39

Zeven weken later.

Angela lag stil in het donker te luisteren naar de geluiden om haar heen. Het was haar tweede nacht thuis. Het was zo vreemd stil, een andere stilte dan in de kliniek. Ze was ongelofelijk blij dat ze na zeven lange, moeizame weken naar huis mocht, maar aan de andere kant, als ze aan haar nieuwe vrienden dacht… Het was moeilijk om zonder hen door te gaan. Ze gaven haar zekerheid en steun en die ging ze ongetwijfeld missen. Ze was het enige meisje in de kliniek en had een kamer alleen. Een kamer zonder overbodige tierelantijnen. Ze was ook nog de jongste van de groep. Niet dat ze daarmee werd gepest, maar met sporten viel het op.

De jongens waren groter, sterker en meestal stoer en onverschillig. Behalve tijdens de groepsessies. Dan kwamen de emoties en de frustraties boven. De jongens waren allemaal op bevel van de rechter in de afkickkliniek terechtgekomen. Jongens uit gebroken gezinnen. Ben ging niet naar school en zwierf ’s nachts door de straten. Hij stal, vocht en zat meer op het politiebureau dan thuis. Het leven van Koen kwam in grote lijnen op hetzelfde neer. De corpulente Evert, altijd gekleed in een zwart trainingspak, was net als zij verslaafd aan alcohol. Hij woonde doordeweeks bij zijn moeder en in het weekend bij zijn vader. Zijn vader was hertrouwd met een vrouw met twee zoons en Evert kon absoluut niet met hen opschieten. Dat gaf wrijving, en zijn vader koos nooit zijn kant. Zijn moeder had het te druk met haar eigen problemen, waardoor ze geen idee had van waar haar zoon zich mee bezig hield.. Ze hadden allemaal wel een keer gehuild tijdens de groepssessies, ook Angela. Ze had moeite om haar leven te beschrijven nadat de jongens over het hunne hadden verteld. Wat moest ze zeggen? Dat haar ouders niet gescheiden waren en dat ze, voor zover zij wist, een goed huwelijk hadden? Dat haar ouders allebei werkten en eigenlijk, vergeleken met hun ouders, een geregeld en saai leven leidden. Ze keek op de wekker die op het nachtkastje stond. De wijzers stonden op tien voor twee. Ze zuchtte. Waarom viel ze niet in slaap? Het bleef maar malen in haar hoofd. Ze werd er gek van. Hoe zou Jelle zijn eerste nacht bij zijn tante beleven? Nieuwe regels, een vreemd bed. Hij kon niet meer naar huis nu zijn vader ook was opgenomen in een afkickkliniek. Zou hij net als zij naar het donker liggen luisteren en aan haar denken? Ze hoorde geschuifel in de gang, of was het haar verbeelding? Misschien was het Trix of haar pa die naar de badkamer liep. De nachten waren het ergst in de kliniek. Zoals nu lag ze daar ook zo goed als elke nacht wakker en dat gaf haar tijd om te piekeren. Overdag had ze daar weinig last van gehad. Misschien kwam het door de medicijnen die ze elke ochtend moest slikken. Daar werd ze even draaierig en misselijk van, maar na een uur was het nare gevoel weer weg. Maar de alcohol bleef door haar hoofd spoken. Vooral ’s avonds kroop het weer in haar lichaam en was de behoefte aan de bevrediging, de geur, de smaak het grootst. Ze mocht elke dag naar huis bellen en de eerste week had ze gehuild, gedreigd en gescholden in de hoop dat haar ouders haar zouden komen halen. Dat was niet gebeurd. Ze had nog geprobeerd te vluchten, maar het hekwerk was te hoog en de ijzeren poort zat op slot. Zuchtend zochten haar ogen de wijzers van de wekker: half drie. Wanneer zouden Koen en Evert naar huis mogen? En Ben… met zijn driftbuien. Zodra er iemand een puntje van kritiek had smeet en trapte hij alles omver wat zich in zijn directe omgeving bevond. En na elke woede-uitbarsting erkende hij tijdens de groepssessie dat hij zich als een dwaas had aangesteld en schaamde hij zich omdat hij zich zo onvolwassen had gedragen. Die schaamte was iets dat Angela herkende. In de zeven weken van haar verblijf had ze een beterschapskaart van school ontvangen. Alle leerlingen uit haar klas hadden hun naam en een lieve groet erop geschreven. Waarschijnlijk had de mentor verteld dat ze een of andere enge ziekte had, want Leo schreef dat hij hoopte dat de operatie was gelukt. Thieme en Kitty misten haar en Melanie had een hartje met twee kruisjes getekend. ‘Je kunt je niet achter leugens verschuilen’, had Bartemenes haar duidelijk gemaakt toen ze de kaart ter sprake bracht. ‘Je moet je verantwoordelijkheid nemen voor je daden.’ Toen vond ze het een achterlijk antwoord. Slap gelul van een zielenknijper. Langzaam vielen haar ogen toe en viel ze uiteindelijk in slaap. Gelukkig maar, want morgen was een belangrijke dag.