Pasgehuwd

De autorit was een opluchting omdat ik niet met Merril hoefde te praten. Mijn vader, zijn vrouw Rosie en mijn vaders zakenpartner reden met ons naar de veiling in Oregon, waar we twee dagen later arriveerden. In de auto zei Merril geen woord tegen mij. Voor hem was dit de zoveelste doodnormale zakenreis, maar míjn hele leven was veranderd.

Ik had tijd nodig om het trauma van de avond ervoor te verwerken. Ik begreep niets van seks en had ook nooit verwacht dat het zoiets lomps en onbehouwens kon zijn als het was geweest. Ik vond dat een man rekening moest houden met de gevoelens van een vrouw en dat Merril geen enkel recht had om me aan te raken als ik niet aangeraakt wilde worden. Ik was zo naïef dat ik vond dat hij me, alvorens iets op onze huwelijksnacht te proberen, eerst had moeten vragen of het wel goed was. Hij wist dat ik op het gebied van seks totaal onervaren was, maar kennelijk kon hem dat niets schelen.

Mijn vader en Rosie waren blij met mijn huwelijk, en dat maakte alles er voor mij nog onbegrijpelijker op. Als ze van me hielden, hoe konden ze me dan door zo’n hel laten gaan? Ik wist dat ze dachten dat Merril een man van God was en dat hij nooit iets zou doen wat in Gods ogen niet door de beugel zou kunnen. Mijn ouders beschouwden mijn huwelijk als een zegen van God omdat het door de profeet geopenbaard was. Volgens hen was mijn geluk afhankelijk van mijn bereidheid tot het gehoorzamen van Gods wil, ongeacht hoe moeilijk dat voor mij zou kunnen zijn.

’s Avonds in het hotel zat Merril het grootste gedeelte van de tijd televisie te kijken, of hij telefoneerde met Barbara. Ze was beledigd omdat ze niet mee had gemogen, en hij stelde haar keer op keer gerust met te zeggen dat hij van haar hield. Ik hield mijn mond, en in bed probeerde ik hem vooral niet aan te raken. Toen hij op een gegeven moment een poging deed om mijn borst te strelen en ik van angst verstijfde, trok hij zijn hand terug en drong verder niet aan.

De volgende dag op de veiling kocht Merril een aantal dingen die hij nodig had voor zijn bedrijf. Ik luisterde naar het bieden en voelde me als koopwaar die Merril had aangeschaft. In de loop van de dag telefoneerde hij meerdere keren met Barbara. Ik zat niet op zijn aandacht te wachten, maar vond wel dat hij ten minste rekening met me zou kunnen houden, of in de auto iets tegen me zou mogen zeggen. Ik was het gewend om als mens behandeld te worden.

Op de laatste dag van onze reis reden we door het bos van Californische sequoia’s en gingen we winkelen in San Francisco’s Chinatown. Mijn vader was makelaar geweest en had ons vaak meegenomen op zijn reizen. Als kind was ik met hem al een paar keer in San Francisco, en in het bos van sequoia’s geweest. Ik bofte dat ik voor mijn huwelijk met Merril al zoveel had gezien, want het had me de ogen geopend en me laten beseffen dat er buiten onze wereld ook nog een andere bestond. Maar het voelde vreemd om hier nu met een man te zijn die ik niet kende en te beseffen dat hij mijn echtgenoot was.

Merril maakte een enorme vertoning van het kopen van een aantal goedkope Chinese waaiers voor zijn dochters en vrouwen. In plaats van nog een nacht in een hotel te blijven, reden we tot ver in de kleine uurtjes terug naar huis. Daar bleef Merril een uurtje of twee bij me, waarna hij mijn slaapkamer verruilde voor die van Barbara.

Mijn eerste indruk de volgende ochtend was dat het huis onberispelijk schoon was en dat het huishouden op rolletjes liep. Het zou niet lang duren voor ik erachter kwam dat dit slechts schijn was.

De eerste aanwijzing dat er iets niet helemaal klopte kwam toen Ruth uit de keuken kwam – waar ze het ontbijt had klaargemaakt – om Merril te begroeten, die gedoucht en aangekleed uit Barbara’s kamer kwam. Hij kuste haar en zei: ‘Fijn om je te zien, Ruthie.’

Ruth knikte stijfjes. ‘Ja, het is ook fijn om jou te zien. Ik kan niet zeggen dat het leuk was om een hele week lang niet met je te kunnen praten.’

Dat vond ik vreemd. Voor mijn gevoel was Merril voortdurend aan de telefoon geweest. Ik had aangenomen dat hij, wanneer hij niet met Barbara sprak, met zijn andere vrouwen sprak – met Ruth en Faunita. Merril reageerde door Ruth te vragen of ze zijn beeldschone dochters en lieftallige vrouwen op wilde trommelen. Hij pakte mijn hand en trok me mee terug naar mijn slaapkamer. Daar kuste hij me, en zei dat ik de waaiers moest pakken die we in Chinatown hadden gekocht.

Ik haalde de waaiers uit mijn koffer en ging naar de keuken. Barbara was daar ook, en ik zag dat ze rode, opgezette ogen had, net alsof ze de hele nacht had gehuild. Merrils tienerdochters – de nussen – verdrongen zich stralend glimlachend om hun vader heen. Hij had nog vier andere dochters in de leeftijd van negen tot twaalf, en ook zij maakten deel uit van de groep aanbidsters die zich om hem heen had geschaard. Iedereen leek dolgelukkig met de waaiers. Ikzelf vond het een valse en onnatuurlijke vertoning, maar zo te zien was ik de enige.

Nadat Merril de waaiers aan zijn vrouwen en dochters had gegeven, overhandigde hij het laatste exemplaar aan mij en zei: ‘En deze waaier is voor mijn lieftallige echtgenote Carolyn, bij wijze van aandenken aan de eerste reis die we samen hebben gemaakt.’ Vervolgens kondigde hij aan dat hij en Barbara die ochtend naar zijn bouwbedrijf in Page zouden vertrekken. Hij zei dat ik Ruth in de keuken moest helpen en de tijd moest nemen om nader kennis te maken met zijn familie.

Hij en Barbara waren nog niet goed en wel vertrokken, of ik haastte me naar zijn kantoor om mijn docenten te bellen. Ik hoopte vurig dat ik een extra kans voor mijn eindexamen zou kunnen krijgen, en tot mijn opluchting hoorde ik dat ik diezelfde week nog examen zou kunnen doen. Dat was op zichzelf geen probleem, want de universiteit van de gemeenschap was in de stad, en was gehuisvest in hetzelfde gebouw als de openbare school.

Vrijdag ging ik erheen en deed mijn examens, en toen ik na afloop thuiskwam voelde ik me meer dan uitgeput. Sinds twee weken leidde ik een heel ander leven dan ik gewend was. Ik wist dat Merril het nooit goed zou vinden dat ik medicijnen ging studeren, en het was nog maar de vraag of hij ermee instemde dat ik lerares zou worden.

Ik had gehoord dat hij in Page op zoek was naar een nieuwe secretaresse. Barbara fungeerde als zijn secretaresse wanneer ze op reis waren. Margaret, Merrils oudste dochter, was zijn secretaresse op kantoor geweest, maar ze was getrouwd en in Salt Lake City gaan wonen. Merril had hulp nodig, en snel ook. Ik was bang dat hij me zou dwingen haar baan over te nemen waardoor ik niet verder zou kunnen studeren. Merril had er iets over gemompeld toen hij begin die week met Barbara de deur uit was gegaan.

De volgende ochtend ging ik een eindje fietsen met Audrey van twintig, die Merrils oudste nog ongehuwde dochter was – de nussprinses door wie de diploma-uitreiking een halfuur later was begonnen dan gepland. Audrey was beleefd en knap. Ondanks het feit dat ze een nuss was had ik haar altijd gemogen, want ze was niet verwaand en pretendeerde niet beter te zijn dan haar zussen.

Ik vroeg haar of ze dacht dat Merril me zou dwingen om zijn secretaresse te worden. Ze antwoordde: ‘Barbara is zijn secretaresse voor op reis. Maar ze heeft negen kinderen die ze nooit ziet. Het lijkt me voor de hand liggen dat hij jou als secretaresse wil hebben omdat je zijn jongste vrouw bent en nog geen kinderen hebt. En op die manier krijgt Barbara de kans om voor haar kinderen te zorgen.’

‘Audrey, denk je echt dat Barbara thuis wil blijven bij haar kinderen terwijl ik met Merril op reis ben? Toen ik met hem in San Francisco was hing hij voortdurend met haar aan de telefoon om haar gerust te stellen en te troosten. Ik kan me niet voorstellen dat ze zou willen dat ik haar werk van haar overneem.’

Audrey was even stil en dacht over haar antwoord na. ‘Nou, misschien is het tijd dat ze leert hoe het is om thuis te moeten blijven, in plaats van iedereen te tiranniseren en als enige voor alle leuke dingen in aanmerking te komen.’

