Warren wordt de profeet

In het voorjaar van 2002 had ik eindelijk het gevoel dat ik even adem kon halen. Harrison had geen last meer van infecties, en Bryson had zijn achterstand ingehaald en was nu een stevig, gezond kereltje. Hij dronk zo veel dat ik voortdurend melk had en ook melk overhad. Dat bracht me op een idee.

Ik besloot mijn overtollige borstmelk aan Harrison te geven. Ik had gelezen dat moedermelk de beste voeding was voor een goed uitgebalanceerd immuunsysteem. En ik had ook gelezen dat het vet in moedermelk een helende uitwerking had op de myelineschede, het beschermende laagje rond zenuwen. Harrisons immuunsysteem had deze scheden bij hem aangetast waardoor hij altijd van die zware zenuwpijnen had. Ik bedacht dat mijn moedermelk mogelijk iets van de schade zou kunnen compenseren.

Elke avond kolfde ik wat extra melk af en deed dat in Harrisons voedingssonde. Bij het zien hoe de melk via het slangetje in zijn lichaam verdween, hoopte ik op een wondertje. Harrison en ik hadden zoveel meegemaakt samen en we hadden een diepe gevoelsband. Ik hield mateloos veel van hem.

Indirect betekende mijn moedermelk een overlevingskans voor ons allemaal – pas wanneer de beide jongens sterk genoeg waren zou ik het aandurven om met al mijn acht kinderen te vluchten. Bryson groeide als kool. Maar Harrison was nog niet sterk genoeg. We waren altijd nog minstens één keer per week bij de dokter, en tussendoor hing ik meerdere keren met haar aan de telefoon. Ik hoopte vurig dat Harrison baat zou vinden bij mijn melk.

Daarna moest ik Harrison ook leren slikken. In zijn eerste levensjaar had hij dat al gedaan, maar toen hij ziek was geworden en intraveneuze voeding had gekregen, was hij daarmee opgehouden. Ik had mezelf voorgenomen om hem elke dag iets te laten doorslikken. De eerste weken waren een nachtmerrie. Telkens wanneer ik iets van voedsel in zijn mond stopte, zette hij het op een krijsen en spuugde hij het meteen weer uit. Hij was een vechter, en hij bestreed mij met eten.

Mijn redding was pizza. Dat was voordat hij ziek werd al zijn lievelingskostje geweest. Uiteindelijk, na een strijd van drie weken, slikte hij een klein hapje pizza door. Ik was opgetogen, en kreeg nieuwe hoop. Als hij at en aan zou sterken, zou hij ons allemaal kunnen redden.

Het duurde vier maanden tot Harrison eindelijk zover was dat hij verschillende dingen wilde eten – en niet alleen dat, hij ontwikkelde een reusachtige eetlust. Mijn opluchting was enorm, want door de kanker, zijn krampaanvallen en infecties had hij al die tijd nauwelijks iets gegeten. Beetje bij beetje werd hij opgewekter en stabieler. Er waren dagen waarop ik me echt uitgelaten voelde, maar ik liet het aan niemand merken – niemand mocht weten wat er in mij omging.

Op een nacht, toen Bryson zes maanden oud was, werd ik midden in de nacht wakker uit een diepe slaap. Er was iets aan de hand. Ik wist het heel zeker. Ik had mezelf aangeleerd om op slag klaarwakker te zijn en uit bed te springen wanneer het alarm van een van Harrisons apparaten afging. Ik vloog naar zijn kamer om het af te zetten voor hij er zelf wakker van zou worden. Maar in zijn kamer was alles rustig. Alle apparaten stonden aan, maar het was me te stil. Harrisons ademhaling moest gestopt zijn! Een blik op de oxymeter naast zijn bedje zei me dat zijn zuurstoftoevoer normaal was. De voedselpomp werkte ook en Harrisons borstje ging regelmatig ademend op en neer.

Ineens drong het tot me door wat er dan wel aan de hand was. Harrisons luide, krampachtige manier van ademhalen was gestabiliseerd. Zijn ademhaling was normaal. Nadat hij ’s avonds zijn slaapmiddelen had gekregen kwam zijn lichaam tot rust, maar zijn longen bleven krampachtig trekken waardoor zijn ademhaling klonk alsof hij de hik had.

En nu was de hik verdwenen. Ik ging, over mijn hele lichaam trillend, naast zijn bedje op de vloer zitten. Het was zes maanden geleden dat ik was begonnen met hem moedermelk te geven en nu ineens had ik heel sterk het gevoel dat we een stapje in de goede richting hadden gezet. Dat Harrison beter werd. Het was een wonder. Mijn geheime wonder.

Harrison begon langer door te slapen. Zelfs met de maximale dosis slaapmiddelen had hij nooit langer dan zes uur achtereen geslapen. Ik wist dat we, wanneer we zouden vluchten, medicijnen nodig zouden hebben, dus ik was begonnen om zijn doses geleidelijk aan te minderen om op die manier een reservevoorraadje op te kunnen bouwen. Maar zelfs met minder slaapmiddelen begon hij nu langer door te slapen.

