The Resound of Music

Mijn zus Linda en haar man waren, omdat ze geen geld meer hadden, weer binnen de gemeenschap komen wonen. Zij was zwanger van haar tweede kind en ze hadden niet veel keuze. Bovendien leed Linda heel erg onder het gemis van haar familie.

Linda had het zwaar in haar huwelijk, en dat maakte hun toch al moeizame bestaan er niet gemakkelijker op. Mijn vader beloofde haar financieel te zullen steunen, maar daar waren wel bepaalde voorwaarden aan verbonden – Linda moest haar man verlaten aangezien hij had geweigerd over te stappen naar onze geloofspartij. En ze moest erin toestemmen dat de profeet haar een andere man toewees.

Omdat ze met haar rug tegen de muur stond, stemde ze toe. Ze werd uitgehuwelijkt aan een man met drie kinderen, en kreeg te horen dat haar leven in ieder opzicht volmaakt zou zijn als ze maar in harmonie bleef met haar nieuwe man, en dat God haar zou zegenen met alles wat ze nodig had.

Dit idee van ‘volmaakte gehoorzaamheid leidt tot volmaakt geloof’ begon steeds meer terrein te winnen binnen de gemeenschap. Warren kreeg steeds meer invloed, en hij beweerde dat hij alleen maar deed wat zijn vader van hem verlangde. Een van de dingen waar hij zich sterk voor maakte was de promotie van de doctrine van de volmaakte gehoorzaamheid. Hij predikte het, hij sprak erover op bandjes, en er was bijna gaan huis waarin geen gelamineerde versie van zijn boodschap aan de muur prijkte. We kregen te horen dat wanneer je als vrouw problemen had, dat alleen maar kwam doordat je je man niet volledig gehoorzaam was. Vrouwen kregen de opdracht naar de influisteringen van God te luisteren. In onze gebeden moesten we smeken om inzicht in het hart van onze echtgenoot. Als echtgenote moest je ernaar streven het je man in ieder opzicht naar de zin te maken zonder dat hij je ergens om hoefde te vragen. Als een vrouw vragen stelde wanneer haar man iets van haar eiste, betekende dat alleen maar dat haar hart nog besmet en onzuiver was. Als ze in harmonie met hem was zou ze dankzij Gods influisteringen precies weten wat er van haar werd verwacht.

Maar zelfs als een vrouw precíés deed wat haar man van haar eiste, kon hij nog altijd kritiek op haar hebben en haar verwijten dat ze niet volledig met hem in harmonie was, want anders zou ze heus wel hebben begrepen wat hij ‘in werkelijkheid’ had bedoeld.

Na Linda’s terugkeer herstelden we onze vroegere nauwe band. Gedurende vijf jaar hadden we amper contact gehad. Linda was inmiddels zevenentwintig en ze had de zorg voor vijf kinderen – haar eigen twee, en de drie van haar nieuwe man. Ze was bevoegd verpleegkundige, maar had met werken moeten stoppen om voor de vijf kleintjes te zorgen.

Linda’s man was veel op reis, en om zich niet eenzaam te voelen begon ze ’s ochtends vrouwen op de koffie te vragen. Deze koffieochtenden groeiden uit tot een clandestien forum waarbij we met zijn allen spraken over wat er volgens ons binnen de FLDS gaande was. Als het bekend was geweest dat we deze bijeenkomsten hadden, zouden we daarvoor bestraft zijn en te horen hebben gekregen dat we niet in harmonie waren met ons geloof. We hielden onze koffiebijeenkomsten dan ook angstvallig geheim.

Voor mij was het een radicale stap. Het was voor het eerst dat ik buiten mijn familie vriendinnen had. In vergelijking met Merrils andere vrouwen hield ik er dubieuze vriendschappen op na via welke ik in aanraking kwam met nieuwe gezichtspunten en controversiële ideeën.

Allemaal, ikzelf inbegrepen, waren we ervan overtuigd dat oom Rulon de ware profeet van God was, dus het kwam niet bij ons op iets wat hij zei of deed te veroordelen. Wat we wel deden, was praten over hoe er door anderen met zijn leringen werd omgegaan, en over hoe de nieuwe religieuze doctrines die ons via Warren Jeffs bereikten van invloed waren op ons dagelijks bestaan. Deze vrouwen waren niet bang om hetgeen ze zagen in het bespottelijke te trekken.

