Harrisons nieuwe infuusklep
Hoewel Harrison inmiddels al twee jaar intraveneus werd behandeld, ging er nog steeds geen dag voorbij zonder dat hij minimaal één krampaanval had. Eind 2001 besloot dr. Smith dat er een nieuwe klep ingebracht moest worden omdat al zijn aderen ongeschikt waren geworden. Ik hield mijn hart vast. Bij elke operatie die Harrison had ondergaan had zich een ernstige complicatie voorgedaan, maar ik besefte ook wel dat we geen andere keuze hadden. De operatie werd in de week voor Kerstmis in St. George uitgevoerd, en alles ging goed. Maar een paar dagen later kreeg Harrison opeens hoge koorts en bleek dat hij een infectie had opgelopen. Toen het mij niet lukte zijn koorts omlaag te krijgen, zei dr. Smith dat ik hem dan maar weer naar het ziekenhuis moest brengen. Ik belde een ambulance, en daar gingen we weer. Ziekenwagens waren een routine geworden.
Harrison was echter niet het enige probleem. Bryson was nog maar net drie maanden oud en hij zat nog steeds onder het normale gewicht. Ik nam hem overal mee naartoe, want hij zat op een strak voedingsschema. Op dat moment voedde ik hem om de twee uur. In St. George liep hij een infectie op die tot longontsteking leidde. Dus toen we uiteindelijk weer naar huis konden, had ik twee zieke kinderen om voor te zorgen.
Bryson moest aan de neusspray om beter adem te kunnen halen. Harrison moest ook aan de zuurstof omdat hij vaak zuurstof tekortkwam.
Nadat ik bij thuiskomst beide kinderen in bed had gelegd, ging ik op zoek naar mijn andere kinderen om te zien of ze het goed maakten. Betty bleek niet thuis te zijn, en niemand van de familie wilde me vertellen waar ze was. Ik vroeg het aan deze of gene, maar mijn vraag werd volkomen genegeerd.
De volgende middag kwam ze thuis, en ik kreeg te horen dat ze bij Warren Jeffs had gelogeerd.
Merrils ongetrouwde dochters gingen regelmatig een nachtje bij Warren thuis logeren. Hij organiseerde logeerpartijtjes die waanzinnig populair waren. Er werd geen seks bedreven of zo, maar Warren was in de gelegenheid om de meisjes van dichtbij te bekijken en een praatje met ze te maken, en alvast te bedenken met wie van hen hij wilde trouwen zodra ze een paar jaar ouder waren.
Betty was nog maar twaalf. Ik kon me niet voorstellen dat een van mijn dochters getrouwd zou zijn, maar ik vroeg me wel af hoe lang ze nog veilig zou zijn. Ze was Merrils lievelingsdochter en hij zou het geweldig vinden als Warren Jeffs haar tot vrouw wilde hebben.
Oom Rulons aftakeling hield gelijke tred met Warrens groeiende macht. De oude profeet vertoonde zich nog maar zelden in het openbaar, en hij maakte geen afspraken meer. Merrils dochters vertelden dat zijn vrouwen hem niet mochten zien tenzij Warren hun daar speciaal toestemming voor gaf. De meisjes vertelden ook dat oom Rulon zich erover had beklaagd dat Warren hem zijn werk had afgepakt en dat hij het terug wilde. Bij die zeldzame gelegenheden dat oom Rulon in het openbaar verscheen, mocht niemand met hem praten en mocht slechts een klein aantal zorgvuldig geselecteerde mensen hem een hand geven.
