6
‘ Tree is een boom en three is drie,’ zei Bibi.
‘Goed zo,’ zei Anna. ‘Binnenkort kun je in Engeland gaan wonen.’ Bibi reageerde niet, zoals gewoonlijk, enthousiast.
‘Ik wil niet in Engeland wonen en ik wil ook niet dat jij teruggaat naar Zweden.’ Hierna trok ze een pruillip. ‘Ik vind het echt hartstikke stom.’
‘Dat ik naar Zweden terugga?’
‘Ook.’ Ze draaide haar gezicht een kwartslag naar links en keek stuurs naar de deur van de zolderkamer.
‘En dat ik niet bij opa en oma kan logeren. En dat we niet op vakantie gaan. En dat…’
‘En wat nog meer?’
‘Niks meer. Is het soms niet genoeg?!’
Ondanks Bibi’s serieuze toon moest Anna op haar lip bijten om niet te lachen. Hoewel ze haar gezicht in de plooi hield was ze opgelucht dat Bibi de andere kant uit keek. ‘Jij gaat heus nog wel op vakantie,’ antwoordde ze met neutrale stem.
‘Als opa weer beter is,’ zei Bibi. ‘En dat duurt hartstikke lang.’ Sinds kort was ‘hartstikke’ haar stopwoordje.
‘Papa zei dat jij wel op vakantie gaat.’ Ze draaide haar hoofd weer terug en keek Anna nu beschuldigend aan. ‘Met een vriendje.’
Anna knikte.
‘Ga je ook met hem trouwen?’
‘Nee, joh,’ antwoordde ze met een glimlach.
‘Waarom niet?’
‘Jij gaat toch ook niet met je vriendje trouwen?’
‘Ik heb geen vriendje. Jongens zijn hartstikke stom.’
‘En Jason dan?’
Anna zag dat ze een gevoelige snaar had geraakt. Jason was de leukste jongen van de klas. Hij droeg altijd een baseballpet, gympen en een spijkerbroek. Hij liep zelfs stoer. De meeste meisjes hadden een oogje op hem. Maar Jason vond alle meisjes weer stom.
‘Waarom kun jij geen weekje langer blijven?’ vroeg Bibi op een achteloze manier.
‘Omdat ik mijn vakantie al heb geboekt, Bibi. En ik wil mijn vriendje graag zien.’
‘Maar je hebt hem met Kerstmis toch gezien?!’
‘Dat is zes maanden geleden!’
‘Nou én?! Jij wilt gewoon mijn vriendin niet meer zijn. Jij denkt alleen maar aan je vriendje en vakantie. Ik heb geen vakantie. Straks ben ik helemaal alleen.’
Ze stond op en liep naar de deur.
‘En het is allemaal de schuld van opa,’ snikte ze tussen haar opkomende tranen door. ‘Als hij niet ziek was geworden, had ik gewoon kunnen logeren en op vakantie gaan.’
Anna zei niets.
Soms was dat beter.