33

Boven de hoofden van de mensenmassa zag Isabel het naambordje van de bistro. Die lag in een van de drukste winkelstraten van Hilversum. Zij was nog nooit in dit restaurant geweest, maar dacht te weten wat ze kon verwachten. Trendy en duur, met een hoog yuppengehalte. Exact het soort gelegenheid waar haar afspraak regelmatig wat ging eten.

Voordat ze de bistro binnenging, hield ze haar pas in voor een kledingzaak die ernaast zat. Zogenaamd geïnteresseerd in de geëtaleerde kledingstukken inspecteerde ze haar voorkomen. Vanwege het miezerige weer droeg ze een donkerblauwe regenjas met daaronder zwarte laarzen. De punten van haar donkerbruine haar hingen net boven haar schouders. Het was haar aardig gelukt om de wallen onder haar ogen weg te werken onder wat make-up. Ze haalde snel een hand door haar kapsel. Ze schoot er niets mee op. Van losjes naar wild. Onverzorgd.

Ze klemde haar vingers rond het hengsel van de Louis Vuitton-tas. Uiterlijk en onzekerheid. Onlosmakelijk met elkaar verbonden. En het was nooit goed genoeg. Altijd had ze wel wat aan te merken op haar uiterlijk. Nou ja, meestal dan.

Waarschijnlijk had Tjeerd daar geen last van, dacht Isabel toen ze haar weg vervolgde. Hij was altijd tot in de puntjes verzorgd. Strak in het pak, met glimmende Italiaanse schoenen en dure getailleerde overhemden. Met zijn knappe uiterlijk en vlotte babbel was Tjeerd Rozendaal ook buiten de rechtszaal een opmerkelijke verschijning. Regelmatig doken er foto’s van hem op in glossy bladen en katernen als het Stan Huygens Journaal van De Telegraaf . De mensen met wie hij geassocieerd werd, varieerden van artiesten tot grote vastgoedhandelaren. Omdat hij in de loop van zijn carrière regelmatig als raadsman optrad voor mensen die al jarenlang een dubieuze reputatie genoten, werd hij ‘advocaat van de onderwereld’.

Toen ze recht voor het restaurant stond, aarzelde ze een ogenblik. Ze moest denken aan hun eerste ontmoeting, toen ze nog rechten studeerden. Tjeerd groette haar op de gang van de universiteit. Hij droeg een lichtroze overhemd. Zijn trui had hij om zijn schouders gedrapeerd. Naast hem stond een blonde studente. Uit haar valse glimlach bleek dat ze geen concurrentie duldde. Ze was een van de velen uit een rij van talloze veroveringen.

Een paar jaar later – ze waren bijna afgestudeerd – had Tjeerd op de gang een keer tegen haar gezegd: ‘Jij bent een vreemd meisje maar ik mag je wel.’ Veel meer direct contact was er tijdens hun studiejaren niet geweest. Het Abcoudse trutje versus de flegmatieke jongeman uit Laren wiens vader meer geld bezat dan zijn achterkleinkinderen ooit konden opmaken. Ondanks de extreme verschillen in afkomst en levenswijze was er onderling respect. En dan was er die zaak waar ze allebei aan hadden gewerkt.

Zij was bijrechter in een proces tegen een drugsverslaafde platenproducer die de onhebbelijke gewoonte had om in zijn cocaïneroes de armen van zijn vriendin met een gloeiende sigarettenpeuk te bewerken. Tjeerd verdedigde hem. Hij was briljant. Tijdens het proces had hij haar op een onbewaakt moment een knipoog toegezonden. Hoewel ze stuurs voor zich uit had gekeken, was ze toch gevleid. Belachelijk, maar waar. Tjeerds cliënt kwam er met een voorwaardelijke straf en een stevige boete van af. Tjeerd was met een privékliniek op de proppen gekomen waar zijn cliënt vrijwillig een behandeling anger management onderging. Daar was de rechtbank gevoelig voor geweest. Isabel knipperde met haar oogleden. De beelden verdwenen. Ze stond weer in het centrum van Hilversum. Ze haalde diep adem. Deze afspraak moest een aanknopingspunt opleveren. Als Tjeerd Rozendaal haar niet kon of wilde helpen, stond ze op een doodlopende weg. Vastberaden ging ze naar binnen.