‘Volmaakte gehoorzaamheid’ was een thema dat ons danig bezighield. Ik kan me de ochtend nog goed herinneren waarop iemand zei: ‘Kunnen jullie je Fascinerende vrouwelijkheid nog herinneren? Nu hoeven we helemaal niet meer fascinerend te zijn! De profeet heeft ons een nieuwe oplossing gegeven en van nu af aan hoeven we ons nooit meer slecht te laten behandelen. En die nieuwe oplossing heet gehoorzaamheid!’

‘O,’ zei ik, ‘wil je daarmee zeggen dat we, om nooit meer slecht behandeld te worden, alleen maar gehoorzaam hoeven zijn?’

‘Inderdaad,’ zei ze, ‘en ik kan je iets leuks vertellen over gehoorzaamheid.’ Het – waar gebeurde – verhaal dat ze vertelde en waar we allemaal ademloos naar luisterden, ging over een polygaam gezin dat met een klein autootje en een grote stationwagon een uitstapje maakte om ergens te gaan picknicken.

Het autootje wilde niet starten. De vader zei tegen een van zijn vrouwen – een lerares van school die ik kende – dat ze hem moest helpen om de motor aan de praat te krijgen. Hij zei dat ze in de stationwagon moest gaan zitten en het autootje ermee tegen de helling op moest duwen. Als ze een snelheid van vijfenzestig kilometer hadden bereikt, zei hij, zou de motor starten.

De vrouw begreep het niet helemaal, maar ze stelde geen vragen. Wie, zoals zij, de zegen van het volmaakte geloof wilde, moest volmaakt gehoorzaam zijn. De vrouw ging achter het stuur van de stationwagon zitten en haar man stapte in de kleinere auto. Hij wachtte, maar het opduwen bleef uit. Toen hij omkeek, zag hij tot zijn verbazing dat de stationwagon verdwenen was. Hij begreep er niets van. Maar toen hij even later opnieuw achterom keek, zag hij de andere auto met vijfenzestig kilometer per uur op hem af stuiven. Hij wist nog net op tijd uit het autootje te springen voor ze het in de prak reed.

Iedereen schaterde het uit.

‘Inderdaad,’ zei ik, ‘het antwoord van de profeet is echt stukken efficiënter. Het doden van je man do or volmaakt gehoorzaam te zijn is stukken praktischer dan te proberen door fascinerend te zijn je zin te krijgen.’ Er werd opnieuw gelachen. Onze openheid was gevaarlijk, en daarvan waren we ons bewust. Ik realiseerde me hoeveel vrijheid ik had moeten inleveren sinds ik getrouwd was. Zoveel plezier als tijdens de koffieochtenden had ik in jaren niet meer gehad – niet meer sinds de middelbare school toen we zo ontzettend veel pret aan de nussen hadden beleefd.

Ik stond wantrouwend tegenover veel van de nieuwe ideeën die binnen de gemeenschap de ronde ded en, maar had er geen idee van hoe snel ze aan zouden slaan. Ook al hield Warren Jeffs er dan een aantal vreemde ideeën op na, oom Rulon was nog steeds de profeet en ik had volledig vertrouwen in hem.

Merril bleef zijn dochters aan oom Rulon uithuwelijken om zijn eigen invloed bij de bejaarde profeet te vergroten. Merrils honger naar macht was niet te stillen. In 1992 werd ook zijn dochter Merrilyn aan oom Rulon uitgehuwelijkt. Ze huilde en smeekte haar vader om het niet te doen. Merrilyn zei dat ze onmogelijk met oom Rulon kon trouwen omdat ze niet zo sterk was als Loretta en Paula. Het kon Merril niet schelen, en hij realiseerde zich ook helemaal niet dat het waar was wat ze zei.

Merrilyn was Ruths dochter, en ook zij was beeldschoon. Ze was slank met lang, donker haar, en net als ik was ze nog maar net begin twintig. Wanneer Merrilyn gedwongen werd om iets te doen, deed ze meestal wel alsof ze gehoorzaamde, maar uiteindelijk vond ze toch altijd een manier om eronderuit te komen. Merril stond erop dat ze Gods wil zou gehoorzamen.

