Zaterdag 14 januari
1978
Spestijl
1
Voordat ik er eind 1970 vandoor ging, naar Europa, had ik in de rechtszaal nog Charlies grote getuigenis bijgewoond. Ik wist dat de openbare aanklager, Jacuzzi, al een vol jaar bezig was hem tot getuigen te bewegen. De lijst met vragen groeide, maar Charlie bleef de boot afhouden. In november gaf hij plotseling aan een getuigenis te willen afleggen, maar dan alleen in de vorm van een aaneengesloten verklaring – niet aan de hand van vragen door zijn advocaat, die hij immers niet erkende, ‘net zo min als deze rechtbank en het juridische systeem van Amerika’. De rechter stond het hem toe, en wees hem er fijntjes op dat door te getuigen, in wat voor vorm ook, hij het Californische rechtssysteem impliciet aanvaardde.
Ik heb nooit veel begrepen van wat die Amerikanen met Aranda bedoelen – een of andere juridische uitzonderingsregel. Vanwege Aranda werd de jury voor de duur van Charlies getuigenis naar de koffiekamer gestuurd. Na zijn beëdiging liet hij zich naar de getuigenbank leiden. Voor het eerst sinds het begin van het proces hoefden de aanwezigen niet tegen zijn kromgegroeide dwergenruggetje aan te kijken. Met toegeknepen ogen over de microfoon heen loerend speurde hij de publieke tribune af: hij was kippig, en al bijna anderhalf jaar niet meer in het bezit van zijn schildpadden bril. Heel even ontmoetten zijn ogen die van mij, maar hij herkende me niet als de fotograaf die hem ooit te woord had gestaan. Zijn blik bleef rusten op iemand schuin achter me. Ik keek om: het was de kolonel, die na zijn omzwervingen als nephippie over de Strip zijn baard was blijven dragen, alleen nu beter verzorgd.
‘Ik zou uw verdriet met u willen delen, Sir, maar ik weet niet wat het is om als ouder een kind te verliezen. Ik ben zelf drie keer vader geworden van een zoon. De eerste twee heb ik nooit gezien. Ik zat in de gevangenis. De laatste, Mickey, is door alle vrouwen van The Circle opgevoed... niet door mij. Als hij ons ontviel, zou ik de laatste zijn die hem miste. En dat, Sir, is de pure waarheid.’
Hij sprak zacht en hees, en zover van de microfoon dat de toeschouwers hun hoofd hieven en verdraaiden om hem te kunnen verstaan. Zijn gezicht stond triest en berouwvol.
‘Van huis uit weet ik ook niet hoe de verhouding van een vader tot zijn kind zou moeten zijn... hoe die liefde voelt. Mijn vermoedelijke verwekker noemde zich kolonel, net als u, maar daar houdt elke overeenkomst op. U bent een echte kolonel, hij was een valse. Ik heb hem nooit gekend. Na hem kwam er een hele stoet onechte ooms voorbij. Als er een langer bleef, stopte mijn moeder me als onhandelbaar in een opvoedingsgesticht. Zo zag verlies er bij ons uit. Van Mickey heb ik bij de geboorte de navelstreng doorgebeten, maar verder... met excuses aan uw vrouw... ik kan haar verlies niet aan eigen barenspijnen afmeten. Ik...’
Nog eens keek ik om, en ja, ik had het goed gehoord. Op zijn bijna geruisloze wijze was de kolonel opgestaan om de zaal te verlaten. Nooit zag een kaarsrechte rug er zo geslagen uit. ‘En nu terzake,’ zei de rechter.
Het droevig zachte praten was maar spel geweest. Meer dan een uur lang liet Charlie al zijn stemmen horen, en zette er de passende gezichten bij.
‘Er is hier, in deze zelfde getuigenbank, gesuggereerd dat er mensen zijn gedood uit wraak. Omdat Charlie zich beledigd zou hebben gevoeld door een stel popmiljonairs en talentenjagers en platenproducers. Terry wilde mijn muziek niet met zijn nagels in het vinyl krassen... nou, dat was zijn goed recht. Als mijn kinderen in Terry’s huis de dingen hebben gedaan die jullie ze in de schoenen schuiven, dan was het uit een politiek-religieuze overtuiging. Hadden ze er hun vaders of broers aangetroffen, ze zouden hetzelfde hebben gedaan. Omdat het doel heilig was.’
Ik kon vanaf mijn plaats Sadie, Katie en Lulu net een beetje van opzij zien. Ze keken met gloeierige wangen van dweepzucht naar hun welbespraakte leider op. De rechter moest hem geregeld manen het kort te houden, en niet eindeloos naar verre woestijnen af te dwalen. ‘Waarom uitgerekend in Californië?’ vroeg hij dan.
‘Uw geüniformeerde knechten, Edelachtbare, hebben mij in mijn jeugd van staat naar staat gejaagd. Uiteindelijk hebben ze me hier opgeborgen, in het heetst van de oven. Toen ik vrijkwam, kon ik de staat niet uit. Ik zat met een onzichtbare ketting aan mijn reclasseringsambtenaar vast. Alles wat ik te doen had, moest in Californië gebeuren. Net zo lang tot de ovenklep weer achter me dichtsloeg. Toen, in Death Valley, hadden uw blikken sterren mij de kans moeten geven mezelf dood te vechten. Ik zou er zoveel mogelijk mee het zwarte niets in gesleurd hebben. Maar nee, de rechtvaardigheid van uw wereld wordt uitgedrukt in het gerinkel van handboeien...’
