4

Woensdag 14 april 2010 betekende voor Angela het begin van een nieuwe vriendschap. Het was aangenaam warm voor de tijd van het jaar. Angela had haar jas rond haar heupen geknoopt en liep samen met Melanie door het park naar huis. Melanie zat bij haar in de klas en ondanks hun verschillende interesses konden ze het goed met elkaar vinden. Angela had in het weekend een dressuurwedstrijd gereden en ze vertelde vol passie over haar tweede plaats. Ze liepen over het zandpad dat zich door het Beatrixpark slingerde, langs het grote meer, het grasveld en de skatebaan. Het tweetal nam gewoonlijk een andere route.

Sinds de verkrachting van een jonge vrouw hadden hun ouders het park als no-gozone bestempeld. De route om het park heen was hooguit tien minuten langer, maar vandaag was het een noodgeval. De twee vriendinnen hadden staan treuzelen op het schoolplein waardoor ze later waren dan anders. Melanie moest naar de muziekles en haar docent duldde geen laatkomers, dus besloten de meisjes dat ze het opgelegde verbod voor deze ene keer konden negeren. Een groep jongeren die in het gras voor de skatebaan zat keek nieuwsgierig op toen het tweetal aan kwam lopen. Angela voelde hun blikken op haar huid branden en enigszins opgelaten deed ze alsof ze het niet merkte. Het was een groep van zes jongens en een meisje. Er werd iets geroepen maar ze verstond het niet. Als ze maar niet op ruzie uit waren… Angela’s hart bonsde in haar keel. ‘Dat meisje zit bij ons op school’, fluisterde Melanie. ‘Het schijnt een gemeen kreng te zijn.’ Melanie draaide snel haar hoofd weg toen het ‘kreng’ haar aankeek. Er werd gelachen en het meisje stak haar hand op en wenkte. Angela deed alsof ze het niet zag. ‘Hé, jij…’ De jongen met de bakkebaard sprong lenig op en liep op hen af. Angela schatte hem rond de achttien, negentien jaar oud. Hij was knap, heel knap en Angela deed haar best om haar interesse te maskeren. ‘Rianne vertelde dat jullie bij haar op school zitten. Kom effe chillen.’ De sigaret in zijn mondhoek bewoog mee bij elk woord dat hij zei.

‘Ik moet naar de les’, wees Melanie het voorstel af. ‘We hebben echt geen tijd. Misschien een andere keer.’ Angela trok met haar mondhoeken. De spelbreekster. Alsof ze dagelijks door een mooie jongen werd aangesproken.

Melanie had misschien geen tijd, maar zij wel. Er was niemand die op haar wachtte thuis. Haar ouders werkten en tot zes uur was ze alleen.

‘En jij? Heb jij geen zin om even kennis met ons te maken? Kom! We eten je heus niet op.’ Gelukkig! Nu kon ze misschien toch…

‘Ik moet echt door, anders kom ik te laat.’ Melanie toverde een gemaakte glimlach op haar gezicht en wilde haar vriendin met zich meetrekken. Maar Angela wrong zich los.

‘Je bent bijna thuis. Dat laatste stukje kun je toch wel alleen? Dan blijf ik nog even hier…’ Verbaasd en enigszins verwijtend keek Melanie haar vriendin aan.

‘Prima!’ zei de jongen snel. Hij haakte zijn arm door die van Angela. ‘Dan zal ik jou bij dat zooitje daar verderop even voorstellen. Ik heet trouwens Rogier.’ Ze keek even naar hem op en bloosde. Hij was zo aantrekkelijk, en waarschijnlijk was hij zich daarvan bewust want hij knipoogde naar haar.

Het meisje dat blijkbaar Rianne heette schoof op en klopte met haar hand uitnodigend naast zich op de grond. Rogier liet Angela los en enigszins opgelucht liet ze zich naast Rianne in het gras zakken. Ze keek nog even over haar schouder en zag Melanie met grote stappen het pad aflopen. Boos natuurlijk. Dat moest ze morgen maar gladstrijken. Ze glimlachte naar het meisje naast haar. Rianne was zestien jaar, had kort koperkleurig sluik haar en een zilverkleurige neuspiercing. Ze was totaal anders dan de meisjes waar Angela normaal mee omging. Ze had iets stoers, iets onverschilligs dat Angela intrigeerde. Rianne vertelde openhartig over de scheiding van haar ouders en de nieuwe en jongere vriend van haar moeder, die ze Bob de Loser noemde. Ze had nog een oudere broer en Bob de Loser had twee kinderen, een zoon van dertien en een dochter van tien, die ook bij hen inwoonden. Ze rolde met haar ogen toen ze het over zijn kinderen had. Angela beet op haar lip. Ze was maar een jaar ouder dan de zoon van Bob de Loser. Rianne stelde de rest van de groep voor. Er was Ed, klein en pezig. Zijn bruine piekhaar kwam tot zijn schouders en hij had overduidelijk last van ADHD. Hij sprong geregeld op en liep dan als een gekooid roofdier heen en weer over het gras om na een paar minuten weer naast Marcel plaats te nemen.

