Het keerpunt

Jeremy en ik waren werkelijk waanzinnig succesvol met het motel. We waren april 1998 begonnen, en aan het einde van de zomer hadden we een nettowinst van zestigduizend dollar waarvan Merril de achterstallige rekeningen kon betalen. Het motel was glimmend schoon, de toeristen waren tevreden en alles wees erop dat de omzet zou blijven stijgen.

Met plezier werd ik elke ochtend wakker. Ik wist dat mijn kinderen veilig waren en dat ik mijn nabije toekomst onder controle had. Nu Jeremy en ik zover waren dat het motel goed liep, wilden we ons weer op ons andere bedrijfje, dat van het ontwerpen van webpagina’s, richten. Dat was ons eigenlijke werk, en het was iets waar Merril en Barbara geen enkele storende invloed op uit konden oefenen.

Na afloop van de zomer nam Jeremy twee weken vakantie, en mijn zus kwam bij me logeren. We zouden het motel van onder tot boven schoonmaken, wat goed kon omdat het in de herfst- en winterperiode wat stiller was.

Terwijl ik bezig was met de schoonmaak van de noordelijke vleugel kwam er een man naar me toe. Jason stond me vanaf het allereerste moment niet aan. Hij had iets engs, iets wat me de kriebels bezorgde. Hij zei dat hij voor een langere periode op zoek was naar onderdak. Ik zei dat we hem niet konden helpen.

Jason vertelde dat zijn vriendin hem het huis uit had gezet en dat hij wanhopig was. Hij was lang en gespierd, en verklaarde zich bereid klussen te doen in ruil voor onderdak. Ik stuurde hem weg.

De volgende dag kwam hij terug en vroeg de eigenaar te spreken. Hij draaide met zijn ogen en zijn optreden was ronduit ongemanierd. Ik zei dat de eigenaar er op het moment niet was. Maar Jason bleef rondhangen en reed eindeloos de straat voor het motel op en neer. Het leek net alsof hij de boel in de gaten hield, en ik vertrouwde hem voor geen cent.

Toen hij Merrils auto drie dagen later voor het hotel zag staan en hij Merril met me zag praten, bedacht hij dat Merril wel eens de eigenaar zou kunnen zijn. Hij vroeg of hij hem kon spreken.

Jason kwam met een ontzettend zielig verhaal. Hij vertelde Merril dat hij op een bankje in de stad had geslapen, en dat hij daarbij zo uitgedroogd was geraakt dat hij in het ziekenhuis terecht was gekomen. Hij wilde alles doen wat Merril van hem verlangde in ruil voor een kans. Merril vond een kapotte grasmaaier en zei tegen Jason dat hij die dan maar moest repareren.

Dat deed hij, en aansluitend maaide hij het gazon rondom het motel. Merril was tevreden, nam hem in dienst en zei tegen mij dat ik Jason een kamer moest geven. Ik maakte bezwaar. Ik zei dat ik hem een onaangenaam type vond en niet alleen met hem in het hotel wilde zijn. Dat was een vergissing – en het was een vergissing van het soort dat ik doorgaans niet met Merril maakte omdat het regelrechte zelfmoord was.

Nu had Merril dus iets waarmee hij me onder druk kon zetten. En daar genoot hij van. Hij zei Jason dat hij hem elke dag moest bellen om te vragen wat voor klussen er moesten worden gedaan.

Ik was zwanger van mijn zevende kind, en natuurlijk was ik weer hondsberoerd. Ik wist dat Merril weinig om me gaf, maar kennelijk gaf hij nog minder om zijn ongeboren kind.

Op de dag dat Jason was aangenomen kwam er een agent van de plaatselijke politie naar het motel die met Merril wilde spreken. Hij klonk alsof het dringend was. Hij had Jason bij het motel zien rondhangen en wilde Merril iets over hem vertellen. Hun gesprek duurde een aantal uren.

Na afloop vroeg ik Merril wat er aan de hand was, maar Merril wuifde mijn bezorgdheid weg. ‘O, hij maakt zich zorgen om het feit dat we Jason hebben aangenomen, want hij is een misdadiger en wil nogal eens voor problemen zorgen.’ Mijn onaangename voorgevoel was bevestigd. Hij was gevaarlijk.

Maar het maakte geen enkel verschil. De volgende ochtend liep Merril met Jason over het erf om de verschillende klussen te bespreken die hij gedaan wilde hebben.

Jason gedroeg zich als een stalker. Hij was voortdurend naar me op zoek. Hij wilde samen met mij en mijn zus eten. Ik weigerde en zette zijn bord met eten buiten. Hij verzon voortdurend smoezen om bij ons naar binnen te kunnen, maar ik scheepte hem net zo vaak weer af.

Jeremy kwam terug van vakantie, en ik nam een weekend vrij. Hij liet Jason in de wasserij om zijn was te doen. Dit leidde tot problemen, want nu kon hij ook ons huis binnen. Er begonnen dingen te verdwijnen – zoals handdoeken. Ik had er altijd een punt van gemaakt om voldoende linnengoed in voorraad te hebben, en toen er flinke aantallen verdwenen werd ik al snel achterdochtig. Ik belde Merril om hem te vertellen wat ik vermoedde.

Merril zei dat ik geen onschuldig mens moest beschuldigen. Hij zei dat we handdoeken tekortkwamen omdat ik zo lui was, en verweet me dat ik Jason als zondebok probeerde te gebruiken. Ik smeet de hoorn op het toestel.