Hierna ontstond enig rumoer in een hoek van de publieke tribune waar de mannen van de sheriff van Inyo County zaten, die Charlie op de Barker Ranch gearresteerd hadden. Een verontwaardigd gegons, al snel overgaand in onderdrukte hilariteit, toen het besef weer daar was hoe ze de dwerg uit een gootsteenkastje geplukt hadden. Als ze hem er niet tijdig uit bevrijd hadden, was hij er misschien inderdaad gestorven – van de kramp in zijn ledematen, ook een vorm van je doodvechten.
‘Alle psychiaters die u op ons afstuurt... verspilde moeite, weggegooid geld. Zij zullen er nooit iets van snappen. Zij zijn ook niet in staat u er iets van te laten begrijpen. En waarom niet? Deze kinderen geloven ergens in... het zijn hurlyburlisten. U kunt ons het gas geven, maar onze kruistocht niet tegenhouden. Uw systeem van doodstraf speelt Hurly Burly in de kaart. Het groene kamertje, met nog wat gaslucht van de vorige keer erin, gaat pas na jaren voor ons open. Intussen is er alle tijd om death row tot zenuwcentrum van onze oorlog in te richten. Zo straft Amerika zichzelf voor z’n eigen grootste misdaad tegen de menselijkheid, Edelachtbare... iemand ter dood veroordelen, en dan twintig jaar in een cel laten zitten... een straf die niet is opgelegd. Hurly Burly zal ons overleven, en doorgang vinden, en het zal ons onsterfelijk maken... wij, de eerste martelaars in een heilige oorlog.’
‘Is dat alles?’ vroeg de rechter droogjes.
2
‘Jouw bovenwereld, Li’ll Remo, is oneindig veel primitiever dan mijn onderwereld. Gas, touw, elektriciteit... de zwijnen daarboven beheren de machines om hervormers zoals ik ter dood te brengen. Bewijst dat niet dat er bij jullie, in de aangeharkte varkensstal, geen beschaving is? Voor de ware civilisatie moet je bij ons zijn. The Circle werkt aan een betere wereld.’
‘Jullie moorden voor een andere wereld. Zolang beesten als jij en Tex hun dodelijke hoef op mijn erf kunnen schrapen, is onze beschaving verplicht oog om oog, tand om tand toe te passen. Leven om leven.’
‘Jullie, rechtvaardige burgers, houden de tegenstrijdigheid in stand.’
‘Nee, jullie, rechtschapen moordenaars... door ons te verplichten primitieve middelen in stelling te brengen. Bij alle misdaden doen jullie ons ook nog eens de zelfvernedering van de onbeschaafdheid aan. Wij worden gedegradeerd tot timmerlui... die een schavot bouwen.’
Maddox bracht een gemeen, knetterend lachje voort. ‘Geef vooral hoog op over de Amerikaanse samenleving, Woodehouse. De varkens kunnen jou ook elk moment uitkotsen. Je bent niet voor niets een poosje Choreaan.’
3
‘Jij wilde je eigen advocaat zijn, Scott, maar...’
‘Charlie heeft geen boodschap aan het Amerikaanse rechtssysteem.’
‘Je eigen verdediging opeisen, dat betekent uiteindelijk ook omarming van het Amerikaanse rechtssysteem.’
‘Heb ik mezelf verdedigd?’
‘Het ging algauw mis.’
‘Ja, maar ik heb mijn verdediging wel eerst weten af te dwingen. Voor mijn cel werd een kruiwagen met dossiers en wetboeken neergezet. Ik kreeg een telefoon. Ik mocht de meisjes zien zo vaak ik wou, voor overleg. In de rechtszaal voerde ik uitgebreid het woord, zodat de journalisten direct mijn denkbeelden konden noteren... zonder dat ze eerst door de zeef van de openbare aanklager werden gehaald. Het duurde niet lang... maar lang genoeg om de rechtsgang te ontregelen. Voortzetting van mijn anarchisme met andere middelen. Hurly Burly voorbereiden oog in oog met de rechterlijke macht. Nou, is het met dat proces ooit nog goed gekomen? Het werd het langste uit de geschiedenis van de Verenigde Staten. Het duurste ook. En Jacuzzi heeft ons niet aan het gas gekregen. Charlie heeft de rechtszaak net zo lang weten te traineren tot de afschaffing van de doodstraf in Californië in zicht kwam.’
4
‘Toen ik niet langer mijn eigen verdediging mocht voeren,’ zei Maddox, ‘heb ik de toegewezen advocaat zijn gang laten gaan. Hij pleitte tegen de doodstraf... allicht. Het gewone, uitgekauwde argument. “Wij hebben niet het recht een leven te nemen. Elk mens heeft recht op leven, ook wie een ernstige misstap heeft begaan.” En de bla, en de bla, en de bla. Ik viel in slaap. Toen ik weer wakker werd, liep de openbare aanklager voor de juryloge heen en weer. “Als er iemand recht op leven heeft,” riep Jacuzzi in tranen, “dan is het de in onschuld levende. En zo iemands bestaan, laat ons zeggen dat van Sharon, wordt nou juist bedreigd door de schuldig erop los levende. Leden van de jury! Als wij het schuldige leven in bescherming nemen, gooien we het onschuldige voor de leeuwen.” En de bla, en de bla, en de bla. Ik viel opnieuw in slaap.’
