24

Angela was alleen thuis. De boeken lagen op het bed verspreid en de rugtas stond klaar om ingepakt te worden.

Angela nam een slok van haar Bacardi-cola en checkte haar agenda. Ze zuchtte. Morgen het eerste uur wiskunde, het tweede uur Nederlands, het derde uur vrij en het vierde en vijfde uur sport. Het was niet zo slim om zich in de eerste week van het nieuwe schooljaar al af te melden. Alle ogen waren op haar gericht. Het had maar weinig gescheeld of ze had het schooljaar over moeten doen. Haar cijfers waren dramatisch gekelderd: het hoogste cijfer op haar rapport was een 6,2, het laagste een bedroevende 5,6. In eerste instantie hadden haar ouders verbaasd en teleurgesteld gereageerd toen het rapport op tafel kwam. Ze wilden weten wanneer en waarom het fout was gegaan. Halverwege het schooljaar stond ze er toch zo goed voor? Haar hoogste cijfer was toen een 8,7 en het laagste een 7,1. ‘Weet ik veel’, had ze bijdehand, met een mond vol kauwgom, geantwoord. Dat was geen slimme zet. Ze zag de ogen van haar vader smaller dan anders, waakzamer worden. Zijn boosheid kwam als een vulkaan tot uitbarsting.

‘Ik ben jouw brutale opmerkingen meer dan zat’, viel hij tegen haar uit. ‘Je gedraagt je respectloos tegenover je moeder, het schijnt je allemaal nog weinig te boeien: school, je gezin en zelfs de manege is passé.’

‘Dat is niet waar!’ reageerde ze verontwaardigd.

‘Oh nee? Wanneer ben je voor het laatst gaan rijden?’ Angela trok een onschuldig gezicht terwijl ze koortsachtig naar een antwoord zocht. ‘Vier maanden geleden’, vulde hij voor haar in. ‘Ik kwam Jan Verstappe tegen, de eigenaar van de manege. Hij dacht dat je ziek was omdat je al zo lang niet was geweest. En wij maar elke maand betalen.’

Bianca had hem verbouwereerd aangestaard. ‘Waarom weet ik dat niet?’

‘Omdat ik Jan vandaag pas ben tegengekomen. Je dochter heeft het te druk met haar vrienden die wij nooit te zien krijgen. Ik vraag me af wat voor lui dat zijn.’ Angela begon te huilen, alsof ze geschrokken was van zijn woeste uitval. Ze kon zo snel niets anders verzinnen en tranen leken de oplossing. Vroeger was haar vader daar vatbaar voor, maar dit keer leek het niet te lukken. Er leek geen eind te komen aan de stroom van verwijten en uiteindelijk greep haar moeder in.

‘Zo is het wel genoeg. Ze krijgt niet eens de mogelijkheid om een uitleg te geven. Je schreeuwt maar door, beheers je.’ ‘Ja, natuurlijk. Val mij maar weer af. Ik ben hier de boeman, ik ben hier de zeikerd die alles té zwart-wit ziet. Maar kom straks niet bij mij klagen als ze je weer een grote bek heeft gegeven.’ Boos was hij de kamer uitgebeend. Hij had zijn jas van de kapstok gegraaid en de hond aangelijnd. De voordeur knalde zo hard dicht dat het glas in de deurlijst trilde. Drie dagen lang had hij nukkig en zwijgend door het huis gelopen.