Het ging zo goed met Harrison dat ik nu nog maar één keer per maand met hem naar de dokter ging. Hij kon nog steeds niet helemaal buiten Versed, maar ik gaf hem veel minder dan voorheen. Nadat zijn ademhaling zoveel beter was geworden, had hij ook steeds minder paniekaanvallen. Misschien, ja misschien zou hij die verschrikkelijke en afmattende krampaanvallen wel helemaal te boven kunnen komen. Ik kon me niets heerlijkers voorstellen. Zijn dokter leek niet echt onder de indruk van zijn vorderingen – haar ging het vooral om de grote verandering, om het uitblijven van de krampen. Maar elke minimale verandering gaf mij weer nieuwe hoop. Ontsnappen begon steeds meer een realiteit te worden.

Op een middag aan het begin van het voorjaar vroeg ik Cathleen of ze me na haar werk wilde helpen door samen met mij een eindje met Harrison te gaan wandelen. Hij had een slechte dag – hij had een krampaanval gehad en had urenlang liggen krijsen.

Cathleen vertelde waar haar collega’s op het werk de hele dag over hadden gesproken – in de afgelopen maand had Warren Jeffs ruim honderd tienerjongens uit de gemeenschap gezet.

‘Het is betreurenswaardig dat zoveel moeders zoveel onwaardige zoons produceren,’ zei ze. ‘Deze kinderen zijn liever opstandig in plaats van het werk van God te doen en onze profeet te steunen.’

Ik was sprakeloos. Ik was zo in beslag genomen door het zorgen voor Harrison dat ik me helemaal niet bewust was geweest van het feit dat er grote aantallen jongens uit de FLDS werden gezet. Audrey had me ooit eens verteld over een jongen van veertien en zijn broertje die hadden moeten vertrekken nadat ze van homoseksualiteit waren beschuldigd. Homoseksualiteit werd beschouwd als een afwijking en kon op geen enkele manier geaccepteerd worden. Ik had Audrey gevraagd wat de moeder van die jongens had gevoeld, nadat ze ergens zomaar langs de snelweg uit de auto waren gezet en te horen hadden gekregen dat ze nooit meer terug mochten komen. Audrey zei dat de moeder zich diep beschaamd voelde en kapot was van het feit dat ze een stelletje engerds had grootgebracht. Ze schaamde zich diep en probeerde niet te denken aan wat er van haar zoons was geworden. Indertijd had ik gedacht dat het een op zichzelf staand geval was geweest, en had ik er geen idee van gehad dat er talloze jongens verbannen werden.

Die middag, tijdens de wandeling met Cathleen en Harrison, verdween het kleine beetje naïviteit dat ik nog gehad had.

Het was al erg genoeg dat een vrouw maximaal een week of twee om de dood van een kind mocht rouwen. Maar hoe kon een moeder het idee verdragen dat haar zoon aan zijn lot werd overgelaten in een wereld die hij vreesde en waarin hij niet geleerd had te overleven? Vanaf hun geboorte was deze kinderen ingeprent dat de buitenwereld slecht was. En nu, omdat Warren Jeffs dat opeens bepaald had, werden die jongens weggestuurd uit de FLDS met de boodschap dat ze nooit meer terug mochten komen.

Vrouwen mochten geen enkel verdriet tonen om deze verloren zonen, die verbannen konden worden omdat ze naar cd’s hadden geluisterd, films hadden bekeken of een meisje hadden gekust. Moeders mochten alleen maar tot God bidden en hem vragen hen te wijzen waar ze fouten in de opvoeding van die kinderen hadden gemaakt, zodat andere kinderen daarvoor gespaard zouden worden.

Wanneer een gezin op deze wijze een zoon verloor, werd daar niet over gesproken omdat het een te grote schande was. Vrouwen probeerden het geheim te houden. Geen moeder zou zich ooit tegen de uitspraak van de profeet verzetten, want ze geloofde dat het, net als bij haar huwelijk, om een openbaring van God ging.

Omdat er dus nauwelijks over deze praktijken werd gesproken, waren er maar weinigen die zich realiseerden om hoeveel kinderen het eigenlijk ging. De andere kinderen kregen te horen dat ze de naam van hun weggezonden broer nooit meer in de mond mochten nemen. De verbannen jongen was overgedragen aan de duivel die hem gedurende de rest van zijn leven zou straffen, en zich bij zijn dood zijn ziel zou toe-eigenen.

Geen mens protesteerde terwijl honderden jongens volkomen willekeurig door Warren Jeffs uit de FLDS werden gezet.

Op een avond werd ik, terwijl ik de was aan het doen was, over de intercom opgeroepen. ‘Moeder Carolyn, er is telefoon voor je.’ Ik nam op en hoorde de stem van mijn zus Linda. ‘Ik reed net langs je huis en zag je kinderen op de tafels dansen. Ik zag hoe ze van de ene naar de andere tafel sprongen en door de kamer huppelden.’

Ik kon mijn oren niet geloven. ‘Hoe kom je daarbij? Mijn kinderen doen zulk soort dingen niet. Dat durven ze niet eens!’

‘Nou, toch doen ze het. Ga maar naar boven, dan zul je het zelf zien.’

Ik liet de enorme berg wasgoed voor wat het was en haastte me naar boven. En daar zag ik de grootste voorstelling van mijn leven.

Twintig kinderen waren aan het dansen. In de eetkamer brandde volop licht. De drie lange tafels waren in een U tegen elkaar geschoven en de kinderen sprongen van de ene tafel naar de andere. De pianola speelde een nummer met een jazzy ritme. De oudere kinderen hadden de kleintjes op de arm, en de jonge kinderen dansten rond hun voeten. Ze maakten een volkomen zorgeloze en uitgelaten indruk. Ze hadden zoveel plezier dat ik gefascineerd naar hen bleef staan kijken. Dit was de eerste keer dat ik zoveel spontane vreugde bij ons thuis zag, en ik verbaasde me erover dat hun zieltjes nog wisten wat blij en zorgeloos betekende.

