Patricks mishandeling

Als ik een moment in mijn leven over zou mogen doen, dan is het dit: op een avond in het weekend probeerde Patrick, mijn zoontje van vier, me te wekken. Het was half elf en ik was diep in slaap. Merril had opgeroepen voor het familiegebed en dat betekende dat iedereen naar de grote zitkamer boven moest komen. Een van de oudere kinderen had al geprobeerd me wakker te maken, en toen dat niet was gelukt hadden ze Patrick gestuurd.

‘Moeder, vader wil dat je komt bidden,’ zei Patrick. Ik draaide me op mijn andere zij en zei dat ik te moe was. Merrilee was nog maar een paar weken oud en ik was nog steeds uitgeput van haar bevalling. Ik was zó aan het einde van mijn krachten dat ik, nadat ik mijn kinderen naar bed had gebracht, zelf ook tussen de lakens was gekropen. Maar kennelijk had Merril opgeroepen tot het gebed en waren alle kinderen weer uit bed gesleurd. Ik was ziek van uitputting en liet Patrick weten dat ik niet de kracht had om uit bed te komen.

Na Merrils hartaanval was het een tijdlang redelijk rustig en stabiel geweest in huis. Barbara bleef het de vijf andere vrouwen moeilijk maken, maar we hadden afgesproken om ons zo min mogelijk van haar aan te trekken om de spanning in huis tijdens Merrils herstel tot een minimum te beperken. Na een paar weken was het duidelijk dat Barbara deze schijnbare kalmte binnen de familie niet langer kon verdragen – uiteindelijk voelde ze zich alleen maar prettig wanneer er ruzies en problemen in huis waren en ze Merril uitgebreid verslag kon doen van al onze tekortkomingen.

Om onrust te zaaien droeg Barbara de kinderen op om ongehoorzaam te zijn, zodat we ons geduld zouden verliezen en hun een pak slaag zouden geven. Op een dag kreeg ik het zo zwaar te verduren van een aantal van Merrils dochters, dat ik mijn zelfbeheersing verloor. Ze hadden het bloed onder mijn nagels vandaan gehaald, en toen ik ze geschokt hoorde reageren op een meisje dat op een schandalige manier geïntimideerd was en een zakje met hondenvoer had ontvangen om duidelijk te maken hoeveel ze waard was, kon ik me niet langer beheersen.

‘Wat een stelletje hypocrieten zijn jullie zeg! Kijk liever naar de manier waarop jullie de moeders binnen deze familie behandelen. Want zoals jullie met mij omgaan, zou ik allang blij zijn met een zakje hondenvoer.’ Toen ik dat had gezegd liep ik door de kamer en voegde eraan toe: ‘Ik geloof dat ik moet overgeven. Voor mij zijn jullie de meest zelfingenomen en hypocriete mensen die ik ken.’

Ik kon hun boosheid voelen oplaaien. Het was volkomen waar wat ik had gezegd, en dat wisten ze, maar in deze familie was het onaanvaardbaar om in verzet te komen tegen welke vorm van mishandeling dan ook. Protest betekende een bedreiging voor de machtsstructuur en dat kon Barbara zich niet permitteren. Ik wist dat ik voor mijn woorden gestraft zou worden, maar het kon me niet schelen.

Wat ik niet wist, was dat Barbara zich niet op mij zou wreken, maar op Patrick.

Pas drieënhalf jaar na onze ontsnapping hoorde ik wat er die avond was gebeurd. Op een middag toen ik Patrick van karate had gehaald, vertelde hij wat er die avond, toen hij vergeefs geprobeerd had mij voor het familiegebed te wekken, was gebeurd.

Patrick ging terug naar de zitkamer en zei tegen Merril dat ik te moe was om te komen bidden. Barbara ontstak in woede. De familie zat geknield op de vloer. Mijn weigering om te komen zorgde voor enige opschudding. Patricks oudere broers wilden van hem weten waarom ik niet gehoorzaamde.

Patrick herinnerde zich dat Merril iets tegen Barbara zei, die vervolgens naar hem toe kwam en hem vroeg haar te volgen. Hij dacht dat ze me samen met hem wilde gaan halen, maar in plaats daarvan nam ze hem mee naar een kamer aan de overkant van de gang, en ze sloot de deur.

