Donderdag 12 januari 1978

Zes stadia

 

  1

 

 

Ik kon vanuit mijn loge niet alles volgen, maar genoeg om die twee aan de dood ontsnapte dwergen daar beneden voortdurend van rol te horen wisselen. Remo (het ‘aangetrouwde slachtoffer’, zoals hij zichzelf noemde) trad als openbare aanklager op namens de doden. De aangeklaagde voerde zijn eigen verdediging, wat hem tijdens de echte rechtszaak maar kort toegestaan was geweest, en kwam ook voor zijn paladijnen op. Mijn collega’s wensten in het gebekvecht geen pleidooien en requisitoirs te onderscheiden.

 

  ‘Dat is geen poetsen zo.’

 

  ‘Ik ben ervoor ze uit elkaar te halen.’

 

  ‘Is er reglementair iets vastgelegd over het gedrag van vrijwillige schoonmakers?’ wilde ik weten. Nee. Ze dienden zich, op het vegen en dweilen na, net zo te gedragen als de andere gevangenen. Nou, stelde ik, dan was het ze toegestaan om bij elk legaal treffen met elkaar te babbelen, en ook om hun ruzies uit te praten – zolang ze maar niet met elkaar op de vuist gingen. De voorstelling was gered.

 

 

 

  2

 

 

‘Ik ken onze Griek ergens van,’ bromde Maddox, na een blik op de loge van onderwerp veranderend.

 

  ‘Uit een vorig leven, mag ik hopen,’ zei Remo. ‘Anders moeten we je huidige bestaan weer helemaal gaan omploegen. De stank werd net iets minder.’

 

  ‘Die kop’ (Agraphiotis en hij staken de hand naar elkaar op) ‘komt me zo bekend voor. Hij kan me ook aan iemand anders doen denken. De oudere uitvoering van een gezicht van vroeger.’

 

  ‘Ik val je niet graag bij, maar ikDe Griek elke dag opnieuw uit het verleden te kennen. Van steeds weer andere gelegenheden. De ene keer lijkt hij op een inspecteur van Parker Center, die me daar in ’69 nogal honds ondervroeg... ik zat onder de middelen. De andere keer vertoont hij trekjes van iemand, hoog of laag, uit de filmwereld. Irritant. Ik verwar hem ook wel met de man die tien jaar terug foto’s van me gemaakt heeft in Londen. Op fotografen let je niet echt. Ze letten op jou.’

 

  ‘Ik vermoed, Little Remo, dat De Griek een van die benijdenswaardig lege gezichten heeft die... hoe zeg je dat?’

 

  ‘Waarop je makkelijk andere gezichten projecteert.’

 

  ‘Zo iemand als jij zou elk mens altijd bij zich moeten hebben. Voor het juiste woord op de juiste plaats.’

 

  ‘In Hurly Burly wordt dat ook van jou gezegd, Scott... dat je zo kameleontisch bent. Met elke volgende grimas een nieuwe persoonlijkheid. Het is niet aan mij daarover te oordelen. Ik heb alleen te maken met dat witte masker van je. Het varieert door de week heen van smetteloos tot goor. Meer uitdrukking heeft het me niet te bieden.’

 

  Twee verbonden handen die een omzwachteld hoofd omklemden, dat was een heleboel groezelig verband bij elkaar. ‘Achter deze windselen, Li’ll Remo, gaan ze allemaal schuil. Alle Charlies. De hele Vietcong.’

 

  ‘In het fotokatern van Hurly Burly staan, bladzijden lang, honderden fotoportretjes van jou afgedrukt. Van eind jaren vijftig tot begin jaren zeventig. De verandering zit hem niet in het ouder worden, maar in de wil, de opzet om er anders uit te zien. Je deed het erom. Niet alleen haardracht en baardlijn verschillen van foto tot foto, ook de blik, van mild tot angstaanjagend. Een popmuzikant van wie het imago per minuut, nee, per gezichtsuitdrukking verandert... zelfs David Bowie zou er moe van worden.’

 

 

 

  3

 

 

Nog niet zo lang geleden had Remo via zijn agente het aanbod toegespeeld gekregen om in Parijs Le Balcon van Jean Genet te komen regisseren. Een zware grandguignol: hij durfde het niet aan. In februari ’69, net na hun verhuizing naar de Cielo Drive, had hij samen met Sharon een Engelstalige opvoering van het stuk bijgewoond in een theater op de Sunset Strip. Drie maanden zwanger was ze, zo zonder rechtopstaande plakwimpers, mooier en liever dan ooit tevoren. Remo hoefde er niet aan terug te denken om te beseffen hoe verliefd hij was. Hij voelde de gloed van die liefde op dat moment, daar, in de slonzige theaterlounge, waar bier rechtstreeks uit de fles werd gedronken. Het stuk, hoe schitterend gedaan ook, had hem triest gestemd: hier zat hij, met zijn vrouw in verwachting naast zich, klaar om het ideaalst denkbare gezinnetje te gaan vormen – en pal voor hem, op het toneel, lieten de spelers in hun dubbelrollen zien hoe bizar en angstaanjagend de drijfveren van een mensenziel konden zijn. Hij wilde haar op de een of andere manier tegen de voorstelling in bescherming nemen, maar kwam niet verder dan het te hard kneden van haar hand, zodat ze de volgende dag blauwe plekken op de muis had. Sharon, die in het donker glimlachend de bedwelmende taal van de dialogen over zich heen had laten komen, liet na afloop merken wel iets van de portee begrepen te hebben, toen ze opmerkte: ‘Als het jou opwindt, dan ontslaan we Winny, en word jij mijn dienstmeid.’

 

 

‘Het Balkon, Scott, is de naam van een bordeel voor fetisjisten. De metselaar, of de loodgieter, keert er zijn loonzakje binnenstebuiten om zich in de gewaden van een bisschop te laten hijsen. De kardinaal zelf laat zich er, met allerlei attributen, als huisknecht vernederen. Zo ongeveer. Iedere burger, militair of geestelijke brengt een geheimer ik mee, dat in het bordeel naar buiten gelokt en gekitteld wordt. Het blijkt uiteindelijk natuurlijk allemaal om een dorstig visioen van macht te gaan, de sexuele bevrediging voorbij. Buiten woedt een revolutie... opstandelingen tegen het leger. Alleen mitrailleursalvo’s dringen tot de kleedkamers van Het Balkon door. Terwijl Sharon en ik naar dat zenuwslopende spel van maskerade en ontmaskering zaten te kijken, was jij de madam in je eigen hoerenkast op Spahn, Scott. The Circle... naweeën van sexuele wellust, blaséë groepsorgieën, maar waar het jou om ging, dat was de hiërarchie. Alleen jij had daar de controle over. Een machtsbordeel waar er maar eentje echt aan zijn trekken kwam. De kleine veldheer Charlie. Hij tooide zich, alsof het medailles waren, met twintig, dertig onderdanige vrouwen. Hij verdween helemaal achter hun onreine lappen. En daarbuiten, richting Chatsworth, meende hij het eerste gedruis van een revolutie te horen... ongrijpbaar nog, onwerkelijk. Nee, het was het wapengekletter van de rassenstrijd nog niet. Charlie moest de oorlog eerst zelf verzinnen... en dan in gang zetten.’