‘Hallo, Isabel.’ Tjeerd Rozendaal stond direct van zijn tafeltje op. Hij liep naar haar toe, schudde haar hand en nam haar jas aan. Hij droeg een donkerblauw kostuum met een lichtblauw overhemd en een bijpassende das van grijze zijde. Zijn zwarte haar zat onberispelijk.

‘Wat leuk om je te zien. Buiten werktijd, bedoel ik.’

‘Bedankt dat je zo snel tijd voor me kon maken,’ antwoordde Isabel wat stijfjes.

Tjeerd schoof een stoel naar achteren. Ze nam plaats en bekeek vluchtig de omgeving. Haar eerste indruk bevestigde haar vooroordeel; veel donker hout, moderne kunst aan de wanden, rustige achtergrondmuziek, goed geklede jonge mensen en een ons-kent-onssfeertje. Op de tafels stond een menukaart die er exclusief uitzag. De prijzen en gerechten lieten zich voorlopig raden, aangezien op hun tafeltje de kaart ontbrak. Waarschijnlijk had Tjeerd die weggehaald, schatte ze in.

‘Wil je iets eten?’ vroeg hij beleefd. ‘Ik kan je de Zuid-Afrikaanse antilopenrug aanbevelen. Mooi, zacht vlees met een fijne smaak.’

Isabel keek op haar horloge en schudde van nee. Het was kwart over twaalf, te vroeg voor zo’n lunch. Daarbij had ze ook geen trek.

‘Ik hou het bij mineraalwater.’

‘Prima.’ In plaats van op de bediening te wachten, liep Tjeerd naar de bar en kwam even later met twee flesjes mineraalwater en twee glazen terug.

‘Scheelt een hoop gedoe,’ lichtte hij toe. Hij schonk haar glas in.

‘Sinds jij hebt gebeld moet ik aan je dochter denken.’ Hij zuchtte nadrukkelijk. ‘En ik heb geprobeerd om die gedachten ergens in mijn achterhoofd weg te stoppen. Ik heb zelf kinderen… Afschuwelijk, Isabel. Ik denk een klein beetje te weten wat er in je omgaat.’

‘Het is zwaar,’ beaamde ze. ‘Je bent er letterlijk dag en nacht mee bezig.’

‘Nog nieuws?’ vroeg hij op ingehouden toon.

‘Ja, dat is de reden waarom ik hier zit.’

Rozendaal knikte. Het was hem duidelijk dat Isabel Bouman niet met hem had afgesproken om anekdotes uit lang vervlogen tijden op te halen. Die waren er trouwens niet. Ze kenden elkaar vaag van vroeger en hadden spaarzame ontmoetingen in de rechtbank of op de gangen van het gerechtshof. Zij was rechter, hij advocaat, klaar. Zijn nieuwsgierigheid was gewekt toen ze hem belde. Het kon bijna niet anders
of er was een ontwikkeling gaande rond de vermissing van haar dochter.

‘Tjeerd, voordat ik mijn verhaal bij je neerleg, wil ik eerst duidelijkheid omtrent mijn positie scheppen. Op dit moment ben ik niet rechter Bouman maar Isabel Bouman, moeder van Bibi. Maar ik zit ook niet als cliënt tegenover je. Om het nog gecompliceerder te maken vraag ik wel nadrukkelijk om jouw beroepsgeheim.’

Rozendaal nam een slok.

‘Je hebt mijn hulp buiten de rechtszaal nodig,’ concludeerde hij.

‘Inderdaad. Hopelijk kan ik een beroep doen op een van jouw vermaarde contacten.’

Hij glimlachte zuinig. De venijnige opmerking die op het puntje van zijn tong lag, slikte hij in. Hij moest openstaan voor het verzoek van Isabel.

‘Ik ga akkoord met je voorwaarden.’

Isabel voelde hoe de spanning in haar lichaam iets afnam. ‘Bedankt,’ antwoordde ze opgelucht. Hierna rechtte ze haar rug, boog wat meer naar hem toe en keek hem even aan. Terwijl ze haar verhaal vertelde, veranderde er niets aan haar houding.

Ze was tien minuten lang onafgebroken aan het woord. Al die tijd luisterde Rozendaal aandachtig. Toen ze was uitgesproken, schudde hij vol ongeloof zijn hoofd.

‘Bizar. Ik heb er geen andere woorden voor. De dochter van de rechter ontvoeren om een crimineel vrij te krijgen. Nog even en wij steken de Amerikanen naar de kroon.’