Ik wist nog niet veel van de familie, maar wat ik wel wist, was dat ik me niet geroepen voelde om iemand een pijnlijke les bij te moeten brengen. Ik had de indruk dat als Barbara echt tijd met haar kinderen wilde doorbrengen, ze het reizen met Merril met de andere vrouwen zou kunnen delen.

‘Carolyn, toen we hoorden dat je met vader was getrouwd, hadden al Barbara’s kinderen het erover dat jij van nu af aan de vrouw zou zijn die hem op zijn reizen vergezelde. Ze hoopten dat hun moeder nu thuis zou blijven. Het enige wat ze willen is hun moeder. Ze zijn opgewonden omdat ze denken dat er een kans is dat hun moeder nu thuis zal blijven om voor hen te zorgen.’

Ik vroeg Audrey wat Barbara eigenlijk precies deed als Merrils secretaresse voor onderweg. ‘Die paar keer dat ik op kantoor ben geweest,’ zei ze, ‘heb ik haar alleen maar bloemen zien tekenen, en ze belde om de haverklap via de walkietalkie met vader. Ze bracht hem te drinken, en verder gingen ze elke avond samen uit eten.’

Volgens mij was een andere echtgenote wel het laatste waar Barbara in Page behoefte aan had, en dat zei ik ook tegen Audrey. ‘Ze heeft me op geen enkele manier het gevoel gegeven dat ze blij met me was,’ zei ik. ‘En ik krijg sterk de indruk dat ze het geen prettig idee vindt dat haar man met mij is getrouwd.’

‘Natuurlijk is ze niet blij met vaders huwelijk met jou,’ beaamde Audrey. ‘Sinds hij met haar is getrouwd is ze zijn enige vrouw, en het is niet ondenkbaar dat daar door jou nu verandering in komt.’

Ik kon mijn oren niet geloven en keek Audrey geschrokken aan. ‘Hoe bedoel je dat ze de enige vrouw van je vader is?’

Er gleed een beschaamde uitdrukking over Audreys gezicht. ‘Ik geloof dat ik al te veel heb gezegd. Laten we maar liever naar huis gaan,’ zei ze.

Mijn brein werkte op volle toeren. Waarom wilde Audrey me niet meer vertellen over wat er zich afspeelde in deze vreemde familie waarin ik door mijn huwelijk terecht was gekomen? Gedurende de eerste achttien jaar van mijn leven had ik altijd precies geweten waar ik aan toe was en wat er van me werd verwacht. Hoewel mijn moeder me sloeg, was alles bij ons thuis aan duidelijke regels gebonden en was mijn vader iemand die van heldere structuren hield. Maar sinds het moment twee weken daarvoor, toen ik mijn vader had gevraagd of ik mocht gaan studeren, was mijn wereld volkomen op zijn kop komen te staan.

Het weekend was gespannen. Merril bracht een nacht bij mij door en liet de rest van de familie volkomen links liggen. Op zaterdag gingen hij en Barbara de stad in, en de rest van de dag bracht hij pratend in haar kamer door. Toen hij maandagochtend naar Page vertrok, nam hij van niemand afscheid. Nancy, een van zijn dochters, ging met hem mee. Ik hoopte dat dit betekende dat ze Margarets baan overnam. Ik wilde niets liever dan studeren. Het was de enige kans die ik had om iets van mijzelf te maken. Het was een piepklein stukje vaste grond onder mijn voeten waarop ik mogelijk iets van een toekomst zou kunnen bouwen.

Het weekend daarop verliep minstens even gespannen. Merril bracht beide nachten op mijn kamer door en maandagochtend vroeg hij me of ik hem koffie in zijn kantoor wilde brengen. Barbara zat achter haar bureau. Ze had prachtig glanzend, licht krullend kastanjebruin haar. Ze was nog geen een meter zeventig lang, maar na negen kinderen gebaard te hebben woog ze ruim negentig kilo. Alvorens het woord tot haar te richten, nam Merril eerst een slokje van zijn koffie. ‘Barbie, ik heb besloten dat Carolyn deze week met ons meegaat naar Page.’

Ik zag meteen dat ze zich verraden voelde. Ze keek Merril woedend aan. ‘Ik dacht dat we dit besproken hadden en dat we het erover eens waren dat Carolyn niet mee zou komen naar Page.’

Merril antwoordde. ‘Ze gaat niet mee om te werken. Ik neem haar mee op een uitstapje deze week.’

Barbara’s adem stokte. Haar stem trilde toen ze Merril aankeek en zei: ‘En wanneer neem je mij dan mee op een uitstapje?’ Daarop barstte ze in snikken uit en rende de gang op.

Ik had een gevoel alsof ik moest overgeven. Merril lachte. Hij zei dat hij in Barbara’s kamer iets van papieren moest nakijken, verliet het kantoor en bleef lange tijd bij Barbara op de kamer.

Achtergebleven in het kantoor liet ik mijn gedachten gaan over wat er zich tussen ons drieën had afgespeeld. Mijn vader deed altijd erg zijn best om zijn beide vrouwen eerlijk te behandelen. Dit soort explosieve spanning kwam tussen hen niet voor. Audreys opmerking dat Barbara Merrils enige vrouw was, was verwarrend. Het was duidelijk dat wanneer Merril thuis was, hij geen tijd doorbracht met Faunita of Ruth. Wanneer hij op reis was en naar huis belde, was Barbara de enige vrouw met wie hij sprak. Het was me ook duidelijk dat ze mij als een bedreiging beschouwde. Telkens wanneer hij de nacht met mij doorbracht, was hij de hele dag daarop bezig met het Barbara naar de zin te maken. Ik kon het niet uitstaan om de oorzaak van een conflict te zijn – ik vond het ondraaglijk.

Ik ging naar de keuken om Ruth te helpen bij het klaarmaken van de middagboterham voor de kleuters. Ruth droeg haar zwarte haar in een strak knotje. Ze maakte een ongezonde indruk – haar gezicht was mager en ingevallen. Ongeveer een uur later kwam Merril binnen om te zeggen dat ik toch niet met hem mee op reis zou gaan. Hij en Barbara hadden besloten dat ik beter thuis kon blijven om Ruth te helpen bij het koken, het huishouden en de was. Maar dat was nog niet alles. ‘Barbara heeft besloten dat Jackson – haar zoontje van negen maanden – intussen oud genoeg is om thuis te blijven. We vinden alle twee dat jij de aangewezen persoon bent om ervoor te zorgen dat het hem tijdens de afwezigheid van zijn moeder aan niets ontbreekt.’

Ik had van mijn leven nog nooit langer dan een paar uur voor een baby gezorgd. Het duurde niet lang voor mijn aanvankelijke schrik plaatsmaakte voor woede, want ik besefte dat ik een pion was in hun spel. Het was Barbara die hier thuis de dienst uitmaakte. Merril deed alsof hij de baas was, maar dat was slechts schijn. Uiteindelijk deed hij alles wat Barbara wilde. En als het aan haar lag zou ik nooit mogen studeren.

Ze vertrokken zonder afscheid te nemen, en gaven me ook geen enkele instructie ten aanzien van Jacksons verzorging. Toen het tot me doordrong dat ze weg waren, ging ik naar hem op zoek. Ik vond hem in een totaal doorweekte luier achter zijn looprek. Radeloos ging ik naast hem zitten. Wat moest ik met hem doen? Ik wist niets van zijn rooster, of van het aantal flessen dat hij per dag kreeg en hoeveel vast voedsel ik hem zou moeten geven. Zijn zusje, die nog net geen zes was, zat naar hem te kijken. Ik kon gewoonweg niet geloven dat Barbara weg was gegaan zonder afscheid van haar kleintjes te nemen en zonder de luier van haar zoontje te verschonen.

Ruth had besloten het huis een grondige schoonmaakbeurt te geven. Ze sponste de muren af, schrobde alle hoeken schoon en mestte alle kasten uit. Dat leek haar reactie op het feit dat Merril mij tot zijn vierde vrouw had genomen. Ik vermoedde dat ze haar frustraties uitleefde op het poetsen en boenen, en ze dwong haar dochters haar daarbij te helpen. Wanneer we in elkaars buurt waren maakte ze altijd een totaal ongelukkige indruk, en ik had vaak het gevoel dat ze gehuild had.

Jackson at niet veel die eerste dag. Ik begon me zorgen te maken. Zijn buikje voelde keihard. Ik probeerde hem te laten slapen maar hij hield niet op met huilen. Uiteindelijk besloot ik naar Page te bellen om met Barbara te overleggen. Nancy zei dat ze waren gaan eten. Ik zei dat ik haar zo snel mogelijk wilde spreken omdat ik bezorgd was om Jackson.

