30

‘Waarom kan ik niet gewoon thuisblijven?’ Angela speelde met de afstandsbediening van de tv.

‘Waarom zou je thuis moeten blijven?’ Bianca wreef met de stofdoek de salontafel schoon en keek even op van haar werk. ‘Je schoolprestaties zijn al niet zo best. En op school heb je afleiding, dan ben je onder de mensen.’

‘Daar heb ik nu even geen behoefte aan.’

‘Je blijft niet alleen thuis. Ik heb mijn diensten aangepast aan jouw lesrooster. We gaan samen de deur uit en we komen samen weer thuis. En geen gelanterfant onderweg, want als het moet dan kom ik je van school halen.’ De stofdoek zwabberde driftig door de boekenkast. Nukkig gooide Angela de afstandsbediening op de bank. Als ze onder de mensen wilde zijn, dan zou ze haar vrienden wel bellen. Ze zuchtte. Om eerlijk te zijn had ze de moed nog niet gevonden om hen te bellen. Er stonden negen berichten op haar voicemail.

Twee van Gino, een van Ed en zes van Fred. Fred was waarschijnlijk meer bezorgd om zijn handeltje dan om haar. Van Rianne had ze nog niets gehoord en ook Rogier liet haar links liggen. Hoe had ze ooit op die hufter verliefd kunnen worden? Ze was blind geweest. Rianne gunde ze het voordeel van de twijfel. Ze zat in het buitenland en wist niet wat voor ramp zich hier had afgespeeld.

‘We doen dit voor je eigen bestwil’, ratelde haar moeder door. ‘Je kunt me ook gewoon vertrouwen.’

Bianca draaide zich met een ruk om en keek haar dochter donker aan. ‘Daar kan ik maar beter niet op antwoorden.’

‘Dan niet!’ Angela schoot verontwaardigd uit haar stoel en stampte de kamer uit. ‘Ik ga wel naar mijn kamer.’ Trix sprong enthousiast van de bank en volgde haar. De deur dreunde dicht en sloot de hond buiten. Angela plofte languit op haar bed en staarde afwachtend naar de deur. Haar oren waren gespitst terwijl haar ogen telkens naar haar kledingkast dwaalden. Gelukkig hadden haar ouders haar kamer niet doorzocht. Achter in de kast, in een van haar laarzen, had ze een fles Bacardi verstopt. Gistermiddag, toen haar ouders klaar waren met hun kruisverhoor, had ze zich even teruggetrokken op haar kamer en stiekem wat gedronken. Louter en alleen om de spanning uit haar lijf te verjagen. Dat was gelukt. Ze had gezworen om de fles daarna niet meer aan te raken. Maar het onrustige gevoel was haar lichaam weer binnengeslopen. De fles in de kledingkast trok haar als een magneet. Eén slokje kon geen kwaad. Ze kreeg donderdag hulp van een verslavingsdeskundige, wat dat ook mocht zijn, en dan zou ze stoppen. Wat maakten die paar dagen nog uit? Angela sprong op en snelde naar de kast. Ze keek over haar schouder, luisterde naar de geluiden in huis en draaide toen de dop van de fles.

De hele dag voelde Angela zich misselijk en ondanks haar waterfles, waar ze geregeld uit nipte, werd het gevoel niet minder. Ze checkte haar horloge: twaalf uur. Nog acht minuten en dan was de les afgelopen. Nog een krap uurtje en dan zat ze samen met haar moeder in de bus op weg naar dokter Bartemenes en zijn wonderteam dat haar zou redden. Een laconiek lachje speelde rond haar lippen. In haar gedachten zag ze de man gekleed in cape en rode panty door een gang dansen, gevolgd door een horde verpleegsters in sexy kostuums en netkousen. Ze maakte een snelle schets van Bartemenes in zijn rode panty en gaf hem een naam: dokter Schlemiel. Ze had Fred en de anderen gisteren een sms gestuurd en in een paar woorden gemeld dat ze naar een dokter ging. Alleen Gino had gereageerd en wenste haar beterschap. Ze liet haar blik door de klas dwalen. Allemaal robotten. Netjes doen wat pap en mam hen voorschreven. Angela schudde meewarig haar hoofd. Schlemiel kon zich beter op hen focussen. Deze huppeltrutjes en trekpoppen hadden zijn hulp harder nodig dan zij. De docente stak een boek in de lucht en Angela schoot in de lach. Ze was net een vogelverschrikker met dat warrige haar. Wie weet welke problemen de vogelverschrikker voor de buitenwereld verborgen hield? Misschien was ze wel aan drugs verslaafd?