‘Het is inderdaad nauwelijks voor te stellen dat zoiets in Nederland gebeurt. Maar ja, het overkomt mij wel.’

Tjeerd nam een slok van zijn water. De dunne lijnen in zijn gezicht verscherpten.

‘Je zit vast,’ mompelde hij. ‘Elke dag die je wacht is verloren tijd. Er moet hulp van buitenaf komen.’

Isabel knikte. ‘Jij bent mijn laatste hoop, Tjeerd. Ik weet het echt niet meer.’

Rozendaal stond op, liep naar de bar en scheurde een papiertje van het notablok dat op de toog lag. Hij haalde zijn portefeuille uit de zak van zijn colbert en viste er een visitekaartje uit. Het telefoonnummer schreef hij over op het papiertje.

‘Voordat ik dit aan je geef, wil ik dat je goed naar me luistert, oké?’ sprak Rozendaal toen hij weer tegenover Isabel had plaatsgenomen.

Ze knikte.

‘Dit telefoonnummer is van John Oudenaar. Een middenvijftiger die een indrukwekkende carrière bij de Amsterdamse politie achter de rug heeft. Zijn halve leven was hij direct betrokken bij de bestrijding van de zogenaamde “harde misdaad”.

Een jaar of vier geleden verloor hij een van zijn mensen bij een inval. Tijdens de nasleep kreeg hij een hoog oplopende ruzie met de commissaris die eindigde in zijn ontslag. Sinds die tijd werkt Oudenaar voor zichzelf.’

Hij haalde kort zijn schouders op.

‘Er zijn tientallen oud-rechercheurs die ontslag nemen en een onderzoeksbureau beginnen. Ze noemen zich privédetective en werken voor het bedrijfsleven, af en toe een particulier, heel soms de overheid. Bij John Oudenaar werkte de markt omgekeerd. Hij hoefde niet op zoek te gaan naar opdrachten, de klanten meldden zich bij hem. In groten getale, zodat hij zijn zaken voor het uitpikken had. Verbaasd door het succes
– Oudenaar is een bescheiden man – besloot hij zich te specialiseren. Om dit te kunnen doen, trok hij twee zeer ervaren rechercheurs aan. Eentje van Moordzaken en een andere die jarenlang bij de narcoticabrigade had gewerkt. Zij namen een schat aan contacten mee, waardoor het bedrijfje van John ineens over een voor Nederland ongekende knowhow beschikte.’

Hij schoof het briefje over de tafel. Zijn vingers bleven even op het papiertje rusten.

‘Oudenaar is major league , Isabel. Hij doet enkel grote zaken die groot geld opleveren. Realiseer je goed dat we praten over een jaarsalaris van een rechter als honorarium. Voor opdrachten onder de ton komt die oude vos niet eens zijn bed uit.’

Isabels vingertoppen drukten op het papiertje met het telefoonnummer dat misschien het leven van haar dochter kon redden.

‘Ik verdien genoeg, mijn man zelfs iets meer. Desnoods nemen we een tweede hypotheek.’

Rozendaal glimlachte tevreden.

‘Ik had niet anders verwacht.’

Isabel stopte het papiertje in haar handtas.

‘Wacht. Voordat je gaat wil ik je nog twee dingen zeggen.’

Ze zette de tas op tafel en keek hem vragend aan.

‘Laat je niet foppen door Oudenaars uiterlijk en zijn manier van doen. Achter die façade schuilt een uiterst competent persoon.’

Isabel wist niet wat ze hiermee aan moest. Het leek zo… overdreven. Toch knikte ze begrijpend.

‘Ten tweede: maak gebruik van een publieke telefoon als je dit nummer belt. Ik weet dat ik een rechter niets over de bob hoef uit te leggen, maar toch… voor de zekerheid meld ik het maar even.’

Rozendaal liep met haar mee naar de uitgang. Nadat hij de deur van de bistro voor haar had geopend, keken ze elkaar nog eenmaal aan.

‘Bedankt,Tjeerd.’

You’re welcome .’ Hij gaf haar een afscheidskus op haar wang.

‘Het komt goed, Isabel. Als iemand op deze wereld Bibi kan vinden is het John Oudenaar.’