 

  ‘Als mijn oorlog toneelspel is, dan heeft de werkelijkheid een artiestenuitgang.’

 

 

 

  4

 

 

Aanvankelijk waren er nog andere scenario’s om tot moord en doodslag te komen, zonder dat The Circle er zelf de handen direct aan vuil hoefde te maken. In een tijd dat de Amsterdamse provo’s plannen maakten om LSD door het leidingwater van hun stad te mengen, overwogen Charlie en zijn krijgers hetzelfde te doen met de watervoorziening van delen van Los Angeles. In Amerika en Nederland luidde de scheikundige formule voor water hetzelfde: H2O – maar de acid had er blijkbaar een verschillende samenstelling, want voor Los Angeles werd een golf van burgergeweld voorzien, terwijl de inwoners van Amsterdam geacht werden van een teug uit de kraan juist geweldloos te worden, een en al liefde, en verlost van alle hebzucht ten aanzien van auto’s en televisietoestellen.

 

  ‘De bevolking van een wereldstad als Los Angeles met een glaasje water massaal tot geweld aanzetten,’ brieste Maddox, ‘dat zou een onderneming als de onze een geweldige voorsprong hebben gegeven. Ik weet van nabij wat LSD kan aanrichten.’

 

  ‘Jij hebt die vazallen van jou LSD toegediend in combinatie met andere vuiligheid. Ze in een toestand van angst brengen, en dan een tabletje op de tong leggen... ja, dan krijg je geweld. En nog meer angst, vooral bij de beoogde slachtoffers. Je had via de kraan acid in de stad moeten pompen na de bloedbaden, toen de schrik er bij iedereen goed in zat. Dan had je pas echt je armageddon gekregen. Wat hield je tegen?’

 

  ‘Reken maar eens uit hoeveel hectoliter LSD er nodig is om een paar honderdduizend aangeslotenen op het waterleidingnet aan het brandstichten te krijgen. Aan het plunderen. Verkrachten. Moorden.’

 

 

 

  5

 

 

‘Wij kleine klootzakjes hebben een utopie nodig,’ gromde Maddox. ‘Wat is jouw utopie, Li’ll Remo?’

 

  ‘Een wereld van licht... om de onze te vervangen.’

 

  ‘Het lijkt wel of ik het gepiep van een christenhond hoor.’

 

  ‘De wereld in celluloid. De werkelijkheid vervangen door lichtsculpturen.’

 

 I have a dream...’ Maddox liet zijn stem vibreren met het overdreven tremolo van een zwarte predikant. ‘Ik heb een droom... dat op een dag de negers tegen de blanken zullen opstaan. Ik heb een droom... dat zo Hurly Burly tot uitbarsting komt. Ik heb een droom... dat de Put gevonden wordt, en The Circle erin afdaalt. Ik heb een droom... van ondergrondse rivieren van goud. Charlie heeft een droom... dat hij de nikkers aan zich onderwerpt. Li’ll Remo, toen in april ’68 de zwarte dominee werd afgeknald, wist ik dat een ander de eerste stap naar Hurly Burly voor mij gezet had. King had zijn pacifistische vrouwtje al te lang nagebauwd... dat het verzet tegen de rassendiscriminatie geweldloos moest, en de bla, en de bla, en de bla. Toen ik hem in Memphis, liet... toen hij daar werd omgelegd, preerde Hurly Burly er dubbel van: de grote negerleider kon geen zoete dromen en geweldloos verzet meer prediken... en de zwarten waren intussen zo furieus, die hadden helemaal geen trek meer in vreedzaamheid. Ze konden maar beter wel voor blanken opstaan in de bus, en dan uitstappen en de bus opblazen. Een Nobelprijs voor de Vrede, daar heeft Hurly Burly niets aan.’

 

  ‘En als King nou toch vermoord blijkt door een liefdesrivaal...’

 

  ‘Voor Charlies droom maakt dat geen verschil. De chaos en de verwarring moeten ergens beginnen.’

 

 

 

  6

 

 

Volgens Scott Maddox hadden de eerste voortekenen van Hurly Burly zich in 1965 voorgedaan, in de zwarte wijk Watts, toen hij nog door mist omringd op McNeil Island in Puget Sound zat en de gelijknamige song nog gecomponeerd moest worden. Op het televisiescherm in de recreatie flakkerden de hele dag de vuurzeeën van Watts. Etalageruiten zegen neer, en halfgemaskerde zwarten renden met elektronische apparatuur door de straten vol neergeslagen zwarte rook. De camera schommelde voorbij een trits vernielde politieauto’s. In diverse ziekenhuizen bezocht de hoofdcommissaris zijn gewonde mannen.

 

  Maddox had, zolang het hem door de bewakers gegund was, geen oog van het toestel af kunnen houden. Het potentieel aan kracht en agressie van de zwarte man – fascinerend, huiveringwekkend. Dagenlang lieten de bendes van Watts en omstreken zich door geen politiemacht tegenhouden. De aanleiding was allang verdampt in de hitte van de strijd. Van tijd tot tijd moest een opstand z’n beslag krijgen: erfenis van de slavernij. Stel, hij zou samen met zijn bajesmaten zo’n horde negers weten te temmen en af te richten om met van de rijken gestolen speedboten McNeil te veroveren... Scott zag ze al met hun wapens in de aanslag achterover hellend in die half opgerichte, over het water stampende racebootjes staan. Natuurlijk zouden ze aan de overkant blijven wachten tot de mist op z’n dichtst was, de nacht op z’n zwartst. Onder hun machetes zouden de varkenskoppen alle kanten op rollen.

 

  Het was zaak voor Maddox en zijn blanke uitbrekers om meteen na de bevrijdingsactie de leiding over de primitieve zwarten over te nemen, want ze konden wel hakken, rammen, vernietigen, maar van bijvoorbeeld verfijnde terugtrekkingsstrategieën begrepen ze niets. Zo zetten de rassenrellen van Watts, die hij later ‘repetities voor Hurly Burly’ zou noemen, hem op zijn zompige eiland aan het dagdromen. Jaren later, na het duizend keer beluisteren van het Beatlesnummer, was Maddox met zijn adjudanten Tex, Bruce en Clem per auto Watts binnengedrongen om langzaam rijdend, stoppend nabij kruispunten, de zwarte heirscharen te bestuderen.