Marcel was qua uiterlijk het tegenovergestelde van Ed. Hij was groot, lomp en dik. Zijn buik hing over zijn broekriem en zijn T-shirt kroop ongewild omhoog. Hij had een dromerige blik in zijn ogen en wist met zijn gevatte opmerkingen de lachers op zijn hand te krijgen. Hij knipoogde dan naar Angela om aan te geven dat hij het niet echt meende. Naast Rianne zat Gino, een jongen van Molukse afkomst. Hij had een pafferig gezicht en warrig haar. Ed en Marcel namen hem regelmatig op de hak, maar dat leek hem niet echt te deren.

Hij hoorde zijn kwelgeesten gelaten aan. Tegenover Angela zat Fred, een jongen met een hoekig gezicht en kort donkerbruin haar dat door een middenscheiding in tweeën werd verdeeld. Hij droeg als enige een katoenen broek, een gebreid vest en lichtbruine instappers. Hij zei niet veel, maar zijn donkerblauwe ogen keken haar geamuseerd aan, alsof hij binnenpretjes had. Af en toe smiespelde hij iets tegen Vincent, zijn buurman, die dan schaapachtig lachte. Vincent was zeventien jaar en zag er wat smoezelig uit. Zijn kleding zat onder de vlekken en kreukels en zijn rode krullen hingen warrig langs zijn hoofd. Hij zat ongegeneerd in zijn neus te peuteren. Fred fluisterde opnieuw iets in Vincents oor en weer werd er gelachen. Angela probeerde het irritante tweetal te negeren. Ze had het eigenaardige gevoel dat ze haar uitlachten. Deed ze iets grappigs? Had ze iets amusants gezegd? Ze was zich er niet van bewust. Een blos trok over haar gezicht.

Ze moest wennen aan haar nieuwe vrienden met hun aparte grappen en grollen. Maar de aandacht van de groep werkte verslavend. Elke dag na schooltijd zocht Angela haar nieuwe vrienden op in het park. Het was er, ondanks de kleine pesterijen van Fred en Vincent, gezellig. Er werd gepraat over muziek, films, school en seks. Haar vriendschap met Melanie kwam onder druk te staan. Vooral nadat Melanie opperde dat ze mee wilde om kennis te maken en Angela haar nogal grof liet verstaan dat ze niet in de groep paste. Want Angela wilde haar vrienden niet met haar delen. Straks ergerde de groep zich aan het pubergedrag van Melanie en verpestte ze het zo voor haar. Angela had al een keer de fout gemaakt om te vertellen dat haar pa bij de politie werkte. Dat viel niet in goede aarde, vooral niet bij Ed en Marcel die geregeld een jointje rookten en dachten dat zij hen zou verraden. Gelukkig wist Rianne de boel te sussen en toen had Fred haar een joint toegestoken. Ze had nog nooit een sigaret gerookt, laat staan een jointje. Toch nam ze dapper een hijs en hoestte vervolgens haar longen uit haar lijf. Er werd gelachen.

Vincent noemde haar spottend een kleuter, terwijl hij zelf geen hijs wilde nemen omdat hij niet rookte. Om te bewijzen dat ze geen kleuter was had ze nog een paar keer de joint aangepakt en de rook naar binnen gezogen. Ze was op een gegeven moment onwel geworden en had in de struiken staan kotsen. En dat was blijkbaar voldoende bewijs dat ze de groep niet bij haar pa zou verlinken. Er werd haar de dagen daarop niets meer opgedrongen, hoewel Vincent het niet kon nalaten om babygeluiden te maken zodra er een joint werd doorgegeven. Ze durfde nog niet van zich af te bijten en deed alsof zijn pestgedrag haar niet raakte. Maar toen zich een kans voordeed om te bewijzen dat ze genoeg lef had en niet onderdeed voor de rest, greep ze die met beide handen aan. Fred kwam op een middag met een plastic tas aanzetten. Met een mysterieuze grijns had hij de tas in het midden van de kring gezet. ‘Voor de niet-rokers’, had hij gezegd en met een glinstering in zijn ogen had hij Angela aangekeken. Hij haalde tien blikjes bier en een pak jus d’orange uit de tas. De jus d’orange schoof hij traag in haar richting en ze werd rood. Vincent begon te hinniken als een overspannen paard, want hij vond het natuurlijk allemaal erg komisch. Het was de zoveelste steek onder water en het huilen stond Angela nader dan het lachen. Maar ze liet niets merken. ‘Je kijkt zo boos, Angie? Je kunt toch wel tegen een grapje? Ik heb aan je gedacht…’ Fred toverde een zwarte fles uit zijn jaszak. ‘Speciaal voor jou, uit de kast van mijn moeder: een halfvolle fles Passoa.’ Rianne veerde overeind.

‘Dat is lekker.’ Ze graaide een plastic bekertje uit de zak. ‘Heb je dat wel eens gedronken?’ Angela knikte stoer en keek toe hoe Rianne de jus d’orange en de Passoa mixte.