Dat moest bijna wel. Wie wou er nu vrijwillig elke dag voor de klas staan? Dan was je ofwel een masochist, ofwel een junk. De bel ging en Angela sprong op. ‘Ja!’ riep ze hard door de klas. ‘Tijd is om.’ Ze schoof haar spullen in haar rugtas, stopte haar waterfles in het zijvak en perste opgelucht de lucht uit haar longen.

‘Angela, wil je even wachten tot ik…’

‘Nee, sorry.’ Ze schudde resoluut haar hoofd. ‘Mijn moeder staat te wachten bij de bushalte. Ik kan het niet iedereen naar de zin maken. Morgen bent u aan de beurt.’ Er werd gegiecheld toen Angela de klas uitliep.

Bianca zat op het bankje in het bushokje en stond op toen haar dochter aan kwam lopen. Angela leek geen haast te hebben. Ze stak haar hand omhoog toen ze haar moeder ontdekte en Bianca zwaaide terug. Met een diepe zucht plofte Angela op het bankje neer. ‘Zit je al lang te wachten?’

‘Hooguit vijf minuten. De bus komt over een minuut of tien.’ ‘Joepie.’ Angela stak haar vuist in de lucht. ‘Wat een feest.’ ‘Heb je soms gedronken?’

Angela trok een grimas. ‘Tuurlijk! Wanneer zou ik dat dan doen? Ik zit de hele dag op die duffe school. Alsof je in de kantine bier kan kopen…’ Verontwaardigd keek Angela de straat in terwijl ze met de kauwgom in haar mond speelde. ‘Je reageert anders behoorlijk opgefokt.’

‘Mag ik? Ik word dadelijk door een heel team doorgelicht met idiote vragen. Mag ik nerveus zijn?’

Begripvol legde Bianca haar arm rond haar schouders. ‘Het komt goed, lieverd.’

‘Ja, jij hebt makkelijk praten.’

Bus zesentwintig draaide de straat in en kwam piepend en sissend voor de bushalte tot stilstand. Met tegenzin stapte Angela achter haar moeder de bus in. Ze liet zich ergens in het midden op een bankje vallen en staarde door het raam naar buiten. De bus kwam in beweging, terwijl Angela schijnbaar onbewogen door het raam keek. Maar diep vanbinnen draaide haar maag zich om van angst.