 

  ‘Ze zijn met verlof, maar ze weten het zelf niet,’ zei Maddox, die als gewoonlijk op een kussen zat om boven het stuur van de Ford uit te kunnen kijken.

 

  ‘Als we ze straks rekruteren,’ zei Tex, ‘zullen ze het ook niet meteen merken.’

 

  ‘Stel je voor,’ zei Bruce, ‘een soldaat die thuiszit, en tegelijk over zijn heldendaden aan het front leest.’

 

  Clem liet alleen zijn stompzinnige hinniklachje horen.

 

 

 

  7

 

 

De architectuur en de strategie van de oorlog Hurly Burly was zo ondoorzichtig, en kende zoveel aanhangsels en varianten, dat Remo zich de opzet telkens opnieuw moest laten uitleggen. Als hij het allemaal goed begrepen had, kende Hurly Burly de volgende stadia:

 

  Stadium 1. Afwachten of de zwarten, in Watts of elders, massaal en totaal in opstand zouden komen tegen het blanke establishment. (Zo ja, dan verder als in de stadia 4, 5 en 6.)

 

  Stadium 2. Bleven de negers dadeloos, hun ballen krabbend, in hun hangmat liggen, dan zouden Charlie en The Circle verplicht zijn ze voor te doen hoe, in het noodzakelijke voordeel van de zwarte gemeenschap, Hurly Burly te ontketenen. The Circle diende deze masterclasses zo in te richten, met klauwafdrukken in bloed op de plaats van de misdaden (enzovoort), dat de verdenking direct op de Black Panthers zou komen te rusten.

 

  Stadium 3. Geconfronteerd met de wereldwijd uitgevente gruwelen, die hun signatuur droegen, zou er voor de militante zwarten niets anders op zitten dan de gruwelen verder te kopiëren: het begin van een burgeroorlog tussen blank en zwart.

 

  Stadium 4. Om de slachting zoals in stadium 3 in gang gezet te ontvluchten zouden Charlie en zijn Circle een goed heenkomen zoeken in een woestijnput op het diepste punt van Death Valley. Hoe lang de oorlog bovengronds ook mocht doorgaan, The Circle zou, zich vermenigvuldigend, in z’n onderaards paradijs blijven – een martelaarselite van profetische wereldverbeteraars, wie het daar beneden aan niets zou ontbreken. Langs gouden rivieren van melk en honing strekten zich hennepplantages en kersenboomgaarden uit, en tuinen waarin het goed toeven was met een van de maagden die door eigen gelederen werden voortgebracht.

 

  Stadium 5. Zodra in de bovenwereld alle witte varkens waren gekeeld, zouden Charlie en zijn enorm uitgedijde schare uitverkorenen (de maagden bleven geen maagd) naar de oppervlakte klimmen, en daar het verstilde slagveld in ogenschouw nemen. De negers hadden hun taak vervuld, een decadent ras was opgeruimd, en nu werd het tijd dat ze zich aan Charlies volk van superblanken zouden onderwerpen voor een nieuw tijdperk van slavernij. Zonder leidende hand konden ze de wereld niet aan, die zwarten. Om te beginnen moesten ze maar eens alle aangerichte schade herstellen.

 

  Stadium 6. Nadat aldus de verhoudingen tot hun natuurlijke proporties waren teruggebracht, met de negers als gelukkige slaven, zou Charlie zijn volgelingen onderrichten in Cosy Horror – wat zoveel als een geestelijk paradijs was. Voor het nieuwe ras van superblanken zou de Dood niet langer een factor van betekenis zijn. Wel voor de zwarten, want die moesten hun oude plaats weten.

 

 

‘Ik geloof niet, Li’ll Remo, dat Clausewitz zich ooit door een leerling beter begrepen heeft gevoeld dan ik nu door jou.’

 

  ‘Scott, ik had je liever horen zeggen: rivieren van bloed. Gouden stromen van melk en honing... Over Sharon werd altijd geschreven dat ze honingblond haar had. Honing, neem dat woord niet in die vuile bek van jou, Scott. Bloed is minder erg.’

 

 

 

  8

 

 

‘Ooit overwogen, Scott, om je eigen mensen als levende bommen eropuit te sturen?’

 

  ‘Als kamikaze, bedoel je... met alle lichaamsholten vol explosieven?’

 

  ‘Wel eens aan gedacht?’

 

  ‘Niet alleen dat. Er zijn er een paar in opleiding. Ik zal je geen plaatsnaam geven, maar het is in de woestijn van Nevada. Die meiden zullen niet alleen een korset van semtex dragen... ook een speciaal gepantserde camera, om ze hun eigen actie te laten filmen. De Amerikaanse televisiekijker zal huiveren bij de beelden van de aanstaande slachtoffers. Ze kijken verbaasd glimlachend de kant van mijn heldin uit... gaan opzij om haar door te laten. En dan, na een steekvlam, het scherm op zwart. Gevolgd door professionele filmbeelden van de plaats van de aanslag. Lichaamsdelen. Hirosjimabomen, net pijpenragers. Het losse hoofd van het kamikazemeisje, met een hemelse glimlach rond haar mond. Zij heeft de waarheid van Cosy Horror ervaren, en haar ziel is al onderweg naar de Put in Death Valley.’

 

 

 

  9

 

 

‘Mijn Sadie een verraadster?’ brieste Maddox.

 

  ‘In de vrouwengevangenis heeft ze het hele verhaal van de bloedbaden uitgevent... aan een paar hoeren, die ermee naar de politie gingen. Later heeft ze het voor een hoop poen aan de pers verkocht. Met Kerstmis kon de hele wereld het boek lezen. Noem dat maar en verraad.’

 

  ‘Allemaal goede reclame voor onze zaak, Li’ll Remo. Toen het erop aankwam, weigerde ze te getuigen. Ik hoefde haar in de rechtszaal alleen maar even aan te kijken, en ze stond weer aan onze kant. Kijk, dat is liefde – voor mij, voor Hurly Burly. Jacuzzi stond met lege handen.’

 

  ‘Zonder haar loslippigheid had jij niet in de rechtszaal gezeten. Enig verwijt was wel op z’n plaats.’

 

  ‘Volgens de logica van jouw wereld. Zo’n Sadie, die begreep iets... dat zwijgen de zaak zou schaden. Een ordinaire misdaad, ja, die hou je stil. Niet een actie van het hoogste politieke en religieuze belang. Ideologieën hebben hun martelaars nodig. Ik en Sadie en Lulu en Katie... wij zaten daar goed, tegenover de toonbank van de wetskruidenier. Sadie deed wat noodzakelijk was voor Hurly Burly. Net als de anderen. Op de bodem van de Put staat een zwarte troon zich te spiegelen in een gouden rivier... in afwachting van de komst van Sadie Mae Glutz en haar zoon Zezozose Zadfrack Glutz.’