Een van de meest opvallende veranderingen van de laatste tijd was dat er steeds jongere meisjes werden uitgehuwelijkt. Toen oom Rulon jaren geleden aan de macht was gekomen, moest een meisje in de twintig zijn om aan een man toegewezen te kunnen worden. Na zijn eerste beroerte werd die leeftijd verlaagd naar achttien. Hoe meer zijn gezondheid achteruitging, hoe lager de leeftijd van de jonge bruidjes werd. Ik weet nog dat oom Rulon een meisje van veertien uithuwelijkte aan haar stiefvader. Warren had de biologische vader van het meisje van haar moeders zijde gescheiden en hem uit de gemeenschap verbannen. Daarna wees hij haar moeder aan een andere man toe. Enkele maanden later kreeg het veertienjarige meisje te horen dat ze met dezelfde man moest trouwen als haar moeder.
Ik was vastbesloten om Betty te beschermen, maar ik wist ook dat ik dat alleen maar zou kunnen doen als ik de gemeenschap verliet. Harrison was nog altijd te ziek om aan ontsnappen te kunnen denken. Bryson was zwak, maar hij ging vooruit. Ik deed wat ik kon om hen zo stabiel en fit mogelijk te maken, want daar hing ons aller leven vanaf.
Harrisons ontsteking genas, maar een week later had hij alweer een andere. Deze was een stuk hardnekkiger en de genezing ervan nam maanden in beslag. Hij werd opgenomen, een paar dagen later weer naar huis gestuurd, en een week of zo daarna volgde er een nieuwe opname – dat ging weken zo. Dr. Smith wilde de klep verwijderen omdat ze dacht dat die infecties daardoor veroorzaakt werden. De chirurg vond dat we het nog een poosje aan moesten kijken in de hoop dat het vanzelf over zou gaan.
En toen kreeg Luke zijn ongeluk.
Luke was Merrils en Ruths zeventienjarige zoon. Hij werkte als bouwvakker in Page en had een crossmotor, iets wat binnen onze cultuur als gevaarlijk en bedenkelijk wordt beschouwd. Jongens die een crossmotor berijden gelden als opstandig. Dus niemand in de familie was er verder van op de hoogte.
De politie vond Luke bewusteloos langs de kant van de weg. Een ambulancehelikopter bracht hem van het ziekenhuisje in Page naar het grote ziekenhuis in St. George. Het ziekenhuis belde naar Merrils kantoor met de boodschap dat er zo snel mogelijk een ouder naar St. George moest komen om de stukken te ondertekenen voor het geval hij met spoed geopereerd moest worden. Lukes toestand was kritiek. Zijn milt bloedde en mogelijk was opereren de enige manier om daar iets aan te doen.
Merril en Barbara waren op weg naar het motel in Caliente toen het bericht hen bereikte. Merril had geen zin om het hele eind terug naar St. George te rijden, dus hij belde zijn zoon Leroy en zei dat hij maar naar het ziekenhuis moest gaan. Daar moest hij kijken hoe het met Luke was, en dan moest hij maar terugbellen.
Leroy, die in de twintig was, kreeg van zijn broer te horen dat hij alleen maar een buil op zijn hoofd had en dat alles verder reuze meeviel. Toen Merril dit hoorde, vroeg hij zich af waarom hij te horen had gekregen dat Lukes toestand kritiek was. Een buil op je hoofd was immers niets bijzonders.
Die avond kwam Leroy, die van zijn werk op weg was naar huis, even bij ons langs. Ruth had die avond gekookt en toen hij binnenkwam was ze net bezig met het serveren van soep en warm brood.
‘Ik kom net bij het ziekenhuis vandaan om, zoals vader me had gevraagd, even bij Luke te kijken,’ vertelde Leroy. ‘Zo te zien maakt hij het uitstekend.’
Ruth was geschokt. ‘Wat? Wat doet Luke in het ziekenhuis?’
‘Heeft vader je dan niet verteld dat hij vandaag een ongeluk met zijn crossmotor heeft gehad?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Nee, ik heb vader vandaag nog helemaal niet gesproken. En sinds wanneer heeft Luke een crossmotor?’
‘Volgens mij heeft vader die al een hele poos geleden voor hem gekocht. Maar hij maakt het goed. Ik twijfel er niet aan dat vader je wel iets gezegd zou hebben als zijn toestand zorgwekkend was geweest,’ zei Leroy.