De verslavingskliniek waar dokter Bartemenes zijn praktijk hield was een verbouwde monumentale boerderij met een verzameling bijgebouwen. Hij werd omringd door een grote, groene tuin en grensde aan een bosperceel. Het langgerekte pand had wit bepleisterde muren en rode Hollandse dakpannen. Het geheel ademde luxe, rust en sfeer uit. Naast de ervaringsdeskundigen werkte de kliniek met vaste psychiaters en verschillende psychologen die kennis en ervaring hadden op het gebied van verslaving bij jongeren. De bus stopte bij een halte schuin tegenover de verslavingskliniek en Angela en haar moeder stapten uit. Ze stonden voor een enorm, met krullen versierd smeedijzeren toegangshek en namen het tweehonderd jaar oude pand in zich op. Het was indrukwekkend om te zien. Bianca keek even opzij naar haar dochter en drukte toen op de intercom. Een krakende stem vroeg naar hun naam en niet veel later zwaaide het hekwerk open. Ze volgden het grindpad richting het parkeerterrein en meldden zich in een van de bijgebouwen bij de receptioniste. Ze namen plaats in een wachtkamer. Het duurde even voordat dokter Bartemenes hen binnenriep. Hij stond in de deuropening en stak zijn hand uit. Daar stond hij dan, dokter Schlemiel. Zijn hand was hard en eeltig. Angela begon zenuwachtig te giechelen toen ze aan haar tekening van de specialist met zijn cape en zijn rode panty dacht. Uitnodigend wees Bartemenes naar twee zwartleren fauteuils voor het bureau. Het kantoor was ruim, met hoge balkenplafonds en veel lichtinval door de enorme raampartijen. Op het bureau, naast een stapel mappen met een elastiek eromheen, stond een karaf met water, vier glazen en een doos tissues. De arts leunde achterover en toverde een glimlach op zijn gerimpelde gezicht. ‘Wat goed dat jullie zijn gekomen.’ Angela snoof en keek de kamer rond. Alsof ze een keus had, dacht ze bitter. ‘Zag je er erg tegenop?’

‘Totaal niet’, beweerde Angela. Ze sloeg nonchalant haar benen over elkaar en leunde ook achterover in haar stoel om te bewijzen dat ze op haar gemak was.

‘Hoeveel heb je vandaag gedronken?’ Angela keek de arts niet-begrijpend aan.

‘Ze komt van school’, antwoordde Bianca in haar plaats. ‘Ze heeft al vijf dagen niet gedronken.’ Trots knikte ze Angela bemoedigend toe en die beaamde het. Dokter Schlemiel strengelde zijn vingers ineen en bleef Angela strak aankijken. ‘Ik heb niet gedronken.’ Haar kaken maalden rusteloos op een stukje kauwgom.

‘Ik vraag niet óf je gedronken heb, ik vraag hoeveel.’ Bianca deed haar mond open, maar Bartemenes legde haar met een handgebaar het zwijgen op. Hij leunde met een grijns naar voren. ‘Je kunt je moeder misschien voor de gek houden, maar mij niet. Hoeveel?’

Bianca fronste haar wenkbrauwen. Wat was dit voor een autoritair gedoe? Waar doelde die kerel op? Had hij Angela niet gehoord?

‘Je bent toch stoer genoeg om te drinken?’ blafte hij Angela toe. ‘Dan moet je ook stoer genoeg zijn om de waarheid te vertellen. Hoeveel glazen?’

Verontwaardigd voelde Bianca haar boosheid groeien en ze stond op het punt om de man een veeg uit de pan te geven toen haar dochter antwoord gaf.

‘Het waren hooguit drie slokjes’, bekende Angela schoorvoetend. Zijn ogen prikten op haar huid. ‘Vier… misschien vijf…’

Verbouwereerd staarde Bianca haar dochter aan. ‘Hoe kan dat nou? Je was op school…’ Ze hapte naar lucht.

‘Wil je je moeder uitleggen hoe je het precies doet?’

Angela keek zijdelings haar moeder aan en trok toen haar rugtas omhoog aan de hengsels. Terwijl ze op haar bovenlip beet ritste ze haar tas open. Ze haalde het lege waterflesje uit haar tas en liet de tas terug op de grond vallen. Bianca staarde naar het plastic flesje op de tafel.

‘Puur of een mix?’ vroeg de arts.

‘Meestal Bacardi met Seven-up en soms Smirnoff met limonade.’

Bartemenes checkte zijn horloge en noteerde de tijd en aantal cc’s dat ze gedronken had. ‘Heeft op school niemand iets gemerkt?’

Angela schudde haar hoofd.