 

  ‘O, jouw mensen deden wat noodzakelijk was om oorlog te voeren... Als er alleen sprake was van krijgskunst, niet van moordlust, waarom bleef die Lulu met haar Buckmes dan maar doorhengsten in het al dode lijf van de arme Rosemary?’

 

  ‘Om er zeker van te zijn dat ze dood was. Nooit een levende ziel reddeloos verloren op het slagveld achterlaten.’

 

  ‘Volgens mijn lectuur, Scott, heeft Lulu toegegeven dat het om de kick was, dat keer op keer planten van het lemmet in een gestorven lichaam.’

 

  ‘Een krijgsheer dient zijn soldaten met mate de zonden toe te staan die bij een oorlog horen.’

 

  ‘Plundering, brandschatting, verkrachting, lijkenpikkerij... alles wat de gelederen tevreden kan houden. Schending van dode lichamen hoort daar kennelijk ook bij.’

 

  ‘Alles voor het welslagen van Hurly Burly.’

 

  ‘Zulke uitspattingen doen niets af aan het martelaarschap van The Circle voor een betere wereld...’

 

  ‘Iedereen, Li’ll Remo,’ barstte Maddox uit, ‘mag het martelaarschap opnieuw uitvinden... en definiëren.’

 

  ‘Zoals een rechtbank ook de bevoegdheid heeft een lid van The Circle z’n martelaarschap in een gaskamer of een gevangeniscel te laten uitzitten. In plaats van in een paradijselijke Put des Afgronds.’

 

  ‘Politieke gevangenen als wij horen niet tussen de broodmoordenaars.’

 

  ‘Breek me de bek niet open, Scott.’ Remo wierp zijn bezem met zo’n kracht tegen de ijzeren balustrade dat de hele Ring ervan leek na te gonzen. ‘Als ik aan jou denk in je rol van heroïsch strijder voor een betere wereld, dan... dan zie ik je over de tafel van de verdediging heen springen... op rechter Younger af... met een vlijmscherp gepunt potlood in je knuistje. De foto stond in alle kranten... zelfs mij, de afzijdige, was hij niet ontgaan. Volgens mijn vriend Jack, die op elke zitting in jouw nek zat te ademen, was het meer een mislukte balletsprong. Je landde onzacht op je knie... de jury registreerde twaalfkoppig de pijn op je gezicht. Ziedaar Charlies grootste heldendaad sinds hij zijn deernen om een boodschap stuurde. Je maakte een knieval voor de rechter, en je bood hem nederig je potlood aan... om alvast zijn krabbel onder je doodvonnis te zetten.’

 

  ‘Nooit eerder in de Californische rechtsgeschiedenis was een beklaagde... en dan bewapend met een scherp voorwerp... zo gevaarlijk dicht bij zijn rechters geweest.’

 

  ‘Voordat je die zere knie weer omhoog had, zat de parketwacht al bovenop je. Heldhaftig resultaat: een gebroken potloodpunt. Als je weer aan Hurly Burly toe bent, Scott, krijg je van mij een puntenslijper. Ik wil graag mijn steentje aan die wereldomspannende revolutie bijdrag10

 

 

‘Scott, beschouw jij jezelf, naar analogie van Christus, als een verlosser?’

 

  ‘Jezus beweerde dat hij een verlosser was. Hij zou wel eens even de zonden der wereld wegnemen. Het effect van zo’n onderneming, een hoop gedoe met woorden, dat is niet te meten. Charlie belooft niet alleen, hij doet ook. Charlie verlost met daden. Ik ben geen halfzachte preker, Li’ll Remo, ik ben een pragmatisch politicus.’

 

  Opeens, met blasfemische opluchting, drong het tot Remo door: zo, als Maddox, was de echte Jezus geweest – een banaal goeroetje, dat met fanatieke blik en loze welbespraaktheid een stel volgelingen wenste te imponeren. Een zalver die zich hebberig ontfermde over de zwakken en onzekeren, over jongeren in een crisis, die gevoelig waren voor utopieën zo messcherp helder aan de horizon gelegen als een luchtspiegeling maar kon zijn.

 

  Als Charlie een verdienste had gehad voor de mensheid, was het deze: bijna twintig eeuwen na dato, dwars door alle goudbeplate voorstellingen heen, Christus een mottige spiegel voor te houden, waarin de zogenaamde mensenzoon verscheen zoals hij moest zijn geweest: een kleine, miezerige, autistische orakeljurk, die zich optrok aan de verbaal minder bedeelden. Een Jezus die natuurlijk ook, met mooie praatjes, zijn levensonderhoud bij elkaar bietste. Hij stuurde zijn volgelingen om de boodschappen.

 

  Het verschil was dat Jezus Christus zijn discipelen en hun opvolgers minder uitdrukkelijk uit slachten had gestuurd. Zijn omfloerst vage leer bleek niettemin zo polyinterpretabel dat er in latere eeuwen moeiteloos de opdracht tot het vermoorden van ketters en ongelovigen in gelezen kon worden.

 

 

 

  11

 

 

‘Scott, hoe verklaar jij dat de zwarten niet hebben gereageerd op wat jij ze voordeed... of liet voordoen?’

 

  ‘De negers, ik heb ze overschat,’ zei Maddox somber. ‘Ik zat nog geen twee maanden in San Quentin, of er brak een oproer onder de zwarte rattenpopulatie uit. Je herinnert je uit de kranten die jonge Black Panther... George Jackson. Hij had een afrokapsel van wel een halve meter doorsnee. Daar maakte hij een holte in, en zo kwam dat pistool van de bezoekersruimte naar de afdeling. Een bewaker zag iets glanzen in dat mooie kurkentrekkerhaar. Een kam of een broche, dacht hij misschien nog... maar daar sloeg voem! de vlam al in de pan. Oproer. Ik heb me er niet mee bemoeid, maar na afloop waren er wel drie varkens dood. Een paar andere zwaargewond. Twee verklikkers – ook dood. Blauwe tranen in de maak. En Jackson zelf neergelegd door een scherpschutter... kon hij met zijn zwarte katoenbaal zijn eigen bloed opdweilen... Ja, dat komt ervan als je beter dan Charlie een opstand van zwart tegen blank denkt te kunnen leiden. Adios, Soledad Brother.’

 

  Na de van gloeiend tabakssap doortrokken jeugdinrichtingen had Scott Maddox altijd in gevangenissen gezeten waar de zwarten in de meerderheid waren. De Arische Broederschap, die de blanke almacht achter de tralies zou garanderen, moest nog aantreden. Voorlopig scherpte de jonge delinquent, eerder dan zijn mes, zijn verstand tegen de overmacht aan negers. De bajes was voor hem niet alleen een thuis, ook een laboratorium. Als een Clausewitz uit de Midwest bestudeerde hij in diverse federale instituten (van Petersburg, Virginia tot Chillicothe, Ohio) zijn toekomstige oorlog op verkleinde schaal.