5
‘Li’ll Remo, ik geloof niet in de rechtspraak van een land dat aan jury’s doet. Brave burgerlieden een beetje moreel chanteren... Er wordt een beroep gedaan op hun burgerzin, hun vaderlandsliefde, hun rechtvaardigheidsgevoel. Op grond van al die mooie waarden laten ze zich uit hun gezin wegrukken... uit hun werkkring. Ze worden gedwongen te oordelen over leven en dood. Er staat een krappe vergoeding tegenover. Bij terugkeer in het normale leven vinden ze hun plaats in bed bezet. Hun baas weigert het achterstallige salaris te betalen. Of hij heeft de lege plaats als een vacature beschouwd, zodat iemand nog net de hand van zijn opvolger kan drukken, alvorens definitief op straat staan. Het is misbruik van burgerzin. Verder geloof ik niet in het objectieve oordelingsvermogen van lui die allemaal in de jurybank zitten met hun eigen wrok, hun eigen dromen... hun eigen geilheid. Ik zal je vertellen waarom Charlie en zijn meisjes ter dood veroordeeld zijn. De juryleden werden zelf bijna negen maanden lang in afzondering gehouden... in een derderangshotel. Erger dan detentie. Acht en een halve maand... een complete zwangerschap. O, wat waren ze zwanger van Charlies dood. Nee, bij de dood, daar begon het echte straffen pas. Het gas, dat was precies het verschil tussen een hotelkamer en de groene kamer. En sissen deed het niet eens. Wel het gif, niet de slang... Charlie zou in zijn laatste ogenblikken niet eens zijn geliefde woestijnbewoner mogen toespreken.’
6
Eerst had hij met het tedere oproepen van Sharons beeld telkens weten te wachten tot in zijn cel. Met het vorderen van de week waren zijn herinneringen aan haar dwanggedachten geworden juist in aanwezigheid van Scott Maddox.
Van gediplomeerde heks tot vuilnisvat voor drugs tot tweebenige spil in sexorgieën – in de dagen na haar dood kwam Remo zijn geliefde op papier in de schunnigste gedaanten tegen. Zelfs in de angst en chaos van midden augustus moesten er voor de pers mensen te vinden zijn die Sharon van dichtbij gekend hadden, maar geen artikel beschreef haar als de door en door goede vrouw die ze geweest was. In plaats van bessenjam wilden de mensen bij het ontbijt geronnen bloed, zolang het tenminste niet uit hun eigen systeem kwam.
Geen krant of tijdschrift meer openslaan hielp weinig: zelfs goede vrienden vatten de afgedrukte insinuaties net iets te gretig voor hem samen. Aangewakkerd door zijn barre verdriet, dat hem het helder denken belette, begon de vuilspuiterij het beeld dat hij van zijn vrouw omklemde aan te tasten. Om niet te stikken moest hij nodig met iemand praten die zich haar wenste te herinneren van voor haar wederopstanding als met LSD doordrenkte, onverzadigbare priesteres van de duivel. Gibby, ja, Gibby had haar zachtheid kunnen bezingen. De pech wilde dat Gibby ook dood was.
Na zijn haastige terugkeer uit Londen was Remo door de filmstudio tijdelijk ondergebracht in de ruime kleedkamer van Rebekah (eigenlijk Rebecca) Rutherford, die bevriend was met Sharon sinds ze elkaar als achttienjarigen via dezelfde talentenjager hadden leren kennen. Help me, Becky, geef me mijn zachte meisje terug, dat te lief en te goed was voor deze wereld, en juist daardoor zo aards warm. Hij nam een taxi van Paramount naar Pacific Palisades. Rebekah deed open met haar zes maanden oude dochtertje op de arm, Shelly, dat met haar tweede naam naar Sharon heette, haar peettante. ‘Hallo, Becky. Kom ik ongelegen?’
Remo had haar rode ogen al opgemerkt. Bij de aanblik van de kapotte weduwnaar dreigde ze opnieuw te gaan huilen. Ze schudde het hoofd, en draaide haar ogen weg, zoals vrouwen doen die niet op tranen betrapt willen worden. Hij duwde haar voor zich uit de hal door, de zitkamer in, waar een kruidig zoete kinderlucht hing. ‘Zo intens gemeen,’ zei ze, ‘zoals er over haar geschreven wordt.’
‘Becky, ik heb na al die vergiftigde drukinkt wat mild tegengif nodig. Alsjeblieft, vertel me over haar... kan niet schelen wat. Zoals ze was. Zoals jij haar gekend hebt.’
Shelly Sharon, bij haar moeder op schoot, keek Remo met grote ogen aan, en bleef dat doen. Becky vertelde met vlakke stem, strak naar een hoek van het tapijt kijkend, over de tijd dat zij en Sharon kamergenoten waren geweest, in een woning aan Olive Street in het centrum.