Jason begon steeds meer beslag te leggen op mijn tijd. Hij kwam zo ongeveer om de tien minuten binnen om iets te vragen of om zich te beklagen over de klus die hij omhanden had. Hij had altijd wel een smoes waarom hij een bepaalde opdracht niet kon beginnen of voltooien voordat Merril terug was.

Opnieuw wendde ik me tot Merril en verzocht hem Jason op het matje te roepen. Hij zei dat het beslist niet zo erg was als ik voorgaf, maar dat hij er met Jason over zou praten.

Het enige wat er veranderde was dat Jason op absoluut ontoelaatbare wijze avances begon te maken. Een keer kwam hij met een smoes de lobby binnen en toen ik hem iets aanreikte pakte hij mijn hand.

‘Ik weet me geen raad met mijn vriendin,’ zei hij. ‘Ze is jaloers omdat ik aldoor bij jou ben.’

‘Nou, wat let je om meer tijd met haar door te brengen?’ vroeg ik. Maar ik had het nog niet gezegd of ik wist dat mijn woorden me zouden berouwen.

‘Ik ben veel liever bij jou, want jij bent veel aardiger,’ zei hij.

Het weekend daarop werd het zo erg dat ik Merril belde. Jason viel me voortdurend lastig. Als ik de badkamer aan het schrobben was en omkeek, stond hij achter me. Hij volgde me naar de wasserij en keek hoe ik wasgoed vanuit de wasmachine in de droger stopte. Ik zei tegen Merril dat ik even ziek was als tijdens al mijn andere zwangerschappen en dat ik al mijn krachten nodig had om de dag door te komen. Ik had het toch al moeilijk genoeg, maar Jason maakte mijn leven ondraaglijk.

Merril zei dat er maar één reden was waarom Jason me voortdurend volgde, en dat was dat ik hem aanmoedigde. Als hij me lastigviel, was dat omdat ik erom had gevraagd. Hij verweet me dat ik mijn zwangerschap gebruikte om hem op zijn gevoel te werken.

Ik was razend. Merril had een misdadiger in ons leven toegelaten en daarmee ons bestaan en ons bedrijf op het spel gezet. Opnieuw werd me duidelijk wat ik natuurlijk allang wist: Merril zou me nooit beschermen. Ik zou zelf voor mijn kinderen en mijzelf moeten opkomen.

Jason kreeg van me te horen dat hij maar op één moment van de dag met me kon spreken, en dat was om zes uur ’s middags. Dan zouden we nagaan wat hij aan materiaal nodig had voor de klus waar hij mee bezig was. Ik sloot mezelf op in de lobby en deed alle deuren van het huis op slot. Vanaf dat moment stond hij om de haverklap voor de deur en belde aan. Ik zette de bel af.

Toen Jeremy terugkwam van een weekendje weg vertelde ik hem wat er aan de hand was en vroeg hem gedurende een paar uur op te schrijven wat Jason deed. Ik vroeg hem een aantekening te maken telkens wanneer hij op het raam tikte of op de deur klopte. Wanneer er werd opgebeld en het Jason was, gaf ik Jeremy een teken en hij schreef het op.

Drie uur later had hij maar liefst dertig onderbrekingen genoteerd.

Bij Merrils volgende bezoek aan Caliente vertelde Jeremy hem dat Jason zichzelf niet in de hand had en dat de situatie gevaarlijk was. Hij liet hem de aantekeningen zien van de vele keren dat Jason ons bij het werk had gestoord. Merril nam het rapport door en zei toen: ‘Nou ja, we zullen er begrip voor moeten hebben dat die jongen in zijn leven al zoveel spul heeft gebruikt dat hij ze niet meer allemaal op een rijtje heeft.’

Ik kon mijn oren niet geloven. Ik had niet verwacht dat Merril nog steeds het vermogen had om me te choqueren. Niet alleen was hij op de hoogte van Jasons criminele verleden, maar hij wist bovendien dat de man gevaarlijk was omdat hij zware drugs had gebruikt die zijn hersens hadden aangetast.

Zo’n week of zes nadat Jason voor het eerst bij het hotel was verschenen, kreeg hij gezelschap van zijn smerig uitziende vriend. Hoewel het koud was, droeg hij alleen maar een gescheurde bruine korte broek, en hij had een ketting om zijn hals en oorbellen in zijn neus en oorlelletjes. Zijn stank verspreidde zich door de lobby.

Hij vroeg naar Jason en nam me vervolgens met vervaarlijk glimmende ogen van top tot teen op. Ze gingen samen weg. Toen ik Jason een uurtje daarna terugzag, verspreidde hij dezelfde misselijkmakende stank.

Ik liet Merril weten dat ik niet langer in het motel kon blijven met Jason en een man die zich gedroeg alsof hij zijn drugsdealer was. Merril lachte me uit. ‘Kom, kom, Carolyn, eindelijk heb ik een klusjesman gevonden, en jij doet niets dan zeuren dat ik hem eruit moet gooien!’

Intussen was tot in de wijde omgeving bekend geworden dat Jason in het hotel woonde. Hij stond bekend als een misdadiger en we hoorden dat er klanten wegbleven. Niemand vond hem geruststellend gezelschap, en James al helemaal niet.

James woonde in een caravan op het erf. De vorige eigenaars hadden hem als bewaker in dienst genomen. James, die inmiddels in de zeventig was, beweerde dat hij in zijn jonge jaren lid van de maffia was geweest, en had talloze verhalen over mensen die vermoord en in de woestijn begraven waren.