Barbara belde niet. Ik bleef de hele nacht aan Jacksons bedje zitten waken. Hij huilde bijna aan een stuk door en was verschrikkelijk onrustig. Pas tegen zes uur ’s ochtends dronk hij zijn flesje en viel in slaap. Om acht uur belde Merril om te vragen hoe het met Jackson was. Ik antwoordde dat hij het grootste gedeelte van de nacht had liggen huilen maar dat hij uiteindelijk tegen zessen in slaap was gevallen. ‘Nou, zo te horen hebben we hem in betrouwbare handen achtergelaten,’ luidde Merrils commentaar.

Ik negeerde zijn compliment en zei: ‘Ik snap niet waarom Barbara niet even kon bellen gisteravond om te zeggen wat ik met haar baby moest doen.’

‘Carolyn,’ zei Merril op een neerbuigend toontje, ‘het is ónze baby, en dat betekent dat jij even verantwoordelijk voor hem bent als zij.’

Daar dacht ik anders over, en ik zei tegen Merril dat ik ervan overtuigd was dat Barbara veel beter wist wat haar zoon nodig had dan ik. Daarop zei hij: ‘Dat gaat veranderen. Barbara en ik hebben gisteravond besloten dat het goed voor je is om zelfstandig, en zonder aanwijzingen van onze kant, te ontdekken hoe je het beste voor Jackson kunt zorgen.’

Zijn woorden maakten me boos. Hoe konden ze Jackson en mij zo wreed behandelen? Daarop liet Merril me weten dat ik de volgende dag naar Page moest komen en dat ik hem naar Phoenix en Californië zou vergezellen. Ik voelde me bepaald onaangenaam verrast. Barbara had heel duidelijk laten blijken dat ze niet wilde dat ik met Merril op reis zou gaan. En wie moest er voor Jackson zorgen? ‘Dat is geen probleem,’ zei Merril. ‘Ik regel wel dat er voor hem wordt gezorgd. Het enige waar jij nu aan moet denken, is dat wij samen op reis gaan.’

Ik voelde me duizelig en als verlamd door de voortdurende veranderingen. Tijd om aan iets te wennen kreeg ik niet. Als ik ergens geen behoefte aan had, dan was het wel om dag en nacht alleen met Merril te zijn. Jackson sliep ook de tweede nacht heel slecht, en ik deed amper een oog dicht. Uiteindelijk viel ik in slaap en ik hoorde de wekker niet. Het was al middag toen ik ten slotte in Page arriveerde, maar dat gaf niet. Merril liep achter op zijn schema. Barbara behandelde me als ijs, en ik twijfelde er geen moment aan dat ze woedend was omdat Merril en ik samen op reis gingen.

We reden naar Flagstaff waar we zouden gaan eten. Maar onderweg kreeg Merril een migraineaanval en verderrijden was uitgesloten. We zochten een hotel en gingen slapen. Het was al laat de volgende ochtend toen Merril zich eindelijk fit genoeg voelde om de reis voort te zetten. Maar het had al geen zin meer. Oom Roy en de anderen met wie we hadden afgesproken waren al op weg gegaan naar Californië. Uiteindelijk gingen we naar Phoenix waar Merril voor zaken moest zijn. De dag daarop, aan het einde van de middag, keerden we terug naar Page, en vervolgens naar huis.

Merril en ik spraken niet veel in de auto. Hij leek met zijn gedachten voornamelijk bij zijn werk – hij maakte voortdurend aantekeningen en stopte om mensen te bellen. We waren vreemden voor elkaar en hij leek geen behoefte te hebben mij beter te leren kennen. Het risico voor hem was, vermoed ik, dat als hij me aardig zou gaan vinden, zijn relatie met Barbara enorm gecompliceerd zou worden.

In het weekend was de stemming thuis altijd gespannen, maar na onze terugkomst was de sfeer helemaal om te snijden. Barbara had een pestbui en weigerde binnen te komen. Merril bleef lange tijd met haar in de auto zitten praten. Toen hij uiteindelijk weer binnenkwam, zei hij dat ik haar vier dochters en zoon Danny naar bed moest brengen. Hij voegde eraan toe dat hij een ritje met Barbara ging maken, maar dat hij daarna met mij zou slapen.

Aan Barbara’s slaapkamer grensde een kleine kinderkamer met stapelbedden voor haar vier dochters. Danny, van drie, had een eigen bedje op de vloer. Het uitkleden en wassen van de kinderen nam de nodige tijd in beslag. Tegen de tijd dat ik klaar was waren Merril en Barbara alweer thuis, en hadden ze zich op haar kamer teruggetrokken. De meisjes hadden hun moeder binnen horen komen, maar Danny was me te snel af en ontglipte me naar haar kamer.

Enkele minuten later hoorde ik Danny huilen. ‘Mammie, waarom sla je me? Waarom sla je me, mammie?’ Barbara had haar kinderen een hele week niet gezien, en nu, na nog geen paar minuten thuis te zijn, gaf ze haar zoontje een pak slaag omdat hij haar had gemist.

Ik voelde me schuldig. Hoewel ik er in feite niets aan kon doen, ontkwam ik niet aan het gevoel dat, als Merril niet met me getrouwd was, Barbara het mogelijk niet nodig zou vinden om haar zoontje ervan langs te geven. Ik had de grootste moeite met de spanningen en ruzies binnen Merrils familie. Telkens wanneer hij iets met mij ondernam leek de rest van de familie daarvoor te moeten boeten.

Ik kroop in bed en voelde me diepellendig bij de gedachte dat Merril waarschijnlijk de enige man was met wie ik in mijn leven een relatie zou hebben. Er was niets natuurlijks aan een vrouw van achttien die getrouwd was met een man van vijftig die ze nauwelijks kende en om wie ze hoegenaamd niets gaf. Mijn kennis van seks was beperkt tot de plicht van het maken van kinderen. Ik kon me niet voorstellen dat angst, afschuw en paniek de normale reacties waren – er moest toch ook een plezierig element aan zitten. Gelukkig kwam Merril die avond niet en kon ik lekker rustig slapen.

De volgende ochtend ging ik op zoek naar Audrey en vroeg haar of ze zin had om weer een eindje met me te gaan fietsen. Een halfuur later waren we onderweg naar het meer. Het was vroeg – de zon was nog niet eens op. We vonden een grote kei aan de oever waar we op gingen zitten. Van de hele familie was Audrey de enige die aardig tegen me was. Ik had het idee dat ze me dingen zou kunnen vertellen die me konden helpen overleven.

Audrey was een dochter van Faunita. Ze vertelde dat Merril, vanaf het moment dat hij met Barbara was getrouwd, niet meer met Faunita had geslapen. Barbara had hem heel duidelijk te verstaan gegeven dat zij de enige vrouw zou zijn met wie hij een seksuele relatie had.

Volgens Audrey waren Merrils eerste twee huwelijken een ramp geweest. Zijn huwelijk met Faunita – zijn eerste vrouw – was door de profeet gearrangeerd omdat Merril, die op dat moment in de twintig was, verliefd was op een meisje dat geen lid was van de FLDS. Haar ouders waren er vierkant op tegen dat ze met iemand zou trouwen die tot een religieuze sekte behoorde. Merril bleef echter aandringen. Hij was ervan overtuigd dat haar ouders uiteindelijk wel zouden toegeven.

De profeet, oom Roy, zei tegen Merril dat het nooit iets zou kunnen worden, en beval hem vervolgens met Faunita te trouwen. Merril verzette zich. Maar enkele maanden later werd hij bij de profeet op het matje geroepen en kreeg te horen dat God ontstemd was over zijn ongehoorzaamheid ten aanzien van zijn geopenbaarde huwelijk.

Hij was gedwongen om met Faunita te trouwen, en hij bleef weigeren om met haar te slapen. Op de een of andere manier kwam oom Roy achter de waarheid van hun huwelijk, en Merril werd opnieuw op het matje geroepen. Hij beval Merril een echtgenoot voor Faunita te zijn, en die andere vrouw uit zijn hoofd te zetten. Merril realiseerde zich dat hij zijn ware liefde los moest laten, en daar gaf hij Faunita de schuld van. Dit was de oorzaak van de diepe agressie die hij jegens haar voelde.

Na een aantal ondraaglijke jaren met Faunita, vertelde Audrey verder, werd Merril gedwongen om met Ruth te trouwen. Hij verzette zich ook tegen dit huwelijk, en ook nu weer werd hij door de profeet op het matje geroepen en tot het huwelijk gedwongen. Ruth was altijd een emotioneel labiele vrouw geweest. Volgens Audrey had ze nog voor haar huwelijk met Merril al twee keer een zenuwinzinking gehad. Ze was uiterst fragiel en Merril had absoluut geen interesse in een seksuele relatie met haar.