Wanneer Ruth stabiel was, hield ze zielsveel van haar kinderen. Ze pakte de telefoon in de keuken en belde Merril.
‘Vader, ik hoor zojuist van Leroy dat Luke in het ziekenhuis ligt omdat hij een ongeluk met zijn crossmotor heeft gehad.’
Ruth zweeg en luisterde naar alles wat Merril te zeggen had. Toen vervolgde ze: ‘Maar vader, ik denk toch dat ik vanavond maar liever naar het ziekenhuis ga om te zien of het echt goed met hem gaat.’
Ruth luisterde nog even, en toen hing ze op. Ik zag haar handen beven. Ze ging verder met de afwas en zei dat ze toch wel erg bezorgd was. ‘Maar vader ziet niet in waarom ik zou gaan. Hij heeft liever dat ik thuisblijf om voor de familie te zorgen.’
Ruth deed haar uiterste best om zichzelf van de noodzaak van thuisblijven te overtuigen, ook al waren er nog vier andere vrouwen thuis. Ze was duidelijk behoorlijk van streek en de volgende ochtend vertelde ze dat ze niet had kunnen slapen.
Merril en Barbara besloten de volgende dag dat ze voor zaken naar Las Vegas wilden. Merril vermoedde dat hij later op de dag wel even bij het ziekenhuis langs zou kunnen gaan.
In het ziekenhuis begreep de chirurg die Luke behandelde ondertussen niet waarom er zich nog steeds geen ouder had gemeld. Ze kon niet opereren zolang er niet getekend was en Lukes leven zou gevaar kunnen lopen als gevolg van de nalatigheid van zijn ouders.
De chirurg belde naar huis en legde Ruth uit dat het echt dringend was dat zij of haar man langskwam om te tekenen. Lukes vitale functies waren goed, maar hij was niet stabiel. Ruth belde Merril en vroeg of ze naar het ziekenhuis mocht. Ze wilde doen wat goed was voor Luke.
Merril ging tegen haar tekeer en zei dat hij de situatie volkomen meester was. En het enige waar ze aan zou moeten denken, merkte hij op, was wat haar man van haar wilde.
Na zijn gesprek met Ruth belde hij zijn oudste zoon, Fred. Freds tweede vrouw, Josette, was in het ziekenhuis met haar zieke baby. Ze ging bij Luke kijken en vroeg hem hoe hij zich voelde. Hij zei dat het beter met hem ging.
Terwijl ze daar zo een praatje zaten te maken, kwam de chirurg binnen en hij zag haar aan voor Lukes moeder. ‘Ik ben blij dat u eindelijk kans heeft gezien om naar het ziekenhuis te komen,’ zei ze. ‘Ik heb echt grote moeite moeten doen om u te pakken te krijgen.’
‘Hoe denkt u dat het met hem gaat?’ vroeg Josette, uit pure nieuwsgierigheid.
De arts deed uitvoerig verslag van Lukes toestand, en legde uit dat, hoewel hij redelijk fit leek, er altijd nog een grote kans bestond dat zijn milt zou scheuren, hetgeen een spoedingreep noodzakelijk zou maken.
Na afloop van haar relaas zei de chirurg tegen Josette dat ze haar eigenlijk wel erg jong vond om een zoon van zeventien te kunnen hebben.
‘O, maar dat klopt. Ik ben zijn moeder ook niet,’ antwoordde Josette.
De arts was geschokt. ‘Wie bent u dan wel?’
Josette wilde niet zeggen dat ze de tweede vrouw van Lukes halfbroer was, dus ze zei dat ze gewoon maar een vriendin uit Colorado City was die toevallig met haar zieke baby in het ziekenhuis was en dat ze alleen maar even een praatje met Luke had willen maken.