 

  ‘Ik leerde er, Li’ll Remo, dat in elke zwarte ziel de oude slaafsheid nog huist. Geen zweep voorhanden? Ze krommen hun rug ook onder een striemende geest. De bootleg, het startsein voor Hurly Burly, dat moest allemaal nog komen, maar Charlie wist toen al dat hij ooit zijn voordeel zou doen met de opstandige slaafsheid van de neger. In aanwezigheid van de zwarten op McNeil Island liet ik mijn brein fluiten als een zweep. Ik las boeken over macht... over hypnose. Ik leerde mijn stem gebruiken.’

 

  ‘Nog eens, Scott: toen je ze nodig had, lieten jouw oorlogsslaven zich niet zien.’

 

  ‘Die achterlijke katoenplukkers,’ brieste hij plotseling. ‘Met hun logge verstand hebben ze de seinen, de tekenen niet begrepen. We zullen ze met simpeler boodschappen moeten lokken.’

 

  ‘Een ordinaire racist, dat is wat je bent.’

 

  ‘Een mens die met zijn ogen open leeft, kan niet om het uiterlijke verschil tussen de rassen heen.’ Maddox danste rond Remo zijn hoekige dans, waarbij hij elke zinsnede met een arm of heupgebaar onderstreepte. ‘En wie met zijn verstand open leeft, kan niet blind zijn voor het innerlijke verschil tussen de rassen. Dat maakt Charlie nog niet tot een racist. Als ik zeg dat de neger met de overwinning in Hurly Burly gaat strijken, en dat hij daarna Charlie nodig heeft om vat te krijgen op de wereld, dan is dat geen racisme. Het is realisme.’

 

  ‘O, zeker. Racisme is de realiteit van alledag.’

 

  ‘Wij wilden de zwarten een eerlijke kans geven om zich van hun ketenen te bevrijden. Vergulde biggen als jij, Li’ll Remo, zijn antiracist uit luxe. Het kost je niets. The Circle legde zich erop toe het wereldracisme actief te bestrijden. Zoiets gaat niet zonder geweld.’

 

  ‘Als ze het vuile werk voor je opgeknapt hadden, mochten ze bij wijze van beloning weer slaaf worden.’

 

  ‘Charlie wilde de neger terugvoeren naar zijn natuurlijke staat. Zonder de ketenen.’

 

  ‘Maar met een schortje voor, wou je zeggen.’

 

 

 

  12

 

 

‘Ik een mulat, Li’ll Remo? Beledig me niet.’

 

  ‘In Jacuzzi’s Hurly Burly staat een administratieformulier van een van jouw jeugdinrichtingen afgedrukt... de Indiana School for Boys, geloof ik, in Plainfield.’

 

  ‘Painsville, noemde ik het. Het sap van pruimtabak als glijmiddel, dat geeft een stroeve verkrachting, hoor. Die nicotine brandt als de hel.’

 

  ‘Al jouw gegevens staan erop ingevuld. Ook dat je, ik meen, voor zo’n achtste negerbloed hebt.’

 

  ‘Mijn eigen moeder... ze heeft me erbij gelapt.’ Zijn stem gromde zich naar grotere woede toe. ‘Ik was minderjarig. Een jongen. Zij kon invullen wat ze wou... om maar van me af te zijn. De hoer. Zelf keek ze niet op kleur: voor de dollar maakte het geen verschil. Nou snap ik het, Li’ll Remo... al die afranselingen met de riem van de bewaker, al dat tabakssap uit zijn stinkende muil, al die ontstekingen aan mijn endeldarm... dat had ik allemaal aan mijn zogenaamd gemengde bloed te danken. Uiteindelijk aan mijn moeder.’

 

  ‘Vanwege dat formulier, of... omdat een kwart neger jou bij haar verwekt heeft?’

 

 

 

  13

 

 

‘Was die nepkolonel ook je verwekker, of mocht hij alleen dokken?’

 

  ‘Zie ik eruit als een neger, Li’ll Remo?’

 

  ‘Aan de buitenkant van het verband niet.’

 

  ‘De nagels, die verraden het.’ Maddox rechtte zijn vingers, zodat de zwachtels rond zijn hand terugweken. De huid van de vingers bestond uit beige en groenige schilfers, die niets prijsgaven – net zo min trouwens als de weggesmolten nagels, waarvan nog maar net een halvemaantje onder de riemen tevoorschijn kierde. ‘Bij een zwarte zijn ze paarsig, met wit erdoorheen. Als bij een mangelwortel.’

 

  ‘Als jouw vader een neger was, Scott, dan loopt zijn zoon daar niet mee te koop.’

 

  ‘Over twee maanden, zegt de dokter, heb ik weer volgroeide nagels.’

 

  ‘Dan heb ik Choreo allang weer verlaten... in de onzekerheid van Charlies afkomst.’

 

 

 

  14

 

 

‘Had je nog een appeltje te schillen met je familie van vaderskant, Scott? In Jacuzzi’s boek le dat een maand of wat voor het begin van Hurly Burly jouw oom Philip Scott vermoord in zijn huis werd gevonden. Aan repen zo ongeveer. Met een bajonet zo lang als het zwaard van King Arthur was zijn lijf stevig in de houten vloer verankerd. Het bloed dat tussen de planken door liep, was net zo goed de reden voor de slachtpartij, lijkt me, als het gevolg ervan. Oom Philip was voor een vierde zwart.’

 

  ‘Nog interessante bloedteksten op de muren?’ Maddox zong het bijna van sarcasme. ‘Nee? Nou, dan kan The Circle het niet geweest zijn.’

 

  ‘Excuus voor de verdenking.’

 

 

 

  15

 

 

‘Jouw grote voorbeeld Hitler had waarschijnlijk een paar bijtende droppen joods bloed in zijn systeem. Hij stelde er alle joden bij elkaar voor verantwoordelijk. Voor straf werd met blauwzuur hun bloed van zuurstof ontdaan. Nadat er zes miljoen aan de beurt waren geweest, onder wie mijn moeder, zat hij heel diep daar beneden in zijn Put des Afgronds. Middenin de woestijn die de Russen van zijn hoofdstad hadden gemaakt. En kijk, hij was nog geen stap verder. Die paar druppels joods bloed loogden onverminderd zijn ziel uit... tot ze dat hart waar ze in en uitgingen tenslotte vernietigden. Hem staken ze te laat in brand.’

 

  ‘De boodschap is duidelijk, Li’ll Remo. Charlie stort de zwarten in Hurly Burly om een sliertje negerbloed uit zijn aderen weg te filteren... Jacuzzi kreeg geen genoeg van dat theorietje, al werd het nooit als bewijs toegelaten. De jury...’