‘Hè, wat... spestijl?’
‘Het was ingericht volgens de stijl In Spe. Zo heette dat toen. We waren allebei actrices in spe...’
‘Kaal dus.’
‘Het was niet vanwege het gebrek aan mijn vrienden me meewarig aankeken. “Als je ’s morgens naast zo’n irritant mooi iemand wakker wordt,” vroegen ze, “durf je dan nog naar een auditie?” Als dat onze vriendschap niet in de weg zat, lag het in de eerste plaats aan Sharon. Die was zo zonder kapsones... de mensen werden er gewoon verlegen van.’
‘Oei, daar is Hollywood niet op gebouwd.’
‘Het is moeilijk over Sharon te praten zonder haar als een heilige neer te zetten.’
‘Blijkbaar niet. In de Amerikaanse pers is ze als een duivelin neergezet.’
7
Al die maanden dat Scott Maddox in San Quentin op death row zat, najaar ’71 en winter ’72, leek er bijna onophoudelijk mist uit de baai van San Francisco op te trekken.
‘Hoe kon je dat zien vanuit je cel?’
‘Met mijn oren. De misthoorns zongen van mijn naderende dood. De dichte nevel speelde voor verdampend gas. Ik heb duetten gecomponeerd voor gitaar en scheepsfluit... voor solostem en misthoornkoor.’
‘Een gitaar op death row, kom nou.’
‘In mijn hoofd. In mijn hart.’
‘Je hebt de groene kamer nooit vanbinnen gezien...’
Toch wel. Maddox wilde alvast een blik werpen in wat zijn laatste verblijfplaats op aarde dreigde te worden, en kreeg er nog toestemming voor ook: een terdoodveroordeelde had blijkbaar het recht ruim op tijd met het wapen van zijn eigen vernietiging kennis te maken. Op het vastgestelde uur werd hij uit zijn dodencel gehaald, waarna ze hem de exacte route van de dead man walking lieten volgen. Zwaar geboeid de lift in, waaruit je beneden direct de wachtcel binnen stapte. Als het zover was, zou hij daar zijn laatste nacht moeten doorbrengen – waarvan hij met zijn bewakers nu speelde dat die al voorbij was. Laatste persoonlijke spullen inleveren. In een zak van zijn overall vonden ze een luciferdoosje (met twee levende kakkerlakken erin, maar dat werd niet gecontroleerd), en ze lieten hem zien wat daarmee in het uur U zou gebeuren. Het werd plechtig opgeborgen in een diepe kast, waar een neerdrukkende graflucht uit opsteeg. Planken vol dozen, met daarin de voorwerpen die de terdoodveroordeelden tot het allerlaatst bij zich hadden willen houden. Onnozele spullen, levenloos in de ogen van de beul, bezield en heilig voor de aanstaande dode. Kiekjes van geliefden natuurlijk. Heilige Cristoffels, voor een behouden oversteek. Ringen uit de verrassingsautomaat. Een knijpvogel uit de kerstboom, met afgebroken snavel. Het kunstgebit dat ze Dale Gibson Perryman (geëxecuteerd 22 november 1963) uit zijn hand moesten wringen – niet omdat hij niet tandeloos voor Gods troon wilde verschijnen (hij had zelf al zijn tanden en kiezen nog), maar omdat het had toebehoord aan zijn beste vriend, die na een mislukte bankoverval in zijn armen gestorven was. Zelfs een verkreukelde zakdoek met daarin, volgens het hangetiket, de laatste zaadproductie van Franklin Gregory Silliphant (executiedatum onleesbaar). Bij eerste aanraking door de bewaker stegen er twee heel kleine motten uit op, waarna het katoen in drie hoopjes uiteenviel.
Maddox kreeg te horen dat al die waardeloze troep verplicht bewaard bleef omdat, desnoods tientallen jaren later pas, de nabestaanden erom konden vragen.
‘Als je het echt tot de groene kamer geschopt had, Scott, wat had je dan tot het laatst toe bij je willen houden?’
‘Mijn zilveren reflexhamertje.’
‘Om de beul, voordat hij de gaskraan openzette, jouw neurologische alertheid te laten testen...’
‘Ik zou hem verzoeken om mij, wanneer het gas was uitgesist, drie keer met het hamertje op mijn hoofd te slaan... om de getuigen te laten zien dat ik echt dood was. De beul zou me dan pas mogen vragen of ik nog iets te zeggen had. Het vak van plaats op aarde, dat schept verplichtingen.’
‘Je bent ook in de groene kamer zelf geweest.’
‘Die is rond, met een soort kinderspeelruimte in het midden. Een beetje een iglo, met raampjes erin. Zonder gordijnen, want de getuigen moeten kunnen zien hoe...’ (Als er slijm van ontroering zijn keel in liep, begon zijn stem altijd te knetteren.) ‘... hoe iemand naar lucht hapt, en gif oogst. Ik ben voor een schoon milieu, Li’ll Remo.’
‘Erin gezeten?’
‘Even. Niet vastgebonden.’
‘Na de generale repetitie keek je uit naar de première...’
‘Het stuk verdween bij voorbaat van het repertoire.’