De pret was begonnen nadat Merril en Barbara aan het begin van de avond waren vertrokken. Een paar jongens hadden een voetbal die ze van de een naar de ander begonnen over te gooien. De kroonluchters zwaaiden heen en weer, en de kleintjes schaterden het uit.

Puur en onvervalst plezier kwam nauwelijks nog voor in ons leven. Warren Jeffs had onze gemeenschap in een verstikkende greep. Het was me opgevallen dat de mensen de laatste tijd rondliepen met totaal uitdrukkingsloze gezichten. Het was bijna alsof ze zelfs bang waren dat hun gedachten op hun gezicht te lezen stonden. Ze maakten een levenloze indruk, en iedereen gedroeg zich alsof het hebben van emoties verboden was. De mensen leken zich te hebben voorgenomen om braaf en gehoorzaam te zijn, ook wanneer dat hun ondergang zou betekenen. Niemand stelde vragen, niemand protesteerde. En met braaf en gehoorzaam te zijn gaven we al onze macht uit handen.

Je wist van tevoren nooit wat er zou gebeuren. Op een dag werden alle honden bijeengedreven en afgemaakt. Dit had ingrijpende gevolgen voor de kinderen die van hun huisdier hadden gehouden. Oreo was onze familiehond, een schat van een zwart met wit vuilnisbakkie waar LuAnne helemaal stapel op was. Toen Merril hoorde van het bevel dat alle honden vernietigd moesten worden, zei hij tegen een van zijn zoons dat hij Oreo naar Page, naar een kennel moest brengen. Oreo werd weliswaar niet afgemaakt, maar toch waren mijn kinderen er kapot van. LuAnne had het er het moeilijkste mee. Merril liet de kinderen weten dat tranen verboden waren, en dat het enige wat belangrijk was, de wil van de profeet was.

De honden moesten worden afgemaakt omdat er een vierjarig jongetje was aangevallen en was doodgebeten door de pitbull van zijn stiefvader. Na het incident rees de vraag tot op welke hoogte de dood van het kind echt een ongeluk was geweest, maar niemand kon iets bewijzen. Warrens besluit om alle honden af te maken leek volkomen irrationeel, maar dat gold voor meer dingen in ons wereldje.

Een van de meest schokkende incidenten uit mijn jeugd was Randi geweest, het meisje dat met me in de schoolbus zat en dat, zoals ik me achteraf realiseerde, brandwonden op haar armen had gehad, en wier prachtige lange vlecht was afgehakt. Haar ondraaglijke pijn had me verschrikkelijk aangegrepen, en ik ben dat angstige gezicht van haar, toen ze die dag in de bus stapte, nooit vergeten. Achteraf hoorde ik dat een van haar moeders haar vlecht had afgehakt omdat ze vond dat haar vader haar te veel aandacht schonk en ze jaloers was.

Randi werd op jonge leeftijd uitgehuwelijkt, en tegen de tijd dat ik mijn acht kinderen had, had zij er al tien. Op zekere dag liet Warren haar weten dat ze aan een andere man was toegewezen en met hem zou moeten trouwen.

Dit soort verhalen circuleerden steeds vaker door de gemeenschap. Het kon elke vrouw overkomen dat ze op zekere dag van Warren te horen kreeg dat ze met ingang van de volgende dag een andere man toebehoorde. Dan verhuisde ze met haar kinderen en hun spullen naar het huis van die nieuwe man. De kinderen namen de achternaam van hun stiefvader aan. Als hun biologische vader contact met ze wilde houden, dan kon dat alleen maar via de rechtbank worden geregeld. Er waren maar weinig mannen die deze stap ondernamen, want de meesten waren ervan overtuigd dat Warren de waarheid sprak wanneer hij zei dat alleen diegenen verlost zouden worden die hem gehoorzaamden. Tegen de tijd van mijn ontsnapping wist ik van een stuk of vijftien vrouwen die een andere echtgenoot toegewezen hadden gekregen, maar sindsdien is dat aantal tot bijna honderd gestegen.

Warren liet een vrouw bij zich komen en zei dat haar man niet in staat was hun ziel in het leven na de dood te redden en dat hij haar daarom toewees aan een man die dat wel zou kunnen. Als vrouw hadden we geleerd te geloven dat we alleen maar een hemelse godin zouden kunnen worden als we op aarde getrouwd waren met een man die waardig genoeg was om na de dood een god te worden. Diegenen onder ons die nog altijd vurig geloofden, beschouwden de wrede wijze waarop Warren families uiteenrukte als een daad van goddelijke inspiratie.

Randi werd meteen zwanger van haar nieuwe man. Maar toen er tijdens de bevalling complicaties optraden, weigerde haar man er een dokter bij te roepen, en haar baby werd dood geboren. Als Randi niet alsnog halsoverkop naar het ziekenhuis was gebracht, zou zij waarschijnlijk ook gestorven zijn. Ze was kapot van de dood van haar baby en liet iedereen die het maar horen wilde weten dat de dood van haar kindje volkomen onnodig was geweest.