James had twintig jaar in de gevangenis gezeten en had strafvermindering gekregen omdat hij een schuldbekentenis had afgelegd. Hij hield ratelslangen als huisdieren.

Ik mocht James wel en was vooral blij met het feit dat hij, als ik op de speciaal daarvoor bestemde knop op de balie drukte, binnen enkele minuten bij me was. James kon met wapens omgaan, en iedereen wilde hem te vriend houden.

Klagen deed James nooit. Maar na een paar weken kwam James naar me toe omdat hij door Jason werd lastiggevallen. Hij drukte me op het hart uit zijn buurt te blijven omdat de politie James had verteld dat Jason meerdere vrouwen uit de omgeving had verkracht. Geen van de verkrachtingen had ooit tot vervolging geleid, omdat de vrouwen te bang waren om een officiële aanklacht in te dienen.

James was de eerste mens in heel mijn leven die zich om mij bekommerde. ‘Ik heb het hier een aantal keren met Merril over gehad en ik heb hem gezegd dat je hier niet alleen met Jason moet zijn.’ Ik knikte instemmend. Hij had volkomen gelijk.

‘Hoe komt het toch dat de mannen uit Colorado City hun vrouwen zo schandalig behandelen?’ vroeg James. Hij was rood geworden en sprak sneller dan anders. ‘Je loopt gevaar en je man weet het. De politie heeft hem voor Jason gewaarschuwd, en ik ook.’

Deze stoere bink, die we de bijnaam ‘de Ratelslangman’ hadden gegeven, had een gevoelige snaar bij me geraakt. Hij was in menig opzicht een vreemde snuiter, maar hij was een stuk aardiger en bezorgder om mij dan Merril ooit was geweest.

Jason was niet tevreden met alleen maar een enkele kamer. Het duurde niet lang voor hij de kamer ernaast opeiste. Ik zei dat dit onaanvaardbaar was omdat het motel voor het komende weekend was volgeboekt. Hij was woedend op me en zei tegen James’ zoon Jimmy dat hij ons drinkwater zou vergiftigen. Ik droeg Jimmy op om elk slot dat naar de schuur leidde waarin de waterpomp was gehuisvest te vervangen.

Dat leidde ertoe dat Jason de politie belde om Merril aan te geven. Toen de politie contact opnam met Merril om zijn kant van het verhaal te horen, hield hij eindelijk op met Jasons gedrag goed te praten en kwam hij een paar dagen later naar het motel om hem te ontslaan. Merril kon het niet verdragen om zelf het doelwit van Jasons aanvallen te zijn.

De politie kwam voor de confrontatie met Jason die uitermate stormachtig verliep. Hij verweet mij dat ik hem schandalig had behandeld en slingerde me het ene na het andere verwijt naar het hoofd. Maar niemand trapte erin. Dale, de agent, beval Jason dat hij het hotel en het omliggende erf met onmiddellijke ingang moest verlaten.

Daarna wendde hij zich tot Merril en zei dat hij mij ergens anders moest onderbrengen. Ik was hier niet veilig omdat Jason al zijn woede op mij zou richten. James, die ook bij het gesprek aanwezig was, zei tegen Merril: ‘Je moet Carolyn vannacht ergens anders laten slapen. Als je haar hier laat is het niet ondenkbaar dat hij haar vermoordt.’

Merril wuifde James’ bezorgdheid weg. Mijn wereld was zo surrealistisch dat een ex-gedetineerde zich veel meer zorgen om mij maakte dan mijn eigen echtgenoot.

James werd dol van Merrils arrogante houding. ‘Verdomme nog aan toe, Merril. Je weet helemaal niet waar je het over hebt, man. Die kerel is gevaarlijk. En als hij probeert om met zijn poten aan die zwangere vrouw van jou te komen, dan zal ik hem persoonlijk een kogel door zijn kop jagen.’

Dale zei tegen James dat zijn intenties heel nobel waren, maar dat dat toch niet zo’n goed idee zou zijn omdat hij daarvoor wel eens levenslang zou kunnen krijgen.

James was te boos om zich geïntimideerd te voelen. ‘Merril, word wakker, man. Dwing me niet in deze positie.’

‘Ik zie werkelijk niet in waarom we ons zorgen zouden moeten maken,’ zei Merril, op dat vreemde, verwaande toontje van hem.

James liet het er niet bij zitten. ‘Als je haar vanavond niet mee naar huis neemt, zeg dan tenminste dat je hier bij haar blijft.’

Daarin stemde Merril toe.

‘Heb je een pistool of iets dergelijks?’ vroeg James.

‘Natuurlijk niet.’

‘In dat geval zou ik maar een hamer onder mijn kussen leggen. Je beseft helemaal niet met wie je hier te maken hebt. Jason is het type dat zijn hand er niet voor omdraait om een brandbom door het raam van de slaapkamer te gooien.’

Merril verzekerde James dat hij zich zorgen maakte om niets.

James en de politie gingen weg. Even later ging Merril ook. Hij pakte de sleutel van een kamer waar hij met Barbara de nacht wilde doorbrengen, en waar Jason nooit bij zou kunnen komen.