8
Om de duivelse kant van Sharon te benadrukken plaatsten kranten en tijdschriften bij hun insinuaties over satanische rituelen en sadistische groepsorgieën vaak dezelfde publiciteitsfoto, gelicht uit haar film I and the Devil – een still waarop zij als de onbarmhartig mooie toverkol Oda staat afgebeeld: een kreng met platina pruik, asymmetrisch geschminkte ogen, een wrede, arrogante trek rond haar mond, en buitengewoon onhartelijk door haar zwarte coltrui priemende borstjes, waar bij wijze van talisman een blikkerend metalen oog tussen hing. De film speelde op een kasteel in de Périgord, waar door een sekte het leven van de markies werd geofferd voor een geslaagde wijnoogst. (Maanden later, na de arrestatie van de moordenaars, zouden de brutaalste periodieken deze foto afdrukken naast die van de sekteleider die haar dood gelast had. Fraai koppel, werden de lezers geacht te denken.)
9
Als ik beweer in de twintigste eeuw van de christelijke jaartelling verdwaald te zijn geraakt, bedoel ik daarmee niet dat ik in de moderne tijd zou zijn neergeworpen, of dat soort neo-Sartriaanse onzin. Ik heb de nieuwe jaartelling simpelweg nooit erkend – al hanteer ik haar uit opportunisme wel, om redenen van communicatie namelijk. De Tijd, de echte, die zich door de invoering van geen enkele kalender laat dwingen om opnieuw te beginnen, heeft mij eeuwenlang voortgedreven, en de mijlpalen waren omwentelingen in de geschiedenis, niet de jaar en eeuwwisselingen. In het begin van de twintigste eeuw na Christus ontstond er, door Einstein, een andere kijk op Tijd en Ruimte, maar dat betekende niet dat Tijd en Ruimte zelf veranderden: die hadden zich altijd al, ook in mijn goede oudheid, sterk gekromd gedragen, geheel overeenkomstig hun aard. De moderne tijd, het zou mijn tijd wel duren.
Eind negentiende eeuw, in 1889, had een domineeszoon voorgesteld om de kalender opnieuw met het jaar nul te laten beginnen, dit om elke herinnering aan het christendom weg te vagen. De architect van de nieuwe jaartelling was Friedrich Nietzsche, die, op de drempel van de waanzin, niet helemaal serieus meer te nemen was. Het ging niet door.
Het duurde tot januari 1978 voordat ik, in Choreo, weer iemand hoorde morrelen aan de christelijke kalender. Om de twee schoonmakers geruisloos te kunnen naderen, wat me niet altijd lukte, droeg ik sinds kort schoenen met dikke spekzolen. Ik liep met zacht verende tred over de gaanderij van de eerste verdieping naar de plek waaronder ze, bij de poetsmiddelenkast, met elkaar stonden te praten.
‘...en dan wordt het nieuwe paasfeest voortaan op 18 februari gevierd,’ zei Maddox. ‘Elk jaar vanaf nu.’
‘Verklaar de datum,’ klonk Remo’s stem uit de kast, ‘dan doe ik misschien mee.’
‘De achttiende februari 1972, toen werd in de staat Californië de doodstraf afgeschaft. Charlie kreeg automatisch levenslang. Lijden, groene kamer, wederopstanding van deze mensenzoon... het kan allemaal in hetzelfde lange paasweekeinde gevierd worden.’
‘Volgende maand voor de zesde keer Charlies Groene Vrijdag. Choreo doet z’n eigen paspel. De steen wordt voor het executiehol weggerold... en daar, dames en heren, dampend van het blauwzuur, daar strompelt Charlie tevoorschijn. Een lelijk hoestje, maar... hij heeft het alweer overleefd. Applaus. We zijn in overleg met de NASA voor een spectaculaire, geheel computergestuurde Hemelvaart. Speciale talkshow van Jaffarian voor Emmaüsgangers met de mooiste getuigenis.’
‘Ik zal er persoonlijk voor zorgen dat jou het lachen vergaat, Li’ll Remo.’
‘Die afschaffing van de doodstraf, hebben ze je daarmee niet een schitterend martelaarschap door de neus geboord?’
Het viel me weer eens op hoe luid Maddox, met een lijfje dat als klankkast niets voorstelde, zijn stem kon uitzetten. ‘Vergis je niet in mijn status van levende, kleine rotaap. Hier staat een dooie voor je. Of dacht je dat ze, onder gekrijs van het hele volk, iemand ter dood konden veroordelen zonder... ja, zonder dat hij ter plekke duizend doden stierf? Het gas, de stoel, het peloton... het zijn maar rituelen om het lijk dat er al is een officiële status te geven. Op 19 april 1971, toen rechter Younger vonnis wees, is Charlie gestorven. Sindsdien... reservetijd. Zonder lichaam, want dat is onder het vonnis gesneuveld. Ik ben nu louter geest. De nor houdt mijn ziel bij elkaar...’
‘Dan heeft de doodstraf, zelfs zonder tenuitvoerlegging, je macht alleen maar vergroot.’
10
‘Aan Olive Street hebben we zo’n twee jaar samengewoond. Op ’t laatst ging Sharon al met Jay. Ze vertrok naar Europa om films te maken, en... nou ja, daar kwam ze jou tegen.’