Barbara – die Ruths halfzus was – verscheen op het toneel toen Merril achtendertig, en zij achttien was. Audrey zei dat Barbara een driftkop was en dat ze Merril als man een lachertje vond. Maar na twee ongelukkige huwelijken met vrouwen die hem absoluut niet interesseerden, was hij dringend aan iets anders toe. Barbara en Merril hadden beiden een zwak voor macht en dominantie, en het kon ze niet schelen wie daar het slachtoffer van werden.

Aanvankelijk kwam Faunita nog voor zichzelf op en weigerde ze zich door Barbara te laten commanderen. Barbara beschuldigde haar van opstandigheid en jaloezie. Barbara zei dat, als ze zich echt interesseerde voor de wensen van haar man, ze zich erbij neer zou moeten leggen dat haar man geen seks met haar wilde hebben.

Toch was me nog steeds niet duidelijk hoe Barbara zoveel macht over Merril kon hebben. Audrey zei dat Merril volledig in haar ban was en dat hij alles wat ze deed even fascinerend vond, zelfs wanneer dat het commanderen van zijn andere vrouwen en kinderen betrof. Ze voelden zich op een perverse manier onweerstaanbaar tot elkaar aangetrokken.

Toen Barbara op het toneel verscheen was het huis een grote bende geweest. Ze nam onmiddellijk de leiding op zich en wist precies hoe ze Merril moest manipuleren. Wanneer, in de eerste jaren van het huwelijk, Merril met een andere vrouw op reis ging, explodeerde Barbara en ging ze de andere vrouw die thuis had moeten blijven te lijf – of ze verdween.

Audrey zei dat Barbara het op mij had voorzien. ‘Ze zal vader op een verschrikkelijke manier laten boeten en hem zó onaangenaam behandelen dat het niet lang zal duren voor hij onder de druk bezwijkt en ze weer zijn enige vrouw zal zijn.’ Ik was nog maar een paar weken getrouwd, maar het was me al opgevallen dat Barbara Merril geen moment uit het oog liet. Hij kon geen stap verzetten zonder dat ze precies wist waar hij was en met wie.

‘Hij slaapt nog wel met Ruth, maar net voldoende om haar zwanger te houden,’ vertelde Audrey. ‘Zijn mooiste kinderen zijn van Ruth, en daarom slaapt hij nog steeds met haar.’ Audrey vertelde verder dat Merril nog een reden had om Ruth zwanger te laten zijn, en dat was omdat ze tijdens haar zwangerschappen geestelijk stabieler was. Ze aarzelde even, en voegde eraan toe: ‘Maar Barbara gebruikt Ruth als haar slavin. Ze schrijft haar de wet voor, en als ze ook maar een klein foutje maakt krijgt ze een waanzinnige scheldpartij over zich heen.’ Ruth kroop voor Barbara als gevolg van het feit dat ze aanhoudend door haar mishandeld werd. Het gebeurde regelmatig dat Barbara Ruth ervan beschuldigde dat ze jaloers op haar was en dat haar relatie met Merril niet harmonisch was.

De opkomende zon wierp zijn gekleurde stralen over de oppervlakte van het meer, en intussen had ik het gevoel dat ik veroordeeld was tot een helse wereld waarin ik mogelijk tot aan mijn dood zou moeten vertoeven. Ik kon niet begrijpen waar ik dit vreselijke lot aan te danken had.

Audrey vertelde me over een keer dat Faunita tegen Barbara’s autoritaire gedrag in opstand was gekomen. Merril had haar boven op zolder, en de rest van de familie beneden in huis opgesloten. Audrey en de andere kinderen hadden Faunita horen krijsen toen Merril haar een aframmeling gaf. De volgende ochtend had Faunita onder de blauwe plekken gezeten. Tegen Audrey zei ze: ‘Dit heeft je vader me aangedaan. Hij heeft me met de bezem geslagen.’ Audrey had geschreeuwd: ‘Ik haat hem! Ik haat hem!’ Daarop had Faunita haar beetgepakt en gezegd: ‘Dat mag je nooit zeggen van je vader. Hij is een goed mens.’ En het was lang niet bij die ene aframmeling gebleven, zei Audrey. Een paar keer had Merril Faunita zo ernstig te grazen genomen dat ze gedurende drie à vier dagen niets had kunnen horen of zien.

Binnen de cultuur van de FLDS is een echtgenote het bezit van haar man en kan hij met haar doen wat hij wil. Als een vrouw durft te klagen over lichamelijk geweld en mishandeling, keert iedereen zich tegen haar, want er wordt automatisch aangenomen dat ze ongehoorzaam is. Het is altijd haar schuld. Het is een enorme schande om door je man te worden geslagen. Dus als vrouw rep je liever niet over het feit dat je mishandeld wordt, want doe je dat eenmaal wel, dan heb je onmiddellijk de reputatie van een opstandige.

Audrey vertelde dat Merril Faunita pas na zijn huwelijk met Barbara was gaan mishandelen. Barbara had Merril ook zover gekregen dat hij zijn kinderen was gaan slaan. Audrey vertelde dat Barbara een soort van plank had die ze haar slaghout noemde en waarmee ze haar kinderen naar believen een aframmeling gaf. Ze deinsde er ook niet voor terug om zich op Faunita’s of Ruths kinderen uit te leven. En Merril riep haar nooit een halt toe.

Barbara had er volgens Audrey achttien maanden voor nodig gehad om Merril zover te krijgen dat hij beloofde niet meer met Faunita te zullen slapen. Op dat moment was Faunita tweeëndertig geweest. Barbara had er geen bezwaar tegen dat hij met Ruth naar bed bleef gaan omdat ze haar halfzus was en dat maakte haar kinderen tot echte familie. Dit facet woog zwaar binnen de families van de FLDS omdat de meerderheid altijd in het voordeel was. De meerderheid, dat konden je eigen kinderen zijn en die van je halfzus. Merrils familie werd overheerst door de Steeds omdat Ruth en Barbara allebei Steeds waren.

Audrey vertelde dat Merril, telkens wanneer haar moeder hem weigerde te gehoorzamen, haar lichamelijk of emotioneel door de mangel haalde. Uiteindelijk voelde Faunita zich zo verschrikkelijk verslagen dat ze begon om overdag te slapen en ’s nachts televisie te kijken. Dat was de enige manier om aan Barbara’s heerszucht te ontsnappen. Haar oudere kinderen zorgden voor hun jongste broertjes en zusjes van wie er op dat moment nog een aantal op de lagere school zat.

Na een korte aarzeling ging Audrey verder met te vertellen dat ze haar moeder al een aantal keren bewusteloos had aangetroffen als gevolg van een overdosis medicijnen. In het begin was ze zo hard als ze kon naar haar vader gerend en had ze gekrijst dat haar moeder dood was, maar hij had geweigerd om zelfs maar bij haar te gaan kijken. Audrey had het daar erg moeilijk mee.

Inmiddels had de familie al veertien jaar lang onder Barbara’s tirannie te lijden. Iedereen in huis was bang voor haar en niemand durfde haar uit te dagen. Audrey zei dat de enige hoop van de familie was dat hun vader op een andere vrouw verliefd zou worden en dat deze nieuwe relatie een eind aan Barbara’s macht zou maken. Ik vroeg: ‘Hoe kan je vader ooit op een nieuwe vrouw verliefd worden als hij niet eens in haar buurt mag komen en ze gedwongen is Barbara’s bevelen te gehoorzamen?’

Audrey zweeg omdat ze niet wist was ze daarop moest zeggen. Maar één ding wist ze zeker. ‘Je zult een manier moeten vinden om ervoor te zorgen dat vader verliefd op je wordt. Doe je dat niet, dan zal het je geen haar beter vergaan dan Ruth of mijn moeder.’

Ik vond Audreys bereidheid om me dit alle maal te vertellen ontroerend. Ik had gelukkig een vriendin binnen de familie.

Op de rit terug naar huis realiseerde ik me echter dat ik niet wilde dat Merril verliefd op me zou worden. Ik voelde er niets voor om vast te zitten aan een man die drie keer zo oud was als ik. Er was eigenlijk maar één ding dat ik wilde, en dat was studeren. Maar dat vertelde ik niet aan Audrey. Ondanks alles wat ze me had verteld, wist ik dat ze haar vader aanbad.

Ik wilde zo snel mogelijk naar de universiteit. Ik moest uitzoeken of ik die zomer colleges in Cedar, op de universiteit van de gemeenschap, zou kunnen volgen. Als ik mijn studieplannen tot de herfst zou uitstellen was de kans groot dat ik gedwongen zou worden om fulltime voor Merril of Barbara te werken, en dat zou een ramp zijn. Mijn enige echte hoop was iets van een vak te leren waarmee ik een beroep zou kunnen kiezen waarmee ik zo ver mogelijk uit Barbara’s en Merrils buurt zou kunnen blijven.

Toen Audrey en ik thuiskwamen zat Merril boven in zijn kantoor koffie te drinken. Toen hij me zag zei hij: ‘Dag, Carolyn, ik heb je gezocht vanochtend. Waar was je?’ Barbara, die naast hem zat, verstijfde. Ik zag aan haar gezicht dat ze het niet kon verdragen dat haar man wilde weten waar ik was geweest.