Ik was nagenoeg verlamd van angst, maar ik moest iets doen. Ik kon niet op mijn kamer blijven omdat Jason precies wist waar die was. Mijn zusje, Little Rosie, sliep in het kantoor, en ik besloot dat ik daar ook de nacht zou doorbrengen. Ik maakte haar niet wakker om te vertellen wat er aan de hand was, want ik wilde haar niet bang maken. Drie weken nadat Jason in het motel was komen werken had ik mijn kinderen al naar Colorado City gestuurd omdat ik toen al sterk het gevoel had gehad dat hij gevaarlijk was. Dat was volgens mij nog een reden waarom Merril Jason in het motel wilde hebben – hij wist dat ik, als ik me bedreigd zou voelen, mijn kinderen thuis zou laten in plaats van ze in Caliente bij me te willen houden.

Ik sloot alle deuren af maar liet de badkamerdeur open om het licht van de schuur te kunnen zien. Daar waren twee lampen met bewegingssensoren die geactiveerd werden wanneer er iemand langsliep. De daaropvolgende twee uur lag ik stijf van angst in bed naar het aan- en uitgaan van de lampen te kijken. Iemand liep daar rond.

Om één uur ’s nachts ging de telefoon. Een stem die ik niet kende vroeg om doorverbonden te worden met Jasons kamer. Ik zei dat er zo laat geen gesprekken meer werden doorgeschakeld. Ik was werkelijk verlamd van de angst. Ik weet zeker dat de opbeller alleen maar wilde nagaan of ik nog wakker was.

Uiteindelijk viel ik van pure uitputting in slaap, maar om iets over tweeën werd ik wakker van een schrapend geluid op het dak. Ik hoorde geluid van voetstappen en van iets wat over het dak werd gesleept. Toen hoorde ik nog meer voetstappen. Er waren minstens twee mensen op het dak. Ik probeerde Rosie wakker te maken, maar het volgende moment was het ineens weer stil.

Ik belde James. Nog geen minuut later stonden hij en zijn zoon Jimmy met zaklantaarn en vuurwapen voor de ingang van het motel. Ze belden om te zeggen dat ze niemand zagen. ‘Maar dat wil nog niet zeggen dat alles veilig zou zijn,’ zei James. ‘Blijf wakker. Als hij iets van plan is, zal hij dat rond deze tijd willen doen.’

Ik bedankte hem en lag stijf als een plank in bed. Opnieuw ging de telefoon. Het was James. ‘Carolyn, dit zit me helemaal niet lekker. We komen naar je toe en we blijven. Wat je op het dak hebt gehoord zou wel eens een eerste fase van iets anders kunnen zijn. Als we een paar uurtjes bij je blijven is het bijna ochtend en dan durft Jason toch niets meer te doen.’

James en Jimmy bleven gedurende meerdere uren in de onmiddellijke omgeving van de hotellobby. Om de zoveel tijd maakten ze, gewapend met hun zaklantaarn en pistool, een rondje om het huis. Het is niet ondenkbaar dat ze mijn leven hebben gered, en zeker is dat ik zonder hun hulp gek zou zijn geworden van angst.

De volgende ochtend vertelde ik Merril dat ik in de loop van de nacht mensen op het dak had gehoord en dat James gepatrouilleerd had om ervoor te zorgen dat mij niets overkwam. Merril ontstak in woede, riep dat ik alles buiten proporties had opgeblazen en verweet James dat hij was ingegaan op mijn paranoïde gedrag. Nadat hij me een zware berisping had gegeven keerden hij en Barbara terug naar huis. Ik zei dat ik, voordat ik naar Colorado City terug zou kunnen keren, eerst de wasserij op moest ruimen. Met hen mee terugrijden was wel het laatste waar ik behoefte aan had.

Tegen de tijd dat ik in Colorado City arriveerde waren Merril en Barbara alweer verdwenen. Ik was op van de zenuwen, en daarbij was ik ook nog eens doodziek van mijn zwangerschap. Eenmaal thuis moest ik verschrikkelijk huilen, en de volgende dag zat ik onder de galbulten. Ik was zo verzwakt dat ik amper nog op mijn benen kon staan.

Nog nooit van mijn leven had ik me zo ziek en ellendig gevoeld. Ik moest kruipend naar de badkamer om over te geven, en er was geen plekje op mijn lichaam waar geen galbulten zaten.

Merril belde en zei dat hij me wilde spreken. Ik vertelde dat ik heel erg ziek was en onder de galbulten zat. ‘Nou, dat is goed.’

Ik dacht dat hij een grapje maakte. ‘Goed?’

Zijn woede was door de telefoon heen te voelen. ‘Ja, het is je verdiende loon na de manier waarop je je hebt aangesteld.’

Ik groette hem en hing op.

Het was me duidelijk dat ik hulp nodig had en dat ik zonder bescherming onmogelijk terug kon naar het motel. Mijn zus Annette was getrouwd met Merrils halfbroer Bob. In het verleden waren ze gedurende ruim vijf jaar manager van het motel geweest. Ik durfde er iets om te verwedden dat ze Jason kenden.

Een week later bracht ik ze een bezoekje. De galbulten waren verdwenen en ik voelde me een beetje beter. Ik had niemand van mijn voorgenomen bezoek verteld. Ik stapte in mijn auto en reed naar St. George – een rit van ongeveer drie kwartier. Ik had Annette en Bob al jaren niet meer gezien, maar ik wist dat ze nog steeds in hetzelfde huis woonden.

Ze verheugden zich over het weerzien, en toen we hadden bijgepraat vroeg ik Bob of hij Jason kende. Hij antwoordde dat hij het een en ander van hem af wist, en wilde weten waarom ik dat vroeg.

