Zondag 1 januari 1978

Homme Mondial

 

  1

 

 

Sinds zijn huwelijk, nee, sinds de aanvaarding van zijn toekomstige vaderschap had Remo niet meer zo’n sterke gewaarwording van een nieuw begin gehad als bij het ontwaken op nieuwjaarsdag in Choreo. Later, op de binnenplaats, bereikte hem uit de verte een niet thuis te brengen geur, zoals je aan de vooravond van de lente kan overkomen, terwijl verder niemand nog iets merkt. Een ijzerlucht van vers bloed, vermengd met de odeur van bitterzoete bloesems.

 

  Remo hief zijn gezicht, dat zich aan het benatten was, op naar de milde ochtendbries. Hij zou zijn straf, hoe hoog die tenslotte ook zou uitpakken, nederig aanvaarden. Eerst zijn best doen voor het psychiatrisch onderzoek. Zonder hoogmoed profiteren van de geboden reiniging.

 

  Helaas was het een dag zonder bezems en dweilen, zodat het chagrijn hem later die ochtend alsnog bij de kladden greep. Na het luchten terug in zijn cel vond Remo opeens dat hij wel genoeg papiertjes met kreten en poppetjes op zijn storyboard geplakt had. Het werd tijd voor het script. Al na zes, zeven zinnen, allemaal doorgestreept, overviel hem een groot heimwee naar Bernard, zijn coscenarist bij enkele vroege films. Bernard schreef bij voorkeur in bed, rechtop in de kussontbijttafeltje dat over zijn bovenbenen stond. Over het dek verspreid foto’s, tijdschriften en al wat hem bij zijn beschrijvingen kon helpen. Aan het voeteneind een televisietoestel met videorecorder, te bedienen via een lange stok met geplastificeerde haak, voor bruikbare documentaires.

 

  Remo veegde zijn aantekeningen opzij, en zette zich aan een brief voor Bernard. Als ze nu eens samen per post aan het scenario gingen werken... Stom genoeg begon hij met zich te verontschuldigen dat er bij zijn laatste bezoek aan Parijs geen tijd voor Bernard was geweest. Voor hij het wist, was Remo aan het uitleggen waarom – en daarmee daalde, als een guillotinebijl, de slagschaduw van de Zaak op nieuwjaar neer.

 

 

Bij Dunning & Hendrix waren ze de verdediging aan het voorbereiden, en Doug wilde weten wat Remo het Franse Homme Mondial precies in het vooruitzicht had gesteld.

 

  ‘Ik heb redacteur Onagre voorgesteld meisjes van vijftien, zestien te fotograferen. Niet zoals hun ouders ze graag voorstellen. Nee, zoals ze vandaag, jaren zeventig, ook echt zijn. Verlegen brutaal. Aarzelend zelfverzekerd. Angstig vroegrijp. Onagre was er enthousiast over. Hij gaf me de vrije hand.’

 

  ‘Stuur me een kopie van het contract, wil je?’

 

  ‘Die dingen gaan tussen Mondial en mij in goed vertrouwen. Nooit contractueel.’

 

  ‘Goed, vraag dan voorlopig een schriftelijke bevestiging van de opdracht,’ zei Dunning. ‘Als het tot een proces komt, wil ik Mr Onagre ’t liefst naar Santa Monica halen.’

 

  Het was de derde week van april. Remo had al talloze malen naar de Parijse redactie van Homme Mondial gebeld, maar kreeg Bertrand Onagre niet aan de lijn. Als hij bij het moederblad, Mondial, naar de hoofdredacteur vroeg, werd hem toegevoegd: ‘Monsieur Mayence is op reis.’

 

  ‘U verwacht hem terug wanneer?’

 

  ‘Voorlopig niet, Monsieur.’

 

  Dunning bepraatte Ritterbach net zo lang tot de rechter er, met grote tegenzin, in toestemde Remo naar Parijs te laten vliegen. Na aankomst op Charles de Gaulle, ’s morgens vroeg, liet Remo zich, slaperig en ongeschoren, per taxi naar de burelen van Mondial, Femme Mondiale en Homme Mondial brengen. Een hotel kwam later wel. Eerst profiteren van de overprikkeldheid die de jetlag schonk.