Haar man was woedend en nam haar mee naar Warren Jeffs die haar ernstig berispte vanwege het feit dat ze geklaagd had over de dood van haar kind. Haar dode baby, zei hij, was de straf die God van haar eiste voor de ‘immorele zonde’ die ze met haar vader had begaan. Met andere woorden, wat Randi’s vader haar had aangedaan, was haar schuld.

Het waren niet alleen de vrouwen die op meedogenloze wijze van hun families werden gescheiden, maar het overkwam ook mannen. Wekelijks kwamen mij gevallen ter ore. Warren liet een man bij zich op kantoor komen en zei hem dat hij niet langer deel uitmaakte van zijn familie. Hij moest alles verlaten – zijn vrouw, zijn kinderen, zijn werk, zijn gemeenschap – en van verre tot inkeer komen.

Soms kreeg een man te horen waarom hem dit overkwam, maar meestal werd er geen enkele uitleg gegeven. Een man die ik kende, Paul Musser, hoorde van Warren dat hij ‘ongeschikt was om zijn vrouw in de hemel te verheffen’. Paul, die geen polygaam huwelijk had maar zijn vrouw en hun dertien kinderen was toegewijd, geloofde dat Warrens bevel een rechtstreekse goddelijke openbaring was.

Hij ging naar huis en vertelde zijn gezin dat de profeet hem had gezegd dat hij geen goede vader voor hen kon zijn. De volgende ochtend namen de man en zijn familie huilend afscheid van elkaar. Paul had er geen idee van wat hij had misdaan waardoor hij bij God uit de gratie was geraakt. Maar hij was ervan overtuigd dat Warren het wist. Kort na zijn vertrek werden zijn vrouw en kinderen aan een andere man gegeven. (Pas veel later zag Paul in dat hij gehersenspoeld was en dat het schandalig was wat Warren hem had aangedaan.)

Twee jaar nadat Paul uit de gemeenschap was gezet werd zijn vrouw opnieuw aan een andere man toegewezen, en zijn kinderen kregen voor de derde keer in nog geen drie jaar een nieuwe vader.

Aan de hand van wat er op Linda’s koffiebijeenkomsten werd verteld, merkte ik hoe snel het leven binnen onze gemeenschap veranderde. Ik had het zo druk gehad met Harrisons verzorging dat ik al bijna een jaar niet meer was geweest.

Een van de vrouwen vertelde dat ze geloofde dat alle telefoons binnen de gemeenschap werden afgeluisterd. Daarop zei iemand: ‘Zolang je maar niet van de bowl drinkt.’ Hiermee werd gerefereerd aan de massale zelfmoord die in 1978 in Guyana had plaatsgevonden, waarbij negenhonderd volgelingen van Jim Jones druivensap met cyanide hadden gedronken.

Een andere vrouw werd boos en begon ons ervan te beschuldigen dat we in strijd handelden met de wil van de profeet. Het woordje plezier was officieel verboden. Warren Jeffs had het uit ons vocabulaire geschrapt. Dus als we ook maar een beetje pret hadden of gewoon vrolijk waren, bestond de kans dat iemand de profeet vertelde dat we ongehoorzaam waren. Dit soort spanning was nieuw voor mij. Ik had nog nooit eerder meegemaakt dat er op een koffieochtend bij Linda niet vrijuit werd gesproken, of dat vrouwen kritiek hadden op wat door iemand werd gezegd. Deze illegale bijeenkomsten waren voor mij de enige plek geweest waar we echt onszelf konden zijn en openlijk konden praten.

Ik begreep er niets van. Toen ik iets negatiefs over Warren zei, kreeg ik van mijn nichtje Jayne een schop onder tafel. Toen ik haar vragend aankeek drukte ze haar wijsvinger tegen haar lippen. Haar reactie was mij een volslagen raadsel. De vrouw die van streek was over de indirecte opmerking over Jim Jones, ging weg. Wij, de achterblijvers, waren het erover eens dat diegenen die over dergelijke opmerkingen uit hun doen raakten, al een paar slokjes hadden genomen.

Het gesprek werd minder stroef. Ik hoorde over de gesprekken die in het geheim op band waren opgenomen. Warren liet mannen bij zich op kantoor komen en vroeg hun om hun mening over een bepaald religieus onderwerp of thema. Daarna speelde hij een bandje af met een telefoongesprek over hetzelfde onderwerp dat hij van diezelfde man had opgenomen. Als het bandje niet overeenkwam met wat de man had gezegd en met wat Jeffs aan de gelovigen had gepredikt, kreeg hij te horen dat hij met de profeet in harmonie moest komen. (Mannen waren ook begonnen elkaar bij Warren te verklikken om bij hem in een goed blaadje te komen in de hoop dat ze niet uit de gemeenschap zouden worden gezet.)

Ik hoorde ook hoe Warren het ontmoetingshuis van een concurrerende FLDS-bisschop in Canada van afluisterapparatuur had laten voorzien. We hadden allemaal zo onze bedenkingen ten aanzien van deze zaak, maar geen van allen zouden we er iets over tegen onze man zeggen uit angst dat we ons daarmee problemen op de hals zouden halen.

Iemand anders vertelde over een vrouw die we allemaal kenden, die betrapt was toen ze een relatie had met een jonge man nadat haar echtgenoot een nieuwe vrouw had gekregen. Ze kreeg te horen dat ze een doodzonde had begaan. Hoewel ze haar man was kwijtgeraakt, werd ze nog steeds als zijn eigendom beschouwd en was hij degene die over haar lot in het hiernamaals besliste. Omdat ze overspel had gepleegd moest ze nu tot in de eeuwigheid zijn slavin, en de slavin van al zijn vrouwen zijn.

