderen terecht te wijzen of te bestraffen, dan heb ik het volste recht om mijzelf te verweren. Als jij en je dochters de strijd met mij willen aanbinden, dan kan ik je nu alvast zeggen dat ik me met hand en tand zal verzetten.’

Tot mijn verrassing bemoeide Tammy zich ineens met het gesprek. ‘Merril, je doet er verkeerd aan om je dochters tegen je vrouwen op te zetten en hen aan te moedigen om gemeen en kwetsend tegen ons en je andere kinderen te zijn. Als je het niet eens bent met iets wat we doen, waarom kun je dat dan niet gewoon rechtstreeks tegen ons zeggen, in plaats van je achter je kinderen te verschuilen?’

Dit maakte Merril nog bozer dan alles wat ik tot op dat moment had gezegd. ‘Als jullie bereid zouden zijn om mij te gehoorzamen,’ riep hij, ‘dan zouden we dit gesprek nu helemaal niet hoeven hebben. Jij en Carolyn beweren dingen waarvan ik jullie nu alvast zeg dat jullie ervoor zullen boeten en dat het jullie zal spijten.’

Cathleen had tot op dat moment haar mond gehouden, maar dit dreigement kon ze niet over haar kant laten gaan. ‘Volgens mij is iemand die, zoals jij, zijn kinderen aanmoedigt tot onbehoorlijk gedrag, een zondaar tegen God en de profeet,’ zei ze. ‘Een man wordt geacht zijn kinderen te leren dat ze van al hun moeders moeten houden en dat ze begrip moeten opbrengen voor hun tekortkomingen. Het is ontoelaatbaar dat kinderen hun moeders veroordelen en tegen hen optreden. Jouw gedrag heeft een vernietigende uitwerking op je familie.’ Als Cathleen eenmaal begon, was ze nauwelijks nog te stuiten. ‘Het kan zijn dat Tammy en Carolyn zullen moeten boeten voor wat ze tegen je hebben gezegd, maar dat verandert niets aan het feit dat het verkeerd is wat je doet.’

Ik kon mijn oren amper geloven. We namen het gedrieën tegen Merril op. En we hielden alle drie vol dat we gelijk hadden – niemand krabbelde terug. Hij werd stil.

Wat een verandering! Drie dagen lang hadden we elkaar in de haren gezeten, en nu maakten we ons alle drie sterk tegen onze man. Het was niet duidelijk of Merril ervan onder de indruk was – hij liet het in ieder geval niet blijken. We hadden hem klem en hij kon niet anders dan naar ons luisteren. Dat hij niet gelukkig was met onze verwijten, was duidelijk. Hoewel hij op geen enkele manier van plan was iets aan zijn strategie te veranderen, verbeeldde ik me dat hij zich heus wel realiseerde dat het verkeerd was wat hij deed. Maar hij wist net zo goed dat we uiteindelijk toch niets op zouden schieten met onze protesten.

Na het eten nam een van de andere stellen mij en Tammy mee voor een ritje in hun gehuurde open auto. Ik genoot van het gevoel van de wind in mijn gezicht en haren. Het was een vorm van vrijheid die ik nog nooit eerder had beleefd. De wind rukte mijn haren uit hun harnas van haarlak en blies het vrijelijk rond mijn gezicht. Het was heerlijk om te ervaren hoe het was om door niets van de buitenwereld te worden gescheiden. Het was sensueel en primitief – een voor mij ongewone en verrukkelijke sensatie.

We hielden halt bij een paar souvenirzaakjes en ik kocht cadeautjes voor mijn kinderen en de vrouwen die thuis hadden moeten blijven. Tammy zag me een briefje van honderd dollar uit mijn portemonnee halen en werd hysterisch toen ze zich realiseerde dat Merril me extra geld had gegeven. Ik trok me niets van haar aan. Ze volgde me op de voet en beklaagde zich bij de andere vrouwen over alles wat ik had gekocht. Terug in het hotel deed ze onmiddellijk haar beklag bij Merril, maar hij luisterde niet naar haar.

Merril bracht zijn laatste nacht met Cathleen door. Nadat Tammy haar gesprek met Merril had beëindigd en had opgehangen, merkte ik op dat ze hem misschien wel gestoord had terwijl hij seks met Cathleen had. Ze begon als een gek tegen me te krijsen en zei dat ze inderdaad hoopte dat ze seks hadden gehad. Ik zei: ‘Hemeltje, Tammy, dat noem ik nog eens amoreel. Wil je echt dat je man zich aan dat soort heidense zonden schuldig maakt?’

‘Ja, want die zonden begaat hij ook met jou!’

‘Je hebt geen idee van wat hij met mij doet,’ reageerde ik. ‘En bovendien gaat het je niets aan.’

‘Maar jij bent zwanger en ik niet. En volgens mij weten we allemaal dat hij heidense zonden met jou begaat.’

Het ontbijt de volgende ochtend was gespannen. Cathleen was nog steeds van streek over haar vermiste koffer. Tammy bekritiseerde Cathleen en verweet haar dat ze zo emotioneel was. Toen vertelde ze Merril over onze ruzie en beklaagde ze zich over mijn onbeschofte uitingen in het gesprek over heidense seks. Tammy wist van geen ophouden. Merril had kunnen zeggen dat het wel genoeg was zo, maar dat deed hij niet. Volgens mij probeerde hij ons gekat te negeren omdat hij zichzelf – vol trots – als martelaar van zijn opstandige vrouwen beschouwde.

Na het ontbijt haalden we onze koffers van de kamer en gingen op weg naar het vliegveld. Geen van drieën hadden we een leuke reis gehad. Het waren zes dagen van geruzie en gespannen stilzwijgen geweest.

Op de terugvlucht zat Cathleen alleen, dus er werd niet geruzied om wie er naast Merril mocht zitten. In Los Angeles stapten we over op een andere vlucht die ik bijna miste omdat ik water was gaan kopen en Merril met mijn boardingcard in het vliegtuig was gestapt. Toen ik niet kwam opdagen realiseerde hij zich wat er aan de hand was, en haastte hij zich het vliegtuig uit om mij te zoeken.

Na de korte vlucht naar Las Vegas stapten we in onze auto voor de rit van drie uur terug naar Colorado City. Cathleen en ik zaten achterin en wisselden geen woord. Tammy zat voorin naast Merril en probeerde een gesprek met hem aan te knopen, maar hij wilde niets van haar weten. Na een poosje bood Tammy aan te rijden, en hij droeg het stuur aan haar over.

Hij liet zijn stoel zo ver mogelijk naar achteren zakken en vroeg me zijn schouders te masseren.

Dat deed ik. Het was stil in de auto. Ik was uitgeput. Ik had mijn zes dagen in het paradijs en – godzijdank – slechts twee nachten met mijn man overleefd.