‘O, Audrey en ik zijn een eind gaan fietsen en we zijn een poosje bij het meer geweest.’ Merril knikte.

Ik had me heilig voorgenomen om hem dat weekend te vertellen dat ik wilde studeren. Die zondagavond kreeg ik mijn eerste kans. Hij kwam mijn kamer binnen en kondigde aan dat hij de nacht wilde blijven. Het was nu of nooit. Ik vertelde hem dat er op de Southern Utah University een speciale zomercursus van twee weken werd gegeven. Ik zou bij mijn oom kunnen slapen en alles zou doodeenvoudig zijn.

Het idee stond Merril niet aan. Hij zei dat hij geen gelegenheid had gehad om me echt te leren kennen en dat hij niet zeker wist of het wel zo’n goed idee was om mij al zo snel naar de universiteit te laten gaan. Sterker nog, vervolgde hij, hij had er hoe dan ook zijn twijfels over of ik wel zou kunnen studeren. De moed zonk me in de schoenen. Hij zag aan mijn gezicht hoe teleurgesteld ik was. Ik keek dan ook echt geschokt toen hij zei dat ik misschien wel op een betere manier in zijn leven zou kunnen passen dan door te studeren. De seks tussen ons was even hol en betekenisloos als altijd.

Maar tegen de tijd dat Merril de volgende ochtend op het punt stond naar Page te vertrekken, had de situatie zich volledig gewijzigd. Ik maak me sterk dat Barbara’s jaloezie in mijn voordeel heeft gewerkt. Ze wilde me het huis uit hebben. Ineens vond Merril studeren een geweldig idee. Hij gaf me een cheque om me voor de cursus in te kunnen schrijven.

Toen Merril het weekend daarop thuiskwam, riep hij een aantal van zijn dochters bij zich op kantoor. Achteraf hoorde ik dat hij tegen hen zei dat hij bang was dat ik mezelf problemen op de hals zou halen als ik in mijn eentje naar Cedar ging. Enkele van zijn dochters boden zich vrijwillig aan om met me mee te gaan om hem tot in de details te kunnen vertellen wat ik uitspookte.

Dat hoorde ik de volgende ochtend van Audrey, en ik was woedend. ‘Hoe durft hij zijn dochters te vertellen wat ik wel en niet mag doen! Het gaat ze geen barst aan.’ Dat was Audrey met me eens. ‘Maar volgens mij zijn mijn zussen die zich bereid hebben verklaard om met je mee te gaan niet echt van plan om je te verklikken. Volgens mij willen ze alleen maar een kans om zelf iets te studeren. Zolang ze maar zeggen dat ze je in de gaten zullen houden kunnen ze ook het huis uit.’

Dat had ik me niet gerealiseerd. Audrey vervolgde: ‘Carolyn, we willen allemaal studeren, maar vader wil niet dat zijn dochters naar de universiteit gaan. Nu is er opeens een kansje. Ik heb gehoord dat hij erover denkt een auto te kopen en dat hij overweegt je de hele zomer colleges te laten volgen.’

‘Heeft hij dat echt gezegd?’ vroeg ik. Ik had Merril alleen maar om die cursus van twee weken gevraagd. Ik kon mijn geluk niet op, maar deed mijn best om daar vooral niets van te laten blijken. Ik wist niet hoe Audrey erop zou reageren en ik wist ook niet of het echt waar was wat ze zei. Audrey zei dat haar andere zussen erop hadden aangedrongen om mij langere tijd colleges te laten volgen, want dan zouden zij er ook langere tijd van kunnen profiteren.

Merril kwam die middag laat thuis en vroeg me naar Barbara’s slaapkamer te komen. Het viel me op dat ze een nieuw schilderij aan de muur had hangen – een afbeelding van een zielig kijkend jong hondje. Ze zeiden dat ik plaats kon nemen op een kruk die naast het bed was gezet. Barbara zag me naar het schilderij kijken. ‘Dat schilderij heb ik gekocht in de week van jouw huwelijk met Merril. Toen jullie samen op reis waren voelde ik me net zoals dat hondje op het schilderij.’

Ik wist niet wat ik daarop moest zeggen.

Merril begon met te zeggen: ‘Carolyn, je vraagt je zeker af waarom ik je heb geroepen. Ik heb nagedacht over die cursus waar je me afgelopen weekend over vertelde. Toen ik je daar toestemming voor gaf, heb ik niet stilgestaan bij het feit dat je ook een auto nodig zou hebben, en ik schaam me er een beetje voor om te moeten bekennen dat deze familie maar over één behoorlijke auto beschikt, en dat is de auto waar ik in rij.’

Ik luisterde met ingehouden adem.

‘Het is zinloos om een auto te kopen voor een cursus van twee weken. Dus als je wilt kan ik nu een auto voor je kopen waarmee je dan aan die cursus kunt beginnen, en daarna kun je hem dan blijven gebruiken voor als je in de herfst colleges wilt blijven lopen. En als je heel erg staat te popelen kun je ook alle zomercursussen doen.’

Ik glimlachte om mijn emoties de baas te kunnen blijven. Ik was opgetogen! In die tijd waren er binnen de FLDS maar heel weinig vrouwen die een eigen auto hadden, en er waren er nog minder die toestemming kregen om buiten de familie te wonen. Maar kennelijk was Merril tot dat alles bereid.

‘We zullen in Cedar een flatje voor je moeten zoeken. En wat de onkosten aangaat heb ik bedacht dat het me bijna evenveel kost om jou alleen te laten studeren als om ook twee van mijn dochters naar de universiteit te laten gaan. Dus ik heb besloten om van deze gelegenheid gebruik te maken en ook twee van mijn dochters te laten studeren.’

Aansluitend gingen we naar de stad om twee auto’s te kopen – een voor mij, en een voor Merrils dochter Nancy, die in Page werkte. Ik zou nog een week thuis moeten blijven, en dan begonnen de colleges.

Toen Merril en Barbara die maandagochtend op het punt stonden om naar Page te vertrekken, vroegen Barbara’s jongste vier dochters of ze tijdens hun afwezigheid bij mij mochten slapen. Millie, Barbara’s dochtertje van vier, deed dat al. Maar nu wilden haar zusjes dat ook. De meisjes smeekten en Merril gaf toe. Mijn kamer was evenwel te klein voor al die kinderen, dus Merril vroeg me of ik die week met Barbara’s dochters in haar bed wilde slapen. Nog maar zeven dagen te gaan. Ik zei dat het goed was.

Ik was uitgelaten en sliep stukken beter dan ik sinds mijn huwelijk twee maanden eerder had gedaan. Ik voelde me zoveel opgeluchter, en mijn toekomst kwam me ineens veel minder beklemmend en claustrofobisch voor.

Een paar dagen later lag ik diep te slapen toen iemand me wakker schudde. ‘Carolyn, word wakker, ik moet met je praten.’ Ik ging zitten. Aan de stem hoorde ik dat het Audrey was, maar ik kon haar niet zien omdat het volkomen donker was in de kamer. Ik deed het lampje op het nachtkastje aan. Audrey was volkomen van streek – haar gezicht was een strak masker en haar lichaam was verstijfd.

‘Audrey, wat is er?’ vroeg ik fluisterend. ‘Is er iets gebeurd?’

‘O, Carolyn, het is verschrikkelijk. Ik moet trouwen. Vader heeft vanochtend gebeld om me dat te vertellen.’

Dat was schokkend nieuws. ‘En met wie moet je trouwen?’

Audrey keek me wanhopig aan. ‘Met iemand die ik niet echt ken, en hij is jonger dan ik. Misschien is hij wel aardig, maar ik ben verliefd op iemand anders. Ik heb eindeloos geprobeerd om vader zover te krijgen dat hij me naar de profeet zou brengen om hem te kunnen vragen of ik mag trouwen met de man van wie ik hou.’

Ik wist niet hoe ik Audrey zou kunnen troosten. Ze zei dingen die verboden waren. Het was binnen de FLDS voor een jonge vrouw verboden om zelf een man te kiezen. Bij wijze van uitzondering gebeurde het wel eens dat een meisje de profeet bekende dat ze het gevoel had dat ze een bepaalde man toebehoorde, maar daarbij verklaarde ze altijd nadrukkelijk dat Gods wil bij haar voorop stond. Meestal zeiden ze dan iets in de trant van: ‘Ik wil aan de zijde van deze man leven en met hem trouwen, als dat inderdaad de plaats is waar ik thuishoor.’

Binnen de FLDS was trouwen altijd een kwestie van goddelijke openbaring. De profeet ontving het nieuws en deelde dat vervolgens mee aan het gelukkige stel. Audreys liefde voor een man bij wie ze niet thuishoorde was iets waardoor ze ernstig in de problemen zou kunnen raken en Merrils familie een slechts naam zou kunnen bezorgen.