Warren verbande haar naar het huis van haar oom waar ze onder huisarrest moest leven. Ze mocht geen moeder meer zijn voor haar kinderen en ze mocht ze alleen maar van tijd tot tijd heel even zien tijdens een bezoek onder toezicht – en dan alleen nog maar wanneer haar man daar uitdrukkelijk toestemming toe gaf. In dit leven zou ze nooit vergeven kunnen worden. Ze was veroordeeld tot het sterven van de tweede dood en haar ziel zou voor altijd vernietigd worden.

Maar je hoefde als vrouw geen overspel te plegen om van je familie te worden gescheiden. Zo hoorden we van een vrouw, Diane, die door haar man voor een gesprek mee werd genomen naar Warren. De man had het idee dat Diane niet gelukkig was in zijn familie, en hij wilde haar graag helpen maar wist niet hoe. Hij beklaagde zich over een groeiende afstand tussen hen.

Warren verklaarde dat ze opstandig was en scheidde haar van haar man. De man was ontroostbaar – dit had hij immers helemaal niet gewild. Ze werd gedwongen haar huis te verlaten en moest haar intrek nemen in een klein flatje binnen de gemeenschap, en haar geval diende als voorbeeld voor al die vrouwen die niet ‘braaf’ waren.

We bespraken Dianes geval en waren het er allemaal over eens dat ze met haar kinderen had moeten vluchten. Maar vrouwen die het heft van hun eigen leven in handen wilden nemen, namen een enorm risico. Als Diane zich tegen Warren verzet had, zou haar man haar nooit meer in zijn huis hebben toegelaten. Hij hield van haar en vond het verschrikkelijk haar te moeten verliezen, maar hij hield nog meer van de profeet. Iemand van buiten kan het zich maar moeilijk voorstellen, maar er waren mannen die bereid waren voor Warren Jeffs te sterven. Daarbij was Jeffs ook heel sluw, want vaak zinspeelde hij op de mogelijkheid van eventuele vergiffenis als ze deden wat hij van ze wilde.

Wat ons vooral onzeker maakte was het feit dat families zomaar, zonder reden – of om redenen die Warren nooit vertelde – uit elkaar gerukt konden worden. We wisten dat hij zich elk moment tegen ons kon keren zoals hij dat met anderen had gedaan. Een man die van zijn vrouw af wilde, hoefde nu alleen nog maar met de een of andere flauwe klacht naar Warren te gaan in de wetenschap dat de kans groot was dat hij met een andere vrouw een nieuwe start zou kunnen maken.

Cathleen en ik dronken nog steeds elke ochtend samen koffie. Op een keer kwam het onderwerp van een Canadese bisschop ter sprake. Cathleen had kritiek op de gelovigen in Canada die weigerden Warren Jeffs te gehoorzamen en ook de onlangs gewijde, nieuwe bisschop niet wilden erkennen. Ik kon gewoon niet geloven dat zij in deze zaak partij voor Jeffs had gekozen.

‘Cathleen, het is toch duidelijk dat Warren niet zomaar zijn gang kan gaan omdat hij toevallig eens een minder goede dag heeft. Hij zal toch moeten begrijpen dat zijn daden en beslissingen gevolgen hebben.’ Ze keek me stomverbaasd aan. Cathleen geloofde nog steeds dat Warren Jeffs, ondanks wat hij haar had aangedaan, een god was. Ze stond op en ging de kamer uit. Dat was de laatste keer geweest dat we samen koffie hadden gedronken, en sindsdien sprak ze nog maar nauwelijks met me.

De wijding van de nieuwe Canadese bisschop was een van Warrens zeldzame beslissingen die een averechtse uitwerking op hem hadden. Oom Rulon was zo afgetakeld dat hij nauwelijks nog enige macht had. Al die macht was overgegaan op Warren – behalve dan dat de oude profeet nog een paar troeven achter de hand had. Dit kwam aardig tot uiting in Warrens vete met de Canadese bisschop van de FLDS met wie hij altijd een nauwe relatie had gehad.

Warren begon de man steeds meer te beschouwen als een bedreiging voor zijn eigen macht en probeerde hem uit de FLDS-kerk te zetten. De bisschop had dertig vrouwen en over de honderd kinderen. Hij vertelde zijn familie wat er was gebeurd en zei dat ze, als ze dat zouden willen, vrij waren om te gaan. Allen kozen er echter voor te blijven.

Warren vond het gedrag van de bisschop ontoelaatbaar en benoemde diens halfboer tot zijn opvolger. De halfbroer weigerde de benoeming te aanvaarden. Warren zette hem net zo lang onder druk tot hij uiteindelijk toegaf en gewijd kon worden.

Het verhaal dat binnen de gemeenschap circuleerde was dat, toen het moment van de wijding was aangebroken, oom Rulon, die zo zwaar dement was dat hij de man niet eens herkende, zijn handen op zijn hoofd legde en veel meer deed dan hem tot bisschop benoemen. Hij benoemde hem tot hogepriester, apostel, patriarch, eerste raadsheer en uiteindelijk ook nog eens tot bisschop. Ten slotte overhandigde hij hem ook nog de sleutels van het priesterschap en benoemde hij hem, in zijn laatste zegen, tot profeet van God.