Merrilyn wilde een leven met een man. Ze wilde liefde en ze wilde kinderen. Het idee van getrouwd te moeten zijn met een man die zestig jaar ouder was dan zij, maakte haar doodsbang. Merrilyn wist dat het onwaarschijnlijk was dat ze kinderen van oom Rulon zou krijgen, omdat hij daar veel te oud en zwak voor was.

Er was echter geen ontkomen aan. De bruiloft was in Salt Lake City. Merrilyn, die er rekening mee had gehouden dat ze elk moment uitgehuwelijkt zou kunnen worden, had in het afgelopen jaar meerdere bruidsjurken gemaakt. Tegen de tijd dat ze met oom Rulon trouwde, had ze drie exemplaren af. Ze koos voor het meest eenvoudige model. Ze zag er oogverblindend uit, oom Rulons jongere vrouwen lieten haar weten hoe fijn ze het vonden om haar erbij te hebben in de familie, en ze voorspelden haar dat ze het reuze naar haar zin zou hebben bij hen. De profeet zelf was ook deze keer te zwak om tijdens de ceremonie op zijn eigen benen te staan, en zijn hand beefde minstens even erg als tijdens de voltrekking van het huwelijk met Merrilyns zusje Paula.

Inmiddels had Merril maar liefst drie dochters die met de profeet waren getrouwd, en zijn macht en invloed namen nog verder toe.

Merril bleef zijn eigen vrouwen mishandelen, maar ik werd steeds uitgekookter in het ontwijken van conflictsituaties. Hoewel hij minder voorspelbaar was dan mijn moeder, had ik hem zo lang en zo aandachtig geobserveerd dat ik meestal kon zien aankomen wanneer hij dreigde te exploderen. Op dat soort momenten vond ik dan meestal wel het een of andere voorwendsel om de kamer te kunnen verlaten. De vrouwen die op dergelijke momenten in de buurt waren werden onveranderlijk beschuldigd van ongehoorzaamheid en een slap karakter, wat ernstige beledigingen waren. Merril had de waarde van elk van zijn vrouwen bepaald – Barbara was een godin, terwijl Faunita het laagste van het laagste was.

Tegen de tijd dat ik twee vrouwen hoorde huilen, wist ik dat de kust veilig was om weer naar binnen te gaan. Anders dan mijn moeder, die ophield nadat ze een van ons een pak slaag had gegeven, had Merril behoefte aan meer. Het vernederen van een enkele vrouw was nooit voldoende voor hem.

Het mag vreemd klinken, maar ik slaagde erin me aan mijn omgeving aan te passen, en tegen 1993 voelde ik me sterker en beter dan ik tot op dat moment in mijn huwelijk had gedaan. Mijn wereld bestond uit kinderen – mijn tweede klas op school en mijn eigen vier kinderen thuis. Arthur, Betty, LuAnne en Patrick waren intelligente en lieve kinderen.

Ik putte kracht uit activiteiten en bijzondere gebeurtenissen die binnen de gemeenschap plaatsvonden. Het oogstfeest dat elke herfst wordt gehouden is een enorme happening die een dagenlange voorbereiding vereist. Ik weet nog een jaar dat we in de week ervoor maar liefst vierhonderd taarten hebben gebakken. Het oogstfeest is onze versie van een jaarmarkt. Grote families krijgen een stalletje toegewezen, en ons stalletje was voor taarten. Voor kinderen worden spelletjes en allerlei ludieke dingen georganiseerd. Voor de kinderen betekende het drie dagen lang feest, en ik was allang blij met de afleiding.

In werkelijkheid wist ik echter, hoewel ik ogenschijnlijk een redelijk zelfstandig leven had, dat ik me in een heel wankel evenwicht bevond en dat ik maar één misstap hoefde te maken om in de afgrond te tuimelen.