Voor de chirurg was de maat duidelijk vol. Het zat haar verschrikkelijk hoog dat het haar maar niet lukte om een van Lukes ouders zover te krijgen dat deze naar het ziekenhuis kwam. Ze wilde hem de beste behandeling geven, maar moest in gebreke blijven. Voor haar was het een kwestie van leven en dood.
Luke zelf was een stuk minder bezorgd. Hij had vooral honger. Omdat hij misschien geopereerd zou moeten worden, kreeg hij alleen maar intraveneuze voeding toegediend.
Op het eind van de middag voelden Merril en Barbara zich te moe om vanuit Las Vegas nog naar St. George te gaan, en ze stelden het bezoek aan Luke nog een dagje uit. Merril belde Leroy en zei dat hij opnieuw naar het ziekenhuis moest gaan.
Toen Leroy Lukes kamer binnenkwam, lag deze naar de televisie te kijken. ‘Ik heb een verschrikkelijke honger,’ zei hij tegen zijn broer.
‘Nou, een mens kan nu eenmaal niet zonder eten. Kom mee, dan gaan we ergens wat eten.’ Leroy hielp Luke uit bed en haalde hem van het infuus. Hij viste zijn kleren uit de plastic zak in de kast, en de beide jongens liepen doodleuk langs de verpleegsterspost en verlieten het ziekenhuis. Leroy bestelde voor hen beiden een flinke biefstuk als avondmaal.
De verpleegster die Lukes kamer binnenkwam, zag dat het bed leeg was en dat het infuus was uitgezet. Het ziekenhuis was in rep en roer. Was hun patiënt ontvoerd? De chirurg haastte zich terug naar het ziekenhuis. Iemand belde naar ons huis en vroeg mevrouw Jessop te spreken. Op dat moment waren er vijf vrouwen thuis die zo heetten, en het kind dat de telefoon had opgenomen vroeg de dokter met welke van de vijf ze wilde spreken.
Na afloop van het eten keerde Luke weer terug naar het ziekenhuis, waar hij zijn ziekenhuispyjama weer aantrok en in bed kroop. Een verpleegster zag hem, en haastte zich naar haar collega’s om te zeggen dat hij weer terug was. De chirurg wilde weten hoe het mogelijk was dat een kritieke patiënt pal onder de neuzen van het verplegend personeel het ziekenhuis had verlaten.
Luke vertelde haar dat hij uitgehongerd was geweest en met zijn broer ergens een hapje was gaan eten. ‘Luke,’ zei ze, ‘je hebt een beschadigde milt, en hoewel je je misschien niet ziek voelt, is het niet ondenkbaar dat je een bloeding krijgt, en in dat geval kun je binnen enkele minuten doodbloeden. We kunnen je geen eten geven omdat je, als je geopereerd en verdoofd moet worden, een lege maag moet hebben. Je overtreedt de wet als je dit ziekenhuis zonder een van je ouders verlaat, dus ik raad je aan om dat niet nog eens te doen!’
Luke beloofde dat hij het bij deze ene keer zou laten.
Het ziekenhuis kreeg Ruth aan de telefoon en ze zeiden dat ze onmiddellijk naar het ziekenhuis moest komen om met de chirurg te overleggen. Ik hoorde haar Merril bellen.
‘Vader, ik geloof toch echt dat ik maar beter naar het ziekenhuis kan gaan. Ze hebben nu al voor de tweede keer gebeld vandaag, en ze zeggen dat het dringend is.’
Merril schold haar door de telefoon de huid vol. ‘Ruth, ik heb je toch al gezegd wat ik wil dat je doet. Zeg op, ben je bereid om naar je man te luisteren, of wil je per se je eigen zin doen? En ik hoef je natuurlijk niet te vertellen wat je boven het hoofd hangt als je erop staat je eigen wil door te drijven in plaats van te luisteren naar wat je man zegt.’