Een vrouw kon uitsluitend samen met haar man of met haar vader naar de profeet. Ze kon onmogelijk op eigen houtje naar hem toe, zelfs niet wanneer ze, zoals Audrey, al twintig was. Merril had beloofd dat hij met haar zou gaan, maar hij was nooit op tijd thuis om zijn belofte waar te kunnen maken en de afspraken moesten keer op keer worden afgezegd.

‘Ik heb het gevoel alsof mijn leven voorbij is. Als ik maar een keer de kans had gehad om met de profeet te praten, zou ik hier vrede mee hebben gehad,’ zei ze. Ik kon helemaal met haar meevoelen – mijn wereld was ingestort toen ik gedwongen was om met Merril te trouwen, en dat terwijl ik niet eens op iemand anders verliefd was. ‘Ik moet dit doen. Er is geen andere oplossing.’ Audrey liep de kamer op en neer. ‘Als ik deze man weiger zal ik toch nooit met die ander kunnen trouwen. En bovendien maak ik vaders familie alleen maar te schande.’

Wat de situatie er extra gecompliceerd op maakte was het feit dat de man op wie Audrey verliefd was al een vrouw had. Ze kon alleen maar met hem trouwen als de profeet Audrey aan hem toewees, en dat was onwaarschijnlijk omdat hij al bekend had gemaakt dat hij wilde dat ze met iemand anders zou trouwen. Als ze haar wensen op dit moment kenbaar maakte zou ze het stempel van opstandige krijgen opgedrukt.

Twee dagen later kwam haar aanstaande man naar ons huis om haar te vragen of ze een wandeling met hem zou willen maken (daar had hij toestemming van Merril voor gekregen). Hij heette Merlin. Na afloop kwam Audrey naar me toe en we trokken ons terug op mijn slaapkamer waar ze in snikken uitbarstte. ‘Hij is echt heel aardig, maar telkens wanneer ik naar hem kijk, zie ik hem als de man die mijn toekomstige geluk steelt.’ Ik luisterde, al wist ik dat ik in werkelijkheid niets zou kunnen zeggen. Ook zij was in de val terechtgekomen. De eens zo stralende nuss-prinses voelde zich veroordeeld tot een huwelijk met een totaal nietszeggend iemand.

Die zondag vertrok ik naar Cedar. Audrey was een paar dagen eerder getrouwd. Merril was niet bij het burgerlijk huwelijk aanwezig. Faunita was ziek en kon ook niet bij het huwelijk aanwezig zijn. Ruth ging wel, en het enige wat ze tegen Audrey zei was dat ze de wil van de profeet moest accepteren.

De dag daarop was de religieuze plechtigheid waarbij Audrey en Merlin door de profeet in de echt werden verbonden. Alle ouders waren erbij, behalve ik (hoewel ik twee jaar jonger was dan zij, werd ik beschouwd als een van haar moeders). Op de trouwfoto’s keken Audrey en Merlin alle twee even ongelukkig.

Op de receptie kwam iedereen met cadeautjes, en Audreys zussen zorgden zingend voor de muzikale omlijsting. Dit soort feesten waren leuk voor de gemeenschap, maar voor het bruidspaar, en in het bijzonder voor de bruid, was er niets leuks aan. Audrey had geprobeerd de receptie af te zeggen omdat ze het gevoel had dat ze het niet aan zou kunnen om haar huwelijk te vieren in het bijzijn van zoveel mensen. Ze was getraumatiseerd, vernederd en wanhopig. Maar Merlin wilde het huwelijk vieren, en alles ging gewoon volgens plan door.

Toen ik het weekend erop thuiskwam en Audrey en ik onze fietstocht maakten, vertelde ze me alles. Ze kon zich niet voorstellen dat ze ooit van Merlin zou kunnen leren houden. Op weg naar het meer zei ze: ‘Als ik mijn hele leven moet delen met een man van wie ik nooit zal kunnen houden, dan had ik nog beter kunnen trouwen met iemand die tenminste belangrijk is. Zoals jij. Waar heb ik het, als dochter van een vooraanstaand lid van de gemeenschap, aan te danken dat ik nu vastzit aan een man van niets?’

‘Audrey,’ zei ik, ‘ik zou veel liever zijn getrouwd met een man van niets als hij van mijn leeftijd, of jonger was geweest. Ik ben jaloers op wat jij hebt. En Merlin doet tenminste of hij van je houdt. Als je wilt kun je een relatie met hem hebben. Ik zal van mijn leven met niet één man een relatie kunnen hebben – nu niet en nooit niet. En zelfs al zou ik dat willen, dan zou Barbara dat nooit toestaan. In jouw situatie is er tenminste niemand die je probeert te saboteren en die je probeert af te schilderen als een slecht mens.’

Audrey zag niet in dat haar huwelijk begerenswaardiger was dan het mijne. Het duurde niet lang voor het gerucht de ronde deed dat ze haar man mishandelde omdat ze van iemand anders hield. Audrey leek zich niet aan de roddels te storen, maar Merril kon ze niet verdragen omdat de eer van zijn familie erdoor werd aangetast. Hij liet haar weten dat ze ervoor moest zorgen dat de geruchten ophielden.

Zwangerschap leek de snelste en gemakkelijkste oplossing. Audrey vertelde me dat de geruchten zouden stoppen als ze zwanger raakte. Ze zei dat ze mogelijk van Merlin zou kunnen leren houden als ze samen een kind kregen. Dat dacht ze, hoewel ze er tegelijkertijd van doordrongen was dat ze, vanaf het moment waarop ze samen een kind zouden hebben, haar leven lang aan hem vast zou zitten.

Een paar weken nadat Merril was begonnen met druk op haar uit te oefenen om zwanger te raken, kreeg Merlin werk bij een bouwbedrijf van buiten de stad. Audrey vroeg me of ze in de herfst met me mee mocht naar de universiteit.

De zomercursus had me goed op weg geholpen. De twee weken hadden me een duidelijk idee gegeven van wat de mogelijkheden waren en ik stond op het punt aan de rest van de zomercolleges te beginnen. Ik antwoordde Audrey dat ik het een geweldig idee vond. Haar jongere zusje Lenore zou bij mij in het flatje komen wonen, maar meer als een spionne. Het idee om ook een vriendin over de vloer te hebben leek bijna te mooi om waar te kunnen zijn.

Audrey vertelde haar man dat ze altijd van studeren had gedroomd en nam haar beslissingen zonder zijn toestemming af te wachten. Maar hij wilde dat ze gelukkig was en legde haar geen strobreed in de weg.

Merril was een ander verhaal. Hij was erachter gekomen dat Audrey na haar huwelijk brieven was blijven schrijven aan de man van wie ze in werkelijkheid hield. Hij was ziedend. Op een keer was hij langs het huis van de man gereden en had hij hem en Audrey – zij was op de fiets – op straat met elkaar zien praten. Merril zei haar dat God een goede man voor haar had gekozen en dat ze haar plan om naar de universiteit te vluchten uit haar hoofd kon zetten.

Uiteindelijk was het Merlin die haar redde. Merlin liet Merril weten dat hij geen enkel bezwaar tegen het plan had en dat hij dacht dat een beetje afstand haar goed zou doen. Merlin was een uiterst fatsoenlijke man die oprecht om Audrey leek te geven. Merril hield op zich ermee te bemoeien en Audrey begon plannen te maken om in september bij mij op de faculteit te komen.

Ondertussen had ik nog steeds de zomer voor de boeg. Lenore maakte mij het leven moeilijk. Ze lette op alles wat ik deed en vertelde alles door aan haar vader in de hoop extra punten bij hem te kunnen scoren.

We woonden op ongeveer anderhalve kilometer van de faculteit, en een van de dingen die Lenore deed om ruzie met mij te zoeken was ‘vergeten’ om mij op te pikken, en dat terwijl ze mijn auto met me deelde. De eerste paar keer dat het gebeurde was ik geïrriteerd. Toen ik doorhad dat het een vast patroon was, realiseerde ik me dat ze het opzettelijk deed om mij te pesten. Ik liet Merril weten dat Lenore dingen deed om ervoor te zorgen dat ik slechte cijfers haalde. Hij zei dat mijn beschuldigingen onterecht waren.

Merril en ik voerden meerdere verhitte telefoongesprekken over dit thema. Ruzie tussen mij en Merril betekende een toename van Lenores populariteit binnen de familie. Wanneer we in het weekend thuis waren, beloonde Barbara Lenore door met haar te gaan winkelen en haar als haar beste vriendin te behandelen. Lenore had nu status binnen de familie. Ze was van kind nummer zoveel veranderd in een speciale dochter.