Toen ik vertelde dat Jason in het hotel had gewoond, sprong hij van zijn stoel en riep: ‘Gooi hem er onmiddellijk uit!’ Hij zwaaide zijn vinger voor mijn neus heen en weer. ‘Die man heeft een moord op zijn geweten, en hij was betrokken bij een drugsoperatie in Las Vegas. Hij heeft in de gevangenis gezeten, maar de politie heeft nooit voldoende bewijzen kunnen vinden om hem te veroordelen voor de zware misdaden waar hij van wordt beschuldigd.’

Annette was geschokt. ‘Ik kan amper geloven dat hij nog steeds vrij rondloopt,’ zei ze. ‘Toen we weggingen zei de politie dat hij weldra opgepakt zou worden en voor langere tijd de bak in zou draaien.’

Ik vertelde Bob dat Jason eruit was gezet en dat Merril een straatverbod voor hem had aangevraagd.

Annette schudde haar hoofd, en Bob zei: ‘Carolyn, een straatverbod is echt niet voldoende om die man op afstand te houden. Hij is geestelijk gestoord en hoort in een inrichting thuis. En het ergste is nog wel dat hij omgaat met mensen die zeer verdorven zijn. Hij is een lafaard en ik weet niet of hij je persoonlijk iets aan zou durven doen, maar hij kent genoeg mensen die je, in ruil voor drugs, maar al te graag een kopje kleiner zouden willen maken.’

Ik vertelde ze dat ik de eerstkomende twee weken thuis zou blijven, maar dat ik daarna wel weer terug zou moeten. Annette kon gewoon niet geloven dat Merril wilde dat ik naar Caliente terug zou keren zolang ik er zoveel risico liep. ‘Hij blijft volhouden dat ik paranoïde en hysterisch ben,’ zei ik.

Bob werd met de minuut bozer. ‘Ik zal die schoft van een man van je wel eens vertellen wat voor griezel die Jason is. Ik ken de streek en ik ken de mensen.’

‘Die moeite kun je je besparen,’ zei ik. ‘Ik ken Merril.’

‘Je gaat daar niet naar terug zonder pistool,’ zei Annette. ‘Je kunt het mijne krijgen. Bob en ik nemen je mee naar de schietbaan en leren je hoe je ermee moet omgaan.’

Ik sprak mijn zus niet tegen. Toen ik de week daarop terugkeerde naar Caliente ging ze met me mee, en ze verzekerde zich ervan dat ik wist hoe ik het pistool moest gebruiken. Ik bewaarde hem onder mijn kussen. Maar Jason was niet het enige probleem waar ik mee kampte.

Geen van mijn zwangerschappen verliep probleemloos, en ook deze niet. Ik had incidentele vroegtijdige weeën die me keer op keer doodsbang maakten omdat er een reële kans bestond op loslating van de placenta. Ik had medicijnen om de weeën tegen te gaan, maar de stress – die mij noch de baby ten goede kwam – werd er niet minder op.

Ik liet Merril weten dat ik op grond van de complicaties van mijn zwangerschap dichter in de buurt van een ziekenhuis moest zijn. Hij werd boos en verweet me dat ik mijn zwangerschap gebruikte als smoes voor mijn luiheid.

Jeremy zag hoe ziek ik was, en hij verbood me nog langer kamers schoon te maken. Ik bleef op kantoor en werkte alleen nog maar op de computer. Gedurende enkele dagen beklaagde Jeremy zich erover dat hij onder het schoonmaken steeds werd bekropen door een akelig gevoel. Op een gegeven moment zag hij Jasons rode auto. Een paar dagen daarna kwam Jason de lobby in en zei dat hij met me wilde praten. Jeremy zei dat hij weg moest gaan en belde de politie die pas drie kwartier later arriveerde. Tegen die tijd was Jason al verdwenen, maar de politie spoorde hem op en gaf hem een waarschuwing.

Een paar weekends later logeerde mijn nichtje Lee Ann bij me, en om negen uur ’s avonds viel opeens het licht uit. Dat betekende dat de telefoon het ook niet meer deed zodat ik James niet kon bellen om hem om hulp te vragen. Ik deed alle deuren op slot en pakte mijn busje pepperspray. Samen met Lee Ann gingen we op zoek naar James. Ik werd bekropen door hetzelfde akelige gevoel waar Jeremy het over had gehad – het voelde alsof Jason ergens op de loer lag, maar ik had geen idee waar. James en Jimmy liepen met ons mee terug naar huis.

James controleerde de stoppenkast maar kon niets ongewoons aan de aansluiting van het hotel ontdekken, en even later hadden we weer stroom. Toch zat het hem niet lekker, want normaal gesproken slaan alleen de stoppen van het ene circuit door waar zich een probleem heeft voorgedaan. In dit geval waren alle circuits uitgeschakeld, en op grond daarvan vermoedde James dat er opzet in het spel was. Jimmy bevestigde een slot op de schakelkast, en ze gingen weg met de belofte dat ze die nacht met hun zaklantaarns en wapens een aantal malen rond het huis zouden lopen.

Een paar dagen later werd Jason door James op het erf betrapt. James drukte de loop van zijn geladen pistool tegen Jasons hoofd en zei dat hij er geweest was. Jason liet zich op zijn knieën zakken en smeekte half huilend om genade. James zei dat hij als de sodemieter moest opduvelen en dat hij hem, als hij hem ooit nog eens op het hotelterrein zou betrappen, met plezier naar de eeuwige jachtvelden zou helpen.