‘Je hebt wel lef om aangeschoten naar een afkickkliniek te komen. Wat dacht je? Ze merken het toch niet…’ Angela gaf geen antwoord. ‘We kennen ondertussen elk trucje en elke smoes. Wil je eigenlijk wel van je verslaving af ?’

Bianca kneep haar handen tot vuisten. De toon waarop de man tegen haar dochter sprak, pookte haar woede op. Ze was hier toch? Alsof dat zo gemakkelijk was voor het kind.

‘Dat wil ik wel.’ Angela friemelde aan de knopen van haar blouse. Het was eruit voor ze er erg in had, maar ze realiseerde zich dat ze het meende. Drinken was zo belangrijk geworden dat ze niet meer normaal kon functioneren. De hele dag hunkerde ze naar alcohol. Zelfs nu ze in de stoel bij die Schlemiel zat. Ze stond op met de drang naar drank en ze ging ermee naar bed. Al het stiekeme gedoe putte haar totaal uit.

‘Of heb je zoiets van “zak maar door de wc”?’ hoorde ze Bartemenes zeggen. Ze grijnsde: als dat zou kunnen. Haar gevoelens waren tegenstrijdig. Ja, ze wilde afkicken en nee, toch niet, omdat ze niet wist welke strijd ze moest leveren. Ze slaakte een zucht die van heel diep leek te komen.

‘Je bent hier op vrijwillige basis, niemand dwingt je om hier te zijn.’ Angela keek automatisch naar haar moeder. ‘Als je het voor je ouders doet, dan kun je beter gaan.’

Bianca veerde overeind. ‘Ik snap even niet wat u met dit gesprek wil bereiken.’ Ze kneep haar ogen half dicht. ‘Ik vind het niet prettig dat u zich zo negatief uitlaat. Wij komen hier omdat we hulp nodig hebben.’

‘Ik begrijp uw reactie.’ Bartemenes stond op en schonk wat water in een glas. ‘Ik wil even met je moeder alleen praten’, zei hij tegen Angela. Hij gaf het glas aan Angela en schoof een folder in haar richting. ‘Volg me maar…’ Met grote stappen liep hij naar de deur en hield hem uitnodigend open. Hij opende de deur van de ruimte ernaast en checkte of die leeg was. ‘Hier kunnen we rustig praten.’ Hij duwde de deur achter hen dicht en trok een stoel onder de tafel vandaan. Bianca nam plaats. Haar gezicht stond nog steeds op onweer.

‘Luister, mevrouw Vantichelen…’ Hij liet zich in de stoel tegenover haar zakken. ‘Uw dochter is verslaafd. En verslaafden willen niet over hun verslaving en de gevolgen praten. Alles moet wijken. Ze bagatelliseren het probleem. Ze liegen, bedriegen en manipuleren om hun doel te bereiken.

Hun verantwoordelijkheidsgevoel tegenover anderen en zelfs voor zichzelf is laag en vaak zelfs nihil. Angela zal straks druk op u uitoefenen om alles te laten zoals het is, en als u toegeeft is het hek van de dam. Ik moet streng zijn om tot haar door te dringen. Ik wil dat ze inziet dat ze verslaafd is en dat wij een oplossing kunnen bieden.’

‘Straks loopt ze boos de deur uit. En dan?’

‘Uw houding is daarbij heel belangrijk. Door uw opmerking van daarnet krijgt ze het idee dat u haar steunt. U moet ook streng zijn en uw grenzen aangeven. Laat zien dat het u ernst is. Dat is beslist niet gemakkelijk, dat weet ik. Doorzoek elke avond haar slaapkamer, haar kast op school, de kelderbox, haar schooltas. Geloof niet klakkeloos was ze zegt.’