Ze onderwierp Patrick aan een intensief verhoor over mij. Hij deed zijn best om al haar vragen zo goed mogelijk te beantwoorden, maar desondanks werd ze boos en vond ze het nodig hem te slaan. Toen hij begon te huilen werd ze nog bozer. Op een gegeven moment tilde ze hem op en smeet hem in een hoek van de kamer. Hij trilde zichtbaar over zijn hele lijfje toen ze hem oppakte en vervolgens keihard tegen de metalen spijlen van het voeteneinde van het bed slingerde. Hij kon zich na al die tijd nog precies herinneren hoe de lucht uit zijn longen werd geperst en hij amper nog adem kon halen. Keer op keer ramde ze hem tegen het bed. Toen hij overeind probeerde te krabbelen, trapte Barbara – die bijna tweehonderd pond woog – hem zo hard als ze maar kon in zijn maag. Patrick bleef bij bewustzijn, maar het duurde lange, angstaanjagende seconden voor hij weer in staat was om te ademen.

Nog steeds trilde hij over zijn hele lichaam. Barbara zei: ‘En Patrick, je houdt je mond. Als je ook maar iemand vertelt wat ik hier met je heb gedaan, kun je erop rekenen dat je er de volgende keer driemaal zo erg van langs zult krijgen.’ Patrick snikte ontroostbaar, en Barbara greep hem bij zijn kin. ‘Patrick, kijk me aan. Geen woord hierover aan Merril of aan je moeder, begrepen?’ Pas toen ze hem nog een keer door elkaar had gerammeld antwoordde Patrick: ‘Goed, goed, ik zal het aan niemand vertellen.’

Barbara ging bij hem zitten, gaf hem een papieren zakdoekje aan en zei dat hij zijn neus moest snuiten. Ze raakte hem niet meer aan. Patrick was bang dat ze, als hij zou blijven huilen, hem nog meer slaag zou geven. Het lukte hem zijn tranen te bedwingen, maar niet het beven en trillen. Barbara zei dat hij met haar mee terug moest naar de zitkamer.

Inmiddels was het gebed afgelopen, maar Merril en een paar vrouwen en kinderen waren nog in de kamer. Een van de andere kinderen vroeg: ‘Patrick, wat heeft ze met je gedaan?’

Merril kwam prompt tussenbeide en stuurde Patrick naar bed.

Patrick kwam naar mijn kamer. Het licht was uit en ik sliep. Ik had hem gewezen hoe je de leuning van mijn luie stoel helemaal naar achteren kon doen. Hij klom op de stoel en huilde zichzelf in slaap.

Patrick durfde me niet wakker te maken, en de volgende ochtend was hij nog steeds te bang om me te vertellen hoe Barbara hem mishandeld had. Er zouden negen jaren moeten verstrijken voor hij eindelijk zover was dat hij over het incident durfde te spreken – negen jaar.

Toen ik Patrick de volgende dag in bad hielp, zag ik alle blauwe plekken op zijn rug, billen en benen.

‘Patrick, was is er met je gebeurd? Wie heeft dit gedaan?’

Hij trok lijkbleek weg van pure angst. ‘Niemand, mama, er is niets gebeurd.’

‘Patrick, iemand heeft je op een verschrikkelijke manier te grazen genomen en ik wil weten wie het is.’

‘Mama, echt, niemand heeft iets gedaan. Ik heb alleen maar een robbertje gestoeid met Parley en Johnson. We waren een beetje wild, dat is alles.’

Ik wist dat hij loog. Hij was doodsbang, dat was aan alles te merken, maar ik wilde hem niet dwingen de waarheid te vertellen. Ik vermoedde dat iemand hem een pak slaag had gegeven toen ik niet thuis was.

Er waren een paar dingen die ik zou kunnen doen, maar geen van de opties was zinvol. Als ik naar Merril ging om te klagen, zou ik een tirade krijgen, plus de verzekering dat er niets was gebeurd. Ik had er geen enkele behoefte aan om verstrikt te raken in iemands ziekelijke spelletje – mijn kind zat onder de enorme blauwe plekken, en als ik het Merril vertelde en hij me niet geloofde, was de kans groot dat mijn kind – bij wijze van represaille omdat ik geklikt had – nog een keer een pak slaag zou krijgen. Degene die Patrick te grazen had genomen, zou dat nog eens kunnen doen en hem deze keer nog hardhandiger aanpakken.

Naar de politie gaan had geen enkele zin. Alle politieagenten van de gemeenschap waren lid van de FLDS. Ze zouden de zaak nooit onderzoeken. Ik zou te horen krijgen dat ik naar huis moest gaan en mijn man moest gehoorzamen. Merril had te veel macht binnen de FLDS. Er was geen agent die het in zijn hoofd zou halen iets tegen hem te ondernemen.