Dit hoorde ik twee weken erna, toen ik James een bezoekje bracht in zijn caravan. James zei dat hij er zeker van was dat Jason de schrik in de benen had. ‘Hij weet van de politie dat ik een heleboel mensen heb vermoord en dat ik er niets op tegen heb om hem neer te schieten als het moet.’ In zijn ene hand hield James een biertje, in zijn andere een sigaret. Hij had me een biertje aangeboden, maar ik zei dat ik niet dronk wanneer ik zwanger was. ‘Met zo’n man als die van jou zou je aan de drank moeten zijn,’ zei hij. Ik kon het niet helpen dat ik onafgebroken naar de ratelslangen in de kooi boven zijn bed moest kijken.

James ging verder: ‘Weet je, schatje, die Jason is voor jou maar een klein probleem in vergelijking met die schoft van een man van je. Je betekent helemaal niets voor die kerel – je bent alleen maar een brok vlees. Je moet doen wat je kunt om van hem af te komen.’ Hij zweeg, zette de televisie aan en ging weer op zijn stoel zitten.

Ik wist dat hij helemaal gelijk had, maar toch had ik even nodig om zijn woorden te verwerken.

‘James, je weet best dat ik niet zomaar weg kan bij Merril. Ik kan nergens heen en er is niemand die me kan helpen. Niet met zes kinderen en de zevende op komst.’

James wilde van geen bezwaren horen. ‘Je bent een uiterst slimme meid en je hebt gestudeerd. Maar er is één vak dat je over het hoofd hebt gezien.’

Ik keek hem stomverbaasd aan.

‘Ja. Huiselijk geweld. Je zit tot over je oren in een situatie van huiselijk geweld.’

Ik begreep werkelijk niet wat hij bedoelde, want Merril had me nog nooit geslagen. En dat zei ik ook.

‘Dat hoeft ook niet. Er wordt niet uitsluitend lichamelijk geweld mee bedoeld. Emotioneel geweld is minstens even erg. Ik ken niemand die zo emotioneel gewelddadig is als jouw man. Hij is gevaarlijk.’

Dit alles was volkomen nieuw voor mij en ik liet zijn woorden op me inwerken.

‘Jullie meisjes uit Colorado City denken dat jullie alleen maar naar de hemel gaan als jullie man je daar wil binnenlaten. Maar dat is onzin. Je hebt heus geen toestemming van je man nodig om de hemel binnen te mogen. Geen enkel mens kan beslissen of je er wel of niet wordt toegelaten.’

Vanaf het moment waarop ik Merril had ontmoet had ik geweten dat hij gevaarlijk was. Maar nu pas, na wat ik James had horen zeggen, had ik de woorden om dat gevaar te beschrijven.

Ineens voelde mijn wereld alsof de zwaartekracht eruit was verdwenen. James’ woorden ondermijnden de voornaamste vooronderstelling van mijn geloof, namelijk dat mijn man de enige was die kon bepalen of ik al dan niet waardig was om in de hemel te worden toegelaten. James begreep niet dat dit voor mij een onomstotelijke waarheid was.

En James was nog niet uitgesproken. ‘Ik ken het type van die Merril van jou. Ik heb wel vaker met ze te maken gehad. Als je niet snel wakker wordt en maakt dat je wegkomt, ben je ten dode opgeschreven.’

Ik wist werkelijk niet wat ik daarop moest zeggen.

‘Mannen zoals hij beginnen met mishandelen en uiteindelijk vermoorden ze hun slachtoffers.’

Mijn gedachten gingen naar Faunita en hoe hij haar alle hoeken van de kamer had laten zien. Ik wist dat Merril bang was voor mijn vader, maar dat weerhield hem er niet van situaties te tolereren waarin ik door anderen met de dood werd bedreigd. Dankzij James waren we nu van Jason verlost, maar hoe lang zou het duren voor Merril een volgende misdadiger vond om in het motel te laten werken?

Ik liep de helling weer op, terug naar het motel. James’ woorden weergalmden door mijn hoofd.

Mijn leven met Merril was van begin af aan een marteling geweest en ik was allesbehalve gelukkig. Dat was zonder meer duidelijk. Maar daar was nu nog een ander element bij gekomen: gevaar. Nog nooit eerder had ik mijzelf gezien als een slachtoffer van huiselijk geweld. Was ik dat?

Ik leefde in een totaal geïsoleerde wereld – eentje waarin, sinds Warren Jeffs de leiding van de FLDS had overgenomen, geen televisies, kranten of tijdschriften meer bestonden.

James, die zijn leven deelde met ratelslangen, en die de hele nacht opbleef en overdag sliep, gaf meer om mij dan wie dan ook uit mijn eigen wereld. Er was niemand die mijn situatie zo duidelijk overzag. Niemand anders durfde te suggereren dat ik Merril moest verlaten. Mijn ouders wisten dat ik ongelukkig was, maar beiden waren er nog steeds van overtuigd dat mijn huwelijk gebaseerd was op een openbaring van God.

Merril belde een paar dagen na mijn gesprek met James, en vroeg me thuis te komen voor een huwelijk. Hij stond op het punt zijn zevende vrouw te huwen – Lorraine Steed. Ik kon onmogelijk weigeren, maar ik snapte niet waarom het ineens zo belangrijk voor hem was dat ik erbij zou zijn. Zijn laatste twee huwelijken waren immers strikt geheim geweest.

