60

Eric Donkers liep de kamer binnen en keek quasi-verbaasd om zich heen.

‘Eigen kamer? Televisie en koelkast? Waar zijn de goede oude tijden gebleven dat we met vier man op zaal lagen?’

‘Die geweldige tijd heb ik gelijk met mijn vorige baan vaarwel gezegd. Daarna kon ik me eindelijk een fatsoenlijke ziektekostenverzekering permitteren.’

Donkers ging naast het bed zitten.

‘Ah, aan de oude brombeer zelf is nog weinig veranderd. Behalve dat hij zich met luxe omringt, bedoel ik. Maar daarvoor ben ik niet gekomen. Ik heb goed nieuws. Johan Vertongen heeft vandaag zes jaar onvoorwaardelijk gekregen.’

Oudenaar grijnsde.

‘Vertel me iets wat ik nog niet weet, jongen.’

Dit antwoord kwam niet echt als een verrassing voor Donkers. Hij was nieuwsgierig hoe Oudenaar op zijn volgende mededeling zou reageren.

‘Vanmorgen hebben onze Amsterdamse collega’s Herman Hoogland gearresteerd. De president van de rechtbank, misschien ken je hem wel.’

Oudenaar schudde ontkennend.

‘Het zat er dik in dat er iemand van binnenuit bij betrokken was. Anders was het wel heel toevallig geweest dat mevrouw Bouman juist aan die zaak werkte. Zoals je weet geloof ik niet meer zo in toeval. Het is vaak een ander woord voor geluk, en dat overkomt je meestal niet zomaar. Dat dwing je af. Het Openbaar Ministerie onderzoekt of ze hem naast medeplichtigheid aan ontvoering en verhindering van de rechtsgang nog andere strafbare feiten ten laste kunnen leggen.’

‘Wat dacht je van moord met voorbedachten rade?’

Donkers haalde zijn schouders op.

‘Of ze dat kunnen bewijzen is de vraag, maar ik begrijp wat je bedoelt.’

De blik in Oudenaars ogen verhardde zich.

‘Natuurlijk heeft hij vooraf inzage in de dossiers gehad. Op het moment dat hij Bouman op die zaak zette, wist hij dat ze kansloos was…’

‘En iedere andere uitspraak dan vrijspraak betekende dat ze niet aan de eis van de ontvoerders kon voldoen,’ vulde Donkers aan. ‘Aangezien hij donders goed wist voor welk slag mensen hij werkte, was het bij voorbaat duidelijk dat er geen getuigen zouden achterblijven.’

‘Die hooggeplaatste klootzak moet wel erg diep gezonken zijn om een gezin dit aan te doen. Bewust, dat is nog het ergste van alles.’ Hij zuchtte. ‘Hadden ze hem zo hard bij zijn ballen? Geldschulden, kinderporno? Het moet om een verdomd serieuze bedreiging gaan.’

Donkers knikte beamend.

‘Zijn zoon is zwaar aan de drugs. Omringd door verkeerde vrienden en niet meer voor rede vatbaar. Zijn dealers werken voor een kartel. De leiding hiervan liet via tussenpersonen aan Hoogland weten dat zij voor de gezondheid en veiligheid van zijn zoon konden instaan. Eerst een kliniek, daarna verbanning uit het wereldje. Na verloop van tijd zou hij op deze manier zijn oude leven weer kunnen oppakken.’

Oudenaar zweeg. Donkers vermoedde dat hij de zaak overdacht.

‘Hoogland deed de papierwinkel en Jansen nam de praktische kant voor zijn rekening,’ ging Donkers verder. ‘Voor het kartel was dit een van de vele operaties van hun organisatie. Het was hun eer te na om werkeloos toe te kijken hoe Vertongen in de gevangenis zijn toekomst kon overdenken. Wel krijg ik steeds meer het idee dat ze ook maar een wilde gok hebben genomen. Het kwartje had alle kanten op kunnen vallen. Ze probeerden dit gewoon uit en keken van een afstand toe.’

Oudenaar knikte. ‘Ze hebben de tijd. Vertongen komt toch een keer vrij.’

‘Dan grijpen ze hem alsnog.’

Beide mannen zochten een punt in de kamer om hun blik op te laten rusten. Als Vertongen de partij drugs niet teruggaf, was hij verloren. Het kartel zou hem blijven opjagen. Wereldwijd, tot aan zijn dood. Hoewel Donkers en Oudenaar nagenoeg hetzelfde dachten, lieten ze deze gedachte onbesproken.

‘Jij nam trouwens een aardig risico door mijn nummer te tappen. Ik kan me niet voorstellen dat daarvoor toestemming is verleend.’

Donkers grijnsde.