‘Het is me niet ontgaan.’
‘Ze was volstrekt zichzelf, maar... zonder het te weten. Net zo onzeker als ze mooi was.’
‘Mijn weifelende godinnetje.’
De kleine Shelly, die aldoor grootogig naar Remo gekeken had, begon opeens hard te huilen – en hij besefte dat het een antwoord was op de huilkramp waar zijn eigen gezicht in schoot.
‘Sharon,’ zei Becky, ‘had iets gevaarlijk benijdenswaardigs. Iets dat ik, in onze jaren samen, ook wel had willen bezitten... al wist ik dat het slecht voor me zou kunnen zijn. Fataal zelfs. Er was iets heel moois en teers over haar, waar ze vroeg of laat voor zou moeten boeten... iets dat uitnodigde tot knakken, pijn doen, onherstelbaar beschadigen. Het woord kwetsbaar, dat leek voor haar persoonlijk uitgevonden.’
‘Ik wed dat ze op de laatste avond van haar leven nog van de indringers heeft gedacht... in ’t begin dan... dat ze geen kwade bedoelingen hadden. Het moest een misverstand zijn. Verkeerde deur of zo.’
Sharon kon nog geen vlieg kwaad doen, letterlijk niet. Ze was allergisch voor bijengif, en als ze eens een keer gestoken werd, huilde ze niet van pijn of misselijkheid, maar uit schuldgevoel om het ontfutselen van de angel aan de bij, die nu zou sterven aan zijn eigen verdediging.
‘Zo goed van vertrouwen.’ Rebekah schudde zo heftig haar hoofd dat de tranen ervan uit hun baan raakten. ‘Ze hield nooit haar deur voor iemand op de knip.’
‘Helaas, Becky, helaas.’
11
Remo vroeg Maddox of hij zich het moment herinnerde waarop hij hoorde dat in Californië de doodstraf was opgeheven.
‘Een varken kwam met de mededeling, knorrend van tegenzin. Hij moest het me wel vertellen, want ik zat op death row... en de death row van San Quentin bestond van dat ogenblik af niet meer.’
Nee, als Remo wilde horen dat Scott in zijn cel begon te dansen en te zingen, dan had hij het mis. Doodstraf omgezet in levenslang, besefte hij wel wat dat betekende? Het toegangskaartje voor de gaskamer wordt ingenomen, wat zonder verdere vorm van proces betekent: celst tot de dood erop volgt. De gevangenis mocht dan zijn haven zijn, Maddox was bij thuiskomst uiterst vijandig ontvangen. ‘Ik vreesde de geduldige beul meer dan de beul met de deadline.’
12
‘De laatste keer dat je haar zag, Becky... ik wil er alles over weten. ’s Morgens zei ze aan de telefoon dat je bij haar zou komen lunchen.’
‘We zaten aan die groenig uitgeslagen tuintafel van jullie. In de schaduw, vlakbij het zwembad. Winny had een heerlijke salade met koude kip klaargemaakt... iets dat je met die drukkende hitte nog net wegkreeg. Arme Sharon, zo overrijp... ze had er zo’n last van.’
‘Hoe graag wilde ze het kind?’
‘Dat weet je toch wel.’
‘Ik wil het van jou horen. Meisjes onder elkaar praten daar anders over.’
‘De baby was alles voor haar. Bij aanstaande moeders vind ik het altijd hemeltergend als ze alleen maar over hun wurm kunnen praten. Niet bij Sharon... het was een genot haar over de naaste toekomst te horen jubelen. Het ging niet uitsluitend over rompertjes en trappelzakken.’
‘Had ze het ook over mij... over ons?’
‘Ze was een groot verjaardagsfeest voor je aan het organiseren.’
‘Je hoeft me niet te sparen, Becky.’
‘Ze miste je.’
‘Die ochtend, aan de telefoon, was ze klagerig, opstandig... boos zelfs.’
‘De logés werden haar te veel.’
‘Dat ook. Ze wilde dat ik terugkwam uit Londen, en niet met mijn verjaardag pas. Godverdomme, Becky, de verschrikkelijke dingen die ze nu over ons huwelijk schrijven... herken jij daar iets van?’
‘Iedereen kon zien hoe verliefd jullie op elkaar waren.’
13
‘Levenslang, Li’ll Remo, is een straf die je buiten de tijd uitzit. Er zijn geen dagen om op de celmuur te turven. Zo’n kleine pansfluit wordt onmiddellijk een abstract teken. Je kunt wel gaan zitten tellen, maar... tot wanneer? Voor een einddatum zou je het uur van je dood moeten kennen. Ook is er altijd nog de kans dat een parole-commissie je vervroegd vrijlaat. Geen peil op te trekken. Ik heb niets aan mijn tien vingers. Levenslang... de tel op voorhand kwijt. De kalender, die is er voor de anderen. De doden en de jarigen.’
14
‘Hier, in Choreo, geniet ik de status die bij mijn diepste wezen hoort. Bij Christus kun je je nog wat populistisch sterrendom voorstellen... Jesus Christ Superstar... maar de duivel moet zijn eigen plan trekken. Ik heb gedaan wat ik moest doen, het was hard labeur, en nu pingel ik hier een beetje op de gitaar... ik zing wat tunes in op de band. De hobby van een satan in ruste... een duivel met pensioen.’