Hiermee had hij meer macht dan Warren, en dat kon Warren natuurlijk niet hebben. Hij zei tegen de nieuwe bisschop dat hij al zijn inwijdingen, behalve die van bisschop, moest vergeten. De nieuwe bisschop liet Warren weten dat hij een grote oplichter was.

Op een dag was ik met iemand aan het telefoneren over Harrisons doktersbehandeling, toen Merrilyn huilend de keuken binnenkwam. Ik vroeg Cathleen of ze wist wat er aan de hand was.

‘Warren heeft haar naar Merril teruggestuurd omdat oom Rulon haar nooit meer wil zien. Nu is Merril weer verantwoordelijk voor haar.’

Merrilyn en ik waren allebei vierendertig. Gedurende negen jaar was ze getrouwd geweest met een man die zestig jaar ouder was dan zij. Ik had niet met Merril willen trouwen, maar ik hield zielsveel van mijn acht kinderen. Merrilyn had geen kinderen. Mijn lieve, onschuldige klasgenootje dat ooit eens bij de puntenslijper geprobeerd had indruk te maken op onze leraar, was gedwongen geweest om de beste jaren van haar leven te slijten in de harem van een oude man. En nu was ze een uitgestotene.

Merril verbande haar naar zijn motel in Caliente. Na enkele weken van kamers schoonmaken besloot ze haar vader en haar geloof de rug toe te keren en te knokken voor het leven dat ze nooit had gehad.

Merrilyn kreeg een lift naar St. George en dook in het nachtleven. De week daarop ging ze naar Cedar om te proberen daar een flatje te krijgen. Een jongen die nog lid was van de FLDS hielp haar op weg. Drie dagen later had Merrilyn een baan.

Maar toen kwam Merril haar achterna en eiste van haar dat ze mee naar huis zou komen. De dag daarop nam hij haar mee naar Warren Jeffs.

Ik zat naar buiten te kijken toen ze thuiskwamen. Merrilyn huilde en liep regelrecht de tuin in. Ik liep het terras aan de achterzijde op en keek naar haar. Ze zat op een boomstronk te snikken. Enkele minuten later arriveerde Paula. Paula was ook met oom Rulon getrouwd. Ze moest stiekem oom Rulons huis uit zijn geglipt om Merrilyn te bezoeken. Ze sloeg haar armen om de huilende Merrilyn heen en hield haar dicht tegen zich aan.

De volgende dag hoorde ik Tammy met iemand telefoneren en over Merrilyns straf praten. De jongen die Merrilyn in Cedar had geholpen, was uit de FLDS gezet. Tammy zei dat Warren tegen Merrilyn had gezegd dat ze de rest van haar leven slavin zou zijn. Ze zou nooit kinderen mogen hebben, of iets anders van waarde. Zodra ze stierf zou de duivel haar ziel in zijn macht krijgen, en haar vernietigen.

Warren had gezegd dat er maar één manier was om voor dit lot gespaard te blijven, en dat was via bloedverzoening. Als de priesterschap bereid was haar deze zegen te schenken, zou ze mogelijk tot in de eeuwigheid oom Rulons slavin mogen zijn.

Bloedverzoening betekende dat Merrilyns keel van oor tot oor doorgesneden zou worden.

Warren predikte de laatste tijd steeds vaker over bloedverzoening. In zijn preken zei hij dat Jezus Christus aan het kruis was gestorven bij wijze van vergelding voor de zonden die wij onbewust begaan. Maar de zonden die iemand bewúst begaat kunnen alleen maar door bloedverzoening worden goedgemaakt, al is het geen sacrament waar iemand persoonlijk voor kan kiezen. Het kan alleen maar door de priesterschap worden opgelegd.

In al mijn jaren bij de FLDS had ik nog nooit iets over bloedverzoening gehoord. Hoewel het me duidelijk was dat Warren Jeffs nieuwe wegen insloeg met de gemeenschap, had ik nooit verwacht dat hij ook de weg van moord zou willen bewandelen.

Enkele maanden later hoorde ik dat Warren met Merrilyn had gesproken en haar ervoor had gewaarschuwd dat ze, als ze haar leven niet beterde, daar met bloedverzoening voor zou moeten boeten.

Drie weken nadat Merrilyn uit oom Rulons huis was gegooid, blies de oude profeet eindelijk zijn laatste adem uit – dat was op 8 september 2002. Hij was vierennegentig jaar oud en had meer dan zestig vrouwen en ruim zeventig kinderen.

Vrijwel gelijktijdig riep Warren zichzelf uit tot nieuwe profeet, en hij trouwde al de vrouwen van zijn vader. Vanaf dat moment waren we in ieder opzicht aan hem overgeleverd.

Niemand waagde het er iets van te zeggen dat hij zijn vader als profeet was opgevolgd. Er waren geen andere apostelen binnen de FLDS en Warren had eigenlijk al zes jaar lang de volledige leiding over de gemeenschap gehad. In die tijd had hij al zijn eventuele tegenstanders en concurrenten uit de weg geruimd. Dat nam niet weg dat er binnen de gemeenschap het gerucht circuleerde dat Warren een lijst met honderd namen had van mannen die hij eruit wilde trappen om zich ervan te verzekeren dat er niet alsnog actie tegen hem ondernomen zou worden.