Ruth was zo ongeveer in tranen. ‘Het spijt me dat ik je dit nu voor de tweede keer moet vragen, maar ik maak me zo’n zorgen om Luke. Ze zeggen dat zijn toestand kritiek is en dat hij wel eens zou kunnen sterven als ik er niet heen ga om voor de operatie te tekenen.’
Ik kon Merril door de telefoon heen horen schreeuwen. ‘Ruth, ik heb de zaak volledig in de hand. Luister je soms liever naar anderen dan naar een man met goddelijke inspiratie? Ik heb een groot aantal mensen naar Luke gestuurd om te kijken hoe het met hem is, en hij maakt het goed. Het is nergens voor nodig om halsoverkop naar St. George te gaan. Ik kom langs en dan regel ik het wel. Maak je niet zo druk. Er is geen enkele reden waarom je tegen de wensen van je man in zou gaan. Als je zo doorgaat dan word ik echt boos, en dat zal je spijten.’
Ruth hing op en vluchtte in tranen naar haar kamer.
Merril en Barbara gingen de volgende namiddag naar het ziekenhuis en namen Luke mee voor zijn tweede vleesmaaltijd. Het scheen dat Luke zijn vader had gezegd dat hij mogelijk geopereerd zou moeten worden, maar dat kon Merril niet schelen. Volgens Luke had zijn vader ook meer autoriteit dan zijn dokter, want zijn vader was een man met goddelijke inspiratie.
Toen het ziekenhuispersoneel vaststelde dat Luke opnieuw was verdwenen, belden ze opnieuw naar huis, waar geen van de mevrouwen Jessop er ook maar enig idee van had waar de jongen zou kunnen zijn. En dat betekende dat de chirurg, die nu buiten zichzelf van woede was, zich gedwongen zag opnieuw naar het ziekenhuis te komen.
En voor de tweede keer confronteerde ze Luke met wat hij had gedaan. Hij zei dat hij beloofd had om niet weg te gaan, tenzij dat met een van zijn ouders was, en hij was deze keer met zijn vader gegaan. ‘Mijn vader zei dat ik best kon eten,’ besloot hij.
De dokter kon gewoonweg niet geloven dat Merril niet geprobeerd had om iemand van het verplegend personeel te spreken te krijgen. Ze had immers twee dagen lang vergeefs getracht om met een van zijn ouders in contact te komen.
Merril en Barbara waren blij dat ze Luke mee uit eten hadden kunnen nemen. Ze waren bang dat hij zich eenzaam zou voelen in het ziekenhuis, en daarom besloten ze Leroy te vragen hun twaalfjarige zoontje voor de nacht naar het ziekenhuis te brengen.
Toen Lukes verpleegster de beide jongens op bed televisie zag zitten kijken, wist ze niet goed wat ze moest doen, want de bezoektijd was afgelopen. Luke zei dat Tommy zou blijven slapen omdat zijn vader niet wilde dat hij alleen was.
De verpleegster legde uit dat dit in strijd was met de voorschriften, maar Luke antwoordde dat Leroy al een uur geleden was weggegaan en dat Tommy nu niet meer naar huis zou kunnen.
Het ziekenhuis belde Merril, die zei dat hij iemand zou sturen om Tommy te halen. Maar Merril deed niets en ging naar bed. De volgende ochtend stuurde hij Leroy om Tommy te halen.
De dokter liet Luke de volgende dag weten dat hij, als zijn toestand stabiel bleef, over vierentwintig uur naar huis zou mogen. Het ziekenhuis verwittigde Merril, die Ruth bij zich liet komen.
‘Nou, Ruth, ik heb zonet een telefoontje van het ziekenhuis gekregen en ze zeggen dat Luke morgen naar huis mag. Het gaat goed met hem. Je ziet, je hoeft alleen maar naar je man te luisteren en alles komt goed. Ik hoop dat dit een les voor je is geweest. Het was nergens voor nodig dat je me maar bleef bellen. Ondanks je onophoudelijke gevraag en je ongehoorzaamheid heeft God je zoon beschermd. Je zou dankbaar moeten zijn dat je een man hebt die door God bemind wordt en die, ondanks jouw opstandigheid, alles doet om je zoon te beschermen.’
