Opvanghuis

Nu Merril bezoekrecht had, was het voor hem nog gemakkelijker om de kinderen de ene na de andere leugen te voeren. Hij begon met tegen hen te zeggen dat Dan Fisher een immoreel mens was die uitputtende seks met me wilde hebben om me dan, zodra hij genoeg van me had, het huis uit te gooien. Dit was een zuiver schrikbeeld voor hen omdat ze vreesden dat ik, als dat zou gebeuren, naar hun vader terug zou keren.

Inmiddels vonden mijn kinderen het fijn om bij mij te kunnen zijn, maar ze waren nog steeds wat angstig ten aanzien van de buitenwereld. Ze geloofden niet dat ik voor hen zou kunnen zorgen. Ik vroeg Lisa om raad, en we waren het erover eens dat mijn kinderen het gevoel zouden moeten krijgen dat ons nieuwe bestaan echt was en dat het iets van blijvende duur was. Om dat te kunnen bereiken zouden we een eigen huis moeten zien te vinden.

De snelste manier om dat voor elkaar te krijgen was het doorlopen van het systeem van het opvanghuis. Het opvangtehuis voor mishandelde vrouwen in West Jordan was mijn springplank. De maatschappelijk werkster daar kende alle wegen om aan hulp te komen, en wilde me helpen bij het vinden van een eigen, gesubsidieerde woning. Ik zette mijn naam op de wachtlijst en kreeg te horen dat het ongeveer een maand zou duren voor we er terecht zouden kunnen. Dan stond volledig achter mij.

Ik schreef mijn jongere kinderen en Betty in voor zomerschool, zodat ze de gelegenheid zouden krijgen om hun achterstanden wat in te lopen. Ze waren op school erg achter met de stof.

Mijn hoop op een normaal leven werd evenwel rechtstreeks gesaboteerd door Merrils bezoeken. Hij mocht de kinderen om het weekend komen halen. Hij arriveerde vrijdagavond, laadde ze in de auto en maakte de vijfurige rit naar Colorado City. Na afloop van zo’n weekendje hadden ze twee weken nodig om daarvan bij te komen. Wanneer ze op zondagavond thuiskwamen, waren ze gespannen en maakten ze veel ruzie. Op een keer had ik een heerlijk maal van rosbief, aardappels, jus, warme broodjes, groenten en een toetje voor ze klaarstaan. Ze kwamen braaf aan tafel zitten maar aten geen hap. Ik wist dat ze van Merril niet goed te eten kregen en had geen idee wat er aan de hand zou kunnen zijn. Ik zette het eten in de koelkast.

Uiteindelijk hoorde ik van Merrilee wat de reden was van dit onverklaarbare gedrag: Merril had hun bevolen om de hele zondag waarop ze bij hun vader waren te vasten en te bidden. Ik belde mijn advocaat om een klacht in te dienen. Een van de regels van het bezoekrecht was dat de kinderen volledig buiten de strijd om de voogdij gehouden moesten worden. Merril mocht niet eens met hen over de zaak praten.

De volgende dag gingen Betty en LuAnne ineens tegen me tekeer. Ze verweten me dat ik niets voor mijn zustervrouwen voelde en zeiden dat ik moest leren vergeven. Ik kreeg te horen dat ik probeerde ze de hel mee in te sleuren waar ze vernietigd zouden worden, en dat alleen maar om mijn eigen, egoïstische behoeften te bevredigen. Beiden maakten me uit voor mishandelaar, en ze beweerden dat ik degene was die hen mishandelde – niet hun vader. Ze zeiden dat ik de rechter had verteld dat Merril ze maandenlang had laten verhongeren. Dat hoorde ik voor het eerst, want er was geen woord van waar. Er waren voldoende misstanden om aan de rechter te melden, ik hoefde er heus niets bij te verzinnen.

‘Je bent een afvallige, en je bent van de duivel!’ zei Betty. ‘Hij wil je ziel, en hij wil de onze erbij.’

‘Je kunt onze moeder niet zijn want je hebt je aan de duivel gegeven,’ jammerde LuAnne. ‘We willen helemaal niet hier bij jou zijn!’

Het was verschrikkelijk om al dit soort verwijten aan te moeten horen. Opnieuw belde ik Lisa, en opnieuw diende ik een klacht in. Ze zei dat ik alles wat ze zeiden moest opschrijven. Daarna belde ze Rod Parker, Merrils advocaat, en klaagde bij hem over het vasten. Parker kreeg de waarschuwing dat hij, als Merril niet ophield de kinderen te mishandelen, opnieuw gedagvaard zou worden.

Parker zei dat Merril ook Bryson wilde hebben in het weekend. Bryson was intussen bijna twee. Als ik Bryson niet mee liet komen, zei Parker, dan zou ik gedagvaard worden. Ik gaf Bryson nog steeds de borst en daarmee wilde ik doorgaan tot zijn tweede verjaardag. In de regel gaf ik mijn kinderen achttien maanden de borst, maar Bryson was veel te vroeg geboren en daarom wilde ik hem zo veel mogelijk extra voeding meegeven. Omdat hij nog steeds de borst kreeg kon ik hem onmogelijk mee laten gaan op die weekenden. En daar wond Merril zich vreselijk over op.

We hebben vijf weken in het opvanghuis gezeten. De doorbraak kwam toen een vrouw die wist waartegen we het op moesten nemen, Rhoda Thomson, geld inzamelde om ervoor te zorgen dat we een dak boven het hoofd zouden krijgen: twee aaneengekoppelde stacaravans met een totaal van vijf slaapkamers en vier badkamers. We hadden een prachtige voortuin en een terrein achter waar de kinderen uitgebreid konden spelen.

Toen Merril van ons nieuwe onderkomen hoorde, was hij furieus. Volgens mij had hij gehoopt dat we uit het opvangtehuis op straat zouden worden gezet, en daarmee gedwongen zouden zijn om naar hem terug te keren. Als hij dat inderdaad had gedacht, had hij er niet erger naast kunnen zitten.