Het duurde niet lang voor Lenore tegen haar zussen erover begon op te scheppen hoe ze me in Cedar behandelde, maar de zusjes waren jaloers op de aandacht die ze van haar vader kreeg. Merril leek geobsedeerd door het idee dat ik me in Cedar problemen op de hals zou halen en dat zijn reputatie binnen de gemeenschap daaronder te lijden zou krijgen.

Na enkele weken veranderde ik van tactiek. Klagen over Lenore had een averechts effect. Het bezorgde Lenore de aandacht waar ze zo naar snakte, en het stelde Merril in de gelegenheid mij voortdurend op het matje te roepen en me voor te houden dat ik een slecht mens was. Van nu af aan zorgde ik ervoor om Merril, wanneer hij belde, de indruk te geven dat alles piekfijn in orde was.

Vanaf het moment dat ik me niet meer over Lenore beklaagde, hadden Merril en Barbara geen aanleiding meer om haar in het zonnetje te zetten. Ik deed alsof ze lucht voor me was. Ik zocht contact met een stel nichtjes die ook studeerden, en ze hadden er geen moeite mee om me een lift naar huis te geven. Ik vertelde ze dat mijn rooster en dat van Lenore niet op elkaar aansloten, en ze vonden het fijn dat ze me konden helpen.

Die avond vertelde Lenore aan haar vader dat ik weigerde met haar mee naar huis te rijden. Toen ze was uitgesproken met hem, kwam ze op hoge poten mijn kamer binnen en zei dat ik aan de telefoon moest komen. Merril wilde van me weten wat er aan de hand was. Ik zei dat ik gewoon een andere oplossing had gezocht omdat Lenore me niet kon halen. Dat leek me het eenvoudigste, en ik ging ervanuit dat iedereen tevreden zou zijn.

Merril explodeerde. ‘Jij bent de enige die hier vrede mee heeft! Het is gewoon verschrikkelijk, zoals je me te schande maakt. Ik wil dat je met Lenore mee naar huis rijdt, en met niemand anders.’ Ik schikte me naar zijn wensen. Van die dag af aan vroeg ik mijn nichtjes om me een paar straten eerder af te zetten zodat Lenore zou denken dat ik was komen lopen. Ik schaamde me te diep om mijn nichtjes te durven vertellen hoe de vork in werkelijkheid in de steel zat. Ik stond altijd op dezelfde afgesproken plek te wachten, en soms stopte Lenore om me op te pikken. Deed ze dat niet, dan wist ik dat mijn nichtjes drie kwartier later langs zouden komen.

Merril belde elke avond. Ik verzekerde hem dat alles in orde was. Dit maakte Lenore waanzinnig. Als ik niet klaagde, wie moest haar dan belonen voor de schandalige manier waarop ze mij behandelde?

Haar cijfers begonnen eronder te lijden. Ik hield totaal geen rekening met haar en had andere vriendinnen gevonden. Lenore zat meestal alleen thuis en was allesbehalve gelukkig. Op een dag hoorde ik haar Barbara in Page bellen. ‘Carolyn vindt zichzelf zoveel beter dan mij. Ze behandelt me als rotte vis en weigert tegen me te praten.’ Terwijl ik haar zo hoorde had ik bijna medelijden met haar. Ze was een pion in Barbara’s en Merrils spel. Ze gebruikten haar om hun vuile werk voor hen op te knappen en ondertussen werd ze ook nog eens door hen verraden.

Een paar uur na haar treurige gesprek met Barbara, kreeg ze een telefoontje van Merril. De volgende dag arriveerden er meerdere zussen die de rest van de week bleven logeren. Dit werkte in mijn voordeel want Lenore hield op met mij te pesten om van het gezelschap van haar zussen te kunnen genieten.

Op den duur echter spanden ze allemaal samen om mij het leven onmogelijk te maken. Lenore beklaagde zich bij hen dat ik haar mishandelde en dat ze volkomen alleen was. Ze haalde slechte cijfers omdat ik zo gemeen tegen haar was. Ze studeerde alleen maar om vader een plezier te doen. Arme Lenore.

Wat ze wel voor elkaar kreeg, was een verandering in de manier waarop ik thuis werd behandeld. Merrils andere negen tienerdochters vormden een front dat zich in zijn geheel tegen mij keerde. Ze waren onbeschoft en eisten bij alles wat ik deed een verklaring, waarbij ze zich baseerden op de uitspraak dat ze hun vader kenden en wisten wat hij wilde. Ik wees ze op het feit dat ik een van hun moeders was en dat ik niet hen, maar zij míj gehoorzaamheid verschuldigd waren, maar daar trokken ze zich niets van aan. Wat ze wilden was dezelfde voorkeursbehandeling als Lenore te beurt was gevallen, en als ze daarbij tegelijkertijd bij Barbara in een goed blaadje konden komen dan was dat alleen maar meegenomen.

Voor mijn huwelijk met Merril hadden ze het in hun strijd om de aandacht van hun vader tegen Barbara opgenomen. Nu hadden ze zich tegen mij gekeerd en waren ze Barbara’s bondgenoten geworden.

Waar ze zich echter niet goed raad mee wisten, was het feit dat Merril, wanneer hij voor het weekend thuiskwam, altijd nog tijd met mij door wilde brengen. Nadat de colleges in Cedar waren begonnen en ik mijn intrek in het flatje had genomen, kwam hij doorgaans op maandag bij me langs. Hij kwam op een moment dat Lenore naar college was zodat hij ongestoord met me naar bed kon, en daarna nam hij me mee uit eten. Wanneer Lenore dan thuiskwam, ontdekte ze dat we weg waren.

Het duurde niet lang voor Merrils dochters tot het inzicht kwamen dat de manier waarop ze zich tegen mij gedroegen op geen enkele manier van invloed was op de wijze waarop ik door hun vader werd behandeld. Dat leidde tot een nieuwe tactiek. Zijn dochters begonnen verslag uit te brengen aan Barbara. Ze luisterde aandachtig naar wat de meisjes te melden hadden, overlaadde ze met lovende woorden en zorgde ervoor dat ze op de een of andere manier een beloning ontvingen.

Ik deed nauwelijks dingen waar ook maar iets op aan te merken viel en ik weigerde ruzie met ze te maken, en dat had weer tot gevolg dat ze dingen begonnen te verzinnen. Daarnaast doorzochten ze mijn kamer thuis, en stalen ze mijn bladmuziek en bandjes van country-and-westernmuziek die ze aan hun vader overhandigden.

Toen Merril me met de buit confronteerde sprong ik uit mijn vel. Ik geloof dat mijn woede als een schok voor hem kwam, en ik liet hem in niet mis te verstane termen weten dat het te ver ging dat hij zijn dochters aan mijn eigendommen liet komen. Ik eiste dat hij hun dat met onmiddellijke ingang zou verbieden.

‘Het is aan mij om te beslissen wie er aan jouw spullen mag zitten,’ zei hij. ‘En als er dingen bij zitten die niet door de beugel kunnen, dan vind ik dat ik dat moet weten.’

‘Als dat de regels zijn,’ snauwde ik, ‘dan ben ik er niet zeker van of ik wel in jouw huis wil blijven wonen. Ik weiger op die manier te moeten leven.’

Merril toonde geen greintje emotie. Hij kon het zich ook niet veroorloven om te laten blijken dat ik misschien wel een gevoelige snaar in hem had geraakt. ‘Je hebt naar me te luisteren. Zolang je gewoon doet wat ik zeg hoef je niet bang te zijn voor het feit dat er door andere familieleden tussen je spullen wordt gesnuffeld, want ze zullen toch niets bijzonders kunnen vinden.’

Ik draaide me om en ging mijn slaapkamer binnen. Ik besloot mijn bezittingen aan een grondig onderzoek te onderwerpen en alles wat eventueel bezwaar van Merril op zou kunnen roepen aan vriendinnen te geven. Hij had een hekel aan coltruien omdat ze het profiel van mijn buste benadrukten. Ik droeg ze dan ook nooit waar hij bij was, maar ik had ze gehouden. Verder bezat ik een paar doorschijnende blouses die ik ook nooit durfde aan te trekken wanneer hij in de buurt was. Ik gaf ze liever weg dan dat ze geconfisqueerd zouden worden. Verder begon ik er een gewoonte van te maken mijn kamer achter me op slot te doen.

Dit was als olie op een smeulend vuurtje, en het duurde niet lang voor de vlammen begonnen op te laaien. Merril wilde van me weten waarom ik mijn deur afsloot. ‘Ik wil dat je dochters mijn privacy respecteren.’

Merril zei dat hij zijn dochters toestemming had gegeven het slot van mijn kamer te forceren. ‘In mijn familie heeft niemand het recht om dingen voor mij verborgen te houden,’ zei hij.

Ik zei dat er in mijn kamer niets te vinden was, maar dat ik mijn privacy wilde hebben. Merril verweet me dat ik niet in harmonie met hem was. Daar had hij natuurlijk volkomen gelijk in, maar ik hield mijn mond.