Toen ik thuiskwam hoorde ik van Tammy dat Merrils dochters – het stel dat hij aan oom Rulon had uitgehuwelijkt – het huwelijk gearrangeerd hadden omdat ze wilden dat hun vader nu eens met een lieve vrouw zou trouwen.

Ik kon mijn oren niet geloven. Merrils dochters werden helemaal niet geacht huwelijken te arrangeren. Het was me duidelijk dat mijn dochters niet veilig zouden zijn. Hoe zou ik mijn meisjes ooit moeten voorhouden dat hun huwelijk de wil van de profeet was wanneer het in werkelijkheid de wil van hun oudere zusjes was?

Mijn moeder en grootmoeder hadden me opgevoed met het idee dat polygamie iets prachtigs was. Ik had geleerd dat het niet alleen een meer natuurlijke manier van leven was, maar dat het ook een privilege was omdat het betekende dat je bij God in hoger aanzien stond. Je zustervrouwen waren je beste vriendinnen die altijd voor je klaarstonden en op wie je te allen tijde kon rekenen. De liefde die de vrouwen deelden voor dezelfde man, strekte zich uit tot elkaars kinderen. Ik groeide op als iemand die in de mythe geloofde, en nu bleek mijn leven één grote leugen.

Ik wist heel zeker dat ik mijn dochters niet tot polygamie wilde veroordelen. Maar als ik niet wilde dat ze in een polygaam huwelijk terechtkwamen, wat deed ik dan nog hier?

Merrils huwelijk was er een van pracht en praal. Hij was inmiddels midden zestig en Lorraine was twintig. Ze liet alles even robotachtig over zich heenkomen als ik indertijd. Ik zag dat ze bang was en dat ze zich bij haar lot had neergelegd.

Na afloop van de huwelijksvoltrekking zocht ik mijn vier kinderen bij elkaar en keerden we terug naar het motel. Jason was van het toneel verdwenen, en ik was er zo goed als zeker van dat hij ook niet terug zou komen. Ik wilde niet langer van mijn kinderen gescheiden leven. Mijn nichtje Jayne en haar kinderen kwamen met ons mee.

Toen Jeremy na afloop van de vakantie terugkeerde naar het motel, vertelde hij dat Barbara voortdurend geprobeerd had om hem over mij uit te horen. Ze vroeg hem de oren van het hoofd over het hoe en waarom van de dingen die ik wel of juist niet deed. Waarom waren de dagelijkse rapporten niet uitgebreider? Hoeveel tijd besteedde ik aan het schoonmaken van voorraden? Bracht ik het gebruik van de badkamers wel voor iedereen in rekening? Liet ik mijn familieleden gratis logeren? Hield ik bezettingen van kamers achter om het geld in eigen zak te kunnen steken?

Jeremy had geen goed woord voor haar over. ‘Ik dacht altijd dat ik voor Merril werkte en dat we probeerden om het hotel voor hem te behouden. Maar nu weet ik dat Barbara de baas is in die familie van jullie. En ik vertik het om voor haar bedden op te maken en wc’s te schrobben.’ Jeremy vertelde dat hij tegen zijn vrouw had gezegd dat hij ander werk ging zoeken en vier weken later nam hij zijn ontslag.

Voor zijn vertrek was ik nog een weekend thuis. Na de kerkdienst reed ik met Tammy en Merrils andere vrouwen mee terug naar huis. Tammy vertelde over een leraar die ze kende die, ter gelegenheid van hun trouwdag, naar Caliente was gegaan om het te vieren. Hij was er geweest op een moment dat ik er in mijn eentje voor had gestaan, zwanger was, en totaal overstelpt was door werk.

Toen hij Tammy op school zag vroeg hij: ‘Hoe kan Merril een van zijn vrouwen zo ver van huis laten werken in een gebied waar het niet veilig toeven is?’

Ze antwoordde met wat Merril over de situatie had gezegd, namelijk dat hij Carolyn naar Caliente had gestuurd omdat hij van haar af probeerde te komen. Iedereen in de auto schaterde het uit.

Merril schepte erover op dat hij mij aan levensbedreigende situaties blootstelde. Ik kon mijn oren niet geloven.

Het was duidelijk dat Tammy het een schitterend verhaal vond. Na de kerk hadden we thuis mensen te eten, en aan tafel vertelde ze het verhaal opnieuw. Merril en zijn vrouwen vonden het verhaal nog even amusant als de eerste keer.

Ik was diep onthutst, en het bezoek wist ook niet goed hoe ze moesten reageren.

Dit was voor mij het keerpunt. James had me de deur gewezen, maar nu was ik zover dat ik de drempel over wilde.

Ik bracht mijn bord naar de keuken, ging naar mijn kamer om zo ver mogelijk uit de buurt te zijn van Merril en zijn misselijkmakende vrouwen en begon mijn koffertje te pakken om naar Caliente terug te keren.

Mijn brein werkte op volle toeren. Als Merril nu van me af wilde, waarom zou hij me in het volgende leven dan mee willen nemen naar het koninkrijk Gods? Ik realiseerde mij dat ik me de rest van mijn leven door hem kon laten mishandelen om niet in de hel terecht te komen, terwijl de kans groot was dat hij me daar na mijn dood alsnog naartoe zou sturen.

Op het moment dat ik besefte dat ik hoe dan ook in de hel zou belanden, bedacht ik dat ik er ten minste voor zou kunnen kiezen om aan de hel van dit leven met Merril te ontsnappen. En ook als ik niet in de hel terecht zou komen, dan nog voelde ik er niets voor om de eeuwigheid te moeten delen met iemand die ik zo hartgrondig haatte als Merril.