Een andere mogelijkheid was de zaak aangeven bij de kinderbescherming in Utah of Arizona, maar van hen was bekend dat ze zich niet geroepen voelden om vrouwen en kinderen in Colorado City te beschermen, en dat ze de gewoonte hadden om de slachtoffers gewoon maar weer naar huis te sturen.

Ik nam me voor om mijn kleintjes nooit meer alleen thuis te laten. Hoewel mijn kinderen die dag duidelijk aan me merkten dat ik van streek was, zei ik hun dat het een bijzondere dag was. We gingen ontbijten, en daarna zouden we met zijn allen naar hun grootmoeder gaan. Ik ging nieuwe boeken en tekenpapier voor ze kopen, want van nu af aan zou ik ze meenemen naar mijn werk.

In de maanden daarop verloor ik mijn jongsten geen moment uit het oog. Ik liet ze niet meer met de rest van de familie aan tafel gaan, maar gaf ze op mijn kamer te eten. Ik vertelde mijn moeder van de blauwe plekken die ik op Patricks lijfje had gevonden en dat ik sterk het gevoel had dat mijn kinderen bij Merril thuis niet langer veilig waren. Ze begon er een gewoonte van te maken om mij eten mee naar huis te geven dat ik op mijn kamer kon bewaren.

Warren Jeffs woonde intussen met zijn familie in het huis van zijn vader in Hildale. Hij had besloten een religieuze school te starten en als leerlingen had hij de kinderen van een aantal ‘elite’-gezinnen uitgekozen. Onze familie was er daar een van, en dat betekende dat Betty en Arthur, die op dat moment respectievelijk in de vierde en vijfde klas zaten, halverwege het schooljaar van de openbare school werden gehaald en naar die van Warren werden overgeplaatst.

Ik was van streek en maakte me ook zorgen, want het waren alle twee goede leerlingen en ze kregen goed onderwijs op de openbare school. Het was mij bekend dat op Warrens school in Salt Lake City vakken als natuurwetenschap, gezondheidsleer en sociale vakken niet op het rooster stonden. Ik moest er niet aan denken hoever Betty en Arthur nu achterop zouden raken.

Barbara begon te merken dat ze minder invloed had op mij en mijn kinderen. Ze zag ons nog maar nauwelijks wanneer zij en Merril in het weekend naar huis kwamen. Ik hield me met opzet zo veel mogelijk op de achtergrond om elke vorm van ruzie te voorkomen. Maar voor haar was het ondraaglijk dat ik aan haar invloedssfeer was ontsnapt.

Ik was dus in het geheel niet verbaasd toen ze vroeg of ze de boeken van mijn bedrijfje mocht zien. Merril zei dat ik me bij Barbara moest melden en haar moest uitleggen wat ik precies deed met het bedrijfje voor het ontwerpen van webpagina’s dat ik was begonnen. Barbara was een meester in het manipuleren, maar van bedrijven en bedrijfsvoering had ze geen kaas gegeten. Ik liet Merril weten dat ik dat met alle plezier zou doen, waarna ik al mijn dossiers naar een cd kopieerde die ik mee naar huis nam om hem op een andere computer te downloaden.

Barbara, die amper wist wat een computer was, wist niet eens hoe je zo’n ding aan moest zetten, laat staan dat ze documenten zou kunnen openen of financiële programma’s zou kunnen lezen. Merril zei dat ik met de hand geschreven teksten moest laten zien. Dat was onmogelijk, zei ik, en vervolgens bood ik aan om Barbara te laten zien hoe je een computer bediende, omdat ik heel goed wist dat ze er toch niets van terecht zou brengen.

Ik verkocht onvoldoende over het net om winst te kunnen maken, en vermoedde dat ik meer gedaan zou krijgen met de hulp van een extra stel handen. Mijn neef Jeremy leek me een goede kracht, en ik vroeg hem of hij zin had om voor me te komen werken. Merril bood aan zijn loon te betalen, want hij ging ervan uit dat hij Jeremy op die manier zou kunnen gebruiken als spion die hem exact op de hoogte hield van wat ik deed binnen mijn bedrijfje.

Jeremy en ik maakten lange dagen samen. Na een paar weken vond Merril dat hij wat Jeremy betrof onvoldoende waar voor zijn geld kreeg en hij besloot ons naar Caliente, Nevada, te sturen, om een motel te beheren dat hij daar had. Hij zei dat we overdag de kamers schoon moesten maken en alle andere klussen moesten doen die bij het dagelijks reilen en zeilen van een motel hoorden, en dat we ’s avonds websites konden maken.