Toen ik het weekend daarop thuiskwam van college, zag ik dat er een aantal persoonlijke spullen van me ontbraken. Ze waren nergens te vinden. Ik ging naar Merril om te zeggen dat er van me was gestolen. ‘Carolyn, zeggen dat er van je is gestolen is een ernstige beschuldiging. Alles wat jij hebt is net zo goed van mij. Als iemand van de familie iets van je nodig mocht hebben, dan heb je dat zonder meer af te staan.’

Ik kon mijn oren niet geloven. Hij had zijn dochters carte blanche gegeven om alles wat ik had van me te stelen. Ik ging de deur uit en bracht het hele weekend bij mijn vader thuis door. Slapen deed ik bij Merril, maar de rest van de tijd was ik in mijn ouderlijk huis. Op zondagochtend weigerde ik met Merrils familie naar de kerk te gaan, en zondagavond laat liet ik Lenore weten dat ik terugging naar de universiteit. Ze kon met me meekomen, of andere plannen maken. Ze liep met nijdige stappen bij me vandaan.

Die avond kreeg ik in Cedar een telefoontje van Merril die van me wilde weten waar ik het hele weekend had gezeten. Hij beklaagde zich over het feit dat ik geen afscheid van hem had genomen alvorens naar college terug te keren. Ik wuifde zijn bezwaren weg en zei dat ik eerder terug was gegaan om me op mijn tentamens voor te bereiden.

Vanaf dat weekend maakte ik er een gewoonte van om al op zondagavond naar Cedar terug te gaan. Ik probeerde zo min mogelijk in de buurt van Merrils familie te zijn. Ik hield op met in het weekend te koken, en ik vertikte het om Ruth bij het huishouden te helpen. De deur van mijn kamer bleef op slot. Alles bij elkaar ging mijn leven er een stuk op vooruit. Ik was niet langer het mikpunt van Barbara’s jaloezie en daarmee kwam ik veel minder onder druk te staan. Als ik ook maar iets in huis deed, vond ze altijd meteen een aanleiding om me te corrigeren. ‘Vader wil dat je voor het vegen eerst de stoelen op tafel zet.’ ‘Vader wil dat je X beter doet.’ ‘Vader heeft liever dat je Y op die manier doet.’ Alles draaide om macht en onderdrukking. Ik koos ervoor hem te smeren, en dat werd als ongehoorzaamheid gezien. Nu had Barbara redenen om zich bij Merril te beklagen over het feit dat ik het niet waard was om zijn vrouw te zijn. Wat ik ook deed, ze wist er altijd haar voordeel mee te doen. Toen ik dat eenmaal in de gaten had, besloot ik te doen wat het beste in mijn straatje te pas kwam.

Wat Audrey me op onze eerste fietstocht naar het meer had verteld was waar. Barbara deed alles wat ze kon om mij te ondermijnen. Ruth zocht me op en vroeg me waarom ik haar in het weekend niet meer hielp met het schoonmaken. Ik antwoordde dat ik moest studeren. Zij vond dat ik dat door de week moest doen en dat ik, wanneer ik thuis was, in het huishouden moest helpen. Het duurde niet lang voor Merrils dochters met dezelfde klacht kwamen. Ik studeerde expres niet door de week om in het weekend niet in huis mee te hoeven helpen.

Merrils dochters namen wraak met een van de weinige wapens die ze tot hun beschikking hadden: de wastijd. Waarschijnlijk klinkt dit iemand van buiten onze gemeenschap nogal onbenullig in de oren, maar binnen een groot gezin is de wastijd iets heiligs. Wanneer ik in de mij toegewezen tijd een wasmachine wilde draaien, bleek altijd dat een van Merrils dochters juist haar was aan het doen was. De smoes was onveranderlijk iets in de trant van dat ze niet op tijd had kunnen zijn en dat ze geen schone kleren meer had. Omdat ik wist dat klagen er alleen maar toe zou leiden dat Merril partij voor zijn dochters koos, hield ik mijn mond.

Gelukkig schoot Audrey me te hulp. Ze kwam thuis om haar kleren te wassen en ze deelde de haar toegewezen tijd met mij. Door het voor mij op te nemen en mij een hand boven het hoofd te houden haalde ze zich de minachting van de andere meisjes op de hals. Ze begonnen haar uit te lachen en zeiden dat het geen wonder was dat God haar had vervloekt. Ze was een ongehoorzame dochter geweest en daarom had ze een onbeduidende man gekregen. Audrey had nooit meegedaan met de andere meisjes wanneer ze mij slecht behandelden, maar het feit dat ze mij daadwerkelijk in bescherming nam werd door de anderen als verraad beschouwd.

Op een zekere zaterdagochtend riep Merril de familie bijeen voor het ochtendgebed. Toen ik me niet meldde stuurde hij een van zijn dochters om me te halen. Mijn bed was leeg, want ik was heel vroeg die ochtend weggegaan om een eind te fietsen. Maar ze loog tegen Merril en zei dat ik nog in bed lag en weigerde te komen bidden.

Merril zei dat duidelijk was dat ik vertikte te doen wat mijn man van me wilde, en dat ik daarvoor gestraft zou worden.

Na het gebed verliet hij het huis om met een stel mannen te gaan ontbijten. Hij zag me op mijn fiets het erf op komen. Toen ik mijn fiets weg wilde zetten kwam hij naar me toe. Hij lachte en zei: ‘Ik heb eerder vanochtend te horen gekregen dat je nog sliep en weigerde je bed uit te komen. Ik heb je zonet tegenover de hele familie uitgemaakt voor lui varken, en voor iemand die totaal niet geïnteresseerd is in wat je man van je wil.’

Het was me niet duidelijk waarom hij me dat vertelde. Probeerde hij me soms te intimideren? Hij maakte me zwart tegenover de familie en deed nu ineens alsof het een reuze grap was.

Ik zei dat het me speet dat hij zo over mij dacht waarna ik, zonder nog om te kijken, doorliep naar huis. Ik had mijn buik vol van Merril en zijn familie. Wat me intussen wel duidelijk was, was dat ik, als ik hem te slim af wilde zijn, daar zo snel mogelijk mee moest beginnen. Als ik te lang wachtte met wat ik wilde zou ik het wel kunnen vergeten.

Het was me duidelijk dat wanneer Merril me aanviel, hij daarmee de hele familie carte blanche gaf om zich op mij te wreken. Wat ik toen echter nog niet besefte, was dat het nog veel erger kon allemaal.

Terug op mijn kamer werd er enkele minuten later op de deur geklopt. Het was een van Barbara’s dochters die vroeg of ik naar de keuken wilde komen voor een gesprek met haar. Ik liet het kind weten dat ik zo snel mogelijk zou komen. Twee minuten later was ze terug. ‘Moeder nodigt je uit om haar en alle meisjes te helpen bij het schoonmaken van de keuken.’ Ik zei dat ik eerst een paar dingen af moest maken.

Ik deed de deur op slot, klom uit het raam en ging naar het huis van mijn vader waar ik tot laat op de avond bleef. Ik wist dat mijn slechte gedrag niet zonder gevolgen zou blijven, maar het was beter dan de zondebok van de familie te moeten zijn. Mijn familie wist hoe ongelukkig ik was in mijn huwelijk, maar ze onthielden zich van elke vorm van troost. Mijn ouders vonden het heel naar om mij zo van streek en verdrietig te zien, maar tegelijkertijd waren ze ervan overtuigd dat mijn huwelijk een openbaring van God was.

Toen ik die avond thuis was gekomen en me klaarmaakte om naar bed te gaan, kwam Merril mijn kamer binnengestormd. Hij wilde van me weten waarom ik had geweigerd om Barbara bij het schoonmaken van de keuken te helpen. Ik legde uit dat ik niet had geweigerd maar gezegd had dat ik eerst nog een paar dingen af had willen maken. Merril probeerde een ruzie uit te lokken, maar bij de gedachte aan Audreys verhalen hoe hij Faunita te lijf was gegaan, waakte ik ervoor niet op zijn uitdagende woorden in te gaan. Uiteindelijk ging hij weg en deed ik, met een enorme opluchting dat hij me niet had geslagen, de deur achter hem op slot.

Gelukkig bleef hij dat weekend niet bij me en kwam hij de maandag erna ook niet naar Cedar. Het weekend daarop bracht hij wel een nacht met me door, maar vanaf die tijd bleef hij niet meer zowel de zaterdag- als de zondagnacht bij me, zoals hij tot op dat moment had gedaan. Van tijd tot tijd kwam hij midden in de nacht, wanneer Barbara lag te slapen, mijn kamer in geslopen om seks met me te hebben. Daarna keerde hij meteen terug naar haar kamer, en ze kwam er nooit achter.

Toch betekende het feit dat Merril minder tijd met me doorbracht niet dat ik minder onder druk kwam te staan of dat ik door de anderen in huis beter behandeld werd.