Angela moest alles uit de kast halen om haar ouders ervan te overtuigen dat de terugval te wijten was aan de plotse hoofdpijnen. Dat stress en faalangst de grootste boosdoeners waren. Ze had een paar keer een angstaanval thuis gesimuleerd zodat haar verhaal geloofwaardig overkwam. Er werden nieuwe afspraken gemaakt. Dit jaar moest ze haar schouders eronder zetten. Elke onvoldoende moest ze bij haar ouders melden en indien nodig kreeg ze huiswerkbegeleiding. Op dit soort verstikkende acties zat Angela niet te wachten. Ze moest zich voorlopig voorbeeldig gedragen, want ze voelde de hete adem van haar ouders in haar nek. Spijbelen zat er dus voorlopig niet in. In de zomervakantie had ze extra haar best gedaan om het vertrouwen van haar ouders te herstellen. Het was een klucht, maar haar ouders trapten erin. De campingvakantie in Drenthe werd, tot grote opluchting van Angela, afgezegd, omdat haar vader plotseling moest werken. De zomervakanties met tante Anita, haar man en drie kinderen waren oersaai. De oudste van de drie was dertien en was net zo’n irritante gezondheidsfreak als haar moeder. Alles wat uit de frituurpan kwam was sowieso verboden. Groente mocht niet bespoten zijn en vlees werd maar met mondjesmaat gegeten. Haar moeder ging daarin mee. Twee weken lang biologische yoghurt, tofu en verlepte rauwe andijvie. Geen vette kroket of goudgele patat met een flinke klodder mayonaise. Als een volleerd acteur had Angela haar teleurstelling ingeslikt en zich heel coulant opgesteld. Dat ze het heel jammer vond dat ze de vakantie moesten annuleren, maar dat ze begreep dat het voor haar vader belangrijk was. En natuurlijk was het vervelend dat hij meer uren moest werken en dat het vaker zou voorkomen dat haar ouders ’s avonds aan het werk waren waardoor zij alleen thuis was. Maar ze was volwassen genoeg om alleen te blijven. Daarna had ze naar Trix gewezen. ‘Ik ben niet echt alleen. Trix zorgt dat er niets kan gebeuren. Ik ben zo veilig als wat. Het is toch maar voor een jaartje…’ Bianca had haar dochter trots omarmd. ‘Volgend jaar maken we het goed, dan gaan we met ons drietjes naar Turkije.’

Helaas was de groep in de zomervakantie niet compleet. Ed was met zijn ouders drie weken naar Frankrijk en had Michel meegenomen. Rogier had samen met een vriend een zeilvakantie geboekt en Rianne was de laatste week van de zomervakantie vertrokken naar haar familie in Australië.

Rianne had haar diploma gehaald. Angela beet op haar lip. Diep vanbinnen had ze het tegenovergestelde gehoopt.

Rianne was haar beste en haar enige vriendin, en nu had ze niemand meer op school. Melanie en Tessa hadden haar maanden geleden al laten vallen. Niet dat ze op die huppeltrutten zat te wachten… Ze kwam het examenjaar echt wel door. Het was Rianne tenslotte ook gelukt en die ging ook naar feesten en dronk zo nu en dan wat. Die hele school was trouwens een belachelijke tijdsverspilling. Zolang je maar inventief genoeg was, had je geen diploma nodig om aan geld te komen. Zij was het bewijs. Ze verdiende genoeg geld met haar xtc-handeltje. Dat moest ook wel, want haar uitgaven waren opgelopen tot zeshonderd euro per maand. Maar ondertussen hadden ze een vaste groep afnemers en hoefden ze niet urenlang te leuren met het spul op elk feest. Angela stopte de boeken in haar rugtas en zocht naar het waterflesje dat ze had gevuld met Bacardi en Seven up. Het stond op haar bureau. Haar rots in de branding. Zonder haar waterflesje kwam ze de dag niet door. Niemand had in de gaten dat ze dronk. Fred had gesuggereerd dat ze een alcoholiste was. Onzin natuurlijk. Dat was iets voor oude mensen. Bejaarde kereltjes die de hele dag in de kroeg zaten te zuipen. Zij kon gemakkelijk stoppen, maar waarom zou ze? Misschien als ze klaar was met school. Dan had ze de oppepper niet nodig. In het zijvak van haar tas liet ze een strip met kauwgom zakken. Ze keek toen op haar mobiel naar de tijd. Half elf. Ze was vandaag niet naar het park gegaan. Ze miste Rianne, en voor Rogier hoefde ze ook niet te gaan. Wat ze ook probeerde, hij schonk geen aandacht meer aan haar. Zijn aanwezigheid was een kwelling voor haar geworden, een straf en ze wist niet wat ze fout had gedaan.