Merrils hotel verkeerde in financiële moeilijkheden en hij was bang dat hij het kwijt zou raken als hij niet snel drastische maatregelen nam. Ik wist niet zeker of Jeremy wel bereid was om naar Caliente te verhuizen, want uiteindelijk had hij alleen maar gekozen voor een baantje van websites ontwerpen. Ik legde hem haarfijn uit wat Merrils motieven waren, en tot mijn verbazing bleek Jeremy bereid met mij mee te gaan.

Voor mij zat er duidelijk een positieve kant aan het avontuur. Als ik het motel in Caliente beheerde zouden mijn kinderen gedurende langere perioden achtereen niet bij de familie thuis hoeven zijn. Ik wist wel dat Merril en Barbara dachten dat ze mij, door me weg te sturen, uit de buurt van mijn kinderen zouden kunnen krijgen, maar daar zou ik nooit mee instemmen. Het kwam niet bij ze op dat ik mijn kinderen mee zou willen nemen.

Ik pakte niet alleen mijn eigen spullen in, maar ook de kleren van mijn vier jongste kinderen. Betty wilde niet mee, maar ik wist dat ze thuis geen enkel gevaar liep omdat ze haar vaders lievelingetje was. Arthur zou die zomer van 1998 op een boerderij gaan werken, dus over hem hoefde ik me ook geen zorgen te maken. Patrick, Andrew, LuAnne en Merrilee gingen met mij mee naar Caliente.

Ik was nog geen twee uur in het motel of ik kreeg een woedend telefoontje van Merril. Hoe had ik de kinderen mee durven nemen zonder eerst met hem te overleggen? ‘Het is nergens voor nodig dat je je kinderen daar bij je hebt,’ zei hij. ‘En als de wens van je man je interesseert dan doe je dit niet.’ Ik sprak hem niet tegen, maar ik gaf hem ook geen gelijk. Het gesprek was afgelopen.

Drie weken later kwam hij me bezoeken en kijken welke vorderingen we met het motel hadden gemaakt. Hij kwam met een aantal kinderen en drie vrouwen. De volgende ochtend kondigde hij aan dat hij mijn kinderen mee naar huis nam. Ik zei dat Merrilee nog de borst kreeg en dat ze bij me moest blijven, en dat ik LuAnne nodig had om op haar te passen wanneer ik aan het werk was. Andrew was een van Merrils favorieten en over hem hoefde ik me geen zorgen te maken. Maar Patrick was een ander verhaal.

Opnieuw moest ik een manier verzinnen om Merril te slim af te zijn. Als hij de kinderen beval om met hem mee te komen, dan moesten ze gehoorzamen. Ik liet de jongens gaan. Toen Merril was vertrokken zei ik tegen Jeremy dat hij zo hard had gewerkt dat hij het weekend vrij kon nemen.

Jeremy had zijn familie in Colorado City achtergelaten om met mij mee te kunnen gaan, en hij nam het aanbod dankbaar aan. Ik zei dat ik hem pas dinsdag weer terug verwachtte. Tegen die tijd, wist ik, zou Merril alweer naar Page zijn vertrokken. Ik vroeg Jeremy of hij Patrick en Andrew mee terug naar Caliente wilde nemen, en dat deed hij.

Merril was woedend toen hij erachter kwam. Hij belde me meteen op en hield een tirade door de telefoon. Tien dagen later kwam hij weer naar Caliente en verklaarde dat mijn kinderen naar huis moesten. Opnieuw hield ik de baby, Merrilee, bij me. LuAnne verveelde zich in het motel en wilde naar huis. Dus ik hield Patrick bij me en liet LuAnne in plaats van hem met Merril meegaan.

Veel troeven had ik niet meer over. Ik kon Jeremy niet opnieuw vragen om de kinderen voor me te halen. Ik begon mijn vrienden af te bellen om te zien of er misschien iemand bereid zou zijn de rit van drie uur naar Caliente te maken om LuAnne en Andrew naar me toe te brengen. In ruil voor de moeite bood ik een nachtje in het motel aan, en de belofte van een uitstapje naar de geneeskrachtige bronnen. Twee dagen later had ik LuAnne en Andrew weer terug.

Merril was razend. Hij liet me weten dat mijn optreden niet zonder gevolgen zou blijven. ‘Carolyn, als je erop staat de dingen op jouw manier te doen, dan kan ik niet langer op je vertrouwen. Je vergooit je toekomst met je egoïstische gedrag.’

Ik probeerde heel kalm te blijven, en zei dat het me speet en dat ik niet had verwacht dat hij zo boos zou zijn. Maar heimelijk was ik in mijn nopjes omdat ik hem opnieuw te slim af was geweest en mijn kinderen veilig waren.