Tijdens oom Rulons begrafenis predikte Warren Jeffs dat de gebeden van de gemeenschap verhoord waren. We hadden het afgelopen jaar opdracht gekregen voor de verheffing en opstanding van de oude, zieke profeet te bidden. We hadden gedacht dat Warren oom Rulons vernieuwing in dít leven bedoelde. Maar nu bleek uit Warrens preek dat hij diens vernieuwing in het hiernamaals had bedoeld. Warren zei verder dat de getrouwen onder ons op hetzelfde konden rekenen.

De angst sloeg me om het hart. Bedoelde hij dat we spoedig allemaal zouden sterven? Voortdurend probeerde ik tussen de regels door te luisteren naar iets wat op een massale zelfmoord zou kunnen wijzen. Warren was gek genoeg om zoiets te willen proberen – en er waren een heleboel mensen binnen onze gemeenschap die het als een voorrecht zouden beschouwen om voor Warren Jeffs te mogen sterven.

In de weken na oom Rulons dood begon Warren te prediken dat zijn vader God was en dat hij de voorbode was van een duizendjarige vrede. Verder liet Warren steeds vaker op subtiele wijze doorschemeren dat hij, als zoon van de profeet, Jezus Christus was.

Zijn uitspraken waren op zichzelf al angstaanjagend genoeg, maar wat ik nog veel erger vond was de blinde gehoorzaamheid van mensen die ik mijn leven lang had gekend. Het was duidelijk dat ze niet langer in staat waren om voor zichzelf te denken.

Warren sloeg helemaal door in zijn openbaringen. Niemand binnen de gemeenschap mocht op wat voor manier dan ook contact hebben met de buitenwereld, en dus begon hij nu ook zelf het weer te voorspellen. Dankzij mijn internetbedrijfje was ik nog steeds in het bezit van een computer, en ik ging wel eens online om te zien in hoeverre Jeffs weerbericht overeenkwam met wat ik op internet aantrof – de voorspellingen waren identiek.

Hij begon nu ook te prediken dat de legers van de hele wereld zich in het Midden-Oosten aan het verzamelen waren en dat de Derde Wereldoorlog was begonnen. Ik had nog steeds een radio op mijn kamer, en ik luisterde ernaar wanneer ik er heel zeker van kon zijn dat ik niet betrapt zou worden. Radio was ten strengste verboden. Ik hoorde over de oorlog in Irak, en wist genoeg over wat er zich in het Midden-Oosten afspeelde om te weten dat Warren Jeffs loog.

Warren bleef verkondigen dat het tijd was dat Gods uitverkorenen een tempel hadden om het werk te doen dat God voor ons in petto had. Ik hield mijn hart vast, want wij hadden altijd geleerd dat we pas met het bouwen van een tempel zouden beginnen zodra God de slechte mensen op aarde vernietigd had en de duizendjarige vrede was ingegaan. Warrens preken over de tempel maakten me bang. We hadden geleerd dat we elke zegen voor onze redding ook zonder tempel konden krijgen, en dat bloedverzoening het enige was waar een tempel voor nodig was. Ik was bang voor Warren Jeffs’ bedoelingen.

Merrilyn zat vast in het motel in Caliente. Haar halfbroer Truman, het jongetje dat we indertijd, op onze bizarre huwelijksreis naar San Diego, bij de benzinepomp waren vergeten, was aangewezen om haar in de gaten te houden. Voor zover ik weet heeft Merrilyn nooit een tweede ontsnappingspoging gedaan.

Loretta, de eerste van Merrils dochters die aan oom Rulon was uitgehuwelijkt, kwam weer thuis. Ze had geweigerd met Warren Jeffs te trouwen en was naar huis gestuurd om tot inkeer te komen. De rest van de familie – op één uitzondering na – veroordeelde Loretta om haar ongehoorzaamheid, net zoals ze Merrilyn om haar overspel veroordeelden. Vreemd genoeg was het Ruth die partij voor Loretta koos en ze vertelde me dat Loretta in haar ogen een slachtoffer was. Daar keek ik een beetje van op – een groot aantal van Ruths dochter was aan Warren uitgehuwelijkt en ze was altijd een trouwe aanhangster van ons geloof geweest. Ik was ontzet over de wrede manier waarop Loretta veroordeeld werd, maar ik had geleerd mijn mond te houden.

Audrey en ik spraken elkaar nog bijna dagelijks. Ze kwam onder het voorwendsel dat ze naar Harrison moesten kijken. Zowel Audrey als haar man maakten zich zorgen om Warrens extreme houding en venijn. Ik probeerde zo veel mogelijk niet naar de kerk te gaan, maar Audrey ging regelmatig en hield me op de hoogte van wat Warren in zijn preken verkondigde. Hij had het maar steeds over ‘het Centrum’ en over hoe hij mensen naar Zion zou sturen. Het addertje onder het gras was dat er meerdere Zions konden zijn. Elke plek waar de profeet ons naartoe stuurde werd Zion genoemd.

Ik vertelde Audrey dat ik het gevoel had dat Warren van plan was om ons in groepen naar verschillende afgelegen plekken te sturen, iets als concentratiekampen. Zijn behoefte aan absolute macht liet niet toe dat we naar eigen inzicht binnen de gemeenschap zouden leven. En eenmaal opgesplitst zouden we nooit meer kunnen ontsnappen, want voor mij stond vast dat we van onze kinderen gescheiden zouden worden.