Barbara had nog steeds het idee dat ik van al Merrils vrouwen de enige was die zich niet helemaal aan haar had onderworpen, en daar had ze gelijk in. Faunita bleef, verslagen en gebroken, op haar kamer en keek films. Tammy bracht haar tijd door met rond Barbara en Merril fladderen. Cathleen had de handdoek in de ring gegooid en deed wat ze moest zonder te klagen. Wanneer Ruth geen aanval van gekte had en haar schoenen water gaf, had ze het aan een stuk door over volledig in harmonie zijn met Merril en volgde ze braaf al Barbara’s bevelen op.

Mijn strategie was Barbara zo veel mogelijk negeren en uit haar buurt blijven. Maar eind 1993 besloten zij en Merril dat het tijd was om me aan haar heerschappij te onderwerpen.

Het wapen dat ze tegen me besloten te gebruiken was geld.

Merril sloot alle lopende rekeningen die we bij de winkels hadden, en liet ons vervolgens weten dat we, wanneer we iets nodig hadden, bij hem moesten komen en het moesten vragen. Ik gaf in die tijd nog les en droeg mijn volledige salaris aan hem af – na aftrek van de belasting was dat iets van duizend dollar per maand. Ik had zelf geen geld, maar dat was in het verleden geen enkel probleem geweest omdat we overal op rekening konden kopen. Merril scheen te denken dat ik me aan Barbara’s heerschappij zou onderwerpen als hij me de dingen zou ontzeggen die ik voor mezelf en mijn kinderen nodig had.

Merril zei tegen mij dat hij opnieuw financiële problemen had. Ik geloofde hem aanvankelijk en probeerde hem niet om geld te vragen. Maar toen kwam ik erachter dat iedereen in de familie nog exact evenveel uitgaf als voorheen. Wanneer ze naar Merril gingen gaf hij hun meteen het bedrag waar ze hem om vroegen.

De eerste keer dat ik naar zijn kantoor ging en zei dat ik een paar dingen nodig had, negeerde hij me. Hij zei geen woord. Ik vond het vreemd, maar drong niet verder aan.

Een week later ging ik opnieuw naar zijn kantoor om de cheque van mijn salaris in te leveren. Daarbij vroeg ik Merril om vijf dollar om voor Arthur een paar schoenen te kopen. Opnieuw negeerde hij me, en zei niets. Ik ging zitten, want ik wilde een antwoord.

Barbara kwam binnen en vroeg hem om geld om de foto’s te halen die ze had laten ontwikkelen. Hij gaf haar bijna evenveel geld als ik zojuist had ingeleverd. Toen Barbara weg was zei ik: ‘Zo te zien heb je geld genoeg, als je zo ongeveer mijn hele salaris aan foto’s kunt uitgeven. In dat geval moet vijf dollar voor je zoon ook wel op te brengen zijn.’

Merril werd knalrood. ‘Degene die doet wat ik wil kan zoveel geld krijgen als hij maar nodig heeft.’

Hij zocht ruzie, dat was duidelijk. Het was ook duidelijk dat hij alle troeven in handen had. Als ik hem uitdaagde zou hij me vernederen en me een uitbrander geven. Ik verliet zijn kantoor met het voornemen hem nooit meer om zelfs maar een cent te vragen.

Ik nam me heilig voor om nooit van mijn leven voor Barbara en Merril te zwichten. Heel heimelijk begon ik aan een overlevingsstrategie te werken. Ik vulde mijn belastingaangifte in zonder er iets van aan Merril te vertellen. Dat had ik nog nooit eerder gedaan. Ik begon er een paar dingen naast te doen om aan geld te komen. Hoewel ik Merril wel vertelde dat ik NuSkin-cosmetica verkocht, had hij er geen idee van hoeveel ik daarmee verdiende.

Er waren maanden dat ik voor vijfduizend dollar cosmetica verkocht in een gemeenschap waarin make-up ten strengste verboden was. Een slechte maand was altijd nog goed voor iets van duizend dollar. Er was binnen de gemeenschap zoveel concurrentie onder de vrouwen dat, wanneer een man een van zijn vrouwen meenam op reis, de andere hun hand er niet voor omdraaiden om een paar honderd dollar aan cosmetica uit te geven om te kunnen blijven concurreren. Ik had zelfs toestemming om creditcardbetalingen aan te nemen. Niemand van de familie had ook maar enig vermoeden van het vele geld dat ik verdiende. Het deed wonderen voor mijn zelfvertrouwen. Ik kon het doen omdat ik met Merril was getrouwd. Merril pronkte in het openbaar met me als zijn succesvolle jonge vrouw. Mannen gaven hun vrouwen toestemming om cosmetica bij mij te kopen.