Jeremy en ik werkten vrijwel dag en nacht om het motel schoon en netjes te krijgen. Het wemelde er van de kakkerlakken en schorpioenen. Het beddengoed was smerig en de kamers moesten dringend geschilderd worden, maar het kon me allemaal niet schelen. We waren veilig en een flink eind uit de buurt van Colorado City.

Na zo’n twee maanden begon het tot Merril door te dringen dat ik hem niet om vrije dagen smeekte en dat ik helemaal niet de indruk wekte dat ik zo naar huis verlangde. Dat was het moment waarop hij me beval om één keer in de twee weken een weekend thuis te komen, en dat deed ik.

Betty miste ons en kwam – met toestemming van Merril en Barbara – een weekje bij ons in het motel logeren. Volgens mij hadden ze tegen haar gezegd dat ze goed om zich heen moest kijken om bij thuiskomst alles over mij te kunnen vertellen. Het waren afschuwelijke dagen. Betty was negen en ze kwam met twee van haar halfzusjes. Alle drie waren opzettelijk lomp en ze weigerden hun troep op te ruimen.

Ik kon niets tegen Betty zeggen, want bij elk probleempje rende ze onmiddellijk naar de telefoon om tegen haar vader over mij te klikken. Warren Jeffs had na zijn machtsovername bevolen dat televisie en films ten strengste verboden waren. Betty vertelde Merril dat ik de kleintjes televisie liet kijken, en dat was waar. Het was de enige manier om hen bezig te houden terwijl ik kamers aan het schoonmaken was. Ik zette het toestel aan, en als Betty dan de kamer binnenkwam zette ze het uit, waarop de kleintjes dan vrijwel meteen begonnen te klieren omdat ze geen afleiding meer hadden. Het was je reinste gekkenwerk. Ze liet geen gelegenheid onbenut om me te dwarsbomen.

Arthur was elf en hij kwam in de zomer een poosje bij ons. Hij had een lekker kleurtje en was gegroeid. Ik was trots op de manier waarop hij zich ontwikkelde. Arthur was intelligent en wist van aanpakken. Hij was de oudste en was, zoals je vaak bij dat soort kinderen ziet, uitermate gemotiveerd en vastberaden om zijn doel te bereiken. Hij was wat je noemt een echte doordouwer. Ik stond altijd weer van hem te kijken, want zelfs toen hij nog heel klein was wist hij altijd heel precies wat hij wilde.

Maar Arthur kreeg problemen met zijn vader omdat hij, toen hij bij ons was, op de televisie naar Scooby-Doo had gekeken. Ik was altijd heel zenuwachtig wanneer Merril ons kwam opzoeken omdat ik voortdurend bang was dat een van de kinderen iets zou zeggen over de tekenfilms die ze op de televisie hadden gezien. Ik drukte ze op het hart om er toch vooral niets van te zeggen, maar kon uiteindelijk pas weer opgelucht ademhalen nadat Merril en Barbara vertrokken waren.

Merril en Barbara kwamen steeds vaker. Ze konden niet veel met me beginnen. Het motel liep meer dan behoorlijk. Jeremy en ik hadden echt keihard gewerkt en de onderneming tot een financieel succes gemaakt. Barbara kon ons succes niet uitstaan – niemand werd geacht buiten hun invloedssfeer gelukkig te zijn, en ik had een van hen onafhankelijk bestaan opgebouwd.

Mijn nieuw verkregen vrijheid gaf me energie en bracht me innerlijke rust. Sinds mijn huwelijk met Merril had ik me nog nooit zo gelukkig gevoeld. Ik was alleen met vier van mijn kinderen en we konden ons uitstekend redden. Ik was voortdurend doodmoe, maar ik zat tenminste niet de hele tijd bij Merril en Barbara onder de plak.

Alle twee deden ze dingen om mijn werk er extra moeilijk op te maken. Barbara hield op met het betalen van de telefoonrekeningen van het motel. Daarna hield ze op met het betalen van de gasrekening, en het gas werd afgesloten. Jeremy en ik brachten het geld op om de rekeningen te betalen. Dat maakte Merril weer boos. Waarom hadden we Barbara niet gevraagd het probleem op te lossen?

Ik vertikte het Merril de ware reden te vertellen. Keer op keer wisten Jeremy en ik de door hen opgeworpen hindernissen te overwinnen of te omzeilen. We runden een bedrijf en dat deden we goed. Merril probeerde Jeremy tegen me op te zetten. Maar dat pakte anders uit dan hij gehoopt had. Jeremy had zijn spelletje door en weigerde zich door hem te laten intimideren.

We wisten alle twee dat Merril Jessop onze vijand was.