Ruth trilde van emotie. ‘Vader, het spijt me dat ik je gevraagd heb om iets anders te mogen doen dan je van me verlangde. Ik ben dankbaar dat je mijn man bent. Ik ben dankbaar dat God Luke ondanks mijn opstandigheid heeft willen beschermen. Vergeef me alsjeblieft, en heb geduld met mij.’
Merril lachte zelfvoldaan. ‘Natuurlijk vergeef ik je, Ruthie. Ik zal je vergeven als je hiervan leert en ervoor zorgt dat het niet nog eens zal gebeuren.’
Ruth zei zacht: ‘Ja, vader, ik heb ervan geleerd dat ik niet aan je woord moet twijfelen. Dank je voor je vergiffenis.’
Dat alles hoorde ik omdat ik erbij was – Merril had me op zijn kantoor ontboden voor een ‘correctie’. Als ik hem even gehoorzaam zou zijn als Ruth, dan zou Gods liefde toestaan dat Harrison weer beter werd. Waar Merril manipulatief op inspeelde – alsof hij zo’n excuus nog nodig zou hebben gehad – was dat de artsen geen medische verklaring hadden voor het feit dat Harrison nog altijd niet van zijn krampen af was. Ze hadden gezegd dat er een mogelijkheid was dat Harrisons krampen over zouden gaan en dat hij weer helemaal normaal zou worden. Maar Merril gebruikte het feit dat hij om onduidelijke redenen niet beter werd om me mijn opstandigheid te blijven verwijten.
Luke werd de volgende dag uit het ziekenhuis ontslagen. Zijn broers haalden hem op, en hij verliet het ziekenhuis zonder ook maar iets te ondertekenen. En dat had alweer een rel tot gevolg. Het ziekenhuis belde en eiste van Ruth dat ze langs zou komen om de ontslagformulieren te tekenen, en om met de dokter over Lukes nazorg te spreken.
Ruth vertelde Merril wat ze hadden gezegd. Hij gaf haar een zware berisping voor haar onbeschaamdheid en dreigde dat hij de volgende keer wel eens minder vergevensgezind zou kunnen zijn als ze nu niet eindelijk eens ophield over deze kwestie te zeuren.
Trillend als een riet verliet Ruth Merrils kantoor. Dit was bij lange na niet de eerste keer dat ik van dit soort scènes getuige was. Merril gaf haar – en ons allemaal – de meest stevige uitbranders over op zichzelf onbenullige zaken. Het enige probleem met Ruth was dat ze niet slim genoeg was om hem een stapje voor te blijven en ze niet wist hoe ze voor zichzelf moest opkomen.
Een paar dagen later belde het ziekenhuis opnieuw, en dit keer ging het over de rekening. Ruth zei dat ze daarover met Merril zouden moeten spreken. Hij zei echter dat Lukes rekening haar verantwoordelijkheid was. ‘Zoals ik het zie,’ zei hij, ‘ben jij een ongehuwde moeder met zestien kinderen en van mij krijg je geen rooie cent. Het zou me niets verbazen als het ziekenhuis zijn best zou doen om samen met jou naar een oplossing te zoeken.’
Enkele weken later werd Merril gebeld door de kinderbescherming. Er zou een onderzoek naar hem worden ingesteld in verband met Lukes ziekenhuisopname. Merril kreeg de waarschuwing dat hij zijn kinderen kwijt zou kunnen raken als bleek dat hij ze mishandelde. Merril maakte de ambtenaar over de telefoon uit voor rotte vis. ‘Wie denk je wel niet dat je bent? Waar haal je het recht vandaan om aan mijn opvoedkundige kwaliteiten te twijfelen? Hoe ik mijn kinderen op wil voeden gaat niemand iets aan.’ Hij zei de man dat hij de pot op kon.