 

  ‘Mijn vrouw en kind, mijn vrienden... ze zijn vermoord door jouw naar binnen geslagen rassenhaat. Zoals mijn moeder is vergast door Hitlers naar binnen geslagen...’

 

  ‘Jij blijft maar dooremmeren over Hitler. Het hoofd buigen voor Stalin, zoals jij deed, heeft dat de wereld gered? Misschien lag er bij Stalin wel een Mongool in zijn voorgeslacht te stinken.’

 

 

 

  16

 

 

‘Ik vertel je een verhaal, Scott, dat je bekend zal voorkomen. De oude Romeinen probeerden Carthago niet alleen van de aardbodem te vegen – ook van de kaart, als je begrijpt wat ik bedoel. Alles van de Carthagers diende zo grondig mogelijk uit het bewustzijn van de geschiedenis gebrand te worden. Lobotomie van de historie. Het Carthaagse volk, z’n beschaving... het mocht allemaal nooit bestaan hebben. Iets dergelijks stond jou voor ogen. Het blanke ras uitvagen... op Charlie en The Circle na dan.’

 

  ‘Nee, tot de laatste man. The Circle vormt een ras apart. Een superras. De Achterwaarts Gaanden. Het bestaan van witte varkens uit de evolutie van de mensheid branden, ja, dat is waar Charlie naar streefde... en nog naar streeft. De blanken, er mag op den duur zelfs geen onbenullige herinnering aan resten. Geen foto, geen handgemaakt product mag ervan overblijven... geen krulstaart op sterk water. Blanke boeken, blanke schilderijen... alles in de fik. Huizen met de stank van bleekgezicht er nog in: tot aan de fundamenten afbranden.’

 

  ‘Dat een volk, een ras niet alleen in den vleze niet meer bestaat, maar voor latere beschavingen ook nooit bestaan heeft... het is erger dan louter de uitroeiing. Ik ben joods genoeg om het me aan te trekken. Met z’n zes miljoenen onder de gifdouche... jouw leermeester Adolf heeft zijn best gedaan. Stel dat hij zijn karwei had mogen afmaken, en een Derde Rijk van de grond had gekregen, wereldwijd... dan waren uiteindelijk alle joden op aarde in rook opgegaan. Hitlers volgende memo aan Eichmann zou dan hebben geluid: zorg ervoor dat de joodse cultuur, met alles erop en eraan, uit het bewustzijn van de geschiedenis gesneden wordt. De Romeinen begingen een fout. Heel Carthago in vlammen, ook de best voorziene bibliotheek ter wereld – en toen won de Romeinse hebzucht het toch nog van de Romeinse afgunst. De inwoners van Rome stamden van boeren af, maar hun akkerbouw was knullig. Ze namen uit de bibliotheek een standaardwerk over xperimentele landbouw mee. Zo leefden de Carthagers voort in de rijke oogst die de Romeinse markten overspoelde.’

 

  ‘Mijn mensen zouden zo stom niet zijn.’

 

  ‘Ook binnen The Circle won de hebzucht het soms van de dodelijke afgunst, Scott, geef toe. Uit mijn huis verdween een handvol dollars van Gibby. Niet te traceren natuurlijk, maar de volgende avond namen jullie de portefeuille van Mrs LaBianca mee. Compleet met betaalcheques op naam. Als je een heel ras, in dit geval het blanke, wilt uitroeien... zonder dat er een spoor van overblijft... dan moet je geen bezittingen van de gedoemden voor eigen gebruik gaan meepikken. Ook niet een pak chocolademelk uit de koelkast waarop eerst de letters HURLY BURLY zijn gesmeerd.’

 

 HURDY GURDY.’

 

 

 

  17

 

 

‘Het was geen roofmoord,’ blafte Maddox. ‘Mijn mensen waren niet op portefeuilles uit.’

 

  ‘Nee, jullie hadden plannen ze zelf te gaan fabriceren... van de huid van allerlei levend te villen beroemdheden. Niet? Hoeveel schattige damesportemonneetjes zou het geprepareerde vel van Frank Sinatra opleveren? Wie wou in die dagen nou niet voor een zacht prijsje een piezeltje Liz Taylor in een hippiewinkeltje kopen? Een dubbelgestikt lapje van haar onderkin bijvoorbeeld, om kleingeld in te bewaren. Het scrotum van Richard Burton, met kraaltjes erop geborduurd... om blokjes hasj in op te bergen. In wie zo menselijk aan de kleine beurs denkt, kan ik geen roofmoordenaar ontdekken. Eerder een Robin Hood.’

 

  ‘Na het kabaal in Beverly Hills hebben wij op een eerlijker manier onze portemonnee gespekt.’ Remo meende aan de buitenkant van het verband te zien dat Maddox vuil grijnsde. ‘Er was ineens die run op sloten, kettingen, honden, vuistvuurwapens... Nou, van al die dingen waren er zat op Spahn’s. De woekerprijzen boden de varkens zelf. Het lukte Charlie om binnen een etmaal vier, vijf brave doggen af te richten tot valse bloedhonden. Ze gingen voor tweeduizend dollar weg. IJzerwarenwinkels werden exclusief als juweliers, met belachelijk dure hang-, schuif-, ketting en cilindersloten. Wij sloopten al het hang en sluitwerk van George Spahns gebouwen. Voor die insluipers hoefden wij de deur niet op de knip te houden...’

 

 

 

  18

 

 

Was de kruitdamp van het gewonnen en verloren Hurly Burly eenmaal opgetrokken, dan zou de tot 144 000 leden uitgedijde Circle uit de schacht naar het onderaards paradijs tevoorschijn komen – als eigenlijke overwinnaar in een oorlog waartoe ze alleen maar de aanzet gegeven had door alvast wat burgerslachtoffers te maken. Na het uitmoorden van het blanke ras, geen geringe klus, zouden de zwarten zo door en door bloeddronken zijn dat ze zich niet meteen voor de nieuwe overheerser op de knieën wilden werpen.

 

  ‘Ik ken mijn zwartjes,’ zei Maddox.

 

  ‘Ja, via je eigen bloed.’

 

  ‘Zij zullen blij zijn van Charlie en The Circle te leren hoe ze een wereld zonder witte varkens kunnen overleven. Het worden gelukkige slaven.’

 

  ‘En na het domesticeren van de zwarte varkens, Scott... rest jullie alleen nog een lang en gelukkig leven.’

 

  ‘Voor een lang en gelukkig leven moet eerst de dood uitgeschakeld worden.’

 

  ‘Op Hurly Burly volgt Cosy Horror. Ik weet het. Snappen doe ik er geen lor van.’