Geld achterhouden en het zelf invullen van mijn aangifteformulier waren de eerste dingen die ik deed die in strijd waren met de leer van de profeet. Het kon me niet schelen. Ik voelde me niet schuldig en schamen deed ik me ook niet. Dit was het begin, de voorzichtige, aarzelende stapjes op weg naar de bevrijding van de beklemming van mijn ‘geloof’. Ik geloofde in principe nog steeds in de FLDS, maar in mijn ogen verdraaide Merril, door zijn egoïstische en narcistische neigingen, alle positieve waarden zodanig dat hij er zelf beter van werd.

Terwijl ik energie stak in manieren om Merrils en Barbara’s gemene spelletjes voor te blijven, aarzelde de rest van de familie niet om Merrils ego zo veel mogelijk in de watten te leggen.

Elk jaar rond Merrils verjaardag op 27 december, voerde de familie ter ere van hem iets van een toneelstukje op. Doorgaans bedachten en regelden zijn dochters alles. Voor Merrils verjaardag in 1994 schreef een van zijn dochters een aangepaste versie van The Sound of Music.

In die jaren, toen Waren Jeffs nog niet officieel aan de macht was, keken we nog films en luisterden we ook naar de radio. Sommige families hadden een televisie en hun kinderen mochten video’s zien. Allemaal kenden we The Sound of Music. Ons spektakel zou, ter ere van Merril, worden uitgevoerd in het gemeenschapscentrum waar plaats was voor een publiek van duizend man. Margarets versie van de musical was gebaseerd op meerdere polygame families. Ze had rollen voor al Merrils kinderen, en op dat moment waren dat er meer dan veertig. Ze noemde haar stuk The Resound of Music.

Ik was zwanger van mijn vijfde kind en voelde me te ellendig van het voortdurende overgeven om een rol te kunnen spelen. In onze versie was Maria een kindermeisje dat van de ene polygame familie naar de andere werd gestuurd. Kapitein Von Trapp was geen weduwnaar maar een getrouwde man met een uitgebreide familie. Hij had onlangs kennisgemaakt met het concept van een polygaam huwelijk en speelde met de gedachte zich aan te sluiten bij de FLDS. Hij nam Maria in dienst omdat hij respect had voor haar vader en omdat hij wist dat hij haar nodig had om voor zijn enorme familie te zorgen.

Margaret droomde van een echt orkest dat de muziek zou kunnen spelen, maar ze moest het doen met ons eigen orkestje van de gemeenschap. Ze stak de orkestleden in heuse kostuums zodat ze eruitzagen als een serieus orkest, maar toen het orkest het themanummer van de echte Sound of Music inzette schoot het publiek in de lach omdat het zo ongelooflijk amateuristisch klonk.

De essentie van het verhaal was dat iedereen de nazi’s probeerde te ontvluchten en naar Amerika te komen om zich te scharen achter het werk van God. Het stuk eindigde met een muzikale talentenjacht waarbij Duitse soldaten op wacht stonden. Merrils schoonzonen speelden de rol van de soldaten. Elk talent dat zijn nummer had opgevoerd ontsnapte na afloop zogenaamd de bergen in. Toen de voorstelling was afgelopen trok iedereen door de bergen, op zoek naar veiligheid.

Maar toen gingen de soldaten naar hen op zoek. Oom Rulons zoons, Leroy en Warren Jeffs, die met Merrils dochters waren getrouwd, kwamen in vol nazi-ornaat het toneel op en waren de laatsten die erover marcheerden voordat het doek viel.

Het publiek lachte en was zich niet bewust van de schaduw die over onze gemeenschap was gevallen. Het was de schaduw van een totalitaire maatschappij die niet lang daarna, onder aanvoering van Warren Jeffs, elk onderdeel van ons leven zou beheersen.