Het was me duidelijk dat ik zo snel mogelijk weg moest. Ook was het me duidelijk dat vluchten onmogelijk was wanneer Merril thuis was. Ik zou moeten wachten tot hij de stad uit was en al mijn kinderen thuis waren. Arthur werkte in de bouw en was vaak de stad uit. Hoewel er voor mijn vlucht aan meerdere factoren voldaan moest worden, was ik ervan overtuigd dat ik vroeg of laat een kans zou krijgen. Het kwam erop neer dat ik voortdurend naar het ideale moment moest uitkijken en dat ik, zodra het aanbrak, de kans met beide handen aan moest grijpen.

Mijn moeder was me voor. Warren Jeffs maakte haar zo boos dat ze mijn vader meedeelde dat ze wegging en haar twee jongste kinderen mee zou nemen. Ze was niet alleen boos op Jeffs, maar voelde zich ook verbolgen over het feit dat er binnen de gemeenschap zoveel mensen waren die blindelings alles accepteerden wat hij zei. Moeder kon totaal geen begrip opbrengen voor die jaknikkers.

Ik keek niet echt op van haar beslissing om te vertrekken. Ik wist wel dat ze gedurende een aantal jaren de hoop had gekoesterd dat het leven zou veranderen, maar uiteindelijk moest ze toegeven dat de hele situatie alleen maar verslechterde.

Moeder was mijn grootste verdedigster. Ze was geschokt geweest toen Warren me had veroordeeld nadat ik hem over Merrils wrede optreden had verteld. Bij die gelegenheid had ze tegen mijn vader gezegd dat ze hem zou verlaten als hij niet alles op alles zou zetten om mij uit mijn huwelijk te halen.

Volgens mij was mijn moeder eindelijk gaan beseffen hoe ze door haar geloof verraden was. Ze wist dat mijn vader niet van haar hield. Ze had een dochter begraven en had voor haar gevoel twee andere kinderen verloren die de FLDS waren ontvlucht. Ze moest aanzien hoe ik mishandeld en vernederd werd. Ze kon niet bevatten dat God achter een geloof stond waarin mensen elkaar zo intens slecht behandelden. En daarin stond ze niet alleen.

Moeder was zo trots geweest op ons geloof en onze cultuur. Maar nu ze zag wat ervan was geworden, restte haar maar één uitweg, en dat was vertrekken. Mijn vader probeerde niet haar tegen te houden. In tegenstelling tot verreweg de meeste mannen binnen de gemeenschap, was hij van mening dat mijn moeder het recht had om zelf over haar leven te beslissen. Hij zei dat ze maar in moest pakken wat ze hebben wilde en dat hij op een ochtend vroeg een verhuiswagen zou laten komen om haar bij haar verhuizing te helpen.

Mijn moeder, mijn halfzusje Jennifer van zestien en mijn halfbroertje Winston van negen, vertrokken op 19 april 2003. Als vrouw van vijftig verliet ze het enige leven dat ze ooit had gekend. Eenmaal buiten de gemeenschap diende ze een verzoek tot echtscheiding in en beëindigde ze haar huwelijk dat achtendertig jaar had geduurd.

Na het vertrek van mijn moeder voelde ik me ondraaglijk eenzaam. In de loop der jaren hadden we een hele hechte band gekregen en ze had me, vooral met Harrison, enorm geholpen. Ik wist dat ze het verschrikkelijk had gevonden dat ze die dag, toen ze ons zonder Merrils toestemming naar het ziekenhuis had gebracht, niet had kunnen blijven om ons tijdens die enorme crisis tot steun te zijn. Dat soort momenten sneed haar door hart en ziel.

Ik sprak met niemand over mijn vluchtplannen, maar anderen binnen de gemeenschap deden er minder geheimzinnig over. Audrey en haar man waren van plan om naar het noorden van Idaho te vertrekken. De een na de ander verloor ik de mensen met wie ik een goede band had, en onder de achterblijvers was niemand die ik in vertrouwen durfde te nemen. Ik lette erg op mijn woorden omdat het niet ondenkbaar was dat de een of andere achteloze opmerking van mij aan Warren Jeffs verklikt zou kunnen worden en me in moeilijkheden zou kunnen brengen. Ik deed wat ik kon om de schijn op te houden dat alles normaal was.

Ook mijn kinderen hadden geen flauw vermoeden van mijn plannen. Achteraf hoorde ik echter dat LuAnne meer dan eens over onze vlucht had gedroomd. In die dromen zag ze ons allemaal in een huis ergens buiten Colorado City. Al haar broers en zusjes huilden en zeiden dat ze terug wilden naar hun vader en naar hun halfbroertjes en -zusjes. Betty smeekte me om iedereen weer naar huis terug te brengen. In haar dromen vreesde LuAnne dat we allemaal in de hel zouden belanden en ze was bang en huilde. Ze vertelde dat ze, wanneer ze wakker werd, altijd heel opgelucht was als bleek dat ze nog steeds bij haar vader was. Maar de droom bleef terugkomen. Betty was de enige aan wie ze erover durfde te vertellen, en Betty zei dat ze die droom had omdat ze niet bad voor het slapengaan.

Ik hield me zo veel mogelijk op de achtergrond binnen de familie. Bryson en Harrison waren het schild waar ik me achter kon verschuilen omdat beiden nog steeds erg veel verzorging nodig hadden. En ik bleef ook plichtsgetrouw met Merril seks hebben om de schijn op te houden.

Het was een gespannen en onzekere periode. In principe kon er op ieder moment van alles gebeuren.

Drie dagen na het vertrek van mijn moeder zag ik mijn kans schoon.