Ik had mijn geloof niet verworpen. Maar ik wist dat het me niets anders te bieden had dan de hel in dit leven en erna.

Zonder afscheid te nemen zette ik mijn kinderen in de auto en keerde terug naar Caliente.

In de weken daarop vroeg ik mijn zussen om me te komen helpen. Ik greep elke gelegenheid die ik kreeg aan om naar Colorado City te gaan, om mijn spulletjes beetje bij beetje terug naar huis te brengen. Ik wilde niet dat iemand het vermoeden zou krijgen dat ik weg wilde uit Caliente. Mijn slaapkamer thuis had een buitendeur, en ik wachtte met het binnenbrengen van mijn spullen tot het donker was.

Eindelijk was ik toe aan mijn laatste en definitieve vertrek uit Caliente. Ik ging naar James om afscheid van hem te nemen. Opnieuw drukte hij me op het hart om Merril te verlaten. Ik zei dat ik zijn bezorgdheid begreep maar nog steeds geen idee had hoe ik een ontsnapping zou moeten realiseren.

Over een paar weken zou mijn zevende kind worden geboren. Ik liet Merril weten dat ik niet terugging naar het motel. Hij stuurde Barbara om de boel te managen, maar toen ze daar al heel snel een puinhoop van maakte, stuurde hij Tammy. De rest van de familie vond me maar waardeloos omdat ik thuisbleef. Maar dat kon me niets schelen. Mijn leven met Merril was afgelopen. Ik wilde niets meer te maken hebben met zijn familie en hun zieke spelletjes. Op dat moment had ik er nog geen idee van hoe ik ooit zou kunnen ontsnappen of waar ik naartoe zou moeten. Weggaan leek onmogelijk, maar blijven was geen optie.

Mijn gynaecoloog wilde de geboorte inleiden om eventuele ernstige complicaties te voorkomen. Het leek hem veel beter om een dag af te spreken waarop hij zeker wist dat hij de tijd voor me kon nemen om de hele bevalling naar behoren te begeleiden. De enige datum die voor hem in aanmerking kwam, was de dag waarop ik dertien jaar getrouwd zou zijn, 17 mei 1999. Het liet me ijskoud. Mijn trouwdag was toch nooit een feestdag voor me geweest.

Toen Merril de datum hoorde, verklaarde hij tot mijn grote ellende dat hij bij de bevalling aanwezig wilde zijn. Ik had er veel liever een vriendin bij gehad, maar dit was niet het moment om tegen Merrils wensen in te gaan. Hij kwam er speciaal voor over uit Salt Lake City. We spraken af de nacht ervoor in een hotel in St. George door te brengen, aangezien ik de ochtend erop om zes uur in het ziekenhuis moest zijn.

We waren nog niet goed en wel alleen op onze hotelkamer, of Merril begon me te kussen. De weerzin die ik voelde is met geen pen te beschrijven. Alles aan hem stond me verschrikkelijk tegen. Zijn gsm ging over. Het was Barbara. Hij hield op met me te kussen om met haar te praten, maar het gesprek was nauwelijks afgelopen of hij begon opnieuw. Een halve minuut later belde Barbara opnieuw en nu duurde hun gesprek twintig minuten. Ik kroop in bed en verheugde me op de laatste nacht van een zware zwangerschap.

Merril kwam bij me liggen en begon me opnieuw te kussen. Maar Barbara belde opnieuw, en eindelijk viel ik in slaap.

De volgende ochtend waren we om zes uur bij het ziekenhuis. Ik werd naar de kraamafdeling gebracht en aan het infuus gelegd. Merril bleef een uurtje, en toen ging hij weg. Hij zei dat Barbara de auto zou komen halen en hij had bij het hotel met haar afgesproken, waar hij ook een poosje wilde rusten.

Zes uur later was de bevalling goed op gang, en ik wist dat de baby weldra geboren zou worden. De verpleegster wilde weten hoe ze mijn man kon bereiken. Ze was bang dat hij de geboorte van zijn zoon zou mislopen. (We wisten al dat het een jongetje zou worden.)

Ik loog dat Merril over een paar minuten zou bellen. In werkelijkheid had hij een paar minuten eerder gebeld en had ik gezegd dat er nog niets aan de hand was. Ik wilde niet alleen bevallen, maar nog minder dan dat wilde ik hem erbij hebben.

De laatste fase van de bevalling was begonnen. De verpleegster zei dat ik nog niet mocht persen, en ze ging de dokter waarschuwen. Hij kwam de verloskamer binnengerend en twee minuten later was Harrison er.

De dokter legde mijn beeldschone en kerngezonde zoontje op mijn buik, en glimlachend nam ik zijn gelukwensen in ontvangst.

Merril belde vijf minuten nadat Harrison was geboren. Hij kon de baby door de telefoon horen huilen en zei dat het hem speet dat hij de geboorte had gemist. Niet veel later arriveerden hij en Barbara bij het ziekenhuis. Barbara leek uiterst in haar nopjes over het feit dat Merril bij haar was geweest op het moment dat Harrison op onze trouwdag was geboren.

Ik was inmiddels op een punt dat Merril Jessop me absoluut niet meer interesseerde. Toen hij en Barbara weggingen en ik hem nakeek, wist ik dat mijn huwelijk met hem was afgelopen.

Harrison was zijn drieënvijftigste kind.