Zelfs de feesten waren niet meer hetzelfde. Ze ging nog wel elk weekend met de jongens op stap. Ze moest tenslotte het spul nog verkopen. Het probleem was alleen dat ze het drinken moest matigen. Nu ze niet bij Rianne kon blijven slapen, moest ze naar huis. Ze dronk haar glas leeg en spoelde het in de badkamer schoon. Haar vader kwam over een halfuurtje thuis, dan kon ze beter in bed liggen. Ze poetste haar tanden en spoelde met het mondwater de alcohollucht weg.

Angela sjokte achter haar schreeuwende klasgenoten aan het veld op. Ze had een hekel aan sport. En al helemaal als het in de buitenlucht was. Met een schuin oog keek ze naar het hardloopparcours dat met oranje pionnen was uitgezet. Dat beloofde wat. Ze hield haar waterflesje omhoog. Nog twee, drie slokken en het was op. Morgen zou ze twee flesjes meenemen. Er werden rode sjerpen uitgedeeld en de klas werd in groepen ingedeeld. Giebelend draaide ze de rode sjerp om haar hoofd en maakte een paar danspasjes in het gras. ‘We doen een rondje langs de pionnen als warming-up’, brulde Heersema de jongeren toe. Hij klapte in zijn handen om het rumoer te doen stoppen.

‘We? Loopt u een rondje met ons mee?’ vroeg Angela aan de sportleraar. Hij negeerde haar, wetend dat ze alleen maar een ellenlange discussie wilde uitlokken. Hij wees met zijn vinger de route aan.

‘We eindigen bij het vak met de ballen. Starten maar.’ Hij klapte in zijn handen en de groep kwam met tegenzin in beweging. Angela liep in sukkeldraf achter haar klasgenoten aan, haar armen wijd alsof ze een vliegtuig was. Ze zwalpte over het veld, schopte de pionnen om en liet zich halverwege het parcours hijgend in het gras vallen.

‘Ik ben hier niet voor gemaakt’, riep ze luid.

‘Angela, je kunt of meedoen of je melden bij de mentor.’

Angela kwam overeind. ‘Dan meld ik me wel bij de mentor.’

Ze stak haar middelvinger omhoog en liep het veld af.

De deur van het kantoor stond op een kier. Angela roffelde op de deur en duwde haar verder open. ‘Mevrouw Pauwenveld?’

De vrouw achter het bureau keek op van haar werk en fronste haar wenkbrauwen toen ze Angela in de deuropening zag staan. ‘Ik ben door meneer Heersema van het veld gestuurd. Het parcours was te zwaar voor mij. Ik ben ongesteld.’ Ze bleef voor het bureau staan en trok een pijnlijk gezicht.

‘Angela Vantichelen.’ Met een zucht schoof Pauwenveld haar werk opzij. ‘Het schooljaar begint goed’, zei ze op een ironische toon. ‘Je hebt je eerste waarschuwing al binnen?’ Angela keek onschuldig. ‘Ik kan niet sporten met een harde buik. U bent toch ook een vrouw, dan weet u waar ik het over heb.’ Ze duwde haar vuisten in haar buik. ‘Het doet hartstikke pijn. Dat meneer Heersema dat nou niet begrijpt.’

‘Ik geef je in dit geval het voordeel van de twijfel.’ Ze keek het meisje onderzoekend aan. Tijdens een overleg hadden verschillende docenten hun zorgen over dit kind uitgesproken. Haar gedrag was vreemd genoeg plots omgeslagen van een verlegen tiener in een onuitstaanbaar brutaal nest. De kans was groot dat er thuis problemen waren. Dat zag men wel vaker, als bijvoorbeeld de ouders aan het scheiden waren. Ze kon zich er beter maar niet mee bemoeien. Het kind had het overduidelijk al moeilijk genoeg en zat niet te wachten op een bemoeizuchtige schoolmentor. ‘Je kunt het lesuur in het straflokaal uitzitten. Er is niemand, maar ik kom controleren of je er wel zit.’ Ze knikte naar de deur dat ze kon gaan.

Angela rolde met haar ogen. ‘Wat een kinderachtig gedoe’, gromde ze. Ze haatte school.