 

  ‘Kijk volgende keer nog eens goed naar het schilderij in mijn cel. De mensen zeuren al eeuwen over haar mysterieuze glimlach. Twintig generaties kunsthistorici hebben aan haar lippen gehangen. Niemand is zelfs maar in de buurt van een oplossing gekomen... behalve Charlie, de analfabeet, de autodi-da-doe. Ik heb haar fijne krullachje ontraadseld, en zo het probleem van de dood opgelost. Na Hurly Burly zullen mijn mensen ervan

 

  ‘Van Hurly Burly naar Cosy Horror. Als ik het goed begrijp, Scott, zijn mijn vrouw en kind gestorven om jou het mysterie van de dood te laten ontraadselen. Helemaal in de geest van Da Vinci... die joeg ook achter doodsgeheimen aan door lijken open te snijden. Hoewel, hij vermoordde die lui niet eerst. Dat scheelt.’

 

  ‘Hoeveel mensen zijn er in de loop van de geschiedenis niet gestorven om... nou, om het leven van latere generaties minder moeilijk te maken?’

 

  ‘Als liefhebber van kunsten en wetenschappen, Scott, ben ik je zeer erkentelijk Sadie te hebben langs gestuurd om het bloed van mijn vrouw op te likken. Zonder dat experiment had de wereld er heel anders uitgezien.’

 

 

 

  19

 

 

‘Wie ook zo’n uitzonderlijke glimlach had, Scott... mijn vrouw. Er was alleen geen Leonardo in de buurt om hem vast te leggen. Jij, via Glutz en die Texaan, hebt geprobeerd die glimlach te vereeuwigen. Met een vernissage georganiseerd door de Dood zelf. Spijtig alleen dat de mond niet bleef lachen in de door jouw mensen gebruikte materialen. Ik heb de politiefoto’s gezien. Toen ze gevonden werd, was er nog die bijna extatische glimlach van bevrijding... uit een poel van pijn. Ergens tussen de plek waar ze crepeerde en het mortuarium is haar gezicht verstard tot de doodsgrijns die niemand aan de muur zou willen.’

 

 

 

  20

 

 

‘In plaats van de duizenden negers die de schuld voor de bloedbaden in de schoenen geschoven hadden moeten krijgen, Scott, werd die ene Charlie ervoor aangeklaagd. Nederlaag? Een klopjacht was niet eens nodig. Hij zat klem in het gootsteenkastje. De held.’

 

  ‘Als jouw theorie over mijn afkomst klopt, Li’ll Remo, dan was het de neger in me die de aandacht op zich vestigde. Ik beschouw het als een compliment. Waar miljoenen volbloed negers niet toe in staat waren, daar bleek ik in m’n eentje toe in staat.’

 

  ‘Het strijdtoneel, Scott, dat was jijzelf. Neger en blanke in een gevecht van man tot man binnen de ene persoon die jij bent.’

 

  ‘In december ’69... ik zat nog in de sheriff z’n kooi in Independence, of al in de LA County Jail... toen dacht ik even dat Hurly Burly toch nog losging. Ik zag een bewaker met een krant: “Vuurgevecht in centrum Los Angeles”. Daar zal je de shit hebben, dacht ik. Het waren de Black Panthers.’

 

  Maddox gaf Remo een levendig verslag van de gebeurtenissen, als was hij er zelf bij geweest. Nou ja, hij had ze tenslotte zelf voorspeld – of herleid, uit zijn bekraste bootleg. Aan South Central werd door de politie een huis ontdekt van waaruit de Panthers de buurt terroriseerden.

 

  ‘Een compleet zandzakkenfort,’ grinnikte Maddox, ‘middenin het centrum. Ze hadden hun eigen Put gegraven... een tunnel als vluchtweg.’

 

  Hij legde het als een gunstig teken uit dat bij de bestorming van het huis voor ’t eerst een SWAT-team werd ingezet, en dat er bij de marine een granaatwerper was besteld om de Panthers uit te roken. ‘De politie had steeds hardere middelen nodig om onze oorlog te stuiten.’

 

  ‘Van het journaal herinner ik me een witte vlag,’ zei Remo. ‘Ze gaven zich allemaal over, zonder dat er met dat geheime wapen een mortier was afgevuurd.’

 

  ‘Ze zetten nooit door, de nikkers. In Watts, toen hadden ze moeten doorstoten. Het bleef bij brandje stichten. Een beetje dollen met Sam en Dave... De Panthers, die waren ook liever lui dan moe. Zwarte trots, dat kost niks, daar kun je bij in je hangmat blijven liggen.’

 

  Maddox hief zijn natte mop op en bediende hem als een wijwaterkwast, naar elk van de windrichtingen een wolk druppels uitslaand. ‘Charlie brengt heilige regen in de woestijn... Charlie zegent de vier engelen met hun vurige borstplaten.’

 

 

 

  21

 

 

‘Choreo is vol blinde varkens,’ zei Maddox, die de plastic emmers in elkaar schoof. ‘O’Melveny is net zo slechtziend als de oude George Spahn. Mijn nieuwe traktaat is ongecensureerd onder de mensen.’

 

  ‘Blufpoker.’ Remo probeerde de half loshangende gummi strip van zijn trekker op z’n plaats te drukken.

 

  ‘Er wordt al naar gehandeld.’

 

  ‘Dan is het nu mijn plicht de directie in te lichten.’

 

  ‘Je zou het geen etmaal overleven, Li’ll Remo. Als de een of andere spleetoog van een patholoog-anatoom zijn scalpel in je zet, staat O’Melveny’s koffie nog heet in je maag. Met een ranzig laagje marshmellow erop. Denk eens aan al die misdeelde Choreanen... Bij het horen van jouw ware naam zullen ze desnoods elkaar afslachten... om maar als eerste het mes langs jouw maagdelijke strot te kunnen halen. Wie maalt er om levenslang? Je naam is voorgoed verbonden met die van de grote, kleine, zeer dode regisseur.’

 

  ‘Misschien, Scott, offer ik mijn leven wel op om jouw moordbrigades daarbuiten tegen te houden.’

 

  ‘Die gesmoorde snik in je stem, dat is voor jou alweer genoeg heroïek voor vandaag. Jij hangt te veel aan het leven.’

 

  ‘Minder misschien dan aan de waarheid.’

 

  Nou ja, dat klonk inderdaad heroïscher dan Remo waar kon maken, maar Maddox werd nu pas echt nerveus. ‘Als jij op de luchtplaats vertelt wie ik ben, Woodehouse, dan hoeft er maar een vent met thuis een zwangere vrouw te zijn, en ze kunnen Charlies ledematen gaan nummeren.’

 

  ‘Voor ze je stembanden doorsnijden, heb jij mijn identiteit verklapt. Een andere vent heeft net van zijn vrouw gehoord hoe hun dochter dertien kaarsjes heeft uitgeblazen. Hij krijgt het te kwaad, en...’

 

  ‘Zo trekken we elkaar de diepte in.’

 

  ‘Ik kan het bloedvergieten met de helft bekorten... gewoon, door mijn en jouw loslippigheid te snel af te zijn, en de wereld vanmiddag nog van jou te verlossen.’