 

  De redactielokalen aan de Boulevard Haussmann waren nog maar net open. Remo wachtte in de taxi tot de wijnrode Mercedes van Robert Mayence het verlaagde trottoir op draaide en in het oude koetshuis verdween. Hij bleef nog tien minuten zitten. Met zijn regenjas over de arm kwam fluitend (‘April in Paris’) Bertrand Onagre langs de metrotrap omhoog. Hij ging het gebouw binnen via een bijna naadloos in de hoofdpoort verzonken kleine deur. Tijd om met de taxichauffeur af te rekenen.

 

  ‘Monsieur Onagre komt vandaag niet,’ zei de secretaresse, Mistelle.

 

  ‘Ik zag Bertrand drie minuten geleden uit de metro komen,’ zei Remo. ‘Ik zou zweren dat hij hier binnenging.’

 

  De secretaresse ging hem voor naar de redacteurskamer. Geen Onagre. Alleen de geur, en misschien de rook, van een vers opgestoken sigaret.

 

  ‘Doe verder geen moeite, Mistelle.’ Remo kende de weg naar de staatsiekamer van de hoofdredacteur. Hij klopte, en wierp de deur meteen open. Het vertrek was protserig strak en kaal ingericht. Robert Mayence zat achter een plexiglazen bureau zijn nagels bij te vijlen. Hij moest de tijd zien te doden tot, met de komst van de eerste modellen van de ochtend, zijn formule d’express kon ingaan: twintig minuten inclusief douche.

 

  ‘Hadden wij een afspraak, Monsieur?’ Mayence hield stem en oogopslag traag.

 

  ‘Jazeker,’ zei Remo. ‘Maar niet noodzakelijk deze ochtend om tien voor

 

  ‘Het is hier niet de gewoonte, Monsieur, dat...’ Mayence zag Remo kijken naar het laatste kerstnummer van Mondial, dat op een aluminium standaard in de glazen schuifkast achter het bureau te pronk stond. ‘Enfin, wat kan ik voor u doen?’

 

  ‘Monsieur Mayence, u leest kranten. Ik hoef u mijn situatie niet uit te leggen. Het is voor mijn zaak van het hoogste belang dat Monsieur Onagre, van Homme Mondial, in Santa Monica komt getuigen dat hij mij die opdracht verleend heeft.’

 

  ‘Legt u mij het contract over, en ik zal zien wat ik voor u kan doen.’

 

  ‘Daar, achter u, in de kast met trofeeën... daar staat mijn kerstnummer. Een collector’s item inmiddels. U heeft mij toegestaan het naar eigen smaak en inzicht te vullen. Van kaft tot kaft. Maar er was nooit sprake van een contract. U heeft er goed mee geboerd. Ik heb mijn geld gekregen. Mondelinge afspraken zijn ook rechtsgeldig.’

 

  De hoofdredacteur borg pincet en nagelvijl in hun etui, en ritste het dicht. ‘U bezorgt mij een déjà vu, Monsieur... eh... Er was laatst een vent van Interpol hier, die ook al over die opdracht kwam zeuren. Als chef van deze papierhandel ken ik mijn verantwoordelijkheden. Daarbij ben ik, als Fransman van de oude gaullistische stempel, nogal gezagsgetrouw. Ik heb dus, geheel naar waarheid, tegen die Interpol-pion gezegd van een opdracht tot een fotoreportage niets af te weten. Monsieur, ik verdoe mijn tijd met u.’

 

  Mayence, verziend, strekte zijn arm om van een afstand zijn horloge te raadplegen. Te vroeg nog voor het eerste model. Niet vergeten zijn secretaresse te vragen schone handdoeken klaar te leggen, en zijn badjas van de stomerij te halen.

 

  ‘Ik snap het, Monsieur Mayence. Sinds ik in opspraak ben geraakt, kunt u zich mijn fotowerk niet permitteren op de achterkant van al die dure advertenties voor parfums... voor merkkleding... Pech voor u, die laatste herdruk van het kerstnummer. Ik wed dat u de hele oplage al heeft laten doordraaien. Geheel in overeenstemming met mijn huidige reputatie. Van mij, Monsieur Mayence, kunt u in de stront zakken. Met uw hele glossy jetset erbij.’

 

  ‘Voor mij en mijn jetset, Monsieur, moge dat de toekomst zijn. Voor u, Monsieur, is het duidelijk de realiteit van vandaag. Mag ik u verzoeken, Monsieur, de deur minder krachtig te sluiten dan u hem opende?’