De volgende dag stond de man bij ons op de stoep. Dit was een grote uitzondering. Het kwam zelden voor dat iemand van de kinderbescherming zich binnen de gemeenschap vertoonde, en het was nog maar een enkele keer gebeurd dat ouders hier wegens mishandeling uit de ouderlijke macht waren ontzet. En uiteindelijk werden de kinderen ook altijd weer naar hun ouders teruggestuurd, zodat niemand nog de moeite nam om misstanden te melden. Mijn ervaring was dat de kinderbescherming braaf de andere kant op keek en niets wilde weten van de op grote schaal plaatsvindende kindermishandeling, want dat was gemakkelijker dan officieel onderzoek in te moeten stellen naar de uitgebreide polygame gezinnen.
Merril zag de man en begon onmiddellijk tegen hem te tieren en te schelden, en riep dat hij zo snel mogelijk op moest duvelen. De man zei dat hij met Luke wilde praten. Merril weigerde. Luke hoorde al het geschreeuw en ging naar buiten. Hij zei tegen Merril dat hij de man te woord moest staan, en ze gingen met zijn drieën naar Merrils kantoor. Daarna spraken Luke en de man elkaar onder vier ogen.
Luke zei dat zijn ouders niets begrepen van de voorschriften van het ziekenhuis en dat er nooit sprake was geweest van kwade opzet van hun kant. De man beloofde een uitgebreid rapport te zullen schrijven. Niemand heeft ooit nog van hem gehoord. En daar keek ik niet van op.
Waar ik wel van opkeek was dat Lukes dokter, die ook Harrisons dokter was, ons heel anders behandelde toen we de keer daarna op onze afspraak verschenen. De kinderarts drong erop aan dat Harrisons klep verwijderd werd omdat de infectie nog steeds niet was genezen, maar daarvan wilde zij niets weten. Ze was bang dat er, als deze klep verwijderd werd, geen nieuwe ingebracht zou kunnen worden. Dat is omdat er maar een paar aderen groot genoeg zijn om een klep te kunnen hebben. Zijn die aderen eenmaal opgebruikt, dan is het afgelopen. Uiteindelijk gaf ze toe en zei ze dat ze de klep zou verwijderen, maar ze zei erbij dat ze Harrison nooit meer zou opereren en dat zij de enige chirurg in de omtrek was die dit soort ingrepen kon verrichten. Als we ooit weer een nieuwe klep wilden proberen, zouden we daarvoor naar Phoenix moeten.
Ik vond haar ongevoelig en bot, en vermoedde dat ze erachter was gekomen dat Harrison en Luke dezelfde vader hadden. Ze was tot dan toe altijd erg aardig tegen me geweest, maar nu deed ze alsof ze niets meer met ons te maken wilde hebben.
Ik vond het verschrikkelijk dat Merril het leven van zijn kinderen op het spel zette door hun goede medische zorg te onthouden. En wat ik nog veel erger vond, was dat de chirurg dacht dat ik mijn kinderen net zo erg verwaarloosde als Merril en Ruth. Zij en mijn kinderarts wisten niets van onze polygame levens.
Met buitenstaanders werd nooit over onze polygamie gesproken. We waren bang voor de buitenwereld. En ook al had ik nog zo’n goede en langdurige relatie opgebouwd zoals ik met Harrisons artsen had gedaan, toch bleef ik er het zwijgen toe doen omdat ik niet wist of ik ze wel zou kunnen vertrouwen. Ik kon geen enkel risico nemen, want als Merril er ooit achter zou komen dat ik iemand van buiten de gemeenschap in vertrouwen had genomen, zou ik in het hiernamaals tot de hel worden veroordeeld, terwijl ik in dit leven door iedereen binnen de gemeenschap gemeden zou worden.