 

  ‘Wie breng je daarvoor mee? Je hebt niet eens een wapen.’

 

  ‘Alleen al het noemen van jouw slachtoffers, Scott, geeft mij de kracht het met mijn blote handen te doen. Die beulskap om je hoofd zal het karwei nog makkelijker maken.’

 

  ‘Charlies stem draagt nog net zo ver als toen hij bij Spahn’s op zijn rots stond, en zijn volgelingen toesprak. Je hoeft maar een vinger naar me uit te steken, Li’ll Remo, en ze zullen tot in de isoleer horen wie jij bent. Mr Woodehouse mollen? Achter aansluiten.’

 

  ‘We zijn aan elkaar overgeleverd.’

 

  ‘We zijn tot elkaar veroordeeld.’

 

  ‘Laten we eerst een paar dingen tot klaarheid brengen, Scott... dan kunnen we altijd nog gezamenlijk zelfmoord plegen door mekaars vermomming af te rukken.’

 

 

 

  22

 

 

Het was voorbij. Toen zijn hand per ongeluk de vacht rond zijn kaken aanraakte, kwam die hem eerst vreemd voor – tot hij besefte dat het juist gewenning was die hem zijn eigen baard had doen vergeten. Het haar brandde hem niet langer op het gezicht, van jeuk niet en niet van schaamte.

 

 

 

  23

 

 

‘Zo zinloos allemaal.’ Remo zette met een rammelende klap de stapel emmers in de kast.

 

  ‘Zinloos is zinvol,’ klonk het rauw vlak achter hem. ‘En zinvol zinloos.’

 

  ‘Ja, en fair is foul, and foul is fair.’ Remo draaide zich met een ruk om. Maddox had geen steekwapen vast; hij hield tussen duim en wijsvinger van beide handen een vochtige dweil omhoog, klaar om hem over de bovenste emmer uit te spreiden. ‘Zeg eens, Scott... beschouw jij jezelf als een succes?’

 

  ‘Stel je een Jezus Christus voor van wie de doodf op het allerlaatste moment wordt omgezet in levenslang.’

 

  ‘Het zou de grootste anticlimax uit de geschiedenis van de religie zijn.’

 

  ‘Zo succesvol is Charlie.’

 

 

 

  24

 

 

Voordat ze ieder naar hun cel gingen, wilde Remo nog weten wie na Maddox’ overlijden de drie tikken met het reflexhamertje moest uitdelen, nu de beul van San Quentin daar niet meer voor in aanmerking kwam.

 

  Als rond die tijd Squeaky nog vastzat voor het iets te nadrukkelijk wijzen naar president Ford, dan kwam de eer Sandy toe, Scotts tweede plaatsvervangster op aarde en in de woestijn. Hij maakte zich zorgen of hij de hamerslagen, die zijn heengaan moesten bevestigen, in een toestand van schijndood wel zou voelen, want het neurologische instrument had een rubber rand op de snede. Squeaky, of Sandy, zou hem na de drie zilveren tikken met luide stem vragen of hij, leider van The Circle, wel degelijk overleden was – zo niet, dan diende hij dit kenbaar te maken. Geen kik meer, goed, dan iedereen de sterfkamer uit, al bleef ook dan de deur nog op een kier om de gestorvene de gelegenheid te geven op zijn dood terug te komen.

 

  De schoorsteen van Barker Ranch in Death Valley zou witte rook geven, en een alleen aan Squeaky en Sandy bekende rots in de woestijn daar zou het fundament vormen voor de kerk die The Circle te bouwen had. Eronder moest ergens de put zijn die naar het ondergrondse stroomgebied voerde, dat als een paradijs op ze lag te wachten, indirect verlicht door via natuurlijke wenteltrappen afdalende zonnestralen. De kerk zou er als baken voor de wereld zijn, om de mensheid de weg te wijzen naar de geestelijke erfenis van Hurly Burly. De paradijselijke Put des Afgronds bleef gereserveerd voor Maddox’ discipelen en hun vermenigvuldiging.

 

  ‘Mijn dood, Li’ll Remo, is maar een gedachte. Net als ieders dood. Alles zal doorgaan, maar met andere middelen. Er komt een nieuwe wereld, en de nakomelingen van jouw zwarte huishoudster Winny zullen de raamkozijnen van onze huizen zemen.’

 

 

 

  25

 

 

‘Gedaan met het strijdrumoer, Li’ll Remo. De slag is gewonnen. De slag is verloren.’

 

 

 

 

Het Schervengericht
titlepage.xhtml
Het_schervengericht_split_000.html
Het_schervengericht_split_001.html
Het_schervengericht_split_002.html
Het_schervengericht_split_003.html
Het_schervengericht_split_004.html
Het_schervengericht_split_005.html
Het_schervengericht_split_006.html
Het_schervengericht_split_007.html
Het_schervengericht_split_008.html
Het_schervengericht_split_009.html
Het_schervengericht_split_010.html
Het_schervengericht_split_011.html
Het_schervengericht_split_012.html
Het_schervengericht_split_013.html
Het_schervengericht_split_014.html
Het_schervengericht_split_015.html
Het_schervengericht_split_016.html
Het_schervengericht_split_017.html
Het_schervengericht_split_018.html
Het_schervengericht_split_019.html
Het_schervengericht_split_020.html
Het_schervengericht_split_021.html
Het_schervengericht_split_022.html
Het_schervengericht_split_023.html
Het_schervengericht_split_024.html
Het_schervengericht_split_025.html
Het_schervengericht_split_026.html
Het_schervengericht_split_027.html
Het_schervengericht_split_028.html
Het_schervengericht_split_029.html
Het_schervengericht_split_030.html
Het_schervengericht_split_031.html
Het_schervengericht_split_032.html
Het_schervengericht_split_033.html
Het_schervengericht_split_034.html
Het_schervengericht_split_035.html
Het_schervengericht_split_036.html
Het_schervengericht_split_037.html
Het_schervengericht_split_038.html
Het_schervengericht_split_039.html
Het_schervengericht_split_040.html
Het_schervengericht_split_041.html
Het_schervengericht_split_042.html
Het_schervengericht_split_043.html
Het_schervengericht_split_044.html
Het_schervengericht_split_045.html
Het_schervengericht_split_046.html
Het_schervengericht_split_047.html
Het_schervengericht_split_048.html
Het_schervengericht_split_049.html
Het_schervengericht_split_050.html
Het_schervengericht_split_051.html
Het_schervengericht_split_052.html
Het_schervengericht_split_053.html
Het_schervengericht_split_054.html
Het_schervengericht_split_055.html
Het_schervengericht_split_056.html
Het_schervengericht_split_057.html
Het_schervengericht_split_058.html
Het_schervengericht_split_059.html