Nadat ze afscheid van Tjeerd had genomen, piekerde ze over wat hij gezegd had. Dat Oudenaar wellicht een merkwaardig persoon was, daar moest ze zich niets van aantrekken. Ook diens honorarium bracht haar niet van de wijs. Geen enkel bedrag kon wedijveren met het leven van Bibi. Als Oudenaar haar werkelijk kon opsporen en terugbrengen, was Isabel bereid om haar hele leven driehoog-achter op een flatje te zitten met een torenhoge schuld. Koen dacht daar exact hetzelfde over. Zoals iedere liefhebbende ouder zou doen. Ze moest contact met hem opnemen, al voelde het een beetje vreemd om nu op zoek te gaan naar een telefooncel om de bob te omzeilen. Alsof ze zelf een crimineel was. Het kon niet anders.

Nergens in de omgeving was een telefoon te bekennen. Ze liep verder, sloeg een willekeurige straat in. Aan haar rechterhand lag het gebouw van het regionale dagblad. Isabel twijfelde of ze hier de weg moest vragen. Wel wist ze dat het station vlak bij het centrum lag. In noordelijke richting.

Op de kruising van de Groest en de Leeuwenstraat keek ze naar rechts en zag ze de contouren van het station. Tjeerd had door de bob te noemen gesuggereerd dat haar eigen telefoon waarschijnlijk al afgeluisterd werd. Dat was goed mogelijk. Zogenaamd in het belang van het onderzoek gebeurde dit dagelijks. De wet stond dit toe en als de opsporingsambtenaren gaandeweg over de schreef gingen, werden bepaalde documenten gewoon door de papierversnipperaar gehaald.

Ze voelde paniek opkomen, bleef abrupt staan en keek schichtig om zich heen. Als de politie haar telefoontje afluisterde, wisten ze zeker dat Bibi ontvoerd was. Ook waren ze op de hoogte van haar gesprek met ‘onderwereldadvocaat’ Tjeerd Rozendaal.

Mochten ze op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen, dan schaduwen ze me ongetwijfeld, dacht ze. Langzaam bewoog ze haar hoofd van links naar rechts. Ze stond vlak voor een zebrapad. Het voetgangerslicht stond op rood en de auto’s reden in een langgerekt lint voor haar langs. Om haar heen wachtten mensen op het groene licht. Winkelpubliek op leeftijd, scholieren die zich verveelden, drie echtparen van rond de veertig met en zonder kinderen, een allochtone vrouw achter een kinderwagen. Niemand van hen leek een undercoveragent.

Toen het licht op groen sprong, stak ze over. De rest liep als een kudde verder. Terwijl ze het stationsplein bereikte, realiseerde Isabel zich dat getrainde rechercheurs door haar nooit zouden worden opgemerkt. Die konden in het publiek opgaan.

Ze zag een lege telefooncel. Zonder aarzelen liep ze erop af. Werd ze niet afgeluisterd, dan had ze zich onnodig zorgen gemaakt. Was de politie daarentegen op de hoogte van de huidige situatie, dan konden ze nog niet weten met wie ze ging bellen. Zekerder door deze gedachte, pakte ze het papiertje met het telefoonnummer. Voordat ze belde, speurde ze nog eenmaal de omgeving af. Ze zag stadsbussen, winkelpubliek, haastige reizigers en een paartje in innige omarming. Niets week af van datgene wat iemand op een doordeweekse dag op elk willekeurig station in Nederland aan zich voorbij zag trekken.

Enkele minuten nadat Isabel de telefoon op de haak had gelegd en was weggelopen, maakte de jonge vrouw zich los uit de greep van haar geliefde. Ze slenterde naar de telefooncel, checkte het registratienummer en toetste een nummer op haar mobiele telefoon in. Terwijl ze terugliep naar haar zogenaamde minnaar, sprak ze aan één stuk door.

Zomertijd / druk 1
titlepage.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_0.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_1.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_2.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_3.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_4.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_5.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_6.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_7.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_8.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_9.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_10.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_11.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_12.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_13.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_14.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_15.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_16.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_17.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_18.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_19.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_20.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_21.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_22.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_23.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_24.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_25.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_26.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_27.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_28.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_29.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_30.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_31.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_32.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_33.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_34.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_35.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_36.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_37.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_38.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_39.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_40.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_41.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_42.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_43.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_44.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_45.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_46.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_47.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_48.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_49.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_50.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_51.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_52.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_53.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_54.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_55.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_56.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_57.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_58.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_59.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_60.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_61.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_62.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_63.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_64.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_65.xhtml