 

 

‘Vergeet het bovenstaande voorstel, beste Bernard. Het is weer een van die onmogelijke hersenspinsels van mij. Sommige onderdelen van het scenario zouden nooit door de Choreaanse censuur komen. Een film waarin al geknipt wordt voordat er een meter celluloid is gedraaid – nee.’

 

 

 

  2

 

 

‘Doug? Met mij. Vanaf Charles de Gaulle. Ik stap zo op het vliegtuig.’

 

  ‘Met Mr Onagre van Femme Mondiale, mag ik hopen.’

 

  ‘Alleen. Het is Homme Mondial.’

 

  ‘De zitting is volgende week donderdag. Een proces is nog niet zeker. Maar als het nodig is Onagre te laten getuigen, wil ik hem nu al persoonlijk drillen.’

 

  ‘Vergeet Onagre. Hij speelde verstoppertje. De hoofdredacteur deed of hij mijn naam niet eens kende. Goed, dan weet je het nu. Ik heb de hele opdracht verzonnen om me aan kleine meisjes te kunnen vergrijpen.’

 

  ‘Ik hoor net,’ zei de advocaat, ‘dat het Duitse meisje in Los Angeles is.’

 

  ‘Stassja. Met haar moeder, ja. Ze krijgt acteerlessen aan het Strasberg.’

 

  ‘Door jou betaald?’

 

  ‘Haar Engelse spraakcursus ook.’

 

  ‘Gul, maar ook goed fout, gegeven de omstandigheden. Hoe oud mag dat poppedeintje wel zijn?’

 

  ‘Zestien... zeventien.’

 

  ‘Vijftien dus. Moeder en dochter hadden geen ongelukkigdstip kunnen kiezen. Zorg ervoor dat je nooit, geen drie tellen, met het meisje alleen in een kamer bent.’

 

  ‘De politie, dus toch.’

 

  ‘De pers doet een moord voor elk plaatje. Letterlijk. En de vermoorde, dat zal jij zijn.’

 

  ‘Ik zweer je, Doug, ik ben niets anders dan haar bezorgde oudere broer.’

 

  ‘Dat was wel eens anders.’

 

  ‘De mensen gaan aan boord. Ik moet ophangen.’

 

 

 

Het Schervengericht
titlepage.xhtml
Het_schervengericht_split_000.html
Het_schervengericht_split_001.html
Het_schervengericht_split_002.html
Het_schervengericht_split_003.html
Het_schervengericht_split_004.html
Het_schervengericht_split_005.html
Het_schervengericht_split_006.html
Het_schervengericht_split_007.html
Het_schervengericht_split_008.html
Het_schervengericht_split_009.html
Het_schervengericht_split_010.html
Het_schervengericht_split_011.html
Het_schervengericht_split_012.html
Het_schervengericht_split_013.html
Het_schervengericht_split_014.html
Het_schervengericht_split_015.html
Het_schervengericht_split_016.html
Het_schervengericht_split_017.html
Het_schervengericht_split_018.html
Het_schervengericht_split_019.html
Het_schervengericht_split_020.html
Het_schervengericht_split_021.html
Het_schervengericht_split_022.html
Het_schervengericht_split_023.html
Het_schervengericht_split_024.html
Het_schervengericht_split_025.html
Het_schervengericht_split_026.html
Het_schervengericht_split_027.html
Het_schervengericht_split_028.html
Het_schervengericht_split_029.html
Het_schervengericht_split_030.html
Het_schervengericht_split_031.html
Het_schervengericht_split_032.html
Het_schervengericht_split_033.html
Het_schervengericht_split_034.html
Het_schervengericht_split_035.html
Het_schervengericht_split_036.html
Het_schervengericht_split_037.html
Het_schervengericht_split_038.html
Het_schervengericht_split_039.html
Het_schervengericht_split_040.html
Het_schervengericht_split_041.html
Het_schervengericht_split_042.html
Het_schervengericht_split_043.html
Het_schervengericht_split_044.html
Het_schervengericht_split_045.html
Het_schervengericht_split_046.html
Het_schervengericht_split_047.html
Het_schervengericht_split_048.html
Het_schervengericht_split_049.html
Het_schervengericht_split_050.html
Het_schervengericht_split_051.html
Het_schervengericht_split_052.html
Het_schervengericht_split_053.html
Het_schervengericht_split_054.html
Het_schervengericht_split_055.html
Het_schervengericht_split_056.html
Het_schervengericht_split_057.html
Het_schervengericht_split_058.html
Het_schervengericht_split_059.html