‘Ik kan toch niet vierentwintig uur per dag naast haar gaan lopen? Als ze zelfs op school kan drinken…’

‘Er zijn signalen waar u alert op moet zijn: concentratiestoornissen, slapeloosheid, wisselende buien: prikkelbaar, agressief, verdrietig. Plotseling even de deur uit willen, geld dat uit uw portemonnee verdwijnt. Verslaafden zijn een meester in het verzinnen van creatieve oplossingen. De kauwgom doet ze bijvoorbeeld om de alcoholgeur te verdoezelen.’ Bianca liet haar hoofd in haar handen rusten. ‘Kan ik op uw steun rekenen?’ Ze knikte.

Angela vouwde de folder dicht toen haar moeder en de dokter terug de kamer binnenkwamen. Met een nonchalant gebaar gooide ze de folder van zich af. De informatie had weinig indruk op haar gemaakt. Het had er haar zelfs van overtuigd dat ze thuis hetzelfde kon bereiken als in het centrum. Strijdlustig keek ze Bartemenes aan, maar die deed alsof hij het niet merkte. ‘Ik heb met je moeder over je verslaving gesproken en de eventuele behandeling die nu volgt.’

‘Wat jullie hier doen kan thuis ook.’ Ze keek haar moeder hoopvol aan, maar die schudde resoluut haar hoofd. ‘Je hebt professionele hulp nodig en die kunnen ze hier geven.’

‘Mam…’ Angela begreep de plotselinge ommezwaai niet. ‘Je gaf net aan dat je geholpen wilde worden’, onderbrak Bartemenes haar. ‘We kunnen jou helpen en waarschijnlijk ben je na acht weken weer thuis.’

‘Ben ik weer thuis? Hoezo, weer thuis? Moet ik hier blijven slapen?’

‘Het is een gesloten afkickcentrum. Je mag zonder begeleiding het terrein niet af en er komt ook niemand zonder goedkeuring van ons team binnen. Zo kom je niet in de verleiding.’

‘En dat twee maanden lang?’ Angela slikte.

De specialist knikte. ‘Hooguit twee maanden. Je krijgt bij ons een intensieve behandeling, zowel individueel als in groep’, legde Bartemenes uit. ‘Elke groep bestaat uit vijf, hooguit zes jongeren van rond jouw leeftijd. Lotgenoten. Jongens en meisjes die verslaafd zijn aan drugs, alcohol of gokken. Naast het verplichte programma is er veel ruimte voor sport en gezamenlijke activiteiten.’

‘En school dan? Ik zit in het examenjaar. Ik moet naar school…’ Weer keek ze haar moeder hoopvol aan.

‘Examen kun je voorlopig vergeten. De druk om te presteren werkt alleen maar contraproductief. Je zult moeten wachten tot je clean bent. Het is nu belangrijker om aan jezelf te werken.’

Verslagen liet Angela haar schouders zakken. ‘Wanneer zie ik mijn ouders dan? ’s Avonds?’

‘Op zondagen is er een beperkte bezoekregeling. Marleen Keijzer wordt je vaste contactpersoon en zij begeleidt je tijdens het hele traject. Er zijn vier begeleiders per groep die op verschillende tijden werken: een begeleider overdag, twee ’s avonds en een ‘s nachts. Marleen is er meestal overdag, maar ze kon er helaas niet bij zijn vandaag. Ik weet zeker dat het klikt tussen jullie. Ze is zeer capabel en prettig in de omgang.’ Angela’s schouders zakten nog wat meer.

‘Gaan we ervoor?’ vroeg de arts. Hoopvol keek Bianca haar dochter aan en die knikte.

‘Wanneer moet ik beginnen?’ wilde Angela weten.

‘Je moet niets. Je mag… We hebben een wachttijd van twee maanden.’

Angela’s ogen lichtten op. Inwendig juichte ze, maar dat liet ze niet merken. In twee maanden kon er nog veel gebeuren. Maar Bianca raakte in paniek. ‘Is dat verstandig, om haar zo lang te laten wachten?’

‘Het is niet anders. Als er eerder een plek vrijkomt, dan bellen we u.’