‘Om maar te zwijgen over de wijze waarop jij aan dat nummer bent gekomen. Daarover heb ik ook zo mijn bedenkingen.’

Donkers glimlach werd breder.

‘Laat ook maar.’

‘Jij weet als geen ander van wie ik die rottigheid heb geleerd.’

Ze lachten beiden ingetogen.

Het voorval van vier jaar geleden lag nog altijd tussen hen in. Dat was opmerkelijk, want onderling hadden ze hierover nooit woorden gehad. Sterker nog, ze dachten er toen en nu hetzelfde over. Na het dodelijke schietincident had Donkers zijn heil ergens anders gezocht. Oudenaar was gebleven, om na een knetterende ruzie met zijn superieur het korps definitief vaarwel te zeggen.

‘Gaan jullie nog wat ondernemen tegen Jan Struik?’ wilde Oudenaar weten.

‘Zoals de zaken nu liggen, blijft het bij Herman Hoogland. Hij wordt de kop van Jut. De lijn van het verhaal waarbij Struik eventueel betrokken zou zijn, is vernietigd. Leo en Kimberly Jansen en Donny Watering zijn dood. Het lijkt me onwaarschijnlijk dat het Openbaar Ministerie Struik de rol van opdrachtgever in z’n schoenen gaat schuiven.’

‘Goed zo,’ zei Oudenaar. ‘Daar kan hij geen kindje van krijgen.’

‘Wat een merkwaardige kerel is dat,’ merkte Donkers spontaan op. Hij zei hiermee niets verkeerd, maar de intonatie in zijn stem was voor Oudenaar voldoende om te fronsen.

‘Hoe vond jij het optreden van die lotus- mensen? Overtuigend, hè? Struik trapte er met open ogen in. Ik neem aan dat jullie ons gesprek in de loods op band hebben staan. Waar lagen jullie eigenlijk? Op een van die daken schuin tegenover de loods? Richtmicrofoon paraat?’

Hij lachte toen Donkers een onschuldig gezicht opzette.

‘Je hebt het slim aangepakt, Eric,’ concludeerde de oudgediende en stak zijn voormalige collega de hand toe. Donkers schudde deze en stond op.

‘Ik ga er weer vandoor. Blijf je nog lang in Friesland?’

Oudenaar reageerde ontzet. ‘Hou op zeg. Het is dat ze bang waren voor een infectie, anders had ik al lang en breed op kantoor gezeten.’

Hij schudde verontwaardigd zijn hoofd.

‘Vroeger moest je kop aan de andere kant van de straat liggen voordat je in de ziektewet ging. Tegenwoordig houden ze je ruim twee weken vast voor een schotwondje in de arm. Belachelijk.’

Donkers stak zijn hand op ten teken van afscheid.

‘Ik zie je wel weer, ouwe ijzervreter.’ Met drie stappen was hij bij de deur.

‘Eric?’

Donkers bleef staan.

‘Ja?’

‘Mocht je het boerenleven zat zijn, dan kun je thuis zo aan de slag. Toppers zijn bij mijn bedrijf altijd welkom. Hard werken, goed salaris.’ Hij maakte met zijn arm een uitnodigend gebaar. ‘En prima sociale voorzieningen.’

Donkers stak zijn duim op.

‘Bedankt. Als de stadsjungle je de keel uit komt, heb ik een job voor je. Geslepen brompotten kan ik wel gebruiken. Onregelmatige tijden en slecht betaald.’ Hij bootste de beweging van Oudenaar na. ‘Prachtig uitzicht en frisse lucht gegarandeerd.’

Hij verliet de kamer met een afscheidsgroet, pakte de lift en liep naar zijn auto.

Toen hij het terrein van het ziekenhuis verliet begon hij te twijfelen. Bij de splitsing remde hij voortijdig af om de beslissing nog even uit te stellen. Dit was de eerste keer in zijn actieve carrière dat hij zich onder diensttijd afvroeg of hij wel meteen terug moest naar kantoor. Hij nam een besluit, trok op en sloeg links af. Het was de weg naar huis. Zijn vriendin was vandaag vrij.

Zomertijd / druk 1
titlepage.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_0.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_1.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_2.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_3.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_4.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_5.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_6.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_7.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_8.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_9.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_10.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_11.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_12.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_13.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_14.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_15.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_16.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_17.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_18.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_19.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_20.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_21.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_22.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_23.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_24.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_25.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_26.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_27.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_28.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_29.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_30.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_31.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_32.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_33.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_34.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_35.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_36.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_37.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_38.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_39.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_40.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_41.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_42.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_43.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_44.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_45.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_46.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_47.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_48.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_49.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_50.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_51.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_52.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_53.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_54.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_55.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_56.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_57.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_58.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_59.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_60.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_61.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_62.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_63.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_64.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_65.xhtml