Angela had zich door de eerste schoolweek geworsteld. Het kwam traag op gang en het leek alsof iedereen de pik op haar had. Gelukkig was nu het weekend en kon ze even zichzelf zijn. Even geen gezeur aan haar hoofd, de wind in haar haren en het verstand op nul. Ze had met de jongens afgesproken in De Roze Kaketoe. Ze was er als eerste en de verkoop van de pillen verliep vlot. Het was ondertussen geweten bij wie ze moesten zijn voor de beste pillen. Daar was ze best trots op. Ze stond op haar vaste plek, naast de openslaande deuren naar het terras. Haar blik dwaalde rond, op zoek naar mogelijke nieuwe klanten toen ze plotseling de man aan de overkant van de zaal zag staan. Ze verstijfde. Ze had hem nog nooit eerder in De Roze Kaketoe gezien. Hij was ongeveer dertig jaar, had vaalblond haar en een slank postuur. Hij stond naar haar te kijken en ze staarde hem even aan. Er klopte iets niet aan de man en ongemakkelijk had ze haar hoofd afgewend. Met een gloeiend gezicht controleerde ze de pillen in haar broekzak. Het zou toch niet iemand van de politie zijn? Waar bleven haar vrienden? Ze had rugdekking nodig als de man moeilijk zou doen. Haar hart ging tekeer.

‘Heb je nog wat te koop?’ Een slungel met puisten doemde naast haar op. Hij stond met een briefje van twintig euro te wapperen.

Nerveus schoten haar ogen naar de overkant. De man keek nog steeds naar haar. ‘Straks’, had ze gefluisterd maar de puistenkop leek haar niet te horen. Hij stak zijn hand uit.

‘Rot op! Eikel.’ Ze sloeg driftig zijn hand weg en draaide hem haar rug toe.

‘Waar slaat dat nou weer op? Trut!’

Vloekend liep de slungel weg en toen ze over haar schouder keek was de man verdwenen. Voor de zekerheid had ze nog de ruimte afgespeurd maar hij was nergens meer te bekennen. Ze moest lachen om haar overspannen gedrag. Tegen elven had ze haar laatste pil verkocht, waarna ze zich met een verhit gezicht op een barkruk liet zakken. Ze bestelde een Bacardi mix en deed haar best om niet te gulzig te drinken. Tegen twaalven kwam Fred eindelijk binnen en dat irriteerde haar. Ze zaten samen in de pillenhandel, maar naar haar gevoel deed zij al het werk. Eigenlijk had ze recht op meer dan vijftig procent en dat zei ze hem ook. Zijn gezicht betrok en zijn ogen schoten vuur. Hij wist zijn woede te beheersen en zei dat hij niet met haar in discussie ging omdat ze dronken was. Venijnig had ze hem toegebeten dat het pas haar derde mix was. Hij had haar opmerking weggewuifd en beweerd dat vrouwen niet zo goed tegen alcohol konden als een man. Lachend sprak ze hem tegen en toen stelde hij voor om een wedstrijd te houden om zijn gelijk te bewijzen. Een zwak stemmetje in haar onderbewustzijn probeerde haar tegen te houden, maar ze hield zich doof. Ze liet zich niet voor schut zetten in het openbaar. En al zeker niet door Fred. Fred seinde naar Vincent en die schoof een glas bier in haar richting. Er speelde een geniepige glimlach op zijn lippen en dat maakte haar strijdlustig. Ze had het glas aan haar lippen gezet en in één teug leeggedronken. Al snel stond er een bende om haar heen te klappen, zingen en joelen. Na het vierde glas begon haar maag te protesteren en moest ze kokhalzen. Het bier viel haar zwaar. Met slappe benen was ze naar het toilet gestrompeld en daar had ze de inhoud van haar maag uitgekotst. Daarna was ze even naar buiten gegaan om de koele avondlucht in te zuigen en haar hoofd weer helder te maken. Tot overmaat van ramp stond Freek plotseling naast haar. Die was al maanden aan het proberen om haar in zijn bed te krijgen. Toen ze nog geen geld had, had ze even getwijfeld. Maar ze verkocht nog liever xtc dan een nacht met hem. Hij ging niet weg, dus toen Gino kwam kijken hoe het met haar was, volgde ze hem terug naar de zaal waar haar fans haar stonden op te wachten. Vriendelijke, zorgzame Gino, die haar te hulp schoot als ze dronken was en haar vasthield als ze moest kotsen.