15
Rebekah vertelde hoe ze aan de lunch fantaseerden over de toekomstige vriendschap van hun twee dochters, en ze waren, voor ’t geval Sharon een zoon zou baren, al aan het uithuwelijken, toen Tek en Gibby luidruchtig de tuin in kwamen, en op de vrije stoelen aan de tuintafel neerploften. Voytek stak onmiddellijk zijn hand naar de roséfles uit. Alweer won Sharons gastvrijheid het van haar ergernis: met twee handen in haar rug geplant waggelde ze via de tuindeuren de uitbouw met haar slaapkamer binnen, waar ze naar de keuken belde om nog twee salades.
Het was duidelijk dat het paar die ochtend al wat pep achter de kiezen had. Gibby ratelde over de nieuwe fiets die ze die ochtend gekocht had, en die ’s middags zou worden afgeleverd. Tek kon geen twee minuten achter elkaar blijven zitten, waarna hij weer om de tafel heen beende om de glazen bij te vullen, of langs de achterkant van het huis naar de keuken rende om een nieuwe fles wijn uit de koelkast te halen. Becky lachte hem uit om zijn nieuwe outfit: een lid met een zwartleren vest op een wijdpijpige paarse bloemetjesbroek met bootees eronder. Remo herkende de beschrijving uit het politierapport, waaruit hij delen had mogen inzien: in die kleding, dieper paars gekleurd door eenenvijftig steekwonden, werd zijn vriend de volgende dag dood op het gazon aangetroffen.
‘Toen ik wegging,’ zei Becky, ‘beloofde Sharon ’s avonds bij mij te komen eten, hier in Pacific Palisades. Omdat het zo vlak aan zee koeler is, zou ze blijven slapen. Aan het eind van de middag belde ze af. Te moe, en te... Nee, gewoon te moe. Ze bleef thuis om haar haren te wassen.’
‘Nog eens, spaar me niet, Becky.’
‘Ja, ze was het beu. Alles. Het leek allemaal een eeuwigheid te duren. De hittegolf. De zwangerschap. De logeerpartij. Jouw gedoe in Londen... Alles. Alleen het kind hield haar nog op de been, en zelfs dat ternauwernood. Het klonk zo neerslachtig... ik heb haar gesmeekt naar me toe te komen. Maar nee, thuisblijven. Haar wassen.’
16
‘Heerlijk, niet, Scott, om elke dag in je eigen bed wakker te worden... in je eigen huis?’
‘Het beste van al het slechts dat een dier kan overkomen. Vergeet niet, ooit werd Charlie opgesloten in een vreemd pand. Het was niet zijn ouderlijk huis, en het was ook geen motel naar keuze. Ik was vrij om het te haten... mijn kop stuk te slaan op de muren. Charlie koos ervoor zijn onderkomen lief te hebben. Het appartement bevond zich telkens weer in een ander gebouw, maar het had altijd dezelfde afmetingen... hetzelfde meubilair. Rianter dan de hotelkamers van mijn moeder, waar honderd ooms haar kwamen opzoeken. Drie keer per dag een maaltijd van de belastingbetaler. Het varken met een hypotheek heeft niet minder levenslang dan Charlie. Ik word verzorgd door de lui wie ik hun dochter afhandig heb gemaakt. Wat wil een uitgejaagd monster nog meer?’
‘Als de gevangenis je thuis is, had je dan niet een minder sensationeel foefje kunnen bedenken om erin terug te keren? Voorwaardelijk vrij... Een overval op een benzinestation, met een lege colafles als slagwapen, dat was al voldoende geweest om naar huis te mogen. Meteen bekennen, en niet ook nog eens de hele rechtszaak. Waarom, Scott, het bloed van mijn vrouw, mijn vrienden, mijn kruidenier... alleen om jou aan een enkeltje moeders pappot te helpen?’
‘Wat je ook van Charlie denkt... Charlie is niet vrijblijvend. Als eigenbelang het dreigt te winnen van een algemener belang, vraag ik me altijd af: ik of het? Ik was de vrijheid moe... ik wilde naar huis. Maar ik had nog een taak te vervullen. Er leiden vele wegen naar het gevang, en Charlie koos niet de weg van de minste weerstand. In plaats van een chocoladereep uit LaBianca’s supermarkt te jatten, Li’ll Remo, maakte ik een begin met Hurly Burly. Mijn achterban kon het karwei dan afmaken. Ik ging het proces niet uit de weg.’
‘Je had meteen kunnen bekennen... en dan lekker naar huis.’
‘Nu onderschat je mij.’ Zijn nagelloze wijsvinger doorboorde trillend Remo’s baard. ‘Ik wilde het Openbaar Ministerie dwingen om verantwoording af te leggen. Aan Charlie. Aan The Circle. Jacuzzi, het varken, moest eerst maar eens bewijzen dat wij de architecten van Hurly Burly waren.’
‘Nixon verloor zijn geduld, en verklaarde je alvast schuldig.’
‘Heel goed. Nog meer vertraging. Charlie als werkgever van de wereldpers. Het was een grote propagandacampagne voor Hurly Burly. Missie geslaagd. Charlie kon op zijn eigen bed gaan uitrusten.’
17
‘De volgende dag was ik op de set van Jelly Babies. Op zaterdag wordt er normaal niet gedraaid, maar er moesten een paar close-ups van mijn handen worden gemaakt, als tussenshots. Later, in mijn kleedkamer, ging de telefoon. Het was Michelle. Behalam kreeg ze er geen woord uit. Toen kwam John, en die vertelde het me. Ik hing op zonder iets te zeggen. Dat wil zeggen, ik bleef naar dat ene punt op de muur staren... de rode lippenafdruk van Mae West, achter plexiglas... terwijl mijn hand met de telefoonhoorn om zich heen bleef timmeren, op zoek naar de haak van het toestel.’
18
‘Hitlers trotse hakenkruis,’ zei Remo, ‘heeft van nog een andere brand schade opgelopen dan die in de Reichstag. Toen jouw verpleegster het gisteren onder de etter uit poetste, zag het er flets en dichtgeslibd uit... onherkenbaar bijna. Ik denk, Scott, dat de nazi’s zich zouden schamen om op zo’n armzalige manier hun gedachtegoed uitgedragen te zien.’
‘Voor de brand... als ik toen op televisie moest, zoals bij de windbuil Jaffarian, maakte ik het ding altijd donkerder met een donkerblauw potlood. De camera was er blij mee. Net als de geest van Goebbels.’
19
Nadat ik me door de verlichte globe van Dunning & Hendrix naar Europa en Nederland had laten voeren, volgde ik het proces nog een tijd vanaf de verre overkant. Dat de aangeklaagden ter dood veroordeeld werden, verried al een heel ander verloop van de gebeurtenissen dan ooit door mij voorzien, maar had nog iets van Attische degelijkheid. Toen een klein jaar later, met de hele bende op death row, de doodstraf in Californië werd afgeschaft, beschouwde ik het project als definitief mislukt – of liever, ik dwong mezelf om alle belangstelling te verliezen.
Het was gedaan met mijn Californische avontuur, dat nu voorgoed de status van tragedie verloren had. Ik heb nog geprobeerd er door een verandering van hoek, zoals Nederlandse timmerlieden dat noemen, van te redden wat ervan te redden viel. Ik maakte het debacle alleen maar groter. De uitgezette valstrikken werden slap zodra iemand erin trapte.
‘Sex is er altijd volop in de bajes,’ had Charlie na zijn veroordeling uitgeroepen. ‘Ik zal niets tekortkomen.’
Ik zat allang in Europa, maar had aan de overkant nog mijn contacten. Om Charlie na het mislopen van de gaskamer geen leven te gunnen, stuurde ik in San Quentin een getatoeëerde reus van de Arische Broederschap op hem af. Via een tussenpersoon kreeg ik het kleurenportret van de man toegestuurd: een bruut smoelwerk met twee keer vier slordig onder elkaar geplaatste tranen, die hij met uitdagende trots droeg. Mij werd verslag gedaan van hoe de AB’er Charlie aan zijn gezag onderworpen had, wat erop neerkwam dat hij de kleine nepgoeroe tot zijn persoonlijke sloofje en mietje maakte. Ontsnapt aan de doodstraf naar wat hij als zijn eigenlijke thuis beschouwde, werd de veilige haven zo voor Charlie tot een hel. Powder Monkey, zoals de Broeder in San Quentin genoemd werd, wilde niet voor een homo aangezien worden, wat maakte dat hij geen glijmiddel wenste te gebruiken, hooguit een klodder speeksel, en dan nog alleen wanneer zijn gehemelte niet te droog was.
De hellevaart die ik zo voor mijn held in gedachten had, strandde ook alweer voortijdig. Crazy Charlie, minder gek dan zijn koosnaam in San Quentin deed vermoeden, nam een neger als lijfwacht – een onverzettelijke menhir van twee meter zes hoog. De rassenhaat van de lokale Arische Broederschap zwol tot uitzinnige moordlust aan, maar Charlie wist zich veilig bij Ebony Glitz, tussen wiens benen hij bijna zonder bukken door kon lopen.
Ook deze verbintenis, die mij en mijn regie nog belachelijker maakte, duurde maar kort. Ebony Glitz was net zo simpel van geest als sterk van lichaam. Crazy Charlies politieke en religieuze theorieën gonsden de neger in de oren tot hij ervan in geestelijke nood raakte, en onder een extra grote maat spanlaken naar de California Medical Facility in Vacaville moest worden afgevoerd.
En de kleine goeroe zelf? Die werd, tot grote opluchting van directie, personeel en vaond, naar de gevangenis van Folsom overgebracht. Ik liet het er verder bij. Geen eer mee te behalen – in licht niet en niet in duisternis.
20
Toen Remo na Sharons begrafenis de extremistische dodenlijst onder ogen kreeg waarop, naast die van politici en showbizzmensen, haar naam figureerde, was zijn eerste gedachte: als ze dood moet, kan ze niet gestorven zijn; ze leeft.
Meer hoop wist hij er niet uit te peuren – behalve dat ze in goed gezelschap verkeerde (